Geldcreatie deel 2

In het eerste deel is besproken hoe geldcreatie werkt. Het werd duidelijk dat banken die hierop het monopolie hebben hier een enorm voordeel van hebben. Maar voor wie is dat nu eigenlijk interessant om te weten?  En wat betekent dit eigenlijk op Nederlands niveau?
De meest duidelijke en brede groep mensen voor wie dit interessant is zijn huizenbezitters met een hypotheek.

Is het recht op geldcreatie wellicht de door velen gedroomde geldboom?

Volgens de cijfers van 2010 van het Centraal Bureau voor de Statistiek zijn er in Nederland bijna 4 miljoen (3.969.883) woningbezitters. Daarbij bedraagt de totale particuliere hypotheekschuld in Nederland rond de 630 miljard euro. Volgens sommigen een wereldrecord. Niet eentje om trots op te zijn overigens want zelfs de IMF waarschuwt de Nederlandse overheid hier inmiddels voor. Als de totale hypotheekschuld wordt verspreid over de woningbezitters dan komt het op  een gemiddelde hypotheekschuld van 157 duizend euro per woningbezitter. Als er wordt uitgegaan dat er gemiddeld 5% rente over deze hypotheekschuld wordt betaald dan levert dat de banken in Nederland jaarlijks een bedrag op van 31,5 miljard euro.  Dit is een kleine 8 duizend euro per huizenbezitter.

In deel 1 werd duidelijk dat banken zelf maar 3% van het bedrag voor een lening hoeven te hebben en de rest er zo uit de lucht bij mogen creëren. Zo wordt duidelijk dat banken binnen een jaar het bedrag wat ze moeten hebben om de lening te mogen geven,  reeds van de woningbezitters terug hebben gekregen in rente-inkomsten. Elk jaar erna verdienen banken geld op de rente die de huiseigenaren betalen aan het hypotheekbedrag wat banken hebben gecreëerd en zelf nooit hebben gehad. Aangezien een hypotheek snel een jaar of 30 loopt is dit een prachtig bedrijfsmodel voor de bankensector.
Om terug te komen bij de beginvraag voor wie het interessant is om het mechanisme van geldcreatie te begrijpen. Er zijn in Nederland dus rond de 4 miljoen mensen die elk jaar 8000 euro aan rentelasten over hun huis betalen aan een bank die het geld hiervoor heeft gecreëerd en zelf nooit in het bezit heeft gehad.

Naast woningeigenaren met hypotheekschuld werkt dit systeem in rode lijn  hetzelfde voor andere type schulden. Studenten met studieschuld bij een bank, mensen met persoonlijke leningen, etc. Kortom, iedereen die schulden heeft zou zich eens goed moeten verdiepen in hoe dit systeem werkt. Om dit systeem zo goed mogelijk duidelijk te maken hieronder twee documentaires die het huidige banksysteem stap voor stap bijlangs gaan. De eerste documentaire Money as Debt heeft Nederlandse ondertiteling:

De tweede documentaire Money as Debt – Promises Unleashed gaat nog dieper en uitgebreider in op hoe het systeem werkt, wat voor afspraken een persoon eigenlijk maakt met een bank als die geld stort en wat voor afspraken een burger met banken maakt als er een lening  wordt aangegaan. Deze is (nog alleen) in het Engels beschikbaar:

Het is eenieder aan te raden die zelf schulden heeft bij een bank of mensen kent die schulden hebben bij een bank om dit artikel naar die mensen door te sturen. Ook in Nederland zijn 15 oktober 2011 protesten uitgebroken. Die protesten zijn tegen  het bankensysteem en de (on)bewust gekochte (corrupte) lagen van accountants, politici, juristen en gedeeltelijk ook de mainstream media die dit systeem beschermen. Het basisprincipe wat achter de huidige scheve welvaartsverdeling ten grondslag licht is het monopolie van banken die in private handen zijn, om geld uit het niets te mogen creëren. De beste manier om daar actie tegen te voeren is door deze kennis te verspreiden zodat mensen begrijpen hoe het in elkaar steekt. Geen geweld, geen vernielingen, liever ook geen boosheid maar begrip bij jezelf en probeer dat begrip bekender te maken onder familie, vrienden en ook de politici, main stream media etc. Alleen als dit systeem goed wordt begrepen in de voordelen en de nadelen is het mogelijk om een beter systeem te bouwen waar iedereen beter mee gediend zal zijn.
Voor mensen die meer willen weten over de toekomst van onze economie bekijk de eerder verschenen artikelen daarover. (deel 1 & deel 2)

23 gedachten over “Geldcreatie deel 2”

  1. Ook de mensen die geen schulden hebben betalen zich blauw aan rente, maar dan op de leningen van anderen. Alle bedrijven berekenen immers hun rentekosten door in hun prijzen. Daardoor bestaat dertig tot vijftig procent (!) van de consumentenprijzen uit pure rente. Wie een pak hagelslag koopt, betaalt dus ook mee aan de rente op de leningen van de winkelier, de hagelslagfabrikant, de fabrikant van hagelslagmachines en zo voort, kortom op alle leningen in de hele keten én de daarop aansluitende secundaire bedrijven (schoonmaak, kantoorinterieur, etc.). Van de totale kosten van het op hypotheek een huis laten bouwen is zelfs minstens tachtig procent rente.

    Waar gaat al die rente naar toe? In tegenstelling tot wat met aflossingen gebeurt vernietigt de bank dit geld niet, maar brengt het weer in omloop als salaris of bonus, belegging of rentebetaling op positieve rekeningen. Een deel wordt uiteindelijk toch vernietigd als er bankschuld mee afgelost wordt. Het meeste treft een nog erger lot: het stolt ver buiten de regio in de vermogens van de rijksten van de wereld of grote institutionele beleggers, en doet verder dienst als rentemagneet om zonder inspanningen die vermogens te vergroten. Maar ook dat geld laat, zolang het bestaat, de renteschuld van de wereld aan het banksysteem verder oplopen.

    Deze volautomatische herverdeling van het geld splitst de bevolking in twee groepen. Zelfs in het Westen harkt alleen de rijkste tien procent van de bevolking zó veel rente op vermogen binnen, dat voor hen ook die enorme rentecomponent van de dagelijkse prijzen gecompenseerd wordt. De onderste tachtig procent van de bevolking betaalt het gelag, de tien procent ertussenin speelt ongeveer quitte. Een voorbeeld van de Duitse onderzoekers Creutz en Kennedy: in het jaar 1982 ontving de rijkste tien procent van Duitsland ruim 34 miljard DM aan rente van de rest van de samenleving, met bijzondere dank aan de armste tien procent voor hun bijdrage van 1,2 miljard DM. De cijfers zijn sindsdien alleen maar schokkender geworden.

    Bekijk het recente interview van Margrit Kennedy op de IJslandse televisie:
    http://silfuregils.eyjan.is/2011/09/26/fjarmalakerfi-sem-leidir-til-glotunar/

    Deze cijfers omgerekend naar Nederland: elke dag gaat er van een huishouden in de onderste 80% ongeveer € 33 naar de rijkste 10% huishoudens. Een rijk (top 10% dus) huishouden ontvangt dagelijks dus plm. € 263. In totaal gaat er in Nederland elke dag ongeveer 200 miljoen euro over de muur. Dat geld komt zo goed als niet meer in de reële economie terug maar wordt binnen dat rijke deel rondgepompt met speculatie, derivaten en andere stapelconstructies, of het wordt besteed aan dure diensten van elkaar en ‘celebrity’ (lees het onthutsende interview met Eric Kuster in de Volkskrant van 24-11-2011).
    Het armere deel van de maatschappij moet steeds opnieuw geld lenen om a) de economie aan de praat te houden, b) aflossing en rente te kunnen betalen. De totale schuldenlast op het armere deel blijft daardoor groeien, zodat het geld in het armere deel altijd schaars is en concurrentie en monetarisatie afdwingt (d.w.z. steeds meer dingen en diensten komen in het geldcircuit terecht, zoals vermaak en kinderoppas).
    Anderzijds groeit de hoeveelheid geld (dus schuld) in het TOTALE systeem exponentieel. De rentelast daarop idem dito, maar die last komt uitsluitend op de schouders van het armere deel (zij hebben dat geld geleend, het rijkste deel hoeft niet te lenen).

