pieter-stuurman

Interview Frontier Radio

Radio1

Recentelijk heb ik een interview gedaan met Frontier Radio, in twee delen. Deel één was op donderdag 28 november en deel twee op 12 december.

Bij het eerste deel lag de focus vooral op zaken die betrekking hebben op het collectief. De toestand in de wereld, de onhoudbaarheid van veel bestaande systemen, de collectieve gedachtegang en mentaliteit die hieraan ten grondslag liggen.

In deel twee zijn we iets meer ingegaan op de mechanismen in het individu en de relatie tussen individu en collectief.

In beide delen komen onderwerpen voorbij als de invloed van de menselijke gedachte op de inrichting van de wereld, op onze realiteit, maar ook zaken als vrijheid, verantwoordelijkheid, bewustzijn, en mentale volwassenheid worden besproken. En nog veel meer.

Een veelheid aan onderwerpen dus, maar wonderlijk genoeg blijkt het bij terugluisteren een opmerkelijk coherent geheel te zijn.

Beide delen zijn hier te beluisteren:

Deel 1: http://frontierworld.nl/radio/?p=1867

Deel2: http://frontierworld.nl/radio/?p=1989

Macht

bankster-chess1

De meeste lezers zullen wel weten dat het onderwerp macht een rode draad is in al mijn stukjes. Macht en machtsverhoudingen zijn mijns inziens de oorzaak van veel (zo niet alle) ellende in de wereld.

Vaak krijg ik de tegenwerping dat ik me zou bezondigen aan complotdenken. Dat is zeker niet het geval. De macht waarover ik het heb, is niets meer dan een mechanisme . Een logisch mechanisme waarvan je de werking op ieder moment kunt waarnemen als je de moeite neemt om ernaar te kijken. Het heeft helemaal niets met kwaadaardigheid of sinistere complotten te maken. Het heeft te maken met voorkeur.

Het gaat niet vanzelf

Dat macht aantrekkelijk is voor sommige mensen, zal niemand ontkennen. Er zijn altijd mensen die erop uit zijn en zo is het ook altijd geweest. In de loop van de geschiedenis heeft het geleid tot enorme machtsbolwerken zoals de koning- en keizerrijken, de macht van de kerk, van de grootindustriëlen tijdens de industriële revolutie en de macht van de grootste militaire en economische grootmachten van nu.

Ondanks het feit dat macht voor veel mensen aantrekkelijk is, lukt het maar enkelen om daadwerkelijk macht te verkrijgen. Er zijn altijd meer mensen die macht willen, dan er mensen zijn die daadwerkelijk macht verwerven. Macht verwerven is namelijk niet gemakkelijk. Het vraagt een enorme, bijna monomane inspanning, waarbij alles opzij gezet moet worden om het doel te bereiken.

Vanzelf gaat het dus niet. Om macht te verwerven moet je plannen maken. Slimme plannen, anders lukt het je niet. Er zijn immers meer kapers op de kust, en die maken ook slimme plannen. Wanneer jouw plan minder slim is dan het plan van je tegenstrever, dan behaal jij niet je doel, maar is het die tegenstrever die dat doet.

Intentie

Macht (iedere macht) begint dus met de intentie macht te verwerven. Die intentie is gebaseerd op de overtuiging dat het verwerven van macht waardevol is en dat de strijd om die macht te verwerven dus de moeite waard is. Het moet het hoogste doel zijn. Een doel dat rücksichtslos nagestreefd moet worden. Iedere terughoudendheid als gevolg van bedenkingen, is een nadeel. Simpelweg omdat er altijd tegenstrevers zijn die deze bedenkingen niet hebben, of bereid zijn ze aan de kant te zetten.

Dit betekent dus dat degenen die werkelijk macht hebben, altijd degenen zijn die er het best in geslaagd zijn die macht te verwerven. Het zijn degenen die het mechanisme van macht het best begrijpen, en daar het slimst mee omgegaan zijn. Het zijn degenen die bereid waren alles opzij te zetten (meer dan hun tegenstrevers) om hun doel te bereiken, en daarbij alle zijdelingse overwegingen overboord gezet hebben. Anders waren ze links of rechts ingehaald door andere machtszoekers. Machtszoekers die rücksichtsloser waren dan zij.

Als macht dus niet je hoogste doel is, dan bereik je dat doel niet. Om de doodsimpele reden dat er dan anderen zijn die beter uitgerust zijn dan jij en jou voorbijstreven. Het betekent dat degenen die daadwerkelijk macht verworven hebben, per definitie rücksichtslos zijn, en dus bereid zijn er alles voor te doen, inclusief liegen, manipuleren en verder alles dat nodig is voor het bereiken van het doel. Ook als dat ten koste gaat van anderen.

Maar rücksichtslos is iets anders dan kwaadaardig. Mensen die macht nastreven zullen zichzelf dan ook nooit beleven als kwaadaardig. Ze begrijpen gewoon dat dit soort zaken noodzakelijk zijn om te kunnen zijn wat ze denken te moeten zijn: machtig. Ze zullen zichzelf als uiterst gekwalificeerd beschouwen voor hun machtspositie.

Maar niet iedereen denkt zo. Niet iedereen vindt het OK om anderen te benadelen (of erger) om een persoonlijk doel (al dan niet gelardeerd met een vleugje idealisme) te behalen. Ondanks het feit dat er altijd meer machtszoekers zijn dan machthebbers, heeft het overgrote deel van de bevolking een heel andere mentaliteit. Veruit de meeste mensen leven liever in harmonie met anderen, dan erover te heersen. Maar het is juist die overgrote meerderheid waarover machthebbers macht hebben.

Machtsmechanisme

Macht is het vermogen om anderen te laten doen wat de machthebber wil. Hoe meer macht een machthebber heeft, hoe meer hij dus zijn wil kan opleggen aan anderen, en die anderen kan laten doen wat hij wil dat ze doen. Naarmate zijn macht groeit, kan hij in toenemende mate anderen voor hem inzetten. Een belangrijk deel van zijn macht kan hij dan aanwenden om anderen (bijvoorbeeld legers, politie, ambtenaren) ervoor te laten zorgen dat zijn macht groeit. Hoe meer macht hij heeft, hoe meer mensen hij dat kan laten doen, en hoe meer macht hij kan verkrijgen. Dat heet het hefboomeffect.

Dit is dus een mechanisme dat zichzelf aandrijft: hoe meer macht, hoe meer macht. Wanneer dit mechanisme onbelemmerd kan voortduren, komt logischerwijze uiteindelijk alle macht op één plek terecht: bij de sterkste.

De enige belemmering is de concurrentie van andere machtszoekers. De strijd om de macht dus. Die strijd kost veel aandacht en energie en werkt dus verzwakkend voor de strijdende partijen. Het is immers aandacht en energie die gestoken moet worden in de strijd met andere machthebbers, en dus niet gestoken kan worden in de essentie van macht: het heersen over de bevolking.

In veel gevallen dringt dat besef ook bij machthebbers door en worden er allianties gevormd met andere grote spelers. Samen het machtsmonopolie delen is vaak aantrekkelijker dan het vechten om de toppositie. Er worden dan strategische afspraken gemaakt die voor beide partijen een voordeel bieden in hun streven naar macht. Sommige mensen noemen dat een complot of een samenzwering. Maar het is niks meer dan een logische en (gezien vanuit hun denkwijze) voor de hand liggende oplossing.

Andere mentaliteit

Dat veel mensen er twijfels over hebben of zoiets in de praktijk gebeurt, komt omdat veruit de meeste mensen niet de mentaliteit van een machtszoeker hebben, en zich dus wel laten leiden door andere overwegingen dan macht. Zoals bijvoorbeeld het eigen geweten en het welzijn van anderen. Het lijkt daarom bijna ongelofelijk dat er mensen zijn die daaraan geen boodschap hebben.

En toch zijn het juist die mensen die komen bovendrijven. Het is immers die mentaliteit die noodzakelijk is om de betreffende posities te kunnen verwerven. Een mentaliteit die weliswaar bij betrekkelijk weinig mensen voorkomt, maar toch altijd bij meer dan voldoende om daarmee de posities te bemannen.

Machthebbers behoren per definitie tot een kleine minderheid. Macht heb je pas als je het te vertellen hebt over meerdere mensen. Hoe meer mensen, hoe meer macht en hoe groter in verhouding de meerderheid is waarover je macht hebt. Er zijn dus niet veel mensen met de machtsmentaliteit nodig om machthebbers te krijgen. Maar die mentaliteit is wel een voorwaarde om er een te worden. Het zijn dus juist de uitzonderingen die de posities verwerven. Uitzonderingen met een mentaliteit die juist niet aansluit bij de meerderheid van de mensen.

Inrichting van de wereld

Machthebbers zijn in staat om anderen te laten doen wat zij willen. Ze zijn daarmee dus bepalend voor hetgeen die anderen doen. En met dat doen, richten wij (alle mensen) de samenleving in. Die samenleving wordt daarmee dus ingericht naar de voorkeur van de machthebber.

En omdat machthebbers (noodzakelijkerwijze, anders waren ze geen machthebber) een heel andere mentaliteit hebben dan de meeste mensen, wordt die samenleving dus ingericht naar een andere voorkeur dan die van de meeste mensen. En daarmee zal die samenleving dus niet naar de voorkeur zijn van de meeste mensen. Om de doodsimpele reden dat dit de drijfveer is van machthebbers: het inrichten van de wereld naar hun zin, en de anderen dit laten uitvoeren.

Dat betekent dus dat de meeste mensen, onder bevel van machthebbers, een wereld bouwen die niet naar hun eigen zin is. Een wereld die vooral de mentaliteit van machthebbers weerspiegelt, en niet hun mentaliteit. En toch wordt die wereld gebouwd door niet-machthebbers (de rest van de mensheid) die zich laten sturen door machthebbers. Het zijn de niet-machthebbers die een wereld bouwen die niet naar hun eigen zin is en die niet de denkwijze van de meeste mensen weerspiegelt.

Machthebbers hebben dus bepaalde eigenschappen die ervoor zorgen dat ze machthebber zijn. Eigenschappen die de meeste andere mensen afkeuren. Eigenschappen die niet overeenstemmen met het geweten en de intenties van de meeste mensen. En toch laten de meeste mensen zich erdoor leiden. Deden ze dat niet, dan waren de machthebbers geen machthebber meer. Macht heeft een machthebber immers alleen als mensen daadwerkelijk doen wat hij zegt.

Machthebbers weten dat. Ze weten dat hun voorkeur anders is dan de voorkeur van de meeste mensen. Maar om eigen voorkeur ten uitvoer te laten komen, hebben ze wel de medewerking van de uitvoerders (de rest van de mensheid) nodig. Zo weten ze bijvoorbeeld dat veruit de meeste mensen het liefst in vrijheid en in harmonie met anderen leven. Maar daarmee bereiken ze hun doel niet.

Misleiding

Om de rest van de mensen te laten doen wat machthebbers willen dat ze doen, is het dus noodzakelijk die anderen te misleiden. Wanneer machthebbers openlijk zouden laten blijken wat hun motieven zijn, dan zouden anderen er niet aan meewerken en dan is het gedaan met hun macht. Misleiding is dus een voorwaarde om macht te verkrijgen en te behouden. Degenen die het handigst misleiden, maken dus meer kans op machtsposities dan degenen die daar minder goed in zijn.

