Video: wonen in een bezemkast

In New York rijzen de prijzen voor huizen totaal de pan uit. Geen wonder. Iets minder dan de bevolking van Nederland, iets meer dan die van België, zit samengeperst op een gebied zo groot als een provincie. Vooral in het zuiden van het eiland Manhattan is het erg. Wat doe je als je geen zin hebt te werken voor de huisbaas? Deze New Yorker heeft de oplossing. Mogelijk ook interessant voor stedelingen die geen zin hebben in een wurghypotheek.

8 gedachten over “Video: wonen in een bezemkast”

  1. eigenlijk begin ik wel tevreden te worden met m’n onderontwikkelde Engels.
    Het spaart me soms een hoop tijd en moeite.
    Volgende keer een Amerikaan welke in een kartonnen doos woont?
    Één keer in de week bij het leger des Heils langs voor een wasbeurt, plassen tegen een boompje, grote boodschap er achter, velen op dees aard over’leven’ zo hoor.
     
    Net een bijdrage zitten leveren aan ondergronds wonen. Lijkt me toch beduidend beter dan in de spouw tussen twee normale huizen in of zo iets.
     
    Ga weer met meerderen in een huis wonen!!, roep ik onze jonge mensen in de stad toe. Stop met de doorgeschoten individualisering.
    Nu prof. dr. emeritus Huugje Priemus riep dat in de jaren ’60 al!

    Ooit begonnen mijn vrouw en ik op een zolderverdieping in de grote wereldstad, onder het schuine dak. We hadden het heerlijk en het kostte bijna niks; 6 gulden in de week. En we zaten hartstikke gelukkig te zijn met onze paar nieuwe meubeltjes en het dure bed dat we van mijn ouders kregen. Het kraakte verschrikkelijk, maar dat verhaal vertel ik hier niet verder, want dat kan zelfs in China terecht komen, is het niet? (maakte het leven wel spannend i.v.m. beneden buren hoor).
     
    Onze dochter van 24 kocht haar huis (na scheiding) kreunend onder de zware rentelast van de hypotheek. Maar ze nam haar broer met vrouw in huis, wat een hoop verlichting gaf. En ze draaien nu heel leuk met elkaar hoor. Gedeelde kosten is halve kosten, toch?
     
    Ik snap ook nog steeds niet dat jonge mensen niet met elkaar een leeg kantoorgebouw kopen om voor bewoning in te richten. Veel van die overbodige kantoren zijn al boekhoudkundig afgeschreven en slooprijp verklaard, terwijl ze soms nog bijna nieuw zijn. Die moet je voor een prikkie kunnen kopen als je niet belazerd wordt. Zelf verbouwen!! Het droge warme gebouw heb je al. Instorten doet het ook niet als je het per ongeluk onbekwaam ombouwt en inricht. (béétje toezicht wel nodig hoor, vind ik) Als je maar met je tengels van de dragende constructie af blijft!
     
    Water, stroom, riolering, van alles is er al binnen het gebouw.
    Gipskartonplaten en houten stijltjes heb je nodig om scheidingswandjes te maken en een hoop steenwol voor de geluidsisolatie.
    Als je het erg mooi wilt maken doe je een multiplexplaat achter de gipskarton. Sterker, kan je lekker in schroeven en isoleert beter.
     
    Weet je waar ik mijn kastdeuren van heb gemaakt in m’n luxe bejaardenkot? Van ordinaire houten vloerplaten, blank gevernist. Staan net zo keurig als m’n badkamerdeur en zo van 300 euro.
     
    Wordt weer vindingrijk! Na de oorlog was er ook niks of onbetaalbaar.
    Sommige ouwe bouwketen van toen, waar jonge mensen mee begonnen, zijn nu tot luxe bungalows uitgegroeid door de jaren heen. Iedere keer een beetje, met de bank als het nakijken hebber.

    Kippenhokken, daar maakten we ook woningen van. Ik heb nooit een bulldozer van de gemeente zien komen om het te slopen hoor. Houdt 2 kippen in huis en zegt dat jij bij die kippen op bezoek bent en niet andersom. Houdt je postadres wel bij je ouders, dat kost niks en voorkomt vragen. Ik woon hier zo ook met meer mensen dan dat er rondlopen.
     
    Op het eind van een werk tijgerde ik altijd nog de kruipruimte van gebouw door om te kijken of die ook ‘christelijk’ opgeleverd werd.  Dat was erg nuttig, maar daar had ik het altijd wel een beetje benauwd van. Laat staan als ik in een bezemkast zou moeten wonen op zo’n enorm wijde wereld!
     
    Nu ga ik nog lekker een stukje door de wijde polder fietsen met mijn lieve vrouw.  groetjes, ben

  2. Ik woon in Volendam in één van de oudste nog in tact zijnde vissershuisjes van 4,5 x 4,5 meter, samen met mijn maatje. Alles wat wij comfortabel vinden is aanwezig. Het is te vergelijken met indianen die in een tipi wonen, alleen gaan wij op jacht bij de lokale middenstand.

    1. Ik ben een keertje in Volendam geweest; heel veel schelpjes en kant, ik heb toen een wit zakdoekje gekocht met een rand van kant. Zoiets is eigenlijk tijdloos. Maar verder, honderdduizend klokjes…

Laat een reactie achter