ALH84001, ooit het centrum van een mediahype rond leven op Mars, blijkt toch nog de nodige verrassingen op te leveren.

Rechtstreeks bewijs: Mars was ooit warm en nat

In een meteoriet van Mars zijn carbonaten aangetroffen, die zich normaal gesproken alleen in ‘aardse’ omstandigheden vormen. Onderzoekers zijn er nu in geslaagd aan te tonen dat het carbonaat in de meteoriet gevormd is bij een temperatuur van 18 graden. In ieder geval op één plaats op Mars was het dus warm en vochtig genoeg voor leven.

ALH84001, ooit het centrum van een mediahype rond leven op Mars, blijkt toch nog de nodige verrassingen op te leveren.
ALH84001, ooit het centrum van een mediahype rond leven op Mars, blijkt toch nog de nodige verrassingen op te leveren.

Deze keer geen vals alarm
De meteoriet ALH84001, met een ouderdom van vier miljard jaar, was afkomstig van het oppervlak van Mars. De onderzoekers stelden met een combinatie van twee technieken – isotopenanalyse en deze interpreteren met de bekende eigenschappen van carbonaten – vast dat de carbonaten gevormd zijn bij een temperatuur van 18 plus om min vier graden. Achttien graden is in veel opzichten een ideale temperatuur voor leven om zich te ontwikkelen. Ook weten we nu dat dit in een vochtige omgeving gebeurde.

Uit overblijfselen van rivieren en mineraalafzettingen op Mars was al bekend dat de planeet een vochtiger verleden kende. Mars heeft nu een gemiddelde van -63 graden Celsius, niet echt bevorderlijk voor de ontwikkeling van leven – of voor het voorkomen van vloeibaar water om de erosievormen te creëren. Hard bewijs voor vloeibaar water ontbrak echter: tot nu.
Natuurlijk is dit slechts één waarneming, maar in ieder geval op één plaats op Mars waren de omstandigheden (zuurstof uitgezonderd)  comfortabel genoeg voor de meeste aardse levensvormen om het uit te houden.

Voor hun analyse gebruikten de onderzoekers een van de oudste objecten op aarde: ALH84001, een Marsmeteoriet, in 1984 ontdekt in de Allen Hills van Antarctica. Hier komen veel meteorieten aan de oppervlakte omdat de gletsjer waar ze in waren opgeslagen, langzaam verdampt, waarbij de meteorieten die in de loop van miljoenen jaren in het gebied zijn ingeslagen, tevoorschijn komen.  Vermoedelijk komt het gesteente van de meteoriet van tientallen meters onder het oppervlak van Mars en werd de hemelruimte ingeslingerd toen een ruimterots insloeg op Mars en een groot aantal fragmenten, waaronder ALH84001, wegslingerde.

ALH84001 haalde al eerder het nieuws toen andere onderzoekers veronderstelden dat er sporen van leven in voorkwamen. Dit bleek loos alarm: de carbonaatrijke bolletjes waren, volgens nader onderzoek, geen bacterieresten. Al verschillen daar de meningen over.

Clumped-isotope thermometry al eerder gebruikt om temperatuur dino’s te meten
De temperatuurmeting werd uitgevoerd met clumped-isotope thermometrie. Hoe lager de temperatuur, hoe groter de kans dat bijvoorbeeld (zoals in dit geval) twee zeldzame zware isotopen, zuurstof-18 en koolstof-13, bij elkaar gaan clusteren. Bij hoge temperaturen zijn de bewegingssnelheden van moleculen, dus de menging veel groter, waardoor de isotopen minder geconcentreerd voorkomen. Bij lagere temperaturen is dit massaverschil veel belangrijker. Zo is te berekenen hoe hoog de temperatuur was. Deze methode is al eerder met succes gebruikt om vast te stellen hoe hoog de lichaamstemperatuur van dino’s was en de klimaatgeschiedenis van de aarde is bepaald.

De gemeten temperatuur van achttien plus of min vier graden sluit de meeste verklaringen uit. Die vereisen zeer lage temperaturen of juist temperaturen van vele honderden graden. Het is uiteraard de vraag of deze omstandigheden heel veel voorkwamen op Mars en ook gedurende een lange periode, maar toch toont het aan dat ooit op Mars veel mildere en vochtiger omstandigheden dan nu heersten.

Bronnen:
Wet and Mild: Researchers Take the Temperature of Mars’ Past, ScienceDaily (2011)
I. Halevy, W. W. Fischer, J. M. Eiler. Carbonates in the Martian meteorite Allan Hills 84001 formed at 18 ± 4  C in a near-surface aqueous environment. Proceedings of the National Academy of Sciences, 2011

Xenacoelomorfen

Xenacoelomorfen: gedegenereerde verre verwant mens

Twee groepen simpele zeewormen zijn verwant aan complexe soorten zoals gewervelden (zoals de mens) en zeesterren, aldus nieuw onderzoek. Hiervoor werd gedacht dat deze Xenacoelomorfen een evolutionaire link vormden tussen simpele dieren als kwallen en de rest van het dierenrijk.

xenacoelomorfen
Neochildia fusca is een voorbeeld van de xenacoelomorfen, primitieve wormen die dicht bij de gewervelden staan.

Erg ingewikkeld zitten Xenoturbella en Acoelomorpha niet in elkaar. Zo ontbreekt een zenuwstelsel of ingewand. Als gevolg daarvan vormden ze een bron voor veel discussie onder zoölogen. Acoelomorfen werden in de negentiger jaren geclassificeerd als  een missing link tussen simpele dieren zoals sponzen en kwallen en de rest van het dierenrijk, zoals de mens, de octopus en insekten. Dit blijkt een misvatting te zijn. Beide groepen stammen af van dezelfde voorouder waarvan ook ingewikkelder dieren afstammden. Dit betekent dat de wormen als het ware zijn gedegenereerd.

Wat zijn xenacoelomorfen?

Xenoturbella-wormen werden verzameld van de bodem van een Zweedse fjord waar het dier leeft van schelpdieren. De acoelomorfen zijn veelzijdiger – er is zelfs een soort, Meara stichopi, die in de keel van een zeekomkommer leeft.  Genetici vergeleken honderden genen van zowel Xenoturbella als Acoelomorpha met soortgelijke genen in een groot aantal diersoorten om zo hun evolutionaire verwantschap te bestuderen.

