De Nederlandse omroepen vormen een uniek systeem. Het is wel voor verbetering vatbaar.

Laat Nederlanders stemmen op omroepen

De gedachte achter het Nederlandse omroepbestel is uitstekend, de uitwerking echter beroerd. Omroepverkiezingen zijn de oplossing.

Hoe werkt het Nederlandse omroepbestel?

De Nederlandse omroepen vormen een uniek systeem. Het is wel voor verbetering vatbaar.
De Nederlandse omroepen vormen een uniek systeem. Het is wel voