Jose A y Bonilla maakte onder andere deze foto van de mysterieuze objecten (in de cirkel).

‘Aarde in 1883 op haartje na aan wereldwijd uitsterven ontsnapt’

In 1883 deed de sterrenwacht van Zacatecas in Mexico een raadselachtige waarneming van nevelachtige objecten. Astronoom Hector Manterola en een paar van zijn collega’s denken nu dat José Bonilla als enige ter wereld getuige was van hoe de aarde meer dan honderd jaar geleden door het oog van de naald kroop…

Jose A y Bonilla maakte onder andere deze foto van de mysterieuze objecten (in de cirkel).
Jose Arbol y Bonilla maakte onder andere deze foto van de mysterieuze objecten (in de cirkel).

Insekten of UFO’s?
Op 12 en 13 augustus 1883 deed een astronoom van de kleine sterrenwacht in Zacatecas een opmerkelijke waarneming. José Árbol y Bonilla telde zo’n vierhonderdvijftig objecten, elk omringd door een soort mist, die voor de zonneschijf langs trokken. Bonilla publiceerde zijn waarnemingen in een Frans tijdschrift, l’Astronomie, in 1886. De uitgever van dit tijdschrift stond voor een raadsel en veronderstelde dat het hier ging om vogels, insekten of stof die voor Bonilla’s telescoop langs trokken. Anderen zagen sindsdien Bonilla’s waarnemingen als het eerste bewijs voor het bestaan van UFO’s.

Oktober 2011 komen Hector Manterola van de Nationale Autonome Universiteit of Mexico in Mexico Stad en een aantal collega’s met een verschillende, veel verontrustender interpretatie. Ze denken dat Bonilla fragmenten zag van een komeet die kort geleden in stukken is gebroken. Dit verklaart het ‘mistige’ uiterlijk van de brokstukken en waarom ze zich zo dicht bij elkaar bevonden.

Parallax toont dat de brokstukken zeer dichtbij waren
Kometen breken vaak in stukken, dus dit is weinig nieuws. Pas echt spectaculair is dat niemand anders op de planeet de komeet voor de zon langs heeft zien bewegen, zelfs terwijl de dichtstbijzijnde observatoria maar een paar honderd kilometer van Zacatecas lagen. Dit kan worden verklaard door het parallax-effect. Hoe dichterbij een object, des te groter is het effect dat een kleine verschuiving in de afstand op de waargenomen plaats heeft. Een bekende techniek van astronomen om de positie van dichtbij de aarde staande sterren waar te nemen is hun positie op bijvoorbeeld januari en juli exact te meten. Er vindt dan een kleine verschuiving plaats van enkele boogseconden. Hoe groter deze verschuiving, hoe dichterbij de ster staat.

De brokstukken moeten zich dus zeer dicht bij de aarde hebben bevonden, waardoor ze niet voor de zon langs leken te bewegen voor andere waarnemers. De conclusie van Monterola en zijn collega’s: de fragmenten vlogen tussen de zeshonderd en achtduizend kilometer van de aarde langs. Als je bedenkt dat de aarde een diameter van 12 000 km heeft, is dit echt op een haartje na goed gegaan. Het ging hier ook niet om een kleine komeet. Manterola en zijn collega’s schatten dat de komeet ongever zo groot is geweest als die van Halley, 16 x 8 x 8 km, en dat de brokstukken zo’n vijftig tot achthonderd meter in doorsnede waren.

Komeet waargenomen als Pons-Brooks
Er ontbreekt nog één stukje aan de puzzel. Dit moet een behoorlijk spectaculair gezicht zijn geweest. Manterola en zijn collega’s suggereren echter dat we de komeet wel degelijk hebben waargenomen. Het ging om de komeet Pons-Brooks, die datzelfde jaar is waargenomen door Amerikaanse astronomen. Ze wijzen er op dat Bonilla deze objecten gedurende 3,5 uur heeft waargenomen gedurende twee dagen. Dat betekent een gemiddelde van 131 objecten per uur en een totaal van 3275 objecten in de tijd tussen de twee waarnemingsperiodes, met elk fragment minstens zo groot dat het een explosie van het kaliber-Tunguska kon veroorzaken. Als 3275 van dit soort brokstukken de aarde hadden geraakt, was dat vermoedelijk neergekomen op een wereldwijd uitsterven. Als dit klopt, heeft het echt maar een haartje gescheeld of we waren er niet meer geweest.

Bron
Hector Javier Durand Manterola, Maria de la Paz Ramos Lara, Guadalupe Cordero, Interpretation Of The Observations Made In 1883 In Zacatecas (Mexico): A Fragmented Comet That Nearly Hits The Earth, Arxiv.org (2011)

Volgens veel kosmologische theorieën moeten er in het heelal extreem zware, lichtjaren lange lussen zijn: weeffouten in ruimtetijd.

Supergeleidende snaren eindelijk rechtstreeks op te sporen

Volgens sommige kosmologische theorieën zouden ze overal om ons heen moeten zijn: weeffouten in ruimtetijd, die zich manifesteren als een supergeleidende snaar. Drie natuurkundigen hebben nu een manier gevonden om ze op te sporen.