Het resultaat: er blijkt een compleet nieuw, tot nu toe onbekend, fylum te bestaan. Een fylum is een zeer grote groep: zo vormen alle gewervelden, van vis tot olifant, één fylum. Dit fylum staat op dezelfde hoogte als de andere fyla deuterostoma (dieren met twee lichaamsopeningen): gewervelden, stekelhuidigen (o.a. de zeester) en hemichordaten (zoals de eikelworm, een type worm dat zich in de zeebodem ingraaft) en vormt hiermee het vierde fylum: de xenacoelomorfen. De andere drie fyla bestaan uit behoorlijk complexe soorten. Deze wormen zijn dus als het ware gedegenereerd. Evolutie gaat dus niet altijd vooruit. Misschien een goede les voor de mens.

Xenacoelomorfen gedegenereerd

Deze nietige wormen stelden al ruim een decennium biologen voor een pittige uitdaging, dus er is onder hun collega’s blijdschap dat deze puzzel nu is opgelost. Wel zijn evolutionair biologen er niet blij mee dat ze nu hun gevierde missing link tussen de holtedieren en de tweemondigen kwijt zijn. Ze kunnen dus weer doorgaan met zoeken.

Evolutie gaat niet altijd vooruit

Degeneratie komt wel vaker voor. Zo stamt Wolffia arrhiza, het kleinste bloeiende plantje dat alleen bestaat uit een drijvend bolletje, af van een veel complexere plant met wortels, takken en bladeren. Ook bij parasieten komt degeneratie veel voor, variërend van Mycoplasma, een bacteriële parasiet die het kleinst bekende genoom van alle bacteriën heeft, tot diverse ingewandswormen die vaak veel eenvoudiger zijn dan vrijlevende soorten. De xenacoelomorfen zijn hierin dus niet uniek.

Bronnen

Simple Marine Worms Distantly Related to Humans, Science Daily (2011)
Hervé Philippe, Henner Brinkmann, Richard R. Copley, Leonid L. Moroz, Hiroaki Nakano, Albert J. Poustka, Andreas Wallberg, Kevin J. Peterson, Maximilian J. Telford. Acoelomorph flatworms are deuterostomes related to Xenoturbella. Nature, 2011

Exoplaneten gefotografeerd

Ongelofelijk maar waar: van meerdere exoplaneten zijn opnamen bekend. Een overzicht van de eerste beelden van werelden voorbij het zonnestelsel.

Iets dat zichtbaar is op vele lichtjaren afstand moet enorm zijn. Uiteraard gaat het dus om exoplaneten die meer van een gasreus dan de aarde hebben en vaak ver van de bijbehorende ster staan, zodat ze niet overstraald worden. Erg veel op de aarde lijken ze dus niet. Toch is de gedachte boeiend dat we al een blik hebben kunnen werpen op een wereld die om een andere ster draait dan de zon. Klik op de afbeeldingen voor een vergroting.

Brown Dwarf and Child

De heldere vlek is niet een ster, maar een bruine dwerg. Astronomen vragen zich ook af of het rode object wel een bonafide planeet is. Waarschijnlijk is het een ultrazwakke dubbelster, bestaande uit twee mislukte sterren op 172 lichtjaar afstand. Bron: ESO/VLT

 

Far Out Planet

De planeet (het lichtpuntje linksboven) draait om een jonge zonachtige ster met de poëtische naam IRXS J160929.1-210524, op 470 lichtjaar afstand. De planeet is acht keer zo zwaar als Jupiter en staat 330 AE, dat is 330 maal zover van de ster als de aarde van de zon af staat. Dat is acht keer verder dan Pluto. Bestaande modellen voor planeetvorming kunnen niet verklaren hoe zo ver van de ster toch zoveel materie kon samenklonteren. Misschien is de planeet weggeslingerd, het trieste overblijfsel van een kaalgeplukte ster of een ingevangen zwerfplaneet. Opmerkelijk feit: er is waterdamp aangetoond in de atmosfeer van deze verre gasreus, al is de planeet te ver van zijn zon voor aardachtig leven.

Planetary Family

Drie exo-zwaargewichten
De drie puntjes draaien om de (hier afgeschermde) centrale ster. Het drietal super-gasreuzen (5-7 maal de massa van Jupiter) werd ontdekt met de Keck en Gemini North reuzentelescopen op de vulkaan Mauna Kea op Hawaii. De drie planeten staan op een ijzige 25, 40 en 70 AE van de jonge zonachtige ster HR 8799 op 129 lichtjaar afstand. Dat is vergelijkbaar met de asteroïdengordel, Jupiter en Saturnus. Andere telescopen hebben deze waarnemingen bevestigd en de beweging van de exoplaneten in hun baan is sindsdien bevestigd. In de loop der jaren kruipen de planeten voort.

 

Family of Four

Vierde zwaargewicht ontdekt

Onderzoekers ontdekten tot hun verrassing dat bovenstaande drie planeten nog een vierde broertje had van ongeveer zeven maal de massa van Jupiter en ongeveer 14,5 AE. Ondertussen weten we uit hun lichtspectrum dat de werelden rijk zijn aan koolmonoxide (een dodelijk gas) en arm aan methaan. Vermoedelijk ontstonden ze door kometen op te slokken.

Foto:  NRC-HIA, Christian Marois, and the W.M. Keck Observatory

 

A Controversial Case

Exoplaneet of niet?

Op dezelfde dag dat het bestaan van de drie HR 8799 planeten werd bekend gemaakt, onthulden andere onderzoekers de ontdekking van een kleinere planeet, drie maal Jupiter, die door de stofschijf van de ster-in-wording Fomalhaut reist. Fomalhaut is al sinds de oudheid bekend en staat op ongeveer 25 lichtjaar afstand van ons af. Aan het bestaan wordt echter sindsdien getwijfeld, want geen enkele andere telescoop dan Hubble heeft het vlekje waargenomen. De Hubble telescoop kan de waarneming helaas niet overdoen: het instrument in kwestie is nu kapot. De ontdekkers melden nieuwe waarnemingen, maar er is iets vreemds aan de hand. Het object heeft zijn cirkelvormige baan verlaten. Een tijdelijk verschijnsel in de stofschijf, zoals bijvoorbeeld de Grote Rode Vlek, of een ster op de achtergrond? De verongelijkte ontdekkers denken dat hun planeet tijdelijk versluierd was door de stofschijf.