We kunnen er dus vanuit gaan dat degenen op de hoogste machtsposities, het misleidinginstrument efficiënt gebruiken. Dat ze ons onder valse voorwendselen dingen laten doen die we zelf niet OK vinden. Dingen die niet overeenstemmen met onze voorkeuren en onze mentaliteit. Als dat wel het geval was, dan hoefden ze ons immers niet te misleiden want dan zouden we het uit onszelf doen. En als we het uit onszelf zouden doen, was macht overbodig.

Macht_vh-Volk[1]

Waarom?

Als we nu weten dat machthebbers een andere mentaliteit hebben dan wij, andere doelen nastreven dan wij, geen boodschap hebben aan het welzijn van mensen, en ons per definitie misleiden, waarom zouden we dan nog naar ze luisteren? Waarom zouden we ze dan nog geloven? Waarom zouden we ons laten blijven verleiden om dingen te doen die alleen goed zijn voor die kleine minderheid? Dingen die wij zelf afkeuren?

Anders gezegd: waarom zouden we ons laten blijven leiden door mensen die een mindset hebben die de meeste mensen afkeuren? Eigenschappen die nog het best omschreven kunnen worden als psychopathisch (ook psychopaten vinden zichzelf niet kwaadaardig). Eigenschappen die een voorwaarde zijn om machthebber te worden, en die dus alle machthebbers bezitten, en waardoor de mensheid al vele eeuwen geteisterd wordt.

Waarom zouden we ons nog langer laten leiden door juist deze minderheid? Een minderheid die gekenmerkt wordt door bikkelhard egoïsme, ten koste van alle anderen.

Hoe lang zal de mensheid nog blijven geloven dat de huidige “leiders”, het deze keer wel goed met ons voorhebben? En zich er, voor de zoveelste keer, aan conformeren. En voor de zoveelste keer de bittere gevolgen ervan zal moeten ondergaan.

Een keer moet het toch doordringen: we hebben niemand nodig om ons te vertellen wat we moeten doen. We hoeven alleen maar te doen wat we zelf OK vinden. Zodra we ons laten leiden door machthebbers, weten we zeker dat het niet OK is wat we doen, tenminste, niet naar onze eigen maatstaven. En dat komt omdat machthebbers andere dingen OK vinden dan wij.

http://pieterstuurman.blogspot.nl/2013/11/macht.html

http://pieterstuurman.blogspot.nl/

Vrije markt

imagesCAGIPG86

Regelmatig krijg ik tegengas van mensen als ik het heb over corporate macht. De macht van het bedrijfsleven dus. Vooral de libertariërs onder ons hebben daar moeite mee. Volgens de libertariër bestaat er maar één soort macht en dat is overheidsmacht.

Nou heb ik de onderstaande definitie van macht al vaker gebruikt, maar ik herhaal hem nog maar eens:

Macht is het vermogen om anderen te laten doen wat jij wil.

En daarmee kunnen die anderen dus niet meer doen wat ze zelf willen. Macht van de één, bestaat dus uit de onvrijheid van de anderen.

De libertarische gedachte gaat er vanuit dat als overheidsmacht niet meer zou bestaan, iedereen kan doen wat hij zelf wil, vrij zal zijn, en macht dus verleden tijd zal zijn.

Daarom propageert de libertariër dan ook de ‘vrije markt’. Een vrije markt, zonder enige overheidsbemoeienis garandeert dezelfde mogelijkheden voor iedereen, en het hangt dus van de kwaliteiten en inspanningen van ieder individu zelf af in hoeverre men succesvol is.

In een vrije markt kan iedereen zonder obstakels ondernemen, en de gegenereerde winst is volledig voor de succesvolle ondernemer. En natuurlijk zal de ene ondernemer succesvoller zijn dan de andere.

Een succesvolle ondernemer zal een goed gevoel hebben voor de bestaande behoeften, en daarop inspelen. Of nieuwe latente behoeften ontdekken. En vervolgens datgene aanbieden wat die behoeften bevredigt. Dit mechanisme ligt aan de basis van de moderne economische theorieën.

Om succesvol te zijn, moet een ondernemer niet alleen rekening houden met de behoeften van het publiek, maar ook met zijn concurrenten. Want hij is niet de enige die graag een succesvol ondernemer wil zijn. De concurrent is uit op zijn marktaandeel, en dus zijn winst. De concurrent is de rivaal, en die rivaal dient bestreden te worden. Dat kan in binnen de libertarische gedachte maar op één manier: zorg dat je een beter product biedt tegen een lagere prijs dan je concurrent dat doet. Dan krijg je het grootste marktaandeel en dan versla je de concurrent. En dat is ook goed voor de consument.

Naarmate de ondernemer groter wordt, verstevigt zijn positie. Het wordt nu makkelijker om minder stevig in het zadel zittende ondernemers uit de markt te drukken. En hoe meer concurrenten hij uit de markt drukt, hoe sterker zijn concurrentiepositie, en hoe makkelijker het wordt om nog meer concurrenten uit de markt te drukken: hoe groter hij wordt, hoe makkelijker het wordt om nog groter te worden. Dat heet het “hefboomeffect”.

Het wordt voor succesvolle bedrijven dus steeds gemakkelijker om nog succesvoller te worden. En succesvolle bedrijven trekken financiers aan, in de vorm van aandeelhouders die een graantje (of een zak graan) van het succes willen meepikken. En daardoor wordt het bedrijf nog sterker. Als dit mechanisme ongehinderd kan doordraaien, leidt het tot er een punt waarop er binnen een branche nog maar één overlevende is: de sterkste. Of dat alle succesvolle bedrijven in handen zijn van dezelfde financiers. En dat heet dan een monopolie.

Van de twee regulerende factoren: behoefte (vraag) en concurrentie, is er dan dus nog maar één over: behoefte. De macht van het bedrijf hoeft nu niet meer aangewend te worden om de concurrentie uit te schakelen, of om de gunst van de klant te bedingen, maar kan geheel gericht worden op de behoefte van de consument. Een behoefte die de enig overgebleven ondernemer (of club van aandeelhouders) nu naar keuze meer of minder kan bevredigen. Hij krijgt totale controle over een andere belangrijke factor binnen de economische theorie: schaarste.

Het economisch mechanisme wil dat schaarste (naast concurrentie, maar die is inmiddels uitgeschakeld) bepalend is voor de prijs van een product. Hoe schaarser iets is, hoe meer je ervoor kunt vragen. En omdat er niemand anders meer is die een vergelijkbaar product kan leveren, kan de monopolist zijn product zo schaars maken, of laten lijken, als hij zelf wil. En dus de prijs vragen die hij zelf wil, en dus zoveel winst maken als hij zelf wil. Tenminste, zolang de behoefte blijft bestaan.

Het mooiste zou het natuurlijk zijn als je monopolist bent die een behoefte bevredigt die altijd blijft bestaan. Een behoefte die altijd blijft bestaan omdat het een levensbehoefte is. Zoals bijvoorbeeld energie, of voedsel, of gezondheidszorg, of huisvesting, of geld. Dat mensen simpelweg niet (meer) zonder jouw product kunnen leven.

Als je daar eenmaal beland bent, dan heb je het als ondernemer in de vrije markt helemaal gemaakt. Dan heb je de macht over het bestaan van je afnemers, en je kunt vragen wat je wil, zolang het geen volksopstand oproept. Je hebt nu macht over het volk.

Je hebt van de vrijheid die de vrije markt biedt, gebruik gemaakt om macht te genereren en dus vrijheid van anderen af te nemen. Je bent de baas. Ten koste van de vrijheid van alle anderen.

Nou lukt het bedrijven niet vaak om een volledig monopolie te bereiken. Er zijn bijna altijd wel andere bedrijven die ook groot en succesvol zijn, en dus concurrenten blijven, net zoals jij een concurrent bent voor die andere bedrijven. En dat houdt dus in dat niemand kan heersen over de behoeften van het volk, en dat dus niemand de macht van het monopolie heeft.

Nou kun je van succesvolle ondernemers van alles zeggen, maar niet dat ze dom zijn. Wanneer een markt verdeeld wordt door bijvoorbeeld vijf grote concurrenten, dan zal het niet lang duren tot het doordringt dat je de monopolistische macht beter met zijn vijven kunt delen, dan er helemaal geen gebruik van maken. Als je de handen ineenslaat, en stiekem afspreekt elkaar niet meer te beconcurreren, dan ben je samen een monopolist, en dan heb je ieder een vijfde deel van de monopoliemacht. In plaats van niks.

Dat heet dan een kartel. En dat mag niet van de wet. Het zou de consumenten namelijk geheel uitleveren aan de macht van de corporaties. Je zou het ook openlijk kunnen doen en officieel samengegaan, fuseren dus, tot je monopolist bent. En dat mag (on dezelfde reden) ook niet van de wet.

Die wet wordt gemaakt door overheden. Overheden die volgens de libertarische gedachte niet mogen bestaan. Als die overheid en dus die wet niet bestaat, is de weg naar het monopolie (al of niet in kartelvorm) vrij. In dat geval is de macht dus van de overheid in zijn geheel overgegaan naar de corporatie(s). Het effect voor het volk is hetzelfde: het is onvrij.

Zowel corporaties als overheden willen dus macht. Macht over het volk. En overheden en corporaties beconcurreren elkaar daar ook in. De overheid krijgt macht van het volk toegewezen om dat volk te beschermen d.m.v. wetgeving. Bijvoorbeeld tegen de macht van corporaties. Corporaties proberen macht naar zich toe te trekken door de vrije markt te propageren (en dus de macht van de wetgever te beperken) en zich op te voeren als brengers van welvaart en economische groei. Maar, ze willen allebei meer macht. En ze beconcurreren elkaar daarom.

Maar ook hier geldt: als de concurrentie wegvalt, dan ontstaat er een monopolie. En één monopolie heeft veel meer macht dan twee elkaar beconcurrerende concurrenten. Een monopolie hoeft immers niet meer te dingen naar de gunst van het volk. Een monopolie heeft de macht over het volk.

Het ligt dus voor de hand dat het ook voor corporaties en overheden aantrekkelijk is om samen te gaan. Om samen een kartel te vormen, en de monopoliemacht die dat oplevert, te delen. En dat is dan ook precies wat er gebeurt.

Als overheden dan bijvoorbeeld de macht om geld te creëren aan private banken gunnen, of aandringen op privatisering van ziektekostenverzekering of energiebedrijven, dan betekent dat niet dat de macht over die activiteiten wordt opgegeven, maar dat er binnen het kartel mee wordt geschoven. In dit geval met de bedoeling dat de overheid niet meer verantwoordelijk kan worden gehouden voor de geleverde kwaliteit en de prijs. Maar de macht blijft gewoon binnen het kartel en daar profiteren beide partijen van.
Als duidelijk wordt dat er sprake is van misbruik van een monopoliepositie, dan kan het volk in opstand komen. En dat wil de monopolist niet, dus het is beter om de schijn op te houden dat er helemaal geen sprake is van een monopolie of een kartel, en dus te doen alsof er wel degelijk sprake is van concurrentie. Het bedrijfsleven zal dan ook nooit toegeven dat het beleid dicteert aan de overheden. En overheden zullen nooit toegeven dat ze een kartel zijn aangegaan met het bedrijfsleven en wetgeving ombuigen in het voordeel van corporaties. Ze zijn stiekeme partners en zullen elkaar de hand boven het hoofd houden.

Het heeft in deze situatie dan ook geen enkele zin om de schuld aan één van beide partijen te geven, en die partij uit te schakelen. Als je binnen dit kartel de corporaties elimineert, dan komt alle monopolistische macht bij de overheid terecht (zoals bij communisme). Als je de overheid elimineert, komt alle monopolistische macht bij de corporaties terecht (zoals bij extreem kapitalisme). Het maakt voor de burgers niets uit. Ze zijn in alle gevallen volledig onderworpen aan die macht en dus volledig onvrij.