Volgens veel kosmologische theorieën moeten er in het heelal extreem zware, lichtjaren lange lussen zijn: weeffouten in ruimtetijd.
Volgens veel kosmologische theorieën moeten er in het heelal extreem zware, lichtjaren lange lussen zijn: weeffouten in ruimtetijd.

Wat zijn kosmische snaren?
Begin oktober 2011 is een artikel gepubliceerd, waarin de ontdekking van massieve slierten donkere materie tussen sterrenstelsels werd aangekondigd. Nog steeds is het een groot raadsel waar deze donkere materie uit bestaat. Dit terwijl er vier keer zoveel donkere materie is al normale materie. Een meer exotische kandidaat voor donkere materie, althans een deeltje ervan, zijn kosmische snaren: enorme in zichzelf gesloten lussen, die overblijfselen zijn van het inflatietijdperk waarin het heelal – volgens de gevestigde kosmologische theorieën dan – exponentieel uitzette. De snaren zijn extreem dun – minder dan een proton dik. Waarschijnlijk zou de snaar dus door je hand heen kunnen bewegen zonder dat je het merkt. Wel is de dichtheid van deze snaren extreem hoog. Een meter zware kosmische snaar heeft een massa vergelijkbaar met die van de aarde. Met je hand zou het dus door de enorme zwaartekracht alsnog zeer akelig aflopen.

Maar… bestaan ze wel?
Zoals met zoveel dingen op het grensgebied van wetenschap en speculatie is het bestaan van deze snaren nog steeds niet aangetoond of verworpen. Volgens de theorie moet er in het zichtbare heelal minimaal één reuzensnaar voorkomen.

Deze snaren – als ze bestaan – beloven een aantal bizarre eigenschappen te hebben. Zo zouden ze onder bepaalde omstandigheden een tijdmachine mogelijk kunnen maken.Ze vormen een zeer dunne buis waarin een stuk heelal van voor de uitzetting is opgesloten. Kosmische snaren zijn waar te nemen omdat ze het licht om zich heen afbuigen. Rond de snaren raakt ruimtetijd vervormd, waardoor objecten die er in de buurt staan dubbel lijken te zijn [2]. Bewijzen voor hun bestaan ontbreken tot nu toe nog, maar wel zijn er enkele raadselachtige waarnemingen gedaan die volgens astronoom Rudolph Schild het beste zijn te verklaren door aan te nemen dat er een kosmische snaar langs trok[3]. Er is welgeteld één andere manier bekend om vast te stellen of ze bestaan: zwaartekrachtsgolven. Bij elke trilling van een dergelijk extreem massief object komen die vrij, aldus de algemene relativiteitstheorie. Ook zouden kosmische snaren door dit effect snel uit elkaar vallen, want ook zwaartekrachtsgolven bevatten energie. Helaas zijn de extreem dure zwaartekrachtsdetectoren LISA en LIGO nog niet gelanceerd. De oorlog in Irak, die ongeveer honderd maal zoveel kostte, was belangrijker.
Of kosmische snaren weer het zoveelste woeste bedenksel van kosmologen zijn of werkelijk fysische realiteit zijn, is dus nog steeds niet uitgemaakt.

Snaren waarnemen door radiostraling
Een drietal natuurkundigen heeft nu een goedkopere manier bedacht om op snarenjacht te gaan[4]. De snaren zijn namelijk volgens de meeste theorieën supergeleidend en, zoals bekend, als je een geleider snel heen en weer beweegt in een magnetisch veld, ontstaat er stroom. Een wisselende stroom wekt dan weer radiostraling op. Vooral zogeheten cusps, knikpunten, in de snaar, moeten hierdoor een rijke bron van  radiostraling vormen die zonder problemen op aarde te ontvangen is. En radiotelescopen zijn er op aarde te over. De meeste radiostraling wordt volgens het drietal afgegeven in zeer lange golflengtes. Immers, de snaren zijn vele lichtjaren lang. Echter: er komt zo veel energie vrij door de trillingen, dat ook boventonen nog duidelijk waar te nemen zijn en dat er vanaf de aarde geregeld radio-uitbarstingen met een zeer karakteristiek verloop waar te nemen moeten zijn.

Zouden kosmische snaren inderdaad bestaan, dan zijn de toepassingen zeer boeiend. Ze zouden als energiebron gebruikt kunnen worden of misschien zelfs wel als transportmethode. Want een scheur in ruimtetijd biedt een aantal zeer interessante mogelijkheden. Aan de andere kant is het maar gelukkig dat kosmische snaren – als ze al bestaan – uitermate zeldzaam zijn.  Want met de aarde loopt het waarschijnlijk akelig af als er een extreem zware snaar door ons zonnestelsel heen vliegt.

Bronnen
1. Koichi Miyamoto et al., Cosmological effects of decaying cosmic string loops with TeV-scale width, presentatie (2011)
2. Smoot et al., The Search for Cosmic Strings (Poster)
3. String revival, Scientific American (2005)
4. Yi Fu Cai et al., Radio bursts from superconducting strings, ArXiv (2011)

Geldcreatie deel 2

In het eerste deel is besproken hoe geldcreatie werkt. Het werd duidelijk dat banken die hierop het monopolie hebben hier een enorm voordeel van hebben. Maar voor wie is dat nu eigenlijk interessant om te weten?  En wat betekent dit eigenlijk op Nederlands niveau?
De meest duidelijke en brede groep mensen voor wie dit interessant is zijn huizenbezitters met een hypotheek.