Beeld: NASA, ESA and P. Kalas (University of California, Berkeley, USA

 

Inner Planet

Binnenplaneet

Een andere veel bestudeerde planeet draait om Beta Pictoris: een zonachtige ster op 63 lichtjaar afstand. De planeet is acht maal zwaarder dan Jupiter en draait om de zon op slechts 8 AE, de afstand van Saturnus tot de zon. De planeet lijkt ongebruikelijk groot in doorsnede. Zou hij omringd worden door een ring, zoals Saturnus zelf?

Afbeelding: ESO/VLT

 

Going around
Kosmische stofzuigerOmdat de planeet van Beta Pictoris veel dichter bij zijn ster staat dan de andere planeten, konden astronomen deze exoplaneet op veel plaatsen van zijn omloopbaan waarnemen, o.a. in 2003 en 2009. Onderzoekers veronderstellen een ‘jaar’ van 15 aardse jaren. Heel opvallend is de stofvrije zone rond de planeet. Astronomen denken daarom dat de planeet alle stof en gas in zijn omgeving opgeslokt heeft. Waarschijnlijk hebben in ons zonnestelsel vergelijkbare processen plaatsgevonden.

Afbeelding: ESO/VLT

Zouden we met een enorme telescoop in een maankrater waar eeuwige duisternis heerst, niet nog veel meer exoplaneten kunnen waarnemen? In principe kan het, als de collector mirror van de telescoop maar groot genoeg is en de optische precisie groot genoeg.

Bron:
Wired

Geldcreatie, de kip met gouden eieren voor de bankensector

Een van de meest centrale actoren in het huidige financiële systeem zijn de banken. Banken hebben het unieke recht in onze economie om geld te mogen creëren. Bakkers bakken brood, bouwvakkers bouwen huizen en banken creëren geld, ieder zijn bedrijfsmodel. Hoe werkt dit systeem van geldcreatie precies?

Hoe maken bankiers geld uit het niets?
Het is wellicht het handigst om dit te illustreren met een voorbeeld.
Als er een hypotheek van 200.000 euro wordt afgesloten voor een  huis, dan is het niet nodig dat de bank al dit geld heeft. De bank hoeft slechts 3% tot 10% van dit bedrag in reserve te houden om 200.000 euro te mogen uitlenen. De rest creëert de bank er zelf bij.
Als er wordt uitgegaan van de strengste norm, dan dient de bank 20.000 te houden in eigen reserves om er 180.000 euro bij te mogen creëren uit het niets. (Tegen 6000 euro eigen reserves om er 194.000 euro bij te mogen creëren in het meest soepele geval.)
In de pratktijk heeft een bank 200.000 Euro en leent hier 180.000 op uit. Dit geld komt vervolgens via een ander privepersoon of via een lening van een andere bank terug naar de bank, de bank mag hier dan weer 90% van uitlenen,  162,000 euro dus, dit geld wordt weer bij de bank gestald en de bank mag hier weer 90% van uitlenen, 145,800 etc. Zo kan een bank dus met een beginbedrag van 200.000 uiteindelijk dus een enorm veel groter bedrag op uitlenen omdat het maar een heel klein gedeelte aan reserves hoeft aan te houden en zo dus dezelfde euro 10 tot 33 maal uit mag lenen.  Via deze methode schept de bank dus geld via het mechansime van het verlenen van leningen in de vorm van schulden aan mensen. Als we dit begrijpen is het ook niet zo raar dat een bank vrij snel failliet gaat als meerdere mensen hun geld komen claimen, simpelweg omdat ze je Euro aan heel veel mensen verschillende keren hebben uitgeleend. Het wordt pas echt duidelijk hoe interessant dit unieke bedrijfsmodel is, als men beseft dat de bank wel rente mag heffen over alle uitgeleende bedragen.

In een rekenvoorbeeld kunnen we stellen dat de bank een hypotheek uitgeeft van 200.000 euro tegen een rentepercentage van 5%. De hypotheek wordt over 30 jaar afbetaald door elke maand 1.075 euro af te lossen. Na deze 30 jaar heeft de bank ruim 185.000 euro aan rente binnengekregen over het uitgeleende bedrag. De persoon die de hypotheek afsloot heeft in totaal 200.000 plus 185.000 euro aan rentelasten betaald en heeft in totaal 385.000 euro voor de woning moeten betalen. De persoon heeft bijna twee keer zoveel voor het huis betaald dan de daadwerkelijke prijs. Raar maar waar, de bank heeft over 30 jaar tijd 185.000 euro kunnen verdienen door slechts 6.000 tot 20.000 euro in reserve te houden. Grote kans dat de bank meer aan het huis heeft verdient dan alle bouwmaterialen en arbeid bij elkaar die het heeft gekost om het te bouwen. En de bank kan bij een nieuwe eigenaar van het huis dit spel weer van voren af aan beginnen te spelen. Dit allemaal dankzij het zeer gunstige recht om geld te mogen creëren. Wellicht verklaart dit waarom mensen in het bankwezen over het algemeen prima verdienen en veel banken prachtige hoofdkantoren hebben in de duurste steden.

De banken de lusten, de belastingbetaler de lasten
Wat dit allemaal nog bijzonderder maakt is dat als een bank  onverhoopt toch mocht dreigen failliet te gaan, de kosten hiervan linksom of rechtsom bij de klanten en de belastingbetaler komen te liggen. Als de bank gered wordt door de overheid met belastinggeld dan draaien de belastingbetalers op voor de rekening. Mocht de overheid de bank zoals elk ander bedrijf wel daadwerkelijk failliet laten gaan dan worden de spaarders die geld bij deze bank hebben staan er de dupe van. Mocht de overheid echter garant staan voor het spaargeld dan komt het grootste deel van de rekening alsnog wederom bij de belastingbetaler terecht.

Geldcreatie en rente hierover vragen levert geld op zonder dat er daadwerkelijk iets van waarde in de maatschappij wordt gecreëerd. Geld verdienen is voor sommige sectoren zo wel heel gemakkelijk.

