Overheden zijn de natuurlijke vijanden van vrij internet.

Egypte, dictaturen en internet

Egypte is een zeer interessant praktijkgeval van de mogelijkheden voor dictaturen om internet af te knijpen als het regime bedreigd wordt.

Voorspel: Tunesië
Tunesië kende één van de beste internetfilters ter wereld. Een uitgebreide organisatie controleerde internet op het Tunesische regime onwelgevallige websites.

Overheden zijn de natuurlijke vijanden van vrij internet.
Overheden zijn de natuurlijke vijanden van vrij internet.

Deze controle werd aangevuld door een genadeloos effectieve geheime dienst. Het gevolg was dat de Tunesiërs nauwelijks iets hoorden van dissidente geluiden.

Dit veranderde met de komst van Facebook en andere sociale media. Het regime realiseerde zich de kracht van Facebook te laat.

Toen de sociale netwerksite werd afgesloten waren er al massale protesten. Door middel van Twitter en Facebook konden activisten contract zoeken met gelijkgestemden en acties coördineren.

Samenscholingsverboden hebben geen zin meer als mensen op internet menigtes kunnen vormen.

Het resultaat: Ben Ali kan nu zijn goudstaven gaan tellen in Saoedi-Arabië. Een vreeswekkend vooruitzicht voor de gemiddelde Arabische potentaat die zich aan god gelijk acht.

De situatie in Egypte
Egypte lijkt in politiek opzicht in veel opzichten op het Tunesië onder Ben Ali, maar is geografisch totaal anders. Het land is veel groter, veel armer, kent grotere sociale  verschillen en is in het bewoonbare gedeelte, de smalle Nijlvallei, veel dichter bevolkt. In tegenstelling tot Tunesië kent Egypte een omvangrijke christelijke minderheid en een zeer actieve tak van de Moslimbroederschap, gecombineerd een explosieve situatie. Het land bestond tot enkele jaren geleden van de inkomsten van het Suez-kanaal, toerisme en olie (elk in ongeveer gelijke mate), geld van Egyptische gastarbeiders en buitenlandse hulp uit de VS en Saoedi-Arabië. Al deze inkomstenbronnen zijn niet van de bevolking afkomstig, maar kunnen door een politiestaat goed gecontroleerd worden. De reden voor de betrekkelijke stabiliteit in Egypte.

De laatste jaren is de Egyptische industrie snel aan het groeien. Dat moet ook wel om de eveneens snel groeiende bevolking van werk en inkomen te voorzien.
Aan de groei kwam een einde door de kredietcrisis, in feite een uitgestelde globale herstructurering: het einde van de economisch overheersende positie van de westerse landen. Deze trof de industrie zwaar, deze exporteert voornamelijk naar Europa. De meeste Egyptenaren geven het grootste deel van hun karige inkomen uit aan voedsel. De recente stijging van voedselprijzen, een gevolg van speculatie door hedge funds en de wereldwijde bevolkingsgroei, drukt ze dus snel over de afgrond.

De verstikkende politiestaat en zelfverrijking door de kliek rond Moebarak remt steeds meer de ontwikkeling. De gemiddelde Egyptenaar is zich hier uitstekend van bewust.

Censuur in Egypte
Ook in Egypte bestaat behoorlijk veel internetcensuur. Anders dan in Tunesië worden er geen websites op zwart gedraaid maar moet iedere internetgebruiker in een internetcafé zich met een paspoort identificeren, waardoor dissidente bloggers snel gepakt kunnen worden. Nadat Facebook en Twitter waren geblokkeerd, konden Egyptenaren nog steeds op internet komen. De reden: ze maakten bijvoorbeeld via het Tor onion-netwerk gebruik van proxies, computers buiten Egypte waarmee ze alsnog contact konden maken met geblokkeerde websites. Er zat voor het Egyptische regime nog maar een ding op: alle internet- en mobiele communicatie stopzetten.

Internetcensuur
In een niet erg ontwikkeld land als Egypte kan deze IT-equivalent van een atoombom zonder al te veel schade ingezet worden. In bijvoorbeeld Nederland zou een dergelijke stap de hele economie lamleggen omdat vrijwel alle communicatie over internet loopt. Omdat overheden in ontwikkelde landen hun inkomen en bestaansrecht uit een ontwikkelde diensteneconomie peuren, betekent dat dat ze op zoek moeten naar subtielere middelen om te voorkomen dat internet tegen ze gebruikt kan gaan worden zoals in Egypte.

Kinderverkrachter Robert M. werd gepakt dankzij een kinderpornosite.
Kinderverkrachter Robert M. werd gepakt dankzij een kinderpornosite.

Vandaar de verwoede pogingen van EU-bureaucraten om kinderpornosites te blokkeren. Kindermisbruik wordt door vrijwel iedereen als zo walgelijk gezien dat dit een bruikbaar breekijzer vormt om internetcensuur in te voeren. Massaal verzet wordt zo voorkomen.

Vanuit oogpunt van bestrijding van kindermisbruik is het blokkeren van kinderpornosites uiteraard een slecht idee – in ieder geval de dommere pedoseksuelen alsmede de webmasters kunnen zo door IP-tracing makkelijk op een volglijst worden gezet om te voorkomen dat ze nog meer ellende aanrichten.

Daar is het de eurocraten uiteraard ook helemaal niet om te doen. Als een dergelijk systeem er eenmaal is, ongetwijfeld met een zeer nobel doel, laat dat maar aan de persvoorlichters over –  vormt het een paard van Troje om internetvrijheden (denk aan het bezoeken van anti-EU, klokkenluiderssites of anti-EU beleid websites) steeds verder uit te kunnen hollen.

Excuses te over. Islamofobie? Belastingontduiking? Haatzaaien? Inbeslagname.
Opruiing? Klimaatscepticisme? Antisemitisme? De stekker er uit van die fascisten. Uiteraard zonder ook maar enige vorm van democratische controle.

Overafhankelijkheid van internet voor communicatiekanalen
Als alle communicatie via internet gecensureerd zal worden (en het zit er dik in dat dat over niet al te lange tijd het geval zal zijn – de belangen zijn domweg te groot) zien we dat de alternatieve kanalen zo zoetjesaan verdwenen zijn. HAM-radio? Dood als een pier en het handjevol zendamateurs zijn alle bekend omdat ze een examen moeten afleggen. Post? Zieltogend. Bulletin board systems waar je op in kan bellen? Idem, ouwe sok. Papieren media, zoals opruiende pamfletten, rondstrooien? Ik moet u teleurstellen waarde lezer, vrijwel elke printer drukt een identificatiecode mee. Handschriften idem, bovendien kan bijna niemand meer leesbaar schrijven. Bluetooth en WLAN blijft -misschien- nog als mogelijkheid over voor de enkele technoraat. Kortom: het wordt tijd een niet door de overheid te traceren of censureren communicatiemiddel te ontwikkelen. Ideeën welkom…

8 gedachten over “Egypte, dictaturen en internet”

      1. Admin,

        Had je het tegen mij? Nee pakketjes hoeven niet over het internet, je maakt gewoon 100.000 pamfletten waar verschillende leuzen opstaan en stuurt een busje naar de plaats van bestemming. je kan het busje zelf besturen en als je het laat bezorgen kan je vooraf anoniem betalen, er zijn altijd wel koeriers te vinden die een berg papier ergens naartoe willen brengen. of je zet voor een paar honderd euro een kleine drukkerij op. het enige wat te traceren is, is de inkt die je nodig hebt omdat het speciale inkt is die dikker is dan normale inkt, en zelfs daar weet ik manieren op om dat te omzeilen. Wij hadden als Loesje geen enkele reden om de wet te omzeilen, iedereen mocht weten wie we waren en waar we voor stonden, we deden niks illegaals. We maakten de horeca van sittard helemaal gestoord, elke keer als een cafehouder een evenement organiseerde plakten wij onze pamfletten eroverheen en omdat sittard geen plakzuilen had plakten wij onze pamfletten overal waar het legaal gezien maar kon. Dat was half sittard dus, elk stroomkastje, elk stroomhuisje, elke afzetting waar gebouwen afgebroken werden, of opgeknapt..

  1. Ik heb ooit een keer samen met een toenmalige vriend Loesje Sittard opgezet, onze spreuken waren zo op het randje van wat kon en wat niet dat Loesje Arnhem (hoofdkantoor) ons regels begon op te leggen wat we wel konden zeggen en wat niet. Alsof we dat zelf niet wisten. Kan je het je voorstellen? een organisatie die vrijheid van meningsuiting promoot en dan vervolgens regels gaat opleggen…We hebben ons toen ook afgescheiden van Loesje Arnhem, wat een hypocriet zootje.

    Als je je mening wil verspreiden op een manier die niet te traceren is dan zou ik zeggen…ga Old School en gebruik apparatuur die drukkers in de jaren 60 gebruikten. Je krijgt er alleen een beetje vieze inkthanden van….

  2. Barry.

    Ik mag wel zeggen dat ik zo’n initiatief als Loesje erg heb kunnen waarderen, en natuurlijk is het jammer dat één en ander mis ging op basis van regelgeving. Met Germens toestemming echter, kan je hier ook een mening geven die steekhoudend is. Bijvoorbeeld zo: Wordt het niet eens tijd dat president Achmebenzineisgejat van Iran een poosje hangt, om te voelen hoe dat is? Na Tunesië en Egypte wordt het hoog tijd dat dat onderkruipsel er aan moet geloven toch? Hij kan altijd keelpastilles achteraf bestellen als het hem niet bevalt.

Laat een reactie achter