Zowel in de linkse als in de libertarisch/kapitalistische gedachte wordt ervan uitgegaan dat er maar twee machtsblokken bestaan, en dat het volk altijd is onderworpen aan de één of de ander, of een mengvorm daarvan. Maar dan wordt voorbijgegaan aan een derde machtsblok. Het blok dat zowel het onderwerp als de leverancier is van alle macht, en dat is het volk. Het is het volk dat, door haar vrijheid in te leveren, de enige voedingsbron is voor welke macht dan ook.

Maar waarom zou het volk als leverancier van alle macht, die macht altijd weg moeten geven? Pas wanneer die macht niet weggegeven wordt, is er sprake van vrijheid. Als het volk zich zodanig zou organiseren dat grote machtsblokken onmogelijk kunnen bestaan, dan hoeft het haar macht niet weg te geven, en dan zal het de vrijheid dus kunnen behouden.

Aangezien centralisering van macht precies hetzelfde is als toename van macht, is decentralisering de enige bescherming tegen grootschalig machtsmisbruik. Dat geldt zowel voor overheidsmacht als voor corporate macht, als voor een kartel van beide.

Dus een sterk gedecentraliseerd en slank bestuur, met daarop een zeer directe controle door de burgers die zeggenschap aan het bestuur verlenen. Het is dan aan die burgers zelf om in de gaten te houden of dat bestuur nog wel werkelijk de belangen van het volk beschermt. En zo niet, dat bestuur te vervangen.

Dat vraagt van die burgers dus het nemen van verantwoordelijkheid voor zichzelf. Dit in tegenstelling tot de huidige situatie waarbij burgers die verantwoordelijkheid vrijwel volledig bij het steeds verder centraliserende bestuur (of het bedrijfsleven) leggen, en klagen als dat bestuur (of die corporatie) die verantwoordelijkheid misbruikt.

Wanneer burgers werkelijk verantwoordelijkheid voor zichzelf nemen, dan hoeven ze hun vrijheid niet in te leveren. Niet aan een libertarische, door het bedrijfsleven gedomineerde wereld, en niet aan een ‘linkse’, door een grote overheid gedomineerde wereld. En al helemaal niet aan het huidige allesoverheersende kartel van die twee.

http://pieterstuurman.blogspot.nl/

Geld als dictatoriaal instrument

Dit artikel is in overleg met Pieter Stuurman overgenomen op visionair. Het origineel is te vinden op:
http://pieterstuurman.blogspot.nl/2009/09/geld-als-dictatoriaal-instrument.html

geldvalHet uitkleden van de AOW, de WW, het verhogen van de ziektekostenpremie, de verkeersboetes, de energiebelasting enzovoort: het stuit op veel onbegrip. De meeste mensen gooien het op een niet te stuiten geldhonger van de overheid. Men heeft het over “roofridders” of “graaiers”. Het lijkt ook allemaal onbegrijpelijk, totdat je beseft wat het doel ervan is.

Het doel is:

Geld te kunnen gebruiken als instrument om een zo groot mogelijke groep dwingend aan te sturen en daarmee het gedrag van de bevolking te dicteren. Bijvoorbeeld iedereen harder en langer laten werken.

Als je dat eenmaal door hebt, zie je ook dat het een lange-termijn plan is. Een traject dat al jaren geleden is ingezet. Om het doel te bereiken moet je een aantal stappen doorlopen:

1- Nivelleren.

Zolang er een groot verschil is in besteedbaar inkomen, zullen financiële maatregelen altijd maar een klein deel van de bevolking treffen. Dat is niet efficiënt. Wanneer je in dat geval de middenklasse dwingend wil aansturen d.m.v. financiële maatregelen, zal de onderklasse niet overleven.

In de jaren 80 en 90 heeft er een verschuiving plaatsgevonden van de onderklasse naar de middenklasse. Bestond er voor die tijd een groot inkomensverschil tussen bijvoorbeeld een metselaar en een universitair geschoolde werknemer, nu is dat verschil veel kleiner. De onderklasse is als het ware opgetild naar de middenklasse. Het gevolg is, dat de hele bevolking (op een kleine elite na) nu beschouwd kan worden als middenklasse. Als dat eenmaal bereikt is en je nu de duimschroeven aandraait, heeft daar vrijwel de hele bevolking last van, zonder dat er een grote groep aan onderdoor gaat (die dan weer moet worden ondersteund en op wie de maatregel dan geen effect heeft). Dit degradeert de gehele voormalige middenklasse tot een onderklasse zonder financiële vrijheid. En dat maakt dus vrijwel de gehele bevolking bestuurbaar d.m.v het instrument geld. En dat is de bedoeling.

2- Verschuiven van variabele kosten naar vaste kosten.

Variabele kosten zijn variabel. Dat wil zeggen dat mensen hierin keuze hebben. En keuze is vrijheid, en dat wil je niet. Wil je mensen d.m.v. geld in een bepaalde richting dwingen, dan moet je die keuze beperken of liever nog, helemaal wegnemen. Vandaar dat het aandeel van ons besteedbaar inkomen dat opgaat aan vaste kosten enorm gestegen is. Hogere belastingen, kunstmatig verhogen van woonlasten, energie, ziektekostenverzekering etc. Om dit mogelijk te maken bij een gegeven inkomensniveau, moeten de variabele kosten eerst dalen. Het aandeel van ons inkomen bijvoorbeeld dat we uitgeven aan voedsel is steeds verder gedaald. Hierdoor werd een stijging van de vaste lasten mogelijk gemaakt. En vaste lasten zijn vaste lasten omdat er niet of nauwelijks op bezuinigd kan worden. En dat is natuurlijk de bedoeling als je mensen wil dwingen.

3- Maak van variabele kosten vaste kosten.

Een paar voorbeelden:

Voedsel.
geldval2Voor voedsel geldt dat de uitgaven hieraan gedeeltelijk bestaan uit vaste, en gedeeltelijk uit variabele kosten. Iedereen moet eten. Maar je zou duur eten kunnen kopen, of goedkoop. Wanneer daarin in de praktijk een grote spreiding bestaat, en je wil mensen bijvoorbeeld harder en langer laten werken d.m.v. een financiële maatregel (bijv. verhogen van de energiebelasting) , dan tref je alleen die mensen die al goedkoop voedsel kopen. De rest gaat simpelweg bezuinigen op voedsel voordat ze zich laten dwingen tot harder en langer werken. Dat is dus niet efficiënt. Dat is de werkelijke reden achter de “prijzenoorlog” in de supermarkten, die tot gevolg heeft gehad dat de variëteit en de kwaliteit van het aangeboden voedsel sterk vermagerd is. Als er simpelweg alleen nog maar goedkoop voedsel in supermarkten (speciaalzaken verdwijnen) verkrijgbaar is, hebben mensen geen keuze. In eerste instantie lijkt dat gunstig voor de consument, totdat je beseft dat de vrijgekomen bestedingsruimte direct wordt ingepalmd door het verhogen van de vaste kosten.

Auto.
In de jaren 60 was autorijden pure luxe. De auto werd gebruikt voor recreatie of familiebezoek. Nu is dat heel anders. Eerst werd de maatschappij rondom de auto ingericht. Het werd in verhouding tot het inkomen steeds goedkoper, en dus voor steeds meer mensen bereikbaar. Wonen en werken werden uit elkaar gehaald. Forenzenwijken en industrieterreinen bijvoorbeeld. Vervolgens werd autorijden zo vervelend mogelijk gemaakt. Een oerwoud aan slecht afgestelde stoplichten, een enorme hoeveelheid verkeersdrempels, onzinnige 30km zones, miljoenen boetes en het sociaal verdacht maken van de “vervuilende automobilist”, zorgen ervoor dat niemand meer autorijdt die het niet echt moet. Zo heb je van een variabele post een vaste kostenpost gemaakt. Door die vaste kosten nu verder op te schroeven, beperk je de bestedingsruimte en krijg je meer dwingende macht over de bevolking met het instrument geld.

Energie.
Het opschroeven van energieprijzen heeft weinig zin als mensen op het verbruik kunnen bezuinigen. Een verhoging van de prijzen zal dan leiden tot een lager verbruik, in plaats van harder en langer werken, wat het eigenlijke doel is. Promoot daarom zoveel mogelijk energiebesparing. Maak “verspilling” asociaal. Als iedereen een Hr-ketel heeft, en dubbel glas, maak dan spaarlampen verplicht, zodat iedereen niet meer dan het absolute minimum aan energie verbruikt. Pas als er niet meer bezuinigd kan worden, heeft het opvoeren van de energiekosten het beoogde effect.

Money Trap_43Het zijn maar een paar voorbeelden, en er zijn er vast nog meer te vinden, maar al deze maatregelen bij elkaar hebben tot gevolg dat het overgrote deel van de bevolking een steeds kleinere keuze heeft in de manier waarop het inkomen besteed wordt. Vrijwel het gehele inkomen gaat op aan vaste kosten. Als dat eenmaal bereikt is (en zover is het bijna), dan kunnen die vaste kosten verder worden opgeschroefd en ontstaat een direct verband tussen een financiële maatregel en het effect daarvan op het gedrag van de bevolking. Mensen hebben immers geen keuze meer en geld is nu een dictatoriaal instrument geworden.

Merk ook op dat deze trend al decennia vrijwel lineair is dus onafhankelijk van het op dat moment “gekozen” kabinet. Het laat nogmaals zien (voor wie het nog niet wist) dat de “democratie” een wassen neus is, en dat onze “volksvertegenwoordigers” van alles vertegenwoordigen, maar zeker niet het volk.

Aanverwante artikelen en informatie:
-) Weblog Pieter Stuurman

Waarheid vs. mijn waarheid

Dit bericht is in overleg met Pieter Stuurman overgenomen en hier geplaats. Het origineel is op het blog van Pieter Stuurman te vinden: pieterstuurman.blogspot.nl

Al eerder heb ik een paar stukjes geschreven over waarheid. Dat leidde tot heftige discussies. Toch wil ik nog graag iets zeggen over het begrip waarheid. Het blijkt bij veel mensen voor verwarring te zorgen, en het is in mijn optiek essentieel om het helder te hebben:

Er is een (letterlijk) oneindig groot verschil tussen DE waarheid, en onze waarneming ervan. Het zijn twee verschillende dingen. Toch wordt dit vaak door elkaar gehaald.

Your-truth-and-my-truthDE waarheid is simpelweg een gegeven. Het is Dat-wat-is-zoals-het-is, door sommigen ook wel de Schepping genoemd. Het IS gewoon. Het verandert voortdurend van vorm, en onze aanwezigheid als mensen binnen die Schepping, binnen die waarheid, binnen het geheel van Wat-IS, draagt een klein beetje bij aan dat veranderingsproces. Omdat ook wij een klein deel uitmaken van dat geheel en er dus enige invloed op hebben. Net zoals alles dat deel uitmaakt van dat geheel, invloed heeft op het geheel. Het geheel bestaat immers nergens anders uit, dan uit alles wat er zich in bevindt. Dat-wat-is-zoals-het-is, bestaat uit Alles-dat-IS. Het is de totale verzameling van alles dat bestaat, en dat de eigenschappen heeft die het heeft. Het is het Grote Geheel, de totale kosmos met alles wat zich erin bevindt en dat IS zoals het IS: DE waarheid.