Voor verschillende landen is dit reden genoeg geweest om de banken, zeker wat betreft hypotheken, in handen van de overheid te houden (of weer terug te brengen) zodat de winsten naar de hele gemeenschap gaan. Dit lijkt gemakkelijk te rechtvaardigen aangezien de risico`s uiteindelijk ook altijd bij de gehele gemeenschap komen te liggen als het misgaat. Als je private banken het recht op geldcreatie geeft dan gaan de winsten naar enkele individuele personen terwijl eventuele schulden altijd gesocialiseerd zullen worden. Mensen die meer willen weten over geldcreatie en verschillende mogelijke economische systemen, kunnen terecht bij de eerdere artikelen die op deze site verschenen over de toekomst van onze economie. (deel 1 & deel 2)


Humanoïde robots, bestuurd door een menselijke operator, kunnen ook in zeer gevaarlijke omgevingen werken. Continu, zolang er maar stroom is.

De toekomst van: werk

Na slapen is het onze belangrijkste tijdsbesteding:werken. Wat voor werk zullen we in de toekomst doen? En hoe zullen we het doen?

In een kapitalistische economie is het verrichten van werk noodzakelijk om in leven te blijven. Weliswaar beschikken we in Nederland en België over een riant vangnet, maar de norm is nog steeds dat elke volwassene zelf in zijn of haar onderhoud voorziet.

Werk en waarde
Toch is als je er over nadenkt, werk een merkwaardig fenomeen. Werk is namelijk iets dat je doet om waarde te produceren. Wat waarde heeft is zeer arbitrair. In de economische wetenschap is afgesproken: de consument is de ultieme beoordelaar van waarde. Iedereen die waarde toevoegt, doet dat door de kostprijs te verhogen. In een religieus land vindt men dat een sjamaan of priester waarde toevoegt door een huis te zegenen. In Nederland vinden homeopathie-adepten dat men door een flesje water met nog meer water te verdunnen, een sterker medicijn kweekt en dus veel waarde creëert. Zelfs al zit er geen molecuul werkzame stof meer in het water.Kortom: beauty is in the eye of the beholder. Over slechts één vorm van waarde is iedereen het wel eens: iets dat er voor zorgt dat je meer waarde kan produceren, heeft intrinsieke waarde. Dus een snelle drukpers heeft zowel waarde voor een verstokte mormoon als voor een fervent aanhanger van de Noord-Koreaanse Juche filosofie, want beide kunnen ze er iets mee dat volgens hen de waarde vergroot.

Humanoïde robots, bestuurd door een menselijke operator, kunnen ook in zeer gevaarlijke omgevingen werken. Continu, zolang er maar stroom is.
Humanoïde robots, bestuurd door een menselijke operator, kunnen ook in zeer gevaarlijke omgevingen werken. Continu, zolang er maar stroom is.

We houden vooral elkaar aan het werk
Een groot deel van alle banen komt tot stand omdat mensen belachelijke eisen aan elkaar stellen en elkaar ook voortdurend lastig vallen, bijvoorbeeld door eindeloze juridische procedures. Denk ook aan verkopers, die zowel hun tijd als dat van hun slachtoffer verspillen. Een adviseur of bemiddelaar is dan slimmer. Kortom: al we ons werk wat slimmer zouden organiseren, zouden we veel meer vrije tijd hebben dan nu en meer vakantie kunnen nemen.

Trend 1: automatisering
Naarmate machines steeds beter en slimmer worden, blijft er steeds minder werk over dat door mensen gedaan kan of moet worden. Hierin zijn drie stadia te onderscheiden: het stadium dat een machine überhaupt in staat is het werk van een mens te verrichten, het stadium dat een machine het werk goedkoper kan doen dan een mens en het stadium dat een machine het werk beter kan doen dan een mens, dus zelfs als een mens voor niets zou werken deze een inferieur resultaat zou leveren. Steeds meer werkzaamheden schuiven van niveau nul naar niveau een en verder. Zo presteert een fiets beter dan zelfs een mens die bereid is je voor niets op zijn rug van de ene plaats naar de andere te dragen. of denk aan computers die veel sneller rekenen dan zelfs het grootste rekenwonder ooit kan. Het is een risicoloze voorspelling er van uit te gaan dat deze trend dus zal doorzetten.

Trend 2: telepresence
Er zal steeds meer een scheiding komen tussen de plek waar werknemers zich bevinden en de plek waar het product wordt vervaardigd. Robots die door mensen aangestuurd worden zijn de toekomst in de productie. Robots kunnen in zeer gevaarlijke omgevingen werken en kunnen ook door meerdere mensen in verschillende ploegen of tijdzones bediend worden. Dit kan ook zeer snel. Licht (dus ook elektrische impulsen) reist 300 000 km per seconde, wat betekent dat een teleoperator in bijvoorbeeld Melbourne in vier milliseconden een signaal heen en weer kan sturen naar een robot in een fabriek ergens in Nederland. Zodra er een humanoïde robot wordt gebouwd met minstens even veel kracht als de mens en voldoende verfijnde motoriek, denk aan de Japanse ASIMO maar dan iets beter, dan zal het een kwestie van een paar jaar zijn voor telepresence massaal op zal rukken.

De voordelen zijn enorm. Een voorbeeld: in geïsoleerde dalen in Nepal is er een enorm arbeidspotentieel. het is alleen vanwege de geografie een beroerde plaats voor een fabriek. Hiermee los je dat probleem op. Nederland is een ideale locatie voor fabrieken wegens ons rivierennetwerk en de ligging aan de kust. Het is alleen vervelend voor werkenden hier, maar daar tegenover staat dat productie zo goedkoop wordt dat er veel meer fabrieken komen, dus ook veel meer werkgelegenheid. Ook voor politici zijn tele-operated robocops ideaal om weer een mineralenrijk gebiedje of een oliebron in te kunnen pikken. Geen gezanik met embedded journalisten en klagende oorlogsveteranen, nee, gewoon een real life videogame. Wie weet wordt dit vreemdelingenlegioen wel aangestuurd door Nepalese Gurkha’s, die gewoon in Gorkha of Magarland blijven.