Is het recht op geldcreatie wellicht de door velen gedroomde geldboom?

Volgens de cijfers van 2010 van het Centraal Bureau voor de Statistiek zijn er in Nederland bijna 4 miljoen (3.969.883) woningbezitters. Daarbij bedraagt de totale particuliere hypotheekschuld in Nederland rond de 630 miljard euro. Volgens sommigen een wereldrecord. Niet eentje om trots op te zijn overigens want zelfs de IMF waarschuwt de Nederlandse overheid hier inmiddels voor. Als de totale hypotheekschuld wordt verspreid over de woningbezitters dan komt het op  een gemiddelde hypotheekschuld van 157 duizend euro per woningbezitter. Als er wordt uitgegaan dat er gemiddeld 5% rente over deze hypotheekschuld wordt betaald dan levert dat de banken in Nederland jaarlijks een bedrag op van 31,5 miljard euro.  Dit is een kleine 8 duizend euro per huizenbezitter.

In deel 1 werd duidelijk dat banken zelf maar 3% van het bedrag voor een lening hoeven te hebben en de rest er zo uit de lucht bij mogen creëren. Zo wordt duidelijk dat banken binnen een jaar het bedrag wat ze moeten hebben om de lening te mogen geven,  reeds van de woningbezitters terug hebben gekregen in rente-inkomsten. Elk jaar erna verdienen banken geld op de rente die de huiseigenaren betalen aan het hypotheekbedrag wat banken hebben gecreëerd en zelf nooit hebben gehad. Aangezien een hypotheek snel een jaar of 30 loopt is dit een prachtig bedrijfsmodel voor de bankensector.
Om terug te komen bij de beginvraag voor wie het interessant is om het mechanisme van geldcreatie te begrijpen. Er zijn in Nederland dus rond de 4 miljoen mensen die elk jaar 8000 euro aan rentelasten over hun huis betalen aan een bank die het geld hiervoor heeft gecreëerd en zelf nooit in het bezit heeft gehad.

Naast woningeigenaren met hypotheekschuld werkt dit systeem in rode lijn  hetzelfde voor andere type schulden. Studenten met studieschuld bij een bank, mensen met persoonlijke leningen, etc. Kortom, iedereen die schulden heeft zou zich eens goed moeten verdiepen in hoe dit systeem werkt. Om dit systeem zo goed mogelijk duidelijk te maken hieronder twee documentaires die het huidige banksysteem stap voor stap bijlangs gaan. De eerste documentaire Money as Debt heeft Nederlandse ondertiteling:

De tweede documentaire Money as Debt – Promises Unleashed gaat nog dieper en uitgebreider in op hoe het systeem werkt, wat voor afspraken een persoon eigenlijk maakt met een bank als die geld stort en wat voor afspraken een burger met banken maakt als er een lening  wordt aangegaan. Deze is (nog alleen) in het Engels beschikbaar:

Het is eenieder aan te raden die zelf schulden heeft bij een bank of mensen kent die schulden hebben bij een bank om dit artikel naar die mensen door te sturen. Ook in Nederland zijn 15 oktober 2011 protesten uitgebroken. Die protesten zijn tegen  het bankensysteem en de (on)bewust gekochte (corrupte) lagen van accountants, politici, juristen en gedeeltelijk ook de mainstream media die dit systeem beschermen. Het basisprincipe wat achter de huidige scheve welvaartsverdeling ten grondslag licht is het monopolie van banken die in private handen zijn, om geld uit het niets te mogen creëren. De beste manier om daar actie tegen te voeren is door deze kennis te verspreiden zodat mensen begrijpen hoe het in elkaar steekt. Geen geweld, geen vernielingen, liever ook geen boosheid maar begrip bij jezelf en probeer dat begrip bekender te maken onder familie, vrienden en ook de politici, main stream media etc. Alleen als dit systeem goed wordt begrepen in de voordelen en de nadelen is het mogelijk om een beter systeem te bouwen waar iedereen beter mee gediend zal zijn.
Voor mensen die meer willen weten over de toekomst van onze economie bekijk de eerder verschenen artikelen daarover. (deel 1 & deel 2)

Bankiers dreigen zichzelf in de voet te schieten met een loos dreigement.

Banken dreigen met welkom cadeautje aan overheden in de schulden

Charles Dallara, de voorzitter van een internationaal bankensyndicaat, het Institute of International Finance (IIF), wil geen grotere verliezen op hun beleggingen in Griekse staatsleningen accepteren. Als ze dat wel moeten, zullen veel van de beleggers mogelijk ook staatsobligaties van andere landen van de hand doen. Hopelijk voeren deze bluffende filantropen hun dreigement snel uit. Lees hier waarom.

Bankiers dreigen zichzelf in de voet te schieten met een loos dreigement.
Bankiers dreigen zichzelf in de voet te schieten met een loos dreigement.

Bankenkartel dreigt met boycot van staatsobligaties
Het IIF is een bankenkartel dat meer dan 375 banken vertegenwoordigt. Dallara wil dat regeringsleiders zich houden aan eerdere afspraken over een Europese reddingsplan. In juli was overeengekomen dat banken een verlies krijgen te verwerken van 21 procent op hun Griekse bezittingen. Europese ambtenaren willen aan deze afspraken morrelen. Daarbij zouden banken en andere investeerders bereid moeten zijn om 30 tot 50 procent op hun Griekse bezittingen af te schrijven[1].