Wij mensen zijn gezegend met bewustzijn. Dat bewustzijn maakt het voor ons mogelijk om die Schepping, dat oneindige Grote Geheel, DE waarheid, waar te nemen, en er een beeld van te vormen. We observeren, en interpreteren. Op basis van een mix van observatie en interpretatie vormen we een persoonlijk beeld, en vanuit dat persoonlijke beeld (ons persoonlijk beeld van waarheid), handelen we. Daarbij is onze focus met name gericht op onze directe omgeving. Onze eigen planeet bijvoorbeeld. Maar hoe dichterbij iets is, hoe meer aandacht we ervoor hebben.

Ons beeld, en dus onze beleving van Wat-IS, van DE waarheid, is altijd onvolledig. Wat-IS is oneindig, en wij niet. We kunnen daarom onmogelijk ALLES observeren, en maken daarom persoonlijke keuzes. We kiezen aan welk deel, of aan welke delen van Wat-IS we aandacht besteden, en door het besteden van die aandacht, leren we dat deel kennen en gaan we het beleven.

Hierdoor is het onvermijdelijk dat er een verschil (een gat) ontstaat tussen DE waarheid zoals die IS, en ons beeld ervan. Dat verschil bestaat uit twee dingen:

Afhankelijk van je eigen standpunt kan "de waarheid" er zeer verschillend uitzien en nog steeds slechts een niet complete interpretatie zijn.
Afhankelijk van je eigen standpunt kan “de waarheid” er zeer verschillend uitzien en nog steeds slechts een niet complete interpretatie zijn.

1- Onvolledigheid. Dat is onvermijdelijk vanwege onze eindigheid en nietigheid ten opzichte van het oneindige geheel. We zijn hier te kort, en we zijn te klein om de gehele waarheid te kunnen observeren. Wij observeren vanuit ons persoonlijke perspectief en ieder ander perspectief geeft een ander beeld. Desalniettemin geeft ieder perspectief een beeld van een stukje van DE waarheid. Al jouw (of mijn) stukjes observatie bij elkaar, vormen jouw (of mijn) persoonlijke en beperkte beeldvan De waarheid; onze persoonlijke selectie van waarnemingen van De waarheid: jouw/mijn waarheid.

2- Misinterpretatie. Ons brein is niet alleen in staat om te observeren, maar ook om te interpreteren. En dat opent de mogelijkheid voor vergissingen. Voor misinterpretatie. Zo kunnen we bijvoorbeeld op het verkeerde been gezet worden door anderen. Anderen die ons bewust verkeerde informatie geven (liegen) waardoor onze interpretatie afwijkt van wat-werkelijk-IS. Maar we kunnen ook onszelf voor de gek houden. En dat doen we vaak omdat we graag de waarheid, Wat-werkelijk-IS, zouden willen ombuigen naar wat-we-willen-dat-zou-zijn, in een poging zelf waarheid te fabriceren. Het beeld dat hieruit voortvloeit, is dus niet in overeenstemming met de waarheid. Ik noem dat: jouw/mijn onwaarheid.

Het totaalbeeld is dus een mix van (selectief) waargenomen waarheid, en (al of niet door onszelf) gefabriceerde onwaarheid. Het totaalbeeld, dat voor iedereen dus anders is, bestaat uit zowel waarheid als onwaarheid en de verhouding daartussen ligt bij iedereen anders.

truthHet omvormen van het aandeel onwaarheid naar waarheid, is wat ik het bewustwordingsproces noem. Het bestaat uit het opruimen van vergissingen, van onwaarheid, door het leren kennen van waarheid. Wanneer je de waarheid over iets leert kennen, dan verdwijnt de voormalige onwaarheid vanzelf. Wanneer je bijvoorbeeld altijd gedacht hebt dat een slang een zoogdier was (vergissing), en je wordt je ervan bewust dat het een reptiel is, dan verdwijnt de voormalige vergissing direct op het moment dat je je bewust wordt van de waarheid over slangen. Je bent er dan achter gekomen dat je oude beeld van slangen tot jouw onwaarheid behoorde. Jouw correcte beeld van slangen behoort nu tot jouw waarheid. Je hebt je beeld over slangen overgeheveld vanuit jouw onwaarheid, naar jouw waarheid. Je bent hierover bewust geworden.

Ons beeld bestaat dus onvermijdelijk uit een mix van waarheid en onwaarheid en de verhouding daartussen verschilt van persoon tot persoon. Meestal wordt dat beeld samengevat met de term ‘mijn waarheid’. Ik zou dat liever vervangen door ‘mijn beeld’, omdat dit beeld zowel waarheid als onwaarheid bevat. De term ‘mijn waarheid’ wordt nu door veel mensen misbruikt in pogingen om ook het aandeel onwaarheid in dat beeld, tot waarheid te verheffen. Alsof waarheid een persoonlijk ding zou zijn dat je naar eigen believen kunt samenstellen, omvormen of zelfs fabriceren zodat het jou goed uitkomt. En dat zou ons van iedere verantwoordelijkheid ontslaan: als waarheid zelf te maken is, en als ieders ‘waarheid’ daarom dus WAAR zou zijn, dan zou onwaarheid per definitie niet kunnen bestaan. Dan kun je, als je gewezen wordt op een onwaarheid (vergissing of leugen), gewoon zeggen: ‘Ja maar, het is MIJN waarheid’. Dat zou wel erg gemakkelijk zijn. Maar zo IS het niet.

Wij MAKEN geen waarheid. Waarheid IS. Het enige dat wij in dit verband kunnen MAKEN (fabriceren), is onwaarheid. Waarheid IS gemaakt, die IS op ieder moment zoals die IS. Die maken wij niet, die kunnen we alleen WAARnemen. Ons beeldbestaat dus uit een selectie uit waarheid (die IS gemaakt) en onwaarheid (die wordt door onszelf gemaakt).

Waarheid aanvaarden, is daarmee niets meer dan onderkenning en aanvaarding van de Schepping (Wat-IS, het AL, DE waarheid, het Universum, God, etc.), en onwaarheid niets meer dan afwijzing (al of niet bewust) van die Schepping (Wat-IS, het AL, DE waarheid, het Universum, God, etc.) in de hoogmoedige veronderstelling die zelf te kunnen maken.

Het proces van bewustwording is dus niets meer dan het (stukje bij beetje) onderkennen en aanvaarden van wat-IS, van waarheid dus. En daardoor wordt onwaarheid vanzelf opgeruimd.

Wij mensen handelen op basis van het beeld dat we hebben, en ons handelen creëert onze realiteit (leugens beïnvloeden bijvoorbeeld ons beeld, en daarmee dus ons handelen, en daarmee dus de realiteit; dat is de functie en de bedoeling van leugens). Dus, hoe meer ons beeld uit waarheid bestaat, hoe meer we handelen in overeenstemming met die waarheid, met Wat-IS. En hoe meer onze daaruit voortvloeiende realiteit dus zal harmoniëren met Wat-IS, met het Universum, met DE waarheid, met het Al, met de Schepping, of (zoals sommigen zeggen) met God.

2012-06-29 02.21.09Dat is de enorme kracht van waarheid. Waarheid bevrijdt ons niet alleen van onwaarheid, maar het herstelt uiteindelijk onze beleving van de perfectie van het Al. Het brengt de perfectie van Wat-IS, van het AL, van de Schepping, terug in onze beleving, en daarmee in ons handelen, en daarmee in de inrichting van ons wereldje. Een wereldje dat nu gebukt gaat onder onze vergissing dat wijzelf waarheid zouden kunnen fabriceren, en daarmee op de stoel van de Schepper (wie of wat dat dan ook moge zijn) kunnen gaan zitten. En alle imperfectie en disharmonie die momenteel zo duidelijk waarneembaar is in onze wereld, is daar het logische gevolg van.

Onderkennen en omarmen van waarheid is daarmee niets meer of minder dan onderkennen en omarmen van de perfectie van de Schepping. Het onderkennen en omarmen daarvan laat het ons ook als zodanig beleven, en het beleven van de perfectie van de Schepping (en dus ook van ons leven; ook wij maken daar deel van uit) is de ultieme definitie van gelukkig zijn. En als we gelukkig zijn met ons leven, dan valt er niets te verlangen (er ontbreekt dan immers niets), niets te bevechten, niets te verdedigen, en daarom niets te vrezen. En dat is simpelweg waar.

Aanverwante artikelen en informatie:
-) Weblog Pieter Stuurman
-) Eerdere artikelen van Pieter Stuurman op visionair

-) Diversiteit, de bouwsteen van het leven
-) In het licht van voortbestaan
-) Het begin en einde van goed en kwaad
-) Eigen en sociale identiteit
-) Ego: het strategische zelf
-) Een revolutie in het eigen denken
-) Alan Watts over de aard van bewustzijn
-) De dood, een verkenning
-) Eindeloos Bewustzijn
-) DMT – The Spirit Molecule
-) Geloof is de oorzaak van zowel lijden als identiteit
-) Volg je hoogste passie, met integriteit en zonder verwachtingen

Management strategiën van de elite over het volk

Dit bericht is in overleg met Pieter Stuurman overgenomen en hier geplaats. Het origineel is op het blog van Pieter Stuurman te vinden: pieterstuurman.blogspot.nl

Technologie

Beestachtig rijkJe kunt allerlei verdelingen maken binnen de mensheid. De meeste zijn onzinnig en zijn gebaseerd op illusies. Maar de enige werkelijke verdeling is waarschijnlijk die tussen de elite en rest van de mensheid. Vele eeuwen geleden heeft deze elite zich afgesplitst van de rest van de mensheid en vormt sindsdien (in toenemende mate) een subcultuur, of liever een supracultuur met een geheel eigen denkwijze en geheel eigen overtuigingen die van generatie op generatie doorgegeven worden. Een supracultuur waarbinnen men uitsluitend onderling verkeert en die gebaseerd is op de overtuiging van superioriteit ten opzichte van de rest van de mensheid. De mensheid die als hun bezit beschouwd wordt.
Een verdeling dus die al sinds mensenheugenis bestaat, en die, zoals het er nu uitziet, voorlopig niet zal ophouden te bestaan. Het is waarschijnlijk de enige verdeling die niet gebaseerd is op illusie, maar die in alle tijden, op alle plaatsen en door alle onderdrukten aan den lijve ondervonden werd en wordt.Het is een verdeling die gebaseerd is op een elementair verschil in belang. Twee verschillende belangen die haaks op elkaar staan en onverenigbaar zijn.Het belang van de mensheid is niets anders dan te kunnen leven, en te voorzien in haar behoeften. En het belang van de elite is niets anders dan de rest van de mensheid zoveel mogelijk te exploiteren. Voor haar eigen belang en rijkdom. Om de mensheid zo volledig mogelijk uit te zuigen, zonder ook maar enig mededogen voor die mensheid. Of het nou leidt tot verschrikkingen als oorlog, armoede, verhongering en andere vormen van ellende, of tot massale sterfte: de geschiedenis leert dat het de elite letterlijk niets uitmaakt.Het gaat maar om één ding: opbrengst.In alle tijden heeft de elite altijd een maximalisatie van die opbrengst nagestreefd en in de loop der eeuwen is men daar steeds beter in geworden. Voortschrijdend inzicht, overgedragen van vader op zoon, kun je het noemen. Omdat het maximeren van de opbrengst haaks staat op het belang van de bevolking, heeft men altijd systemen nodig gehad om die bevolking te managen. Uit zichzelf zal de bevolking namelijk de vruchten van haar arbeid niet komen aanbieden aan de minieme minderheid waaruit die elite bestaat.

In de loop der tijd heeft men een groot aantal managementtechnieken uitgeprobeerd. Allemaal hadden ze hetzelfde doel:hoe kunnen we zo efficiënt mogelijk gebruik maken van de arbeid van de bevolking, en hoe kunnen we ervoor zorgen dat die arbeid ten goede komt aan ons, in plaats van aan de bevolking zelf? En, niet te vergeten: hoe voorkomen we dat de bevolking, die in aantallen veel groter en dus sterker is dan wij, in opstand komt?

slaveryDie elite heeft verschillende managementtechnieken uitgeprobeerd. Proefjes gedaan, zeg maar. Vergelijk het met de vroegere melkboer die een trekhond had om zijn melkkar voort te trekken. Die melkboer werd geconfronteerd met de vraag: hoe kan ik die hond zo efficiënt mogelijk laten lopen, zonder dat hij mij bijt? Hij kon er de zweep overheen halen, maar dat kostte hemzelf energie, en bovendien werd de hond vals, of op een moment zodanig murw geslagen dat hij niet meer liep. Vervolgens kwam de melkboer op het idee om de hond een worst voor te houden. Aan een hengel vanaf de kar. En hup, de hond ging lopen. Maar na een tijdje kreeg het beest in de gaten dat hij nooit bij de worst zou komen, en stopte met lopen. Pas toen de melkboer de hond af en toe een stukje worst gaf, bleef de hond lopen. De melkboer moest nu de meest efficiënte verhouding zien te vinden tussen beloning en prestatie. Hoe vaker hij een stukje worst gaf, hoe gemotiveerder de hond, hoe harder hij liep. Maar teveel worst verzadigde de hond, en dan hield hij op met lopen totdat hij weer trek kreeg. Weinig worst was natuurlijk voordeliger, maar hield ook in dat het uitgemergelde beest minder hard liep. En het uitproberen van verschillenden managementtechnieken leidde tot voortschrijdend inzicht, en dat inzicht leidde tot een optimale balans tussen de investering in worst, en de opbrengst van de hond. In alle gevallen echter, bleef de hond de slaaf van de melkboer.

Precies op deze manier heeft de elite steeds verfijndere managementtechnieken op de bevolking losgelaten. En dit alles met hetzelfde doel: een optimale opbrengst, en het beheersbaar houden van onvrede onder de bevolking. Oftewel: rijkdom en macht (controle). Eerst in de vorm van ouderwetse slavernij. De zweep dus. Deze techniek is een langdurig succesnummer gebleken, totdat het voortschrijdend inzicht leidde tot een meer efficiënte techniek.Zoals aan ieder managementsysteem, kleefde er aan ouderwetse slavernij een nadeel: de slaven waren eigendom, moesten dus gekocht worden, en daarom ook onderhouden worden. Anders gingen ze dood en verloor de slavenbezitter zijn investering. Bovendien werkten slaven niet erg efficiënt. Ze werden uitsluitend gedreven door de angst voor de zweep. Toen men dit nadeel begon in te zien, kwam men tot een meer efficiënt systeem: laat de slaven ‘vrij’ en laat ze voor zichzelf zorgen.Om in hun levensonderhoud te voorzien waren de voormalige slaven verplicht om te gaan werken voor hun vroegere slavendrijvers. Elders was geen werk en viel er dus niks te verdienen. En van het geld dat ze verdienden, moesten ze nu hun eigen huisjes bouwen en hun eigen voedsel kopen. De voormalige slavendrijver merkte dat de voormalige slaven nu vanzelf harder gingen werken als hij ze minder betaalde. Ze moesten wel. En de oude slavendrijver was nu minder geld kwijt aan loon, dan hij vroeger kwijt was aan voedsel en onderdak voor zijn slaven. Bovendien was de opbrengst per slaaf nu veel groter dan voorheen, omdat de werknemers nu net zo hard werkten als nodig was om in hun eigen levensonderhoud te kunnen voorzien. Hoe minder hij ze betaalde, hoe harder ze moesten werken. Voortschrijdend inzicht. Managementtechniek.1357954717_corporate wage slaveDeze managementtechniek leidde tot de machtsverhouding werkgever/werknemer en dat resulteerde in de industriële revolutie. Die industriële revolutie leidde tot enorme armoede, honger en andere misstanden onder de bevolking. En tot gigantische rijkdom van de elite. Maar omdat de voormalige slaven iets meer vrijheid hadden dan ze hadden toen ze nog letterlijk slaaf waren, leidde dit tot opstanden en stakingen. Ze hadden dan weliswaar iets meer bewegingsvrijheid dan vroeger, maar ze wisten zelf verdomd goed dat ze niet vrij waren. Ze waren voor hun bestaan volledig overgeleverd aan de elite. Deze onvrede leidde tot risico’s en bovendien kostte het de elite veel energie en investeringen om het volk in bedwang te houden.Dus probeerde men iets nieuws. Net zoals de melkboer met zijn hond, kwam de elite tot een inzicht: als we gewenst gedrag belonen met een groter deel van de worst, dan zal het volk zich zo gedragen als wij willen. En als we het volk laten geloven dat ze de vrijheid hebben om zichzelf te kunnen opwerken, en als we daarvoor extra beloning in het vooruitzicht stellen, dan gaat dat volk vanzelf harder werken. En hoewel het een investering vraagt, zal het uiteindelijk leiden tot een grotere opbrengst. Bovendien kunnen we het verkopen als een humanitaire omwenteling, en daarmee ons imago (want dat was nogal negatief) oppoetsen, en dat leidt weer tot minder problemen. Maar deze nieuwe managementtechniek was wel relatief duur. Om het volk rustig en gemotiveerd te houden, moest een relatief groot gedeelte van de winst geïnvesteerd worden in de bevolking. In de vorm van beloning.

Maar het enige criterium was en bleef het optimaliseren van de opbrengst van de arbeid van het volk. Opbrengst die uiteindelijk ten goede moest komen aan de elite. Net als bij een boer die merkt dat zijn vee meer opbrengt als hij het meer ruimte laat. En dat hij een hogere prijs krijgt voor sociaal acceptabel vlees. Maar het gaat uiteindelijk om de opbrengst. In honderd jaar tijd waren de geketende slaven van weleer, geworden tot ‘scharrelslaven’. Er was een balans gevonden tussen investering en opbrengst.

Maar de elite zou de elite niet zijn als ze hiermee genoegen nam. Ook nu was er sprake van voortschrijdend inzicht. Men kwam tot het inzicht dat mensen altijd zullen streven naar het voldoen aan hun behoeften. Daar is niets aan te doen. Die behoeften zijn niet weg te nemen of te beheersen. Dat inzicht leidde tot een nieuwe managementtechniek. En deze keer was de managementtechniek gebaseerd op technologie.

debtSlavery2Men had al geleerd dat de behoeften van mensen weliswaar niet te veranderen zijn, maar dat het plaatsen van een managementtechniek tussen de mensen en hun behoeften zeer efficiënt werkte. Men had dat geleerd door ervaring met de meest efficiënte managementtechniek aller tijden: geld.Voorheen waren kleine gemeenschappen volledig zelfvoorzienend. Binnen de gemeenschap werd alles geproduceerd dat nodig was. Via ruilen kon vrijwel iedereen aan zijn behoeften voldoen. Door het plaatsen van de technologie geld tussen de mensen en hun behoeften, kreeg de elite veel meer controle over het volk. De behoeften waren weliswaar niet te beheersen, maar de tussenstap geld was wel beheersbaar. En daarmee was het volk prima te sturen.Daarnaast werd binnen de traditionele gemeenschap ook voorzien in niet-materiële behoeften. De behoefte aan menselijk contact en communicatie bijvoorbeeld. Aan familiebanden en banden met vrienden. En door dat directe menselijk contact werd ook voorzien in de behoefte aan informatie en kennis.Gesterkt door haar ervaring met het managementgereedschap geld, besloot de elite dat het zinvol was om op zoveel mogelijk gebieden een technologische tussenstap te plaatsen tussen de mensen en hun behoeften. Een technologische tussenstap die door de elite beheerst zou worden en daarmee een gereedschap zou vormen om de bevolking te sturen, zonder al die dure investeringen in beloning en (relatieve) vrijheid voor het volk. Volk dat als eigendom van de elite beschouwd werd en wordt.Het ontwikkelen van deze technologieën zou men overlaten aan het bedrijfsleven. En daarvoor was kapitaal nodig. Het kwam daarom goed uit dat de elite de volledige beheersing had over de kapitaalmarkt. Zo kon men beslissen over welke nieuwe technologie gefinancierd zou worden en welke niet, en daarmee over welke technologie ontwikkeld zou worden en welke niet. En uiteraard werden uitsluitend die technologieën gefinancierd die zouden leiden tot meer controle over de bevolking.Natuurlijk zouden die nieuwe technologieën omarmd (en betaald) moeten worden door de bevolking. Het volk zou van elke nieuwe technologie het ‘voordeel’ moeten ervaren. En dat was niet moeilijk omdat het steeds ging om technologie die het voldoen aan menselijke behoeften gemakkelijker toegankelijk maakte. Maar het volk had niet in de gaten dat diezelfde technologieën beheerst werden door de elite en dat het volk daarmee de toegang tot het voldoen aan hun behoeften uit handen gaf aan die elite. En dat dit de werkelijke reden was van het beschikbaar komen van die technologieën.

Eén van die technologieën waarin geïnvesteerd werd was de telefoon. Toen de radio, de bioscoop, de televisie, de auto, voedseldistributie via gemotoriseerd verkeer, het internet etc.

debt-slaveryHet was voor mensen niet langer noodzakelijk om in gemeenschappen bij elkaar te wonen om aan hun behoefte aan voedsel, contact en communicatie te voldoen. Of om zelfvoorzienend te zijn. En de maatschappij werd daarnaar ingericht. Wonen en werken werden uit elkaar gehaald: de technologie auto werd er tussen geplaatst.  Sociale contacten en informatievoorziening verliepen steeds meer op afstand: de technologie elektronische communicatie werd ertussen geplaatst. Gebieden en landen werden economische monoculturen: de technologie distributie werd er tussen geplaatst. Enzovoort.

En om in de dagelijkse behoeften te voorzien werd het volk afhankelijk van die technologieën. Distributie en vervoer, televisie, telefoon en internet werden noodzakelijk. Tussen de mensen en vrijwel iedere menselijke behoefte was nu een door de elite beheerste technologie geplaatst.

En nu het plan klaar is, en de hele maatschappij ernaar ingericht is, kan men via de gecontroleerde technologieën de menselijke behoeften gaan rantsoeneren en daarmee gedrag afdwingen. En op die manier kan men de bevolking volledig op afstand besturen.

Door het beheersen van de verkeersstromen kan men vervoer rantsoeneren. Door het beheersen van distributie kan men voedselvoorziening rantsoeneren. Door het beheersen van de mediakanalen kan men informatie rantsoeneren. Door het beheersen van telecommunicatie kan men onderling contact rantsoeneren, of, als dat uitkomt, onmogelijk maken. Door het beheersen van de internetinfrastructuur kan men kennis censureren. Zodra het de elite uitkomt. Zodra de tijd rijp is.

De hele samenleving is gebaseerd op elektronische communicatie en andere technologie. En omdat het volk daarvan afhankelijk geworden is en in fysieke verdeeldheid leeft, kan met één druk op de knop het risico op verbondenheid en opstanden geminimaliseerd worden, en kan met één druk op de knop de toegang tot de basisbehoeften (individueel of collectief) gedirigeerd, geminimaliseerd of uitgesloten worden.

Maar daartoe zal pas besloten worden als het technologisch managementsysteem compleet is. En daaraan wordt gewerkt. Pas wanneer de elektronische dictatuur volledig waterdicht is, kan de knop om. Als iedere slaaf voortdurend en volledig geautomatiseerd kan worden gevolgd, en als ieders gedrag volledig in kaart gebracht is, als de technologische gevangenis geheel voltooid is, kan al die technologie, die door het volk in de loop der tijd omarmd is en waar het niet meer zonder kan, gebruikt worden waarvoor het is bedoeld: totale, risicoloze controle. En pas dan zullen de investeringen worden terugverdiend.

Want dan is er geen enkele noodzaak meer om het volk te laten meedelen in de worst en komt alles ten goede aan de elite. Precies zoals altijd de bedoeling was.

Tijd voor iets werkelijks nieuws

governmentNa de afgelopen twee artikelen met interessante discussies heeft Pieter Stuurman nog een nieuw stuk geschreven ter overdenking en input van wellicht een nieuwe boeiende discussie. Het origineel is wederom op zijn weblog te vinden.

Dat regeringen en bestuurders er een puinhoop van maken wordt voor iedereen steeds duidelijker. Welke “democratisch gekozen” politici het op ieder willekeurig moment ook voor het zeggen hebben, de ene domheid lijkt op de andere gestapeld te worden en de ene na de andere zo betrouwbaar lijkende bestuurder blijkt bij nader inzien een frauderende zakkenvuller, corrupter dan de gemiddelde politieagent in Baribaki.

Geen wonder dat steeds meer mensen gaan nadenken over de vraag: ‘Hoe dan wel?’ Hoe zorg je voor een betrouwbaar en rechtvaardig bestuur? In de loop der tijd is er een keur aan systemen en ideologieën uitgedacht en in veel gevallen ook toegepast. Het socialisme, het communisme, het kapitalisme (en nog een hoop ander -ismes) en zelfs de democratie, zijn allemaal modellen geweest die de bedoeling hadden een werkbare hiërarchische structuur over de samenleving te leggen. Allen hebben gefaald.
Het verwondert me dan ook dat de meest gangbare vraag nog steeds is: ‘Hoe moet de wereld bestuurd worden?’, in plaats van: ‘Moet de wereld wel bestuurd worden?’

Zou het niet eens tijd worden om in te zien dat ieder hiërarchisch model uiteindelijk verzandt in onderdrukking en leed onder de bevolking? We hebben er in ons deel van de wereld nu zo’n 20 eeuwen opzitten die gedomineerd waren door allerlei vormen van bestuur en dus van macht. Kijk de geschiedenisboeken er nog eens op na en zie dat die geschiedenis bepaald wordt door een aaneenschakeling van ellende als gevolg van macht en de strijd om macht.

Er was of oorlog, de strijd om macht die altijd ten koste gaat van de bevolking, of geen oorlog en dat betekende in de meeste gevallen dat de bevolking zwaar te lijden had onder het gezag van despoten en andere heersers.

Ook in deze tijd wordt het nieuws (de geschiedenis van morgen) bepaald door oorlog en machtsstrijd. Misschien wel meer dan ooit en misschien heeft de wereldbevolking ook wel meer dan ooit te lijden onder terreur van de technologische geweldsmachinerie waarover overheden en politiek het monopolie hebben. Kijk bijvoorbeeld even naar de honderden miljoenen doden door overheidsgeweld in de afgelopen honderd jaar.

Welbeschouwd zou het voor de hand liggen dat we daar nu toch onderhand meer dan genoeg van hebben. Dat na twintig eeuwen van chaos en ellende, oorlog en geweld, uitbuiting en armoede, vervolging en genocide, mensen toch een keer tot het inzicht zouden komen dat het geen goed idee is om macht te verlenen aan wie dan ook.

responsibility-wall-1920-1200

Daarom vind ik het verbazingwekkend dat de idiote overtuiging dat mensen “leiders” nodig hebben, nog steeds bestaat. Vrijwel iedereen meent te weten dat een hiërarchische inrichting van de samenleving “nou eenmaal bij mensen hoort”. Dat dit noodzakelijk is. Dat het zonder leiders of heersers één grote chaos zou worden. Dat we zonder overheidsdwang elkaar voortdurend de harses zouden inslaan, massaal bestelen of zouden laten verkommeren.

In mijn optiek is dat een van de allermafste overtuigen die er bestaan. Een overtuiging die niet zomaar bestaat, nee, die zo wijdverbreid en hardnekkig is dat bijna niemand eraan lijkt te twijfelen.

Die overtuiging is gebaseerd op de gedachte dat mensen vanuit zichzelf niet in staat zijn het juiste te doen. Dat mensen alleen dat juiste doen als ze daartoe gedwongen worden door andere mensen. Betere mensen. Mensen die wel weten wat het juiste is en dat aan ons opleggen en van ons afdwingen. Door “leiders”. Anders doen we het niet…

Maar, als onze overheid even niet toekijkt, gaan we elkaar dan werkelijk te lijf? De mensen hier in de straat in ieder geval niet, net zomin als de mensen in de volgende straat. Sterker nog: de mensen in deze straat gaan de mensen in de volgende straat niet eens te lijf. Zelfs niet als onze hoeders even de andere kant opkijken.

Laten we dat achterwege omdat we bang zijn voor de mogelijke straffen? Ik ken werkelijk niemand die zo denkt. Mensen doen dat niet omdat ze dat niet willen doen.

Nou weet ik best dat er ook mensen zijn die niet het beste voorhebben met anderen. Mensen die er geen bezwaar in zien om anderen te benadelen of te beschadigen ten bate van hun eigen belang. Maar hebben we werkelijk een dwingende overheid nodig om ons daartegen te beschermen?

De meeste mensen gaan uit van de gedachte: als het met de anderen goed gaat, gaat het ook goed met mij. Veruit de meeste mensen zijn er helemaal niet op uit om anderen te benadelen.

Maar naar schatting zo’n 3 tot 10% van de mensen is behept met een variërende mate van psychopathie, denkt alleen aan zijn eigen belang en probeert andere mensen te manipuleren, te bestelen of op andere wijze te benadelen ten bate van zichzelf. Dat zijn de superegoïsten die uitsluitend aan zichzelf denken en die het niets kan schelen of dat ten koste van een ander gaat.

ResponsibilityMaar rechtvaardigt dat een surveillancecultuur waarbinnen overheidsgezag ons daartegen zou moeten beschermen? Dat zou betekenen dat die overheid nooit meer de andere kant op kan kijken, iedereen onder controle moet houden, dus ook degenen die helemaal geen kwaad in de zin hebben. Een tendens overigens die momenteel sterk gaande is met alle cameratoezicht, elektronische controle en (binnenkort in dit theater) drones die ons begluren. Maar is dat een goed idee? Ik denk het niet.

Ten eerste omdat het nu toch onderhand duidelijk zou moeten zijn dat lieden met een psychopathische inslag juist onevenredig vaak naar boven drijven in bestuurlijke functies. De geschiedenis (evenals het heden) staat werkelijk bol van despoten, heersers, bestuurders en machthebbers die vooral gekenmerkt worden door niets ontziend egoïsme. Wiens gezag vooral aangewend wordt voor de eigen macht en rijkdom, zonder enig oog voor de ellende en armoede van de bevolking.

Het zijn juist diegenen die het handigst zijn in liegen, bedriegen en manipuleren en er ook geen enkel bezwaar tegen hebben als dat ten koste gaat van wie dan ook (behalve zijzelf), die voor zichzelf de beste en meest invloedrijke posities weten te bemachtigen. Logisch, oefening baart immers kunst.

Voorbeelden te over, en ook wetenschappelijke onderzoeken tonen aan dat er in de bestuurlijke toplagen veel meer superegoïsten en psychopaten te vinden zijn dan gemiddeld onder de bevolking.

Is het dan een goed idee om ons door rücksichtsloze egoïsten te laten beschermen tegen rücksichtsloze egoïsten? Dat lijkt me net zoiets als je huis laten bewaken door het inbrekersgilde of je kinderoppas te rekruteren bij de pedofielenvereniging. Niet slim dus.

Maar wat nog veel belangrijker is: wij kunnen misdadigers veel beter zelf aanspreken op hun ontoelaatbare gedrag. Wanneer er geen gezag zou zijn, dan hadden we geen andere keuze dan deze mensen zelf te corrigeren en dat is veel effectiever. Als er dan iemand in de buurt een ander zou beschadigen, dan zouden we er zelf op afstappen en duidelijk maken dat dit gedrag ontoelaatbaar is. In plaats van naar de politie gaan, zoals nu het gebruik is, en de verantwoordelijkheid over te laten aan anonieme vertegenwoordigers van het gezag, die er eigenlijk buiten staan.

Juist omdat de politie en het gezag er eigenlijk buiten staan is het momenteel nodig om iedereen als potentiële misdadiger te behandelen, zoals in steeds toenemende mate het geval is.

Wanneer er geen wetten en gezag zouden zijn dan zou er voor ons niets anders opzitten dan te doen wat we zelf het juiste vinden. De mensen in de straat zouden degenen die in hun directe omgeving over de schreef gaan, zelf moeten corrigeren, in plaats van naar de politie te stappen en het over te laten aan een anonieme vertegenwoordiger van het gezag.

Ja maar, hoor ik u zeggen, zonder wetten worden onze rechten niet beschermd. Welnu, wetten zijn er helemaal niet om uw rechten te beschermen. Wetten zijn er om privileges te beschermen en dat zijn meestal niet uw privileges. In feite hebben we geen enkel recht toegekend gekregen door wetgeving, al was het maar omdat u over de wetgeving niets te vertellen hebt.

Het is de politiek, die deel uitmaakt van het gezag, die de wetten bepaalt en naar eigen smaak kan aanpassen als ze dat zo uitkomt. Wetten beschermen daarom vooral de posities van de hiërarchisch hooggeplaatsten. De enige situatie waarin die wetten, theoretisch gezien, enige bescherming zouden opleveren, is wanneer politiek, overheid en gezag werkelijk het beste met u voor zouden hebben. Het moge onderhand duidelijk zijn dit in veruit de meeste gevallen niet zo is.

Gezag heeft alleen bestaansrecht als we in de overtuiging verblijven dat we tegen onszelf beschermd moeten worden. Als we ervan overtuigd blijven dat we er zonder gezag een moordende en stelende chaos van zouden maken omdat dit “nou eenmaal in de aard van mensen”  zou liggen. Maar dat spreekt faliekant tegen de gangbare gedachte dat democratie een goed en eerlijk systeem zou zijn en dat democratie zo ongeveer gelijk zou staan aan vrijheid.

Maar wanneer wij mensen, er werkelijk op uit zouden zijn elkaar te bestelen, de kop in te slaan of zwakkeren te laten verkommeren, waarom stemmen we dan niet massaal op partijen die deze dingen voorstaan? Dat doen we niet omdat we dat niet willen.

Democratie heeft werkelijk helemaal niets met vrijheid van doen. Als een slaaf mag kiezen wie zijn slavendrijver is, aan wie hij moet gehoorzamen, is hij dan vrij?

Democratie is een systeem dat de hiërarchie in stand houdt, met instemming van de bevolking. Handig, want dat scheelt een hoop gedoe met het in bedwang houden van die bevolking. Er wordt ons niet gevraagd of we ons zelfbeschikkingrecht willen weggegeven aan een ander (een ‘leider’ die voor ons mag beslissen) maar aan wie we het willen weggeven. En toch gaan we steeds maar weer vrijwillig naar de stembus om ons zelfbeschikkingrecht weg te geven in de veronderstelling dat we “nou eenmaal bestuur nodig hebben”. We gedragen ons als gehoorzame kinderen. Terwijl we toch helemaal geen kinderen zijn.