    Conclusie: ons geldsysteem is kortweg onverenigbaar met een duurzame economie, punt. Het is de grootste en perverste perverse prikkel van allemaal.

    Ik raad alle geïnteresseerden aan zich aan te melden bij de groep MAS (Monetaire Alternatieve Systemen) van de portal Societal Transitions van Harry te Riele:
    http://societaltransitionsnl.ning.com/group/complementairegeldsystemenmas
    Deze portal verbindt mensen die zich met allerlei transities bezighouden, waarvan het geldsysteem er één is. Alle groepen vind je op de homepagina http://societaltransitionsnl.ning.com

  2. Dag Douwe,
    Ik stuitte op deze publicatie van je, en ik heb opnieuw de indruk dat je het systeem ietwat verdraait. Hier volgt dus niet echt een inhoudelijke reactie, wel een theoretisch bijsturende reactie, als ik het zo mag noemen. Ik meen me te herinneren dat ik je eerder al van mijn standpunt probeerde te overtuigen, maar als ik me niet vergis, is het met niet gelukt je te overtuigen. Bij deze nog een poging.
    Hetgene waar ik op doel is de volgende interpretatie van het systeem:
    “In deel 1 werd duidelijk dat banken zelf maar 3% van het bedrag voor een lening hoeven te hebben en de rest er zo uit de lucht bij mogen creëren.”
    Zoals ik al zei, wil ik dit standpunt ontkrachten. Hoe het er eigenlijk aan toe gaat, is als volgt: deposito’s bij de bank worden uitgeleend, met een reserve van enkele procenten (in dit artikel doel je waarschijnlij op 3%?), deze drie procent wordt niet uitgeleend, maar wordt bijgehouden als kasreserve om een afname in deposito’s uit te betalen. De rest wordt uitgeleend. Het is dus niet zo dat slechts 3% van het uit te lenen bedrag aanwezig moet zijn in de bank en de rest er mag bijgecreëerd worden, zoals jij suggereert. Leningen zijn wel degelijk het spaargeld van anderen!
    Mijn stelling zal ik proberen onderbouwen met enkele links, maar als je even wat googelt, zal je zelf ook wel voldoende bevesting vinden.
    http://www.cliffsnotes.com/study_guide/Supply-of-Money.topicArticleId-9789,articleId-9747.html (de derde paragraaf ev. volstaan)
    http://en.wikipedia.org/wiki/Fractional_reserve_banking (“How it works” de eerste paragraaf volstaat)
    http://livingeconomics.org/article.asp?docId=377
    G. Mankiw: Principles of Economics p. 617 ev.
    P. Jochumzen: Essentials of Macro-Economics p. 42

    Ik hoop dat ik je bij deze toch kan overtuigen je mening te herzien.

    Groetjes

    1. Tom je hebt helemaal gelijk, banken moeten 3% van het totale bedrag wat ze uitlenen vasthouden. Althans als er uberhaupt nog een reserve is. Volgens mij wordt het overigens wel goed uitgelegd in de video`s money as debt toch?

      Verder heeft het spaargeld een invloed op hoeveel ze mogen uitlenen maar dat is niet hetzelfde als dat ze spaargeld uitlenen. Volgens mij waren we het daar in een vorige discussie al eens over eens geworden. Base money wat bij een centrale bank vandaan komt heeft er ook een boel mee te maken. Dus het heeft een invloed op maar er wordt nooit spaargeld uitgeleend, het dient als grens om de hoeveelheid schuld die ze uit mogen zetten te bepalen. Overigens denk ik dat hier nog wel een paar boekhoudfraude`s te verwachten zijn vroeger of later. http://www.boekhoudfraude.nl/

  3. Ik heb de vorige discussie nog eens proberen opzoeken, maar ik heb ze niet meer teruggevonden. Weet jij nog bij welk artikel deze gevoerd werd?