De volgende feiten liggen voor. Het syndicaat dat de heer Dallara vertegenwoordigt, heeft goed verdiend aan het innen van de extra premie die op Griekse staatsobligaties staat (nu bijna twintig procent extra op eenjarige staatsleningen, vergeleken met de één procent die Nederland en Duitsland betalen). Die premie is er niet voor niets. Financiers die hun vak beheersen,wisten al ruim een jaar of twee (of zelfs nog langer) dat Griekenland op omvallen staat en alleen door fraude in staat was aan de toetredingsvereisten voor de euro te voldoen. Het is met andere woorden een risicopremie. Bankiers en andere beleggers die Griekse aandelen kochten, wisten dat ze hiermee een groot risico namen. Ze gokten er op dat de Franse en Duitse overheden wel de kastanjes voor ze uit het Griekse vuur zouden halen. Geen wonder dat bijvoorbeeld Nederlandse pensioenfondsen als het ABP massaal op tijd hun Griekse staatsobligaties hebben gedumpt.

Het bankenkartel de lusten, de belastingbetaler de lasten
Wat meneer Dallara nu wil, is zijn verliezen externaliseren en de vette winsten die het bankenkartel maakte, internaliseren. Dit op kosten van de belastingbetaler.
Zijn juridische positie is uiterst zwak. Vergeet niet dat er geen juridische verplichting bestaat voor de andere eurolanden om de Grieken te steunen. Er is slechts sprake van een gemeenschappelijke centrale bank die euro’s uitgeeft. Zoals de leider van een afpersersbende betaamt, zoekt Dallara nu zijn toevlucht tot dreigementen: de weigering om staatsschulden van andere eurolanden op te kopen. Laten we kijken wat er zou gebeuren als hij zijn dreigementen uit zou voeren en bijvoorbeeld geen Europese obligaties meer op zou kopen.

Wat gebeurt er als de banken staatsobligaties dumpen?
Als je iets massaal op de markt dumpt, daalt de prijs enorm. Het wordt dan mogelijk om voor een prikje staatsschulden op te kopen. Hiermee snijden de banken zichzelf dus nog veel meer in de vingers. De Europese Centrale Bank zou deze schulden bijvoorbeeld via een proxy kunnen opkopen voor weinig geld, want niemand wil ze verder hebben. Als de ECB zich garant stelt voor landen die wel stevige bezuinigingsmaatregelen nemen en deze vervolgens financieel onder curatele stellen van een EU-Kommissar, denk aan Spanje, Portugal, Ierland en Italië, dalen de rentelasten voor die landen enorm.  De ECB kan vervolgens staatsleningen tegen hoge rente inruilen voor gegarandeerde staatsleningen tegen lage rente. Huiliehuilie voor de banken, een concrete schuldvermindering voor deze landen. De kredietverlening van de ECB aan alle bij de IIF aangesloten banken kan vervolgens gestopt worden. Omdat de overheid ook de beroerdste niet is, kunnen daarna voor een zacht prijsje alle omvallende banken worden opgekocht en een paar jaar later eventueel voor een vette winst weer worden verkocht, hoewel ook een staatsbank van lening niet gek is. Deze keer uiteraard met een wat minder zwakbegaafd management.
Dit scenario vereist echter wel politici met backbone, van het kaliber-Wilders of Marijnissen. Die zijn helaas dungezaaid.

Conclusie: bankenkartel bluft
In feite staat het bankenkartel met de rug tegen de muur. Steeds meer particulieren en bedrijven komen er achter, dat ze banken eigenlijk helemaal niet nodig hebben. Aandelenbeurzen en peer to peer lending vormen een goed alternatief voor banken. In de VS ingeburgerd is betalen met aandelen. Dat zou hier ook meer moeten gebeuren. Zo zou er een Europese staatsspaarbank moeten komen, die alleen elektronisch betaalverkeer verzorgt en de Europese ECB-rente uitkeert op spaarrekeningen. En wettelijk ook niet meer mag dan dat.

Zo simpel dus dat zelfs ambtenaren het niet kunnen verzieken. Zo kan het “mensenrecht”  (volgens de EU[2]) van een bankrekening ook praktisch gestalte krijgen. De overige functies, zoals financiering van startende en uitbreidende bedrijven, kunnen uitstekend door lokale aandelenbeurzen worden vervuld.

Bron
1. Telegraaf/nu.nl, ANP
2. EU: iedereen heeft recht op een bankrekening: ANP via Quotenet

De axolotl jaagt mede op elektrische signalen. Helaas valt zijn woongebied samen met Mexico Stad, een van de allergrootste steden ter wereld.

Voorouder mens had zesde zintuig

De gemeenschappelijke voorouder van de meeste vissen – waaronder zoogdieren als de mens – beschikte over het vermogen elektrische velden waar te nemen. Zou het mogelijk zijn dat de mens nog steeds over dit rudimentaire vermogen beschikt en zou dit zintuig door genetische manipulatie weer tot leven te wekken zijn?