The-Moment-You-Take-Responsibility1-300x176

En het gezag gedraagt zich als een ouder die nog steeds zeggenschap wil behouden over zijn volwassen kinderen. Die deze volwassen kinderen nog steeds meent te moeten opleggen wat ze moeten doen of laten. Het gaat dan al lang niet meer om het nemen van verantwoordelijkheid (dat kunnen volwassenen prima zelf) , maar om het behoud van de (machts)positie. Het is dan aan die kinderen om zich daarvan los te maken door de bevelen simpelweg te negeren en zelf verantwoordelijkheid te nemen voor hun doen en laten.

Een hiërarchisch ingerichte wereld is al tientallen eeuwen onze realiteit. Maar die realiteit is het gevolg van de overtuigingdat dit een noodzakelijkheid is. Dat het onontkoombaar is. Maar dat die realiteit altijd zo geweest is, wil nog niet zeggen dat het altijd zo moet blijven.

Wat als die overtuigingen nou een vergissing is? Dat die vergissing al zoveel eeuwen bestaat, maakt die vergissing nog niet tot waarheid.

De chaos en het geweld in de wereld zijn juist het gevolg van bestuurlijk macht. Het zijn machthebbers en overheden die oorlogen, moord en doodslag, en systematische diefstal op hun geweten hebben. Allemaal zaken waartegen diezelfde overheden ons zouden beschermen, in onze overtuiging. Diezelfde overtuiging laat ons als gehoorzame soldaten, politieagenten, belastingambtenaren en andere volgzame handlangers, de gruwelijkheden uitvoeren.

Responsibility1Wat als we helemaal geen bestuur, leiding of gezag nodig hebben om het juiste te doen? Wat als we gewoon gingen doen wat we allemaal willen doen: voor onszelf en voor onze dierbaren zorgen? En die dierbaren weer voor hun dierbaren. Dan zorgt iedereen voor iedereen en dan hebben we helemaal niemand meer nodig die ons vertelt wat we moeten doen, met alle gruwelijke uitwassen van dien. Uitwassen die het, getuige de beschreven ellende, ons juist onmogelijk maken om ervoor te zorgen dat het goed gaat met ons en met degenen die ons aan het hart liggen.

Het zal natuurlijk even wennen zijn om zelf te beslissen wat het juiste is om te doen. We zijn zo lang gewend geweest dat anderen, bestuurders, politici en overheden ons dat vertellen. Maar na al die eeuwen ellende zou het nu toch onderhand duidelijk moeten zijn dat dit geen goed idee is. Er zit dan werkelijk niks anders op dan eraan te wennen om voortaan de verantwoordelijkheid voor onszelf te nemen.

Tijd voor iets werkelijk nieuws dus.Aanverwante informatie en artikelen:
-) Weblog Pieter Stuurman
-) Eerdere artikelen van Pieter Stuurman op visionair

Verandering

Naar aanleiding van het laatste artikel van Pieter Stuurman en de daaruit volgende discussie schreef Pieter een vervolgstuk over verandering. Op verzoek en met plezier hier ook het artikel op visionair. Het origineel is op zijn weblog te vinden.

De psychologie van verandering. De stadia die mensen meestal doorlopen bij een verandering.
De psychologie van verandering. De stadia die mensen meestal doorlopen bij een verandering.

 

Oplossingen
In deze tijd hoor ik een steeds sterkere roep om verandering. Om oplossingen. Maar de roep om pasklare oplossingen is welbeschouwd de oorzaak van de problemen.

De wens is dus: anderen moeten oplossingen bieden. En dat is dus precies wat we krijgen: oplossingen geboden door anderen.

Logischerwijze zullen die oplossingen vooral in het belang zijn van degenen die ze aanbieden, en niet zozeer in het belang van degenen die erom geroepen hebben. Het geldsysteem is daar een uitstekend voorbeeld van.

Iedereen doet natuurlijk verschillende dingen, maar de wereld, onze collectieve realiteit, wordt uiteindelijk ingericht door de optelsom van wat alle mensen doen. En wat mensen doen wordt bepaald door wat mensen denken: iedereen heeft een motief om te doen wat hij doet.

Het collectief (de optelsom van alle individuen in de samenleving, en dus van alle motieven van die individuen) krijgt daarom altijd wat hetwerkelijk wil. Die wereld is dus altijd ingericht naar de meest gangbare wensen in het collectief. De ultieme democratie bestaat en heeft altijd bestaan!

Verantwoordelijkheid
Een van de meest gangbare wensen is: de verantwoordelijkheid overlaten aan een ander. Een ander, een ‘leider’ de oplossingen laten brengen. En “gelukkig” werpen er zich altijd wel mensen op die dat graag voor ons doen… We krijgen dus wat we wensen.

change1Laten we er eens vanuit gaan dat we werkelijk verandering willen, bijvoorbeeld een meer rechtvaardige manier om elkaars inspanningen uit te wisselen; rechtvaardiger dan het huidige geldsysteem. Er zijn al prima alternatieven beschikbaar, en anders zijn die vrij eenvoudig te verzinnen.

Verandering is dus niet ingewikkeld, maar het is wel moeilijk. Verandering is moeilijk omdat er een dissonantie bestaat tussen wat mensen zeggen te willen en wat ze werkelijk willenHet rijmt niet met elkaar.

Dissonantie
Die dissonantie is het gevolg van gedachtehiërarchie. Hoe dieper de wens (hoe dichterbij de stam: het uitgangspunt) hoe dominanter en hoe meer bepalend voor het gedrag. De diepste wens (wat mensen werkelijk willen) wordt altijd bewaarheid. Maar die wens is lang niet altijd in overeenstemming met de meer oppervlakkige wensen (wat mensen zeggen te willen). Sterker nog, vaak dissoneren ze daarmee.

Een voorbeeld, van diep naar ondiep:

Diepste wens: ik wil niet verantwoordelijk zijn voor de inrichting van mijn leven en mijn aandeel in het collectief -> ik wil dat iemand anders (een ‘leider’) zegt wat ik moet doen -> als hetgeen ik vervolgens doe verkeerd uitpakt, wil niet ik daarvoor verantwoordelijk gehouden worden, maar die leider -> als het goed uitpakt, dan wil ik daar wel de vruchten van plukken -> ik wil een andere leider want deze pikt die vruchten in -> ik wil vrij zijn

De laatste drie (dikgedrukte) wensen dissoneren dus met de dieper liggende wens om geen verantwoordelijkheid te willen nemen. Ze zijn tegenstrijdig en kunnen niet samen en gelijktijdig vervuld worden.

De enige mogelijke oplossing is dan het harmoniëren van de dissonanties; het in overeenstemming brengen van de wensen. Dat kan op twee manieren: de oppervlakkigere wensen loslaten, of die wensen tot de diepere wens maken.

Het eerste geval, de oppervlakkige wens loslaten, ziet er dan zo uit:

Diepste wens: ik wil niet verantwoordelijk zijn voor de inrichting van mijn leven en mijn aandeel in het collectief -> ik wil dat iemand anders (een ‘leider’) zegt wat ik moet doen -> als hetgeen ik doe verkeerd uitpakt, wil ik daarvoor niet verantwoordelijk gehouden worden, maar die leider -> als het goed uitpakt, is de verdienste voor de leider -> ik aanvaard dat ik onvrij ben want mijn diepste wens wordt vervuld.

Het tweede geval is de oppervlakkige wens (vrij zijn) tot diepste wens gemaakt:

Diepste wens: ik wil vrij zijn -> ik neem verantwoordelijkheid voor mijn eigen beslissingen en voor wat ik doe -> ik bepaal zelf wat ik moet doen -> als het verkeerd uitpakt dan ben ik verantwoordelijk -> als het goed uitpakt, pluk ik de vruchten -> ik ben tevreden want mijn diepste wens wordt vervuld.

In beide gevallen, waar de keuze ook op valt, zijn er geen problemen meer. Maar zolang die keuze niet gemaakt wordt, blijft de dissonantie bestaan en zal er geen oplossing komen omdat er in dat geval geen oplossing mogelijk is.

Omdat de dissonerende gedachtegang op dit moment de meest voorkomende gedachtegang is (mensen willen een leider die het voor ze oplost, maar ook vrij zijn – dat is onmogelijk), krijgen we een inrichting van de wereld die dissonant is. En wereld waarin onoplosbare problemen bestaan: we willen onverenigbare dingen. 

Crisis
De wereld is dus op ieder moment ingericht naar de meest gangbare, meest dominante gedachtegang. Als we die wereld willen veranderen, dan is er maar één mogelijkheid: die gedachtegang veranderen. En daarvoor ontstaat pas een motief als we inzien dat de inrichting van die wereld (en dus ons denken) niet meer voldoet. En dat gebeurt alleen als we tot dat inzicht gedwongen worden, anders is er simpelweg geen aanleiding voor.

Zo’n situatie (een situatie die ons dwingt om onze overtuigingen te herzien) wordt ook wel “crisis” genoemd. De beste definitie van het begrip crisis vind ik deze:

‘Crisis is een situatie waarin oude gedachten en overtuigingen niet meer voldoen’. Ik ben vergeten van wie deze definitie is, maar hij klopt wel prachtig.

Dat de crisis leidt tot het herzien van onze overtuigingen is zeker. Maar welke gaan we ervoor in de plaats nemen? Gaan we dat opnieuw overlaten aan anderen, aan ‘leiders’? Leiders die de oplossingen aandragen? Of kiezen we nu voor de verandering eens voor eigen verantwoordelijkheid en de daarbij behorende vrijheid?

Wat we ook kiezen, de inrichting van onze wereld zal het onvermijdelijk weerspiegelen.

Aanverwante informatie:
-) Weblog Pieter Stuurman

change

 

 

 

De dictatuur van het geld

Een nieuw artikel van de hand van Pieter Stuurman.

—–

european_central_bankOnder invloed van de crisis wordt momenteel het onmogelijke mogelijk. Wanneer ons tien jaar geleden gedicteerd zou zijn: lever je sociale zekerheid in, lever je pensioen in, sta een steeds groter deel van je inkomen af, ga langer werken en krijg daarvoor steeds minder in ruil,dan zouden we collectief NEE geroepen hebben.

Maar nu accepteren we het dat mensen massaal hun werk en dus hun inkomstenbron verliezen, dat hele gezinnen op straat komen, dat ouderen aan hun lot overgelaten worden, en nog veel meer. Omdat geld het enige overgebleven criterium lijkt. Omdat alles daaraan ondergeschikt lijkt, zelfs al hechtten we vroeger grote waarde aan de zorg voor elkaar, aan onbetwiste sociale en maatschappelijke waarden; die waarden verdwijnen als sneeuw voor de zon onder de dictatuur van het geld. En zoals iedereen weet: dictatuur is macht.

Het is de crisis die ons dit allemaal laat accepteren. Die crisis bestaat uit geldgebrek. Geldgebrek laat ons dus zaken accepteren die voorheen onacceptabel waren. En dat is precies de bedoeling van die crisis. De crisis schept het vermogen om mensen dingen te laten doen die ze vanuit zichzelf, zonder crisis, niet zouden willen doen. De crisis is een machtsmiddel. De crisis is daarmee geen crisis maar een machtsgreep.the_puppet_master_by_mini_zilla-d325mdn Macht is het vermogen anderen te laten doen wat jij (de machthebber) wil dat ze doen. En dus ook anderen te laten accepteren wat jij wil dat ze accepteren. Financiële crisis is daarvoor een uiterst effectief instrument. En je kunt dat instrument alleen gebruiken als je de controle hebt over het geld.