Trend 3: steeds meer mensen worden uitgesloten
Het vereist steeds meer slimheid om mee te kunnen blijven draaien op de arbeidsmarkt. Gelukkig heeft het zogeheten Flynn-effect gelid tot een structurele stijging van het IQ in de afgelopen tientallen jaren, maar de laatste tien jaar treedt er in de ontwikkelde landen een stagnatie op. heel vervelend, want de eisen nemen steeds meer toe. Kan je niet lezen of schrijven, dan ben je kansloos, of je moet de politiek in. MBO-niveau is tegenwoordig het minste en de eisen nemen steeds meer toe. Voor sommige mensen is dit niet meer bij te benen. Mensen die nu op de sociale werkplaats zitten, waren een eeuw geleden gewaardeerde boerenknechten. Er zal dus een sociaal vangnet moeten komen. De alternatieven: eugenetica, hersenoperaties waarbij mentale protheses worden ingeplant en dergelijke zijn nog akeliger. Misschien is het mogelijk met minder ingrijpende technieken mensen slimmer te maken. Wat zijn jullie ideeën?

India slaat terug. Sibal presenteert India's antwoord op de iPad.

India lanceert tabletcomputer voor 25 euro

Na een aantal valse starts komt het er nu toch eindelijk van. De Indiërs ontwikkelden de tablet Aakash om wat te doen aan het enorme tekort aan hoogopgeleiden. Dit voor een bedrag dat voor de meeste Indiërs nog op te brengen is.

India slaat terug. Sibal presenteert India's antwoord op de iPad.
India slaat terug. Sibal presenteert India's antwoord op de iPad.

De Akash (hemel in het Hindi en Sanskriet) is met een kostprijs die maar een fractie is van de iPad, bedoeld voor studenten. De Aakash ondersteunt webbrowsen en skypen met video, werkt drie uur op zijn batterij en heeft twee USB poorten. Critici vragen zich echter af of de tablet inderdaad voldoende prestaties kan leveren. De Indiase overheid hoopt dat dit computertje digitale toegang zal geven aan studenten in kleine stadjes en dorpjes over heel India. India loopt nog steeds sterk achter op concurrerende landen wat betreft internetverbindingen.

Een Indiase studente toont het kleine computertje.
Een Indiase studente toont het kleine computertje.

Bij de lancering van de tablet in Delhi,overhandigde minister Human Resource Development Kapil Sibal 500 Aakash tablets aan studenten die ze zullen testen. De overheid wil honderdduizend tabletten kopen voor vijftig dollar per stuk  en gaat in de komende jaren tien miljoen van deze apparaatjes aan studenten uitreiken.

Het apparaat is ontwikkeld door het Britse bedrijf DataWind in samenwerking met het IIT (Indian Institute of Technology) in de woestijnachtige deelstaat Rajasthan. De Akash zal in India worden geproduceerd, in een fabriek van DataWind in de Zuid-Indiase stad Hyderabad. “Ons doel was, de prijsbarrière voor computers en internettoegang te breken”, aldus DataWind CEO Suneet Singh Tuli. Hij verwacht met de Akash computers en internet eindelijk naar de Indiase massa’s te kunnen brengen.

DataWind brengt ook een commerciële versie van de tablet uit, de UbiSlate. Deze zal einde 2011 in de schappen liggen voor zestig dollar (plm. 45 euro).

Volgens experts zal deze tabletcomputer een groot verschil maken in het onderwijssysteem van het land. Het complete boekenpakket kan bijvoorbeeld als e-book op de harde schijf van de tablet worden gezet. In feite is het ook een pocket-eReader.

Wel zijn er twijfels of de tablet wel snel genoeg zal zijn. Critici wijzen op het kleine werkgeheugen van 250 MB. Ter vergelijking: een pc anno 2011 heeft 8 GB geheugen. Aan de andere kant zit hier ook een positieve kant aan. Als straks bijna een miljard mensen met deze kleine computertjes gaat werken, zal de prikkel erg groot zijn om compacte, efficiënte software te schrijven in plaats van de monsterlijk zware, logge programma’s die nu onze pc’s en laptops teisteren. Al staan Indiërs er om bekend, dol te zijn op bureaucratie en ingewikkelde constructies.

Reken dus op een enorme explosie van Indiase webshops en andere cyber-activiteiten de komende jaren. Zelfs in een krottenwijk kan een Indiase programmeur of webdesigner kleine wonderen verrichten.

Bron
BBC
Technische specificaties Aakash

Een van de beste landen om in te leven: Zweden. Alleen jammer van die lange, koude winter...

Wat is het beste land om in te leven?

Visionair denkenden laten zich zelden beperken door landsgrenzen. Als je niet alleen kijkt naar het inkomen maar ook naar de levenskwaliteit, welk land is dan het beste om in te leven? Enkele verrassende uitkomsten.

Een van de beste landen om in te leven: Zweden. Alleen jammer van die lange, koude winter...
Een van de beste landen om in te leven: Zweden. Alleen jammer van die lange, koude winter...

Vooral in de herfst, als de dagen korter beginnen te worden en gure herfststormen over ons vlakke landschap razen, lokken prettiger oorden. Geen wonder dus dat een groot aantal Noord-Europeanen overwintert in het zonnige zuiden. Maar hoe zou het zijn om je hele leven in een ander land door te brengen?
Enkele goede  kencijfers zijn het gemiddelde inkomen (in een rijk land is het over het algemeen makkelijker om aan werk en een goed leven te komen), maar nog belangrijker is gezondheidszorg en de levensverwachting.

Er is nu een website waarmee je landen op verschillende van dit soort statistieken met elkaar kan vergelijken: ifitweremyhome.com.

Om een dringende vraag te beantwoorden waar we vermoedelijk allemaal mee rondlopen: Nederland scoort over het algemeen iets beter dan onze zuiderburen. De inkomens liggen in Nederland hoger en het energiegebruik lager. En het mooiste van allemaal: we hoeven er hier minder hard voor te werken. Kortom: best wel handig, die gasbel. Daarentegen is de Belgische gezondheidszorg een stuk goedkoper, maar dat tegen een prijs: de levensverwachting in België is twee maanden korter. Toch is er in België minder tweedeling dan hier en gaan er minder kinderen dood.

Ook de vergelijking tussen het grootste kapitalistische land ter wereld, de Verenigde Staten, en communistische aartsrivaal Cuba levert een interessant resultaat. Hoewel Cuba vele malen armer is dan de VS, is de levenskwaliteit in veel opzichten beter. Dat met veel minder geld en energieverbruik.  Alleen die levensverwachting. Die is in Cuba zeven maanden korter dan in de VS. Waarschijnlijk is de oorzaak de Cubaanse rookepidemie, bijna dubbel zoveel Cubanen als Amerikanen roken.

En wat het beste land is om te leven? Probeer Zweden. Tenzij jullie betere landen vinden…

Europa was tijdens de laatste IJstijd alleen in het Middellandse Zeegebied bewoonbaar.

Wordt Nederland bedekt met ijs?

We moeten van Al Gore en andere klimaatalarmisten erg bang zijn voor het antropogene broeikaseffect en zeespiegelstijgingen. Niet leuk voor ons polderlandje, maar een nieuwe ijstijd is pas echt vervelend. Dan is het met de helft van Europa en Noord-Amerika afgelopen. Welk deel van Nederland, de rest van Europa en de wereld ontsnappen aan de greep van Koning Winter als de komende ijstijd in alle hevigheid toeslaat?

Europa was tijdens de laatste IJstijd alleen in het Middellandse Zeegebied bewoonbaar.
Europa was tijdens de laatste, nog niet eens allerergste ijstijd alleen in het Middellandse Zeegebied bewoonbaar.

IJstijden zijn vaste prik sinds het aanbreken van het Pleistoceen, zo’n 2 miljoen jaar geleden. Interglacialen, de warme periodes tussen glacialen (de klimatologische term voor wat wij in het dagelijks leven onder ijstijd verstaan; we leven nu aan het einde van zo’n warm interglaciaal), zijn eerder de uitzondering dan de regel. Ze duren maar kort, rond de tienduizend jaar, en worden steevast gevolgd door een periode van vernietigende koude.

Als de ijstijd losbreekt, zullen alleen planten zoals deze Arctische poppies het in de Nederlandse poolwoestijn uithouden.
Als de ijstijd losbreekt, zullen alleen planten zoals deze Arctische klaprozen het in de Nederlandse poolwoestijn uithouden.

De continenten Europa en Noord-Amerika worden de laatste twee miljoen jaar dan ook vrijwel continu bedekt door een voortschuifelende massa gletsjerijs, een ijskap van kilometers dik die in zijn reis naar het zuiden alles als een bulldozer opzij schuift. De stuwwallen in Twente, Drenthe en de Sallandse heuvelrug zijn karakteristieke overblijfselen.
Uit geologische gegevens weten we dat een ijstijd snel invalt. Binnen honderd jaar is het klimaat totaal omgeslagen en is het grootste deel van Europa veranderd in een dorre toendra, waarover huilende sneeuwstormen de schaarse hongerige bewoners teisteren. Hoe zou Europa er uit zien bij de komende ijstijd?

Hiervoor kunnen we het beste bekijken hoe Europa met ijs werd bedekt tijdens de vier laatste glacialen. Tijdens het laatste glaciaal, dat tot tienduizend jaar geleden duurde, ontsnapte Nederland aan de vernietigende gletsjers. Erg prettig toeven was het echter niet in de poolwoestijn die Nederland toen was. Stel je voor, een onafzienbare vlakte, die zich uitstrekt tot diep in de Noordzee. Nederland was in die tijd zeker vijf keer zo groot als nu. Niet dat de toenmalige bewoners, de Neandertalers waren kort daarvoor uitgestorven, daar veel plezier van hadden. Het wisselvallige klimaat en korte groeiseizoen maakten landbouw onmogelijk. De zonneschijn is vergelijkbaar met die nu.

In principe zou dus landbouw in koude kassen plaats kunnen vinden, al is de inspanning om zelfs een klein deel van Nederland met kassen te overdekken enorm. Het probleem kan ook worden opgelost door emigratie of door minder kinderen te krijgen. Tegen de tijd dat de ijstijd in volle hevigheid losbarst, kunnen de overlevenden dan van veeteelt of het verzamelen van poolvegetatie leven. Misschien dat er tegen die tijd cultivars worden ontwikkeld met een heel kort groeiseizoen. In Finland wordt maïs bijvoorbeeld uitgeplant, zodat de planten maximaal kunnen profiteren van de korte zomer. Met dit soort technieken houden we het dan wel vol, maar het zal hard werken worden voor een karig leven.

Het Kuussuaq bos in Zuid-Groenland is door mensen aangeplant. De bomen vormen geen zaden, daar is het te koud voor.
Het Kuussuaq bos in Zuid-Groenland is door mensen aangeplant. De bomen vormen geen zaden. Daar is het te koud voor.

Tijdens eerdere ijstijden reikten de gletsjers zelfs tot in Nederland. Deze schoven alles voor zich uit, waardoor zich aan de voet van de gletsjers grote heuvels puin afzetten. Het is moeilijk denkbaar hoe je onder deze omstandigheden in leven kan blijven. Groenland kent nu bijvoorbeeld minder dan zestigduizend inwoners op een gebied zo  groot als West-Europa. En dan moet je bedenken dat de uiterste zuidpunt van  Groenland nog een heel mild klimaat kent en er zelfs kleine bomen groeien. Kortom: dan moeten we wellicht plannen zoals voor deze overdekte Siberische dagbouwmijn uit de kast trekken of onze toekomst op zee in drijvende steden zoeken.

Lees ook:
Gevolgen van de komende ijstijd in beeld

Landbrug Amerika veroorzaakte ijstijden

Bron (onder meer):
Ice Age Now

Octopussen zijn de slimste ongewervelden en slimmer dan de meeste landdieren. Moeder Natuur's back-up plan als we er een zootje van maken?

Octopus intelligentie – Is een octopus beschaving denkbaar?

Octopussen blijken opmerkelijk intelligent. De octopus intelligentie is groot: de slimste octopussoort is ongeveer zo slim als een aapachtige of papegaai. Zal zich uit de octopus een echt intelligente soort hebben kunnen ontwikkelen? Hoe zou de wereld er uit hebben gezien als niet de mens, maar octopussen zich tot technisch begaafde soort en een octopus beschaving hadden ontwikkeld?

Hoogbegaafde weekdieren: octopus intelligentie is opmerkelijk groot

Octopussen bewijzen dat intelligentie niet het exclusieve domein is van zoogdieren, of zelfs gewervelden. De dieren zijn erg slim – ze beschikken over een uitstekend ruimtelijk geheugen en ze hanteren allerlei strategieën om een lastige prooi te verschalken, waarbij ze zelfs gebruik van gereedschap maken. Dit gedrag komt slechts bij de slimste landdieren, zoals chimpansees, dolfijnen en kraaien voor.  Octopussen zijn ook meesters in het bedenken van slimme trucs om te ontsnappen. Een octopus ergerde zich klaarblijkelijk aan een felle lamp en veroorzaakte elke nacht kortsluiting in de lamp door er water op te spuiten.