De vis in ons
We zijn allen vissen. Wij mensen hebben meer gemeen met bijvoorbeeld de kwastvinnige coelacanth en  longvis dan deze dieren gemeen hebben met de lamprei, haai of een straalvinnige, zoals de kabeljauw. De recente ontdekking dat de gemeenschappelijke voorouder van de meeste vissen, waaronder hen die zich hebben ontwikkeld tot landdier, over een “zesde zintuig” beschikte, hebben dus ook gevolgen voor ons zelfbeeld

Voorouder kon elektrische velden waarnemen
Naar nu blijkt, was de eerste voorouder van verreweg de meeste gewervelde diersoorten (uitgezonderd kaakloze vissen als lampreien en dergelijke) een dier dat beschikte over het vermogen elektrische velden in zeewater waar te nemen door een lijn van zogeheten elektroreceptoren langs de huid van de zijkanten van het lichaam.

De axolotl jaagt mede op elektrische signalen. Helaas valt zijn woongebied samen met Mexico Stad, een van de allergrootste steden ter wereld.
De axolotl jaagt mede op elektrische signalen. Helaas valt zijn woongebied samen met Mexico Stad, een van de allergrootste steden ter wereld.


Axolotl kan ook velden waarnemen

Dit systeem is nog aanwezig in veel beenvissen. Ook de axolotl, een bedreigde salamandersoort die de pech heeft dat zijn leefgebied samenviel met het compleet volgebouwde meer dat nu Mexico-Stad is, beschikt over exact dit systeem. Uit embryologisch en genetisch onderzoek is nu bekend dat beide systemen zowel in lepelsteuren (straalvinnige vissen) als in de axolotl (immers een afstammeling van kwastvinnige vissen)  op dezelfde wijze functioneren. Ook de genen die hierbij betrokken zijn zijn homoloog (hebben dezelfde oorsprong). Dit wijst op een gemeenschappelijke evolutionaire oorsprong.

In reptielen en de diergroepen die daar uit voorgekomen zijn: de zoogdieren en de vogels, is dit systeem verdwenen, omdat het op het droge zinloos is. Voor de axolotl, die op kleine waterdieren jaagt in modderig water, is dit zintuig juist zeer nuttig.

De lepelsteur Polyodon spathula jaagt nog steeds met waarneming van elektrische signalen.
De lepelsteur Polyodon spathula jaagt nog steeds met waarneming van elektrische signalen.

Voorouder was diepzeehaaiachtige vis
De voorouder van zowel de meeste vissen als gewervelde landdieren (inclusief uiteraard amfibieën, zeereptielen en -zoogdieren) moet, concluderen de onderzoekers, daarom veel weg hebben gehad van een haai: een roofvis die in de diepzee leefde (waar nauwelijks licht is) en door middel van elektrische signalen op prooien joeg. De diepzee is een plaats die weinig last heeft van natuurrampen; diepzeeschepsels zouden de meeste rampen overleven. Zou onze voorouder hier een vernietigende uitsterfgolf hebben overleefd? Op zich een zeer aannemelijk verhaal.

Opmerkelijk genoeg is er een primitief zoogdier, het eierleggende vogelbekdier, dat ook over elektrische waarneming beschikt. Wel werkt dit systeem via de neus en niet via sensoren aan de zijkant van zijn harige lichaam.

Wel kunnen we ons afvragen welke functie dit systeem nu vervult. We weten immers dat de natuur een kei is in dingen hergebruiken. Zouden bepaalde voorgevoelens van bijvoorbeeld aardbevingen bij dieren als olifanten te maken kunnen hebben met het waarnemen van elektrische velden? Dit kan uiteraard ook op een heel andere manier gebeuren.
Zou dit systeem weer in mensen, bijvoorbeeld een toekomstige aquatische mensensoort, kunnen worden gereactiveerd? Stof voor veel toekomstig onderzoek.

Bronnen
Most Vertebrates — Including Humans — Descended from Ancestor With Sixth Sense, ScienceDaily (2011)
Melinda S. Modrell, William E. Bemis, R. Glenn Northcutt, Marcus C. Davis, Clare V.H. Baker, Electrosensory ampullary organs are derived from lateral line placodes in bony fishes. Nature Communications, 2011

In Zwitserland wonen de drie taalgroepen en twee religies vrijwel gescheiden van elkaar.

‘Gettovorming en etnische zuivering voorkomt burgeroorlog’

De geschiedenis is bezaaid met voorbeelden van etnisch en religieus geweld. Bevolkingsgroepen die elkaar het licht in de ogen niet gunnen vanwege cultuurverschillen, proberen dan door middel van geweld hun wil op te leggen aan een andere groep. Een nieuwe studie naar het Zwitserse politieke systeem toont de mogelijke oplossing.

In Zwitserland wonen de drie taalgroepen en twee religies vrijwel gescheiden van elkaar.
In Zwitserland wonen de drie taalgroepen en twee religies vrijwel gescheiden van elkaar.

Waarom is Zwitserland zo vredig?
Zwitserland wordt tegenwoordig gezien als een schoolvoorbeeld van een vreedzaam land. Dat dat wel eens anders had kunnen aflopen, bewijst een onderzoeksteam. In Zwitserland wonen drie etnische groepen (Franstaligen, Duitssprekenden en Italiaans sprekenden, naast een handjevol Rhetoromaans sprekende Graubünders) die katholiek of protestants zijn. Kortom: een recept voor een burgeroorlog a la Joegoslavië. Toch gebeurde dat niet. De reden, volgens het onderzoek: de groepen wonen gescheiden.