    Als je de bronnen checkt, zul je zien dat daar toch beweerd wordt dat het spaargeld is dat wordt uitgeleend. Je moet maar eens een t-rekening in evenwicht proberen krijgen op de manier van Money as Debt, volgens mijn krabbels onmogelijk.
    Niet dat het eigenlijk zoveel uitmaakt: als ik het goed begrijp is het enige praktische verschil dat volgens MaD al het spaargeld ten allen tijde beschikbaar is, terwijl het volgens mijn bronnen slechts de reserves zijn die beschikbaar zijn voor opvraging. Toch zou ik graag die connotatie verduidelijkt zien, omdat het in vele andere artikels van je terugkomt.

    Over de boekhoudfraude: ik heb een biografie van Bernard Madoff liggen. Binnenkort zal ik ze allicht lezen, ongetwijfeld razend interessant. :)

  4. Je link legt het inderdaad heel gedetailleerd uit. Enkele quotes (ik klikte door naar ‘Debet, credit, banco!’):

    “ “voor al het geld op de betaalrekeningen moet de bank minstens 10% kasreserve hebben.” Dus, van de 1000 euro van Jan, mag de bank 900 euro uitlenen.” => precies wat ik beweerde

    Maar iets verder:
    De bankier tovert die 850 euro gewoon uit zijn hoed. Jan heeft nog gewoon zijn 1.000 euro op z’n rekening staan en Piet heeft nu 850 euro waar hij rente over moet betalen.
    => Wat jij beweert.

    Nog iets verder:
    Bank B. moet minstens 10% kasreserve aanhouden voor de 850 euro die er op de betaalrekening is bijgekomen. Dat is 85 euro. Van de 850 euro kan Bank B dus maximaal 765 euro uitlenen. Bank B leent 750 euro aan Wim, die er een fiets mee koopt. De fietsenhandelaar brengt de 750 euro naar Bank C. Van de 750 euro kan bank C maximaal 675 euro uitlenen. En zo gaat het verhaal maar door met telkens iets kleinere bedragen.” => opnieuw wat ik beweer

    Hoewel beide theorieën voorkomen, krijgt de jouwe toch het meeste aandacht heb ik de indruk. Toch vind ik het enigszins verontrustend dat de link geen eenduidig antwoord kan geven (corrigeer me indien nodig).

    Een interessante PowerPoint, uitgaande van de KUL: https://docs.google.com/viewer?a=v&q=cache:zgzXfXgQMwMJ:upers.kuleuven.be/nl/economie/download?filepath%3Dfiles/economie_eeninleiding/H18%2520Geld%2520en%2520het%2520Bankwezen.ppt+girale+geldcreatie&hl=nl&gl=be&pid=bl&srcid=ADGEESjRf-A85PRxpnfsstVPa_Lxkz4wqa-RZu3r5EeLaQjVQl6gxbgz3xFEP9xYt-qlbdaPQ5D3aFBxfeVw6LThjJcHM_596V8Fh0nYTYWYE2zvKFInxC6hvPSfM-SPAE-16cbZWOQM&sig=AHIEtbTlw8Fmdff8jmnqhHzfQROnHtKMBA
    Ondersteunt mijn stellingname. Bekijk hem kort eens helemaal, er worden enkele interessante insteken naar de financieel-economische crisis gegeven.

    Als ik je hiermee en met mijn andere bronnen niet kan overtuigen, dan vrees ik dat het nooit zal lukken ;)

    Groetjes

    1. In de PowerPoint wordt beweerd dat de kasreservecoëfficiënt zelfs maar 2% bedraagt. Enig idee waar de meest actuele cijfers te vinden zijn? Mijn zoekwerk leverde geen resultaten op.

  5. Nog een kleine toevoeging bij mijn reactie op 18 mei om 20u 56.
    Verbeter me als ik het verkeerd interpreteer, maar ook in je artikel ‘Geldcreatie, de kip met de gouden eieren voor de bankensector’ lijk je beide standpunten aan te halen. Je begint met ‘geld uit het niets creeëren’ en enkele procenten in kas houden (jouw standpunt) en dan ga je verder met het systeem dat ik je probeer duidelijk te maken. Of heb ik daar iets verkeerd begrepen?