Dit is uiterst onverwacht. Octopussen stammen af van een slakachtig dier. Slakken zijn uitermate dom – sommige soorten hebben maar twee neuronen – net voldoende om de bek een plant af te laten raspen. Klaarblijkelijk is intelligentie niet zo uitzonderlijk als het lijkt. Via een totaal andere evolutionaire route kon zich toch intelligentie ontwikkelen.

Octopusbrein en octopus intelligentie

octopus intelligentie
Young maakte in 1964 deze analyse van het octopusbrein. Nu weten we dat het even ingewikkeld is als dat van een zoogdier of vogel.

Octopussen beschikken met vijfhonderd miljoen neuronen over ongeveer evenveel zenuwcellen als een hond. Van deze zenuwcellen zitten er ongeveer 45 miljoen in hun centrale zenuwstelsel en verwerken 180 miljoen de visuele informatie[1]. Octopussen hebben anatomisch gezien ongeveer net zulke ogen als mensen en net als bij ons is het visuele hersencentrum daarom enorm. Driehonderd miljoen besturen de geavanceerde tentakels, die daarom slechts vrij eenvoudige commando’s van de centrale neuronen nodig hebben om zich te bewegen.

Voor het grootste deel ‘denken’ octopussen dus met hun ledematen. Niet verrassend verschilt hun brein radicaal van dat van gewervelde dieren. De bouw volgt het grondplan van het brein van slakken.

Net als bij ons is het centrale brein geconcentreerd op één plek en bestaat het uit twee helften, die met een groepje neuronen aan elkaar verbonden zijn. Het brein bestaat net als ons brein uit gespecialiseerde hersengebieden met afzonderlijke taken, kortom, opmerkelijke overeenkomsten met dat van intelligentere gewervelden. Net als bij onze hersenschors, zijn bepaalde hersengebieden sterk gekronkeld om zo meer oppervlak te creëren.

Pas de laatste tien jaar, nu er technieken zijn om individuele zenuwcellen te onderzoeken,  ontdekten onderzoekers meer. Zo heeft het centrale gedeelte tussen de twee hersenhelften dezelfde functie als de hippocampus in zoogdierhersenen die ook de twee hersenhelften met elkaar verbindt: de opslag van herinneringen. Anatomisch lijken deze hersendelen sterk op elkaar. Hetzelfde geldt voor de kleine hersenen in gewervelden, die in anatomie overeenstemmen met het deel van de octopushersenen dat de ledematen bestuurt.

Opmerkelijk genoeg zitten octopus-neuronen veel simpeler in elkaar dan de hersencellen van gewervelden: minder verschillende eiwitten en geen beschermende myelineschede terwijl het brein even krachtig is. Klaarblijkelijk is de organisatie van de neuronen belangrijker dan hun vorm.

Koppotigen – waaronder octopussen, inktvissen en de nautilus – kunnen een doolhof oplossen, andere soorten[3] en elkaar nadoen, gereedschappen gebruiken[4] en complexe problemen oplossen. Volgens de laatste analyses beschikken de dieren mogelijk zelfs over een primitieve vorm van bewustzijn [2]. Koppotigen zijn de enige ongewervelden met dergelijke denkvermogens, wat ze met enkele  zoogdieren en vogels tot de slimste dieren op aarde maakt.

Waren koppotigen ons voor?

Octopus intelligentie
Octopussen zijn de slimste ongewervelden en slimmer dan de meeste landdieren. Moeder Natuur’s back-up plan als we er een zootje van maken?

Voor een lange tijd waren koppotigen de slimste dieren op aarde. In het Cambrium, bijvoorbeeld, bestonden er al nautilussen terwijl visachtigen in die tijd nauwelijks slimmer waren dan een lancetvisje. Daarna bleef de intelligentie bij de dieren voor lange tijd stilstaan tot enkele miljoenen jaren na de Chicxulub-ramp, 59 miljoen jaar geleden, concurrentie met beenvissen de octopussen dwong snel een groter brein te ontwikkelen[5]. De intelligentie van octopussen heeft zich evolutionair gezien dus in vrij korte tijd ontwikkeld. Aldus de stand van kennis nu. Onderzoek aan nautilussen wijst echter uit dat al veel eerder sprake was van complex gedrag – mogelijk zelfs een rudiment van bewustzijn. Nautilussen zijn net als octopussen in staat een visueel patroon drie maanden lang te onthouden. Klopt dit, dan waren nautilussen voor vele miljoenen jaren lang de slimste dieren op aarde en was de sprong naar de intelligentie van een octopus kleiner dan gedacht.

Zouden octopussen of andere koppotigen zich kunnen ontwikkelen tot niet-menselijke octopus beschaving?

De levensduur van koppotigen is kort. Zelfs de Pacifische reuzenoctopus, met vijftien kilo de grootste octopus, wordt zelden ouder dan drie tot vijf jaar. Deze levensduur kan natuurlijk veel groter worden. Voor intelligente levensvormen kent water een aantal belangrijke nadelen. Er is weinig zuurstof beschikbaar, waardoor een dier niet erg groot kan worden zonder het metabolisme op de spaarstand te zetten. Om een indruk te geven: ons brein gebruikt twintig procent van alle energie in het lichaam. Om alleen al ons brein in leven te houden, moeten we ongeveer honderd kubieke meter per dag door onze kieuwen pompen (hierbij ga ik uit van een zuurstofgehalte van 5 mg/l, zoals in het water van de Noordzee). Zeemeermensen zullen dus moeten leven als haaien of tonijnen: continu onderweg. Niet erg handig als je een stad wilt bouwen.

De octopus zal dus op een gegeven moment het land moeten kunnen koloniseren. Dat kan alleen als door een vernietigende natuurramp het landleven is uitgeroeid – een voortstrompelende octopus heeft weinig kans tegen een hongerige rat.  Via een amfibisch bestaan kan het dier zich dan ontwikkelen tot landdier. De ongunstige omstandigheden zullen het dier al snel prikkelen tot het bouwen van een vochtige schuilplaats om zich tegen uitdroging te beschermen. Misschien dat de dieren zelfs tuintjes van mossels of zeewier op het strand en ondiep water aanleggen. Octopussen hebben geen vingers, maar het grote aantal ledematen zijn uitstekend geschikt om voorwerpen mee te manipuleren. En dat ze uitermate creatief zijn, weten we al. Abstract denken zal vermoedelijk een probleem zijn, maar de technische creativiteit is waarschijnlijk ongekend. Dus hebben ze eenmaal het land gekoloniseerd, dan zal de octopus intelligentie niet meer worden geremd.

Afhankelijk van de mate waaraan de dieren zich aan hebben gepast aan een bestaan op het land, zal de octopus beschaving eerst het land of eerst de zee koloniseren.

Zou het zo lopen en zou, als we uitsterven, een octopus beschaving ons vervangen? Hopelijk niet, want ik heb liever niet dat we uitsterven. Toch is het een prettig idee dat de octopus intelligentie bewijst dat Moeder Aarde een backupplan in de kast heeft liggen voor een octopus beschaving, voor als we er een al te grote rotzooi van maken…

Hebben er intelligente octopussen in het Trias geleefd?

octopus beschaving
Mark McMenamin maakte deze foto van een raadselachtige reeks van ruggewervels. Sporen van een intelligente reuzenoctopus uit het Trias?

Oktober, 2011 – Enkele maanden na het schrijven van dit artikel op 17 juni 2011 deed Mark McMenamin, hoogleraar paleontologie aan de universiteit een opmerkelijke ontdekking: mogelijke sporen van intelligente octopussen. Al in de jaren vijftig deed paleontoloog Camp een raadselachtige ontdekking. Ruggewervels van Shonisaurus popularis, ichtyosaurussen uit het Trias (250-200 miljoen jaar geleden), met 14 m zo groot als een bus en daarmee in het Trias de grootste zeeroofdieren, lagen op een merkwaardig geordende manier over de gefossiliseerde zeebodem verspreid. Ichtyosaurussen zijn net als dinosauriërs reptielen, maar er niet mee verwant. Sporen van een octopus beschaving?

Zelfportret van een octopus?

Het raadsel werd nog groter toen bleek dat deze ordening vele honderden meters zeer diep onder water plaats heeft gevonden. De rijen wervels liggen in twee evenwijdige rijen naast elkaar. Opmerkelijk: de wervels vertonen verschillende stadia van erosie, dus hun ouderdom verschilt vele jaren. Iets moet er lang na het gewelddadig verscheiden van de ichtyosaurussen – hun wervels bleken geknapt en nek gebroken – voor gezorgd hebben dat ze in dit opmerkelijke patroon zijn komen te liggen. McMenamin denkt dat dat ‘iets’ een enorme koppotige (inktvis of octopus) is geweest. Octopussen staan bekend om dit soort spelletjes. De wervels  zijn ook precies zo gerangschikt als de zuignappen op de tentakel van een octopus. Dit zou volgens McMenamin wel eens het oudste zelfportret uit de geschiedenis van de aarde kunnen zijn geweest. [6] En hiermee weer eens een verbluffend staaltje van octopus intelligentie.

Bronnen
1. Hochner, B., Functional and comparative assessments of the octopus learning and memory system, Frontier in Bioscience (scholars ed.), 2010
2. Jennifer A. Mather, Cephalopod consciousness: Behavioural evidence, Consciousness and Cognition (2007)
3. R.T. Hanlon, A. C. Watson en A. Barbosa,  Mimic Octopus in the Atlantic: Flatfish Mimicry and Camouflage by Macrotritopus defilippi, Biol. Bull., 2010
4. Julian K. Finn, Tom Tregenza en Mark D. Norman, Defensive tool use in a coconut-carrying octopus, Current Biology, 2009
5. Caroline Williams, Eight arms, big brain: What makes cephalopods clever, New Scientist, 2011
6. Giant kraken lair discovered, Eurekalert (2011)

Nieuw onderzoek naar de vorm van bloeddruppels bij misdrijf

Als er een misdaad is gepleegd moeten er zes vragen beantwoord worden: Wie? Wat? Waar? Wanneer? Waarom? En hoe? Met het toekennen van een subsidie aan prof. dr. Daniel Bonn wordt gehoopt via de zogenaamde Bloodstain Pattern Analysis (BPA) sneller en beter een antwoord te krijgen wat er gebeurd is en waar dat precies gebeurde. Bonn gaat zijn expertise op het gebied van vloeistofdynamica gebruiken voor onderzoek aan bloeddruppels waarbij het doel is om uit de vorm van bloedspatten op de plaats van een misdrijf precies te kunnen bepalen waar deze vandaan komen.

Accurate berekening
De huidige berekeningsmethode voor het bepalen van de oorsprong van het bloed gaat ervan uit dat het bloed in een rechte lijn beweegt. Maar in werkelijkheid wordt het pad afgebogen door de zwaartekracht en luchtweerstand. Het NFI heeft onlangs aangetoond dat wanneer onderzoekers met de conventionele methode de bron bepalen aan de hand van een bloedpatroon op een muur, ze er wel tot 44 centimeter naast kunnen zitten. Dat is meer dan het hoogteverschil tussen een zittende en een staande persoon. Een accurate berekening van de positie van het slachtoffer kan richting geven aan het onderzoek: gaat het om moord om zelfverdediging?

Fundamenteel onderzoek
Om met software het pad van een druppel te reconstrueren, zijn drie gegevens nodig: de hoek waarin de bloeddruppels op de muur komen, het volume van de druppels en de snelheid. De hoek is af te lezen uit de verhouding tussen de breedte en de lengte van de bloedspat. Dit wordt momenteel ook al gedaan. Bonn gaat zich bezighouden met de andere twee variabelen. Hij doet dat aan de hand van fundamenteel onderzoek op het gebied van vloeistofdynamica.

Objectiviteit
Het project kan op meerdere manieren bijdragen aan de Bloodstain Pattern Analysis. Ten eerste komt het gebruik van het softwareprogramma de objectiviteit van het onderzoek ten goede. Daarnaast kan de positie van het slachtoffer veel nauwkeuriger berekend worden en kan de plaats delict in 3D worden bekeken. En doordat er meer variabelen worden berekend, kunnen zowel naar boven als naar beneden gerichte bloedspatten worden geanalyseerd. De huidige methode is alleen geschikt voor naar boven gerichte spatten. Tot slot zal het onderzoek met deze software veel minder tijd in beslag nemen.

Bron: Universiteit van Amsterdam