De Duitssprekenden zijn de grootste groep en wonen in het noorden, centrum en oosten. De Franstaligen vestigden zich in het westen terwijl Italiaans sprekenden onder meer het zuidelijke kanton Tessin bewonen.

Katholieken wonen in het zuiden en midden terwijl de protestanten in de rest van het land wonen, zie kaartje.

Homogene kantons
In Zwitserland bestaan kantons, te vergelijken met provincies of deelstaten, zij het dat ze veel meer bevoegdheden hebben dan deze. Zo kunnen ze hun eigen inkomstenbelasting vaststellen. Na zorgvuldige studie kwam de groep er achter dat de belangrijkste reden dat de groepen zo goed met elkaar overweg kunnen is, dat ze zo ver van elkaar leven.

Elk kanton bestaat maar uit één soort mensen en bestuurt in feite zichzelf. Daardoor is er erg weinig overlap. Andere gebieden worden gescheiden door meren of bergen. Daardoor komen mensen van verschillende culturen elkaar zelden tegen, behalve in de grote steden waar de wat meer intellectueel begaafden, die minder xenofoob zijn, doorgaans heentrekken, en is het doorgaans pais en vree. Hierop is één uitzondering. In een klein gebiedje ter noorden van Bern brak geweld uit in de zeventiger jaren. Dit probleem werd opgelost door de kantons in het gebied te herindelen.

Kleine kleuters uit elkaar zetten
Het probleem met de studie is dat er weinig rekening wordt gehouden met de geschiedenis van het land, maar misschien is dat wel terecht. Sinds de Duitsers en Polen (of de Duitsers en Tsjechen) na de ethnic cleansing na de tweede wereldoorlog niet meer door elkaar wonen, ergeren ze zich niet meer aan elkaar en gaat het een stuk beter. Het meeste bloedvergieten vond plaats in de etnisch diverse Joegoslavische deelstaat Bosnië-Hercegovina. Slovenië, etnisch vrijwel geheel Sloveens, werd snel onafhankelijk. Kortom: als mensen zich als kleuters gedragen, kan je ze het beste uit elkaar halen.

Hier in Nederland vonden we een betere oplossing. We besloten dat we het helemaal gehad hadden met godsdienst en godsdienstige verschillen, waardoor de eeuwenlange twisten tussen katholieken en protestanten nu iets onzaliger nagedachtenis zijn. Dat zouden meer mensen moeten doen. In het Midden Oosten bijvoorbeeld.

Bron:
Alex Rutherford et al., Good Fences: The Importance of Setting Boundaries for Peaceful Coexistence, arXiv (2011)

Grote vuren vernietigen jonge zaailingen van bomen, die anders de savanne in een oerwoud veranderen.

Regenwoud kan door kleine klimaatverandering al compleet verdwijnen

Uit Wagenings onderzoek blijkt, dat er maar drie stabiele vegetatietoestanden zijn: oerwoud, savanne, met 20% bomen, en boomloze vlakte, met ongeveer vijf procent bomen. Slechts een kleine verandering in regenval is al voldoende om de ene categorie in de andere te veranderen. Zal door minder regenval zo het Amazoneregenwoud totaal verdwijnen?

Grote vuren vernietigen jonge zaailingen van bomen, die anders de savanne in een oerwoud veranderen.
Grote vuren vernietigen jonge zaailingen van bomen, die anders de savanne in een oerwoud veranderen.

Uit het onderzoek[1], gebaseerd op satellietdata van NASA waarbij bossen, savannes en boomloze vlakten werden bestudeerd,  blijkt dat er drie “attractors” in de verdeling tussen bos en vlakte zijn, dat wil zeggen, punten waar alle ecosystemen heen lijken te bewegen. Tussenliggende situaties komen nauwelijks voor. Deze komen ruwweg overeen met die van een oerwoud met tachtig procent of meer bomen, savanne met 20% bomen en de boomloze vlakte. Hiervoor werd gedacht dat deze veranderingen geleidelijk plaatsvinden.

Een weelderig regenwoud bescherrmt zichzelf tegen brand door het klimaat vochtiger te maken. Op kleinere schaal verhinderen de sappige bladeren en loten vuur.
Een weelderig regenwoud beschermt zichzelf tegen brand door het klimaat vochtiger te maken. Op kleinere schaal verhinderen de sappige bladeren en loten vuur.

In een soortgelijk Amerikaans/Zuid Afrikaans onderzoek, ook in Science gepubliceerd[2], vond een groep onderzoekers dat het percentage bomen over het algemeen afhangt van regenval en seizoensveranderingen. In gebieden waar de regenval voor tropische begrippen gemiddeld is (1000-2500 mm per jaar) en seizoensveranderingen mild zijn, bleek echter vuur de belangrijkste factor die bepaalde of bos, savanne of boomloze vlakte domineren. Als meer dan vijfenveertig procent van het land bedekt is met bomen, werkt dit remmend op branden. Onder de veertig procent grijpen branden snel om zich heen en leggen de bossen in de as. Bij de studie werden satellietbeelden geraadpleegd van NASA’s Aqua and Terra satellieten, die vegetatietype en bedekkingsgraad vaststellen d.m.v. MODIS (Moderate Resolution Imaging Spectroradiometer) instrumenten. Beide groepen concentreerden zich vooral op gebieden waar de mens relatief de minste impact heeft gehad, zoals subtropische en tropische delen van Australië, Zuid-Amerika en Afrika.