Het is de machtselite die deze controle heeft. Daarom is die machtselite de machtselite. De machtselite wordt immers – op ieder moment – gevormd door de groep mensen die de controle over de machtsmiddelen heeft. Degenen die dat niet hebben, vallen simpelweg buiten de machtselite.

De controle over het geld geeft de machtselite een belangrijk (het belangrijkste) deel van haar macht. Geld is daarom een machtsmiddel. Mensen doen niet zomaar wat een machthebber wil, die machthebber moet dat afdwingen. En omdat er maar een paar machthebbers zijn (tegenover miljarden niet-machthebbers) hebben ze daar systemen voor nodig: managementtools. Geld als machtsmiddel is de meest succesvolle managementtechniek ooit.

Maar dat systeem, die techniek, die managementtool, werkt alleen als wij geloven dat we hun geld nodig hebben. Als wij geloven dat we ervan afhankelijk zijn. Alleen dan werkt het middel geld als machtsmiddel.

Maar we hebben geen geld nodig. We hebben dingen nodig: onderdak, voedsel, energie, kleding. Dat is wat we nodig hebben. En al die ding maken wij (de niet-machtselite) zelf. Geen enkel lid van de machtselite heeft zelf ooit iets zinvols geproduceerd. Het enige product van de machtselite is onze afhankelijkheid. Het is hun beroep om ons afhankelijk van ze te maken, want anders hebben ze geen macht, en als ze geen macht hebben zijn ze dus geen machtselite meer. Ons afhankelijk maken is het enige dat ze doen. Het is de enige “bijdrage” die ze aan de wereld leveren.

En onze afhankelijkheid bestaat uit niets meer dan ons geloof dat we alleen beschikking kunnen krijgen over de dingen die we nodig hebben, via het door hen aangeboden en gecontroleerde middel: geld. Ons geloof daarin, ons geloof dat dit de enige manier is om toegang te krijgen tot de dingen die wij (de niet-machtselite) zelf maken, geeft ons de overtuiging afhankelijk te zijn van het door hen aangeboden middel. En dat geeft de elite dus haar macht.

Maar wij hebben de machtselite niet nodig, zij hebben ons nodig. Zij kunnen alleen zijn wat ze willen zijn (machtig) door middel van onze medewerking. En daarom is het voor die machtselite noodzakelijk dat wij blijven geloven dat we geld nodig hebben. Alleen dat geloof maakt geld tot het machtsmiddel dat het is.

Om die reden is het voor de machtselite noodzakelijk om dat geloof te beïnvloeden, of liever nog, te bepalen. Dat hebben ze lang geleden beseft en daarom hebben ze de media opgekocht en onder controle gekregen. Via die media kan men ons dingen laten geloven. Dat is de hele functie van die media.

Een van de belangrijkste dingen die de elite (de werkelijke gebruikers van het middel geld; alleen zij hebben er uiteindelijk baat bij) ons wil laten geloven, is dat leven en samenleven allemaal ongelofelijk ingewikkeld is. Dat is niet zo. Het is alleen het door hen aangeboden systeem dat bewust ingewikkeld gemaakt is.

Leven en samenleven is eenvoudig. Maar het is van doorslaggevend belang voor de elite dat wij dat niet inzien. Ze spiegelen ons via de media voor dat het allemaal heel gecompliceerd is en dat zelfs de “experts” het niet begrijpen, elkaar tegenspreken, zodat wij er niet eens aan beginnen om ernaar te kijken.

En dat betekent dat we het maar al te graag overlaten aan de wijze mannen. De wijze mannen en vrouwen die wij “de regering” noemen. Maar regeringen lossen het niet op. Dat maken we (en met ons alle andere burgers van alle andere landen in Europa en elders) momenteel iedere dag mee. Regeringen lossen het niet op – niet hier en niet in andere landen, niet deze regering en niet de volgende.

En dat is volkomen logisch: die regeringen staan in het krijt bij de geldverschaffers. Alle landen hebben schuld aan de geldleveranciers. En wanneer je rood staat bij de bank, al is het maar een beetje, kun je alleen maar een brood kopen bij de gratie en met de medewerking van die bank. Zegt de bank NEE, dan geen brood.

Omdat overheden altijd rood staan (staatsschuld) en omdat die roodstand altijd groeit (begrotingstekort – al zou het maar 3% zijn) kan geen enkele overheid ook maar een enkele euro uitgeven zonder deze eerst te lenen, en daarvoor heeft die overheid de medewerking en de welwillendheid van die financier nodig.

Overheden en regeringen kunnen zich daarom alleen maar handhaven door naar de pijpen van de geldverschaffers tedansen. Want schuld = afhankelijkheid. Daarom is het onmogelijk dat overheden of regeringen de problemen oplossen. Ze kunnen zich immers alleen bewegen binnen de kaders die gesteld zijn door degenen die de problemen bewust veroorzaken.

Zoals de kaarten nu liggen, hebben de geldverschaffers de wereld in hun zak. Tenminste, zolang wij blijven geloven dat we ze, met hun geldsysteem, nodig hebben.

Maar wij maken de dingen die we nodig hebben niet met geld, maar met uren van ons leven. Met arbeid. Het enige dat we willen, is toegang tot de dingen die we maken (producten, diensten). Daarvoor hebben we een ruilsysteem nodig. Het liefst een eerlijk systeem dat gebaseerd is op rechtvaardige afspraken.

In een eerlijk systeem kan er nooit een fundamenteel tekort aan ruilmiddel zijn. Wel op individueel niveau (als je meer verbruikt dan je bijdraagt) maar collectief gezien niet. Het ruilmiddel gaat over van de ene naar de andere hand, maar collectief gezien is het een gesloten systeem. Er kan (in een eerlijk systeem) er alleen een tekort aan ruilmiddel ontstaan, als dat ruilmiddel niet wordt omgezet in diensten of producten. Wanneer het ruilmiddel uit de roulatie gaat omdat het wordt gereserveerd. Gespaard dus. Als het op de bank blijft staan.

Maar dat is momenteel niet het geval: banken zijn juist “ondergekapitaliseerd” en daarom moeten wij ze “redden” door ze ons geld te geven, zegt men. Teveel op banken vastgezet spaargeld is dus niet de reden van het huidige gebrek aan ruilmiddel.

bankersEr moet dus een andere reden voor het tekort zijn. En die reden is, en kan alleen zijn: omdat de geldverstrekkers, degenen die controle hebben over hoeveelheid geld die ter beschikking staat, dat zo willen.

En ze willen dat omdat ze daarmee onze afhankelijkheid, en daarmee hun macht, vergroten. En meer macht is het logische doel van ieder machtsmiddel, dus ook van het machtsmiddel geld. Maar dat lukt ze alleen als wij daarin meegaan. En wij gaan daarin alleen mee als we denken dat we geen keuze hebben.

Jarenlang hebben ze ons de “voordelen” van het door hun beschikbaar gestelde middel laten ervaren. Natuurlijk, ze konden zoveel geld maken als ze wilden en ons zoveel voordelen gunnen als het ze uitkwam. En de steeds groeiende welvaart heeft ons het aangeboden systeem doen omarmen en dat was precies de bedoeling. Net zolang tot we niet meer anders konden. Tot we afhankelijk waren van het door hun aangeboden systeem, de door hun aangeboden technologie geld. En nu ze de voordelen wegnemen, blijft alleen de afhankelijkheid over. De dictatuur van het geld is wat er overblijft.

Vaak wordt mij gevraagd: ‘Maar hoe dan? Wat moeten we anders doen? Wat is de oplossing?’

Maar die vraag is prematuur. Ondanks alle leuke initiatieven (LETS, alternatief geld etc.) zal er geen verandering plaatsvinden als er niet voldaan is aan de voorwaarden die voor iedere verandering gelden.

Om tot verandering te komen zijn er altijd 3 stappen nodig:

1- Besef van de bestaande situatie. Om tot verandering te komen is het noodzakelijk dat we inzien dat de huidige situatie niet in orde is, en waarom niet. Dat we inzien hoe de situatie waarlijk is en dat die situatie waarlijk niet in orde is.

2- Daaruit ontstaat de wil om de situatie te veranderen. Als aan stap 1 voldaan is, is het onmogelijk om niet iets anders te willen.

3- Dat geeft een onstuitbaar motief om iets te gaan doen om die situatie te verbeteren of aan de bestaande situatie een einde te maken.

Zolang de meeste mensen de werkelijke aard van de huidige situatie nog niet zien, zal er nooit voldoende draagkracht zijn voor verandering. Dan blijven we steken bij stap 1.

3t84vaZolang mensen zich nog niet afvragen: ‘Is het wel een goed idee om ons volledig afhankelijk te laten zijn van een middel dat in handen is van een paar mensen? Is het wel nodig dat we naar de pijpen dansen van de verstrekkers van dat middel? Waarom hebben wij dat middel nodig om toegang te krijgen tot alle dingen die we nodig hebben en die we zelf maken?’ Is de aard van het middel (wat het werkelijk IS) wel rechtvaardig?’, zolang mensen zich dat niet afvragen, zal er niets veranderen en dan blijft het onmogelijk om ons te onttrekken aan de dictatuur van het geld en dus aan de totale horigheid aan de verstrekkers ervan.

Wij hebben hun geldsysteem niet nodig om te kunnen doen wat we willen: het ruilbaar maken van onze arbeid en elkaar zo het leven mogelijk maken. Wij zijn best in staat om daar onderling eerlijke en rechtvaardige afspraken over te maken, hoe die er dan ook precies mogen uitzien.

WIJ hebben hun geldsysteem niet nodig om te doen wat WIJ willen: samen leven. ZIJ hebben het geldsysteem nodig om te kunnen doen wat ZIJ willen: machthebber zijn.

Wijzelf zijn de enigen die ons aan deze onderwerping kunnen onttrekken want wij zijn de enigen die deze dictatuur in stand houden. Het is uitsluitend onze onwetendheid en ons geloof (geloof, waar dan ook in, kan alleen bestaan in onwetendheid) die deze dictatuur in staat stelt een dictatuur te zijn. De dictators zullen uit zichzelf hun positie niet opgeven. Wijzelf hebben de zeggenschap over onszelf, weggegeven aan de dictators. Wijzelf zijn dan ook de enigen die het kunnen terugnemen. Op ieder moment.

Zodra we inzien dat we gefopt zijn, dat het om een wisseltruc ging, dat we hebben zitten slapen toen de dictators er met onze arbeid, onze sociale en maatschappelijke waarden en ons welzijn vandoor gingen door ons een lokaas voor te houden; zodra we inzien dat we zo dom geweest zijn om erin te bijten; zodra we dat inzien, dan begrijpen we dat de schulden waarop die afhankelijkheid gebaseerd is, uit nepschulden bestaan, uit systematische oplichting; zodra we dat begrijpen, dan is er geen andere mogelijkheid meer dan te besluiten dat we die schuld (en daarmee de afhankelijkheid) niet meer erkennen. En dan is het afgelopen met de dictatuur.

Aanverwante artikelen en informatie:
-) Weblog Pieter Stuurman
-) Eerdere artikelen van Pieter Stuurman op visionair
-) Ons Geld Beweging – voor de hervorming van ons economische systeem
-) Hoe eerlijk is ons huidige economische systeem?
-) Bewustzijn over het bankensysteem groeit wereldwijd
-) Hoe 147 bedrijven 40% van de wereldwijde rijkdom onder controle hebben
-) De 300 rijkste mensen bezitten meer dan de 3 miljard armste mensen
-) Wie vormen het private internationale bankenkartel