  6. Het gaat om twee stappen, als eerste mag volgens mij een gewone bank een bepaald bedrag in het begin uitlenen afhankelijk van wat ze inleggen bij de centrale bank. Ik las laatst dat overheidspapier zo ook gebruikt mag worden om geld op uit te lenen bij de centrale bank. Maar dit is me ondanks aanzienlijk speurwerk en docu`s nog steeds niet kristalhelder. Wellicht dat dit ook verschilt per regio. 

    En daarna krijg je dat een bank geld meermalen als het ware mag uitlenen en zo van 10.000 begin kapitaal afhankelijk van de reserve ratio uiteindelijk 100.000 tot 330.000 tot oneindig geld en schuld kan worden gecreëerd.  Stel ik zet 100.000 Euro op de bank. Daar mag de bank dan 97.000 Euro schuld op maken. Die doen dat aan jouw bijvoorbeeld en jij koopt van dat geld een hele dure auto van mij. Ik heb nu 197.000 Euro op de bank staan. Jij een schuld van 100.000 waar je ook rente over moet terugbetalen wat nooit gecreeerd is. En de bank mag nu een nieuw lening uitzetten over de 97.000 extra spaargeld die ik heb neergezet van 97% van dat bedrag. En zo kan de cyclus rond blijven gaan en dit is het proces van geld en schuld creatie hoe het werkt hoe ik het begrijp.

    Spaargeld heeft hierbij zeker wel een rol, maar niet de enigste rol, ook dit soort zaken hoe banken geld via centrale banken krijgen speelt een enorme rol. Daarbij lenen banken nooit het spaargeld van anderen uit, immers het geld blijft op je rekening staan. Ze creeeren afhankelijk daarvan nieuwe schulden. Dus het is sowieso nooit zo dat banken spaargeld uitlenen. Het heeft een invloed afhankelijk van de regels van de centrale bank hoeveel schulden ze erop uit mogen zetten. 

    Ik weet niet wat voor systeem je mij probeert duidelijk te maken. Maar volgens mij komt het in zowel money as debt als Courtfool vrij duidelijk naar voren hoe banken geld scheppen in de vorm van schulden. 

  7. Het systeem dat ik je probeer uit te leggen is het systeem die mijn bronnen eveneens proberen uit te leggen.
    Maar we komen echt aardig dicht in elkaars buurt :D. Alleen is je uitgangspunt “het geld staat nog op mijn rekening dus de bank heeft het niet gebruikt voor een lening” verkeerd. Het geld op een spaarrekening is de schuld van de bank tegenover jou, of jouw vordering op de bank. Statistisch gezien is het door het gebruik van de kasreserve permanent opvraagbaar (in theorie natuurlijk, in jouw voorstelling zou een bankrun zich bijvoorbeeld niet kunnen voordoen). Maar dat betekent niet dat het geld in een kluis ligt te wachten om door jou afgehaald te worden. Anders zou je immers geen rente kunnen krijgen, die rente is een deel van het geld dat de bank met jouw uitgeleende centen verdient.

    Wat je zegt over de onmogelijkheid om de rente af te betalen die nooit gecreëerd is: dat is niet zo’n probleem. De rente die jij vandaag afbetaald komt bij de bank terecht, de bank doet daar iets mee (iemand haalt wat geld van zijn rekening, iemand verdient een schandalig hoge bonus, iemand krijgt een dividend, iemand gaat een lening aan, winst wordt gereserveerd of overgeboekt…) en het komt terug in de economie. Dus ik kan er mijn rente mee afbetalen. En zo gaat het verder en verder.

  8. Ja ik heb deze discussie eerder gevoerd met Arie, en technisch hebben jullie gelijk maar in de praktijk gaat het mis zodra dat geld weer voor een nieuwe lening wordt gebruikt inplaats van rondgaat via consumptie. Kijk Money as Debt 2 en voor de rest verwijs ik je door naar de discussie hierover onder update hoe eerlijk is het economische systeem eignelijk. 

Laat een reactie achter