Al eerder werd vastgesteld dat deze snelle veranderingen op lokale schaal voorkwamen, maar met behulp van dit wereldwijde overzicht is nu gebleken dat dit verschijnsel de regel is. Vuren blijken hier de regelende factor te zijn. Slecht nieuws voor de broeikasaanhangers, die er bij hun berekeningen van uitgingen dat veranderingen geleidelijk plaatsvinden. Zij kunnen dus weer terug naar hun rekenmodel, waarin deze plotselinge omslag opgenomen moet worden.Als bijvoorbeeld blijkt dat door hogere temperaturen hogere neerslagcijfers ontstaan, betekent dit dat er een snelle uitbreiding van de regenwouden komt en dus ook meer opname van kooldioxide.

Ook betekent dit dat landen als Brazilië nu letterlijk met vuur spelen. Het is al langer bekend dat regenwouden zichzelf enigszins in stand houden door hun hoge verdamping, waardoor meer neerslag valt. Als het grootste deel van het Amazone-regenwoud wordt omgekapt, zou wel eens een onomkeerbare kettingreactie op kunnen treden met nogal akelige gevolgen voor het klimaat in Brazilië. Hirota en haar team werken nu aan een overzicht van gebieden die dicht tegen het omslagpunt aan zitten. Hier kan dan uiteraard maar beter gestopt worden met kappen. Of gewassen als oliepalm, caringa of andere boomgewassen worden geplant in plaats van Monsanto-soja. Dat laatste is toch al een uitstekend idee.

Bronnen
1. Marina Hirota,Milena Holmgren,Egbert H. Van Nes,Marten Scheffer, Global Resilience of Tropical Forest and Savanna to Critical Transitions, Science (2011)
2. A. Carla Staver,Sally Archibald,Simon A. Levin,The Global Extent and Determinants of Savanna and Forest as Alternative Biome States, Science (2011)
3. Forest and savanna can switch quickly, Physorg.com (2011)

Percy Schmeiser kweekte zijn eigen zaaizaad. Dat raakte besmet met Monsanto-stuifmeel van de buurman. Dit kostte hem zijn levenswerk.

Publiek domein wordt steeds verder ingeperkt; tijd voor actie

Steeds minder techniek, informatie en ideeën eindigen in het publieke domein. Wat is het publieke domein precies en hoe kunnen we zorgen dat het zo groot mogelijk wordt?

Cadeau aan de mensheid
Een bedenker van een lied, een verhaal of een uitvinding kan zelf profiteren van zijn creatie. De meeste mensen doen dat ook. Begrijpelijk, men moet toch ergens van leven en de schepper van het muziekstuk of de techniek heeft iets waardevols gecreëerd, waar hij of zij wat voor terug wil zien. Toch zijn er enkele auteurs en uitvinders die bij bepaalde ideeën er voor kiezen om ze vrij van auteursrechten of octrooien  vrij te geven. Het bekendste voorbeeld is de internetencyclopedie Wikipedia. Dit kan je zelf doen door aan je werk een Creative Commons licentie te hechten. Dit gebeurt automatisch als je iets voor Wikipedia schrijft.
Afhankelijk van het land, vervallen copyrights voor auteurs vijftig tot zeventig jaar na hun dood of na de publicatiedatum van het werk. Ook deze belanden uiteindelijk in het publieke domein. Multinational Disney verdient nog steeds goed aan de stripfiguren van oprichter Walt. Na een geslaagde kapitaalkrachtige lobby zijn de managers er in geslaagd, deze lucratieve melkkoe nog twintig jaar langer te mogen melken. En passant liften ook platenbazen en andere steunpilaren der maatschappij mee.

Wat is publiek domein?
Publiek domein is letterlijk: alles waarop geen eigendomsrechten gelden. Zo is de lucht die we inademen en de zon die ons beschijnt van iedereen. Ook de taal die we spreken, getallen en de meeste wetenschappelijke kennis is ook onderdeel van het publieke domein. Nauw verwant met publiek domein is het begrip terra nullius. Antarctica, het grootste stuk terra nullius ter wereld, is bijvoorbeeld eigendom van niemand en dus in feite publiek domein.  Al proberen verschillende landen rechten te doen gelden door zuidpoolbases te vestigen.

Percy Schmeiser kweekte zijn eigen zaaizaad. Dat raakte besmet met Monsanto-stuifmeel van de buurman. Dit kostte hem zijn levenswerk.
Percy Schmeiser kweekte zijn eigen zaaizaad. Dat raakte besmet met Monsanto-stuifmeel van de buurman. Dit kostte hem zijn levenswerk.

Publiek domein was vroeger de regel
Vele eeuwen geleden omvatte het publieke domein alle informatie en kennis die er op dat moment bestond. Er bestonden geen regels zoals copyright. Een veelgelezen auteur als de bekende Rotterdammer Desiderius Erasmus heeft geen cent voor zijn boeken ontvangen (al had de man uiteraard welgestelde weldoeners). De eerste moderne copyrightwet, de Britse Statute of Anne, dateert van 1709. Volgens deze wet mocht alleen een drukker die van de auteur toestemming had, zijn boek drukken. Patenten dateren al van enkele eeuwen daarvoor. Vaak wordt 1474 in de republiek Venetië genoemd. In dat jaar trad in de stadstaat een wet in werking, waarbij iemand die een nieuwe techniek of toepassing ontwikkelde, dit publiekelijk moest aankondigen. Hij (vrouwen hadden weinig te zeggen in die tijd) kreeg dan een exclusief alleenrecht voor tien jaar om zijn techniek toe te passen.

Bescherming intellectueel eigendom roept om verzet
Sindsdien is de bescherming van intellectueel eigendom steeds meer doorgeslagen. De kwalijke gevolgen van patenten, vooral softwarepatenten, en de volkomen doorgeslagen copyrightbescherming zijn reeds aan de orde gekomen in eerdere artikelen, zie onder. Ook een zeer bedenkelijke ontwikkeling is de mogelijkheid in de VS om in de natuur voorkomende genen te patenteren. Met andere woorden: als in jouw tuin een kever met een gepatenteerd gen zich voortplant, zou je in principe schuldig zijn aan patentbreuk. De Canadese boer Schmeiser is in een vergelijkbare zaak door gentech-gigant Monsanto voor de rechter gesleept omdat hij zelf zaaizaad voor zijn koolzaad kweekte en stuifmeel van het Monsanto-koolzaad van de buurman zijn lijn infecteerde (en daarmee en passant vijftig jaar werk verwoestte). De conclusie is dus duidelijk: de verstikkende wurggreep van de copyrightmaffia en de patenthaaien moet worden verbroken.

Visionair verzet: politiek is zinloos
Onze politieke macht als visionair denkenden is niet groot. We vormen maar een kleine minderheid van de bevolking en alleen enkelen op sleutelposities krijgen wat voor elkaar. We beschikken echter wel over een doorslaggevend voordeel: ons vermogen buiten de getreden paden te denken en het grote geheel te overzien. Zo weten we wat de verborgen knoppen zijn, waarmee we de situatie naar onze hand kunnen zetten.
Deze knoppen bevinden zich nauwelijks tot niet in de politiek. Deze is op dit moment voor tachtig procent uitbesteed aan de niet onder democratische controle staande Europese technocraten in Brussel.

We zullen dus een buitenparlementaire strategie moeten ontwikkelen om het publieke domein terug te veroveren op de machtige internationale zakenelite en hun gewetenloze handlangers in de politiek. Er zijn meerdere visionaire oplossingen denkbaar. Ik noem er hier een aantal. Hopelijk heeft u, als lezer, nog betere ideeën.

Saboteren van patentering door prior art
Voordat een patent wordt toegekend, moet er sprake zijn van technische nieuwheid en “prior art”. Er mag voor de patentaanvraag geen openbare publicatie van het idee zijn geweest, zelfs niet door de auteur zelf. Truc één is dus zoveel mogelijk ideeën bedenken, het liefst breed geformuleerd, en die op internet zetten. Vooral op softwaregebied is dit hard nodig. Wees voorbereid op vals spel. Er zijn in dit geval echter bondgenoten: andere IT-bedrijven.

Patentsysteem belachelijk maken
Reductio ad absurdum is een bekende retorische techniek. Het is ook een uitstekende manier om een einde te maken aan bepaalde misstanden en kromme wetten. In veel gevallen leidde een schrijnende misstand er toe dat een bepaalde wet verdween. Helaas toont het geval-Schmeiser, dat deze firma’s zo machtig zijn dat een man die overduidelijk in zijn recht staat als Percy Schmeiser, pas voor de Hoge Raad gelijk krijgt. Ook vereist het de aanwezigheid van populistische mensen. U weet wel, van die enge, ongenuanceerde  mensen zoals Jan Marijnissen die zich weinig aantrekken van wollig geneuzel als er een principekwestie speelt.

Massaal overtreden
Als miljarden mensen besluiten massaal intellectueel eigendomswetten te gaan overtreden, is handhaven onmogelijk geworden. Dit is de praktijk bij het downloaden van muziek. De techniek die clubs als Stichting Brein en de Amerikaanse brancheorganisatie RIAA gebruiken is angst aanjagen. In rechtszaken worden zeer hoge bedragen ($ 65 000 per gedownload liedje) geëist, en door corrupte rechters ook toegekend, voor in feite triviale overtredingen. Ook zullen er systemen moeten komen om buiten de radar van de copyrightmaffia of de overheid informatie uit te wisselen. Alternatieven voor internet, dus.

Gratis alternatieven
In combinatie met het saboteren van patenten door prior art, kunnen ook gratis alternatieven voor geoctrooieerde technieken worden ontwikkeld. Je kan in plaats van commerciële muziek, ook publiek domein muziek downloaden en beluisteren. Hiermee leg je het muziekkartel effectief droog. In plaats van mee te betalen aan de totale ondergang van de onafhankelijke voedselvoorziening, kan je ook Monsanto boycotten en via de planten- en zadenbank voor alle Nederlanders aan je tuinzaden komen (en die aan anderen geven). Of sluit je dan aan bij de pioniers van de biohacking beweging, als je meer van labjassen dan organische landbouw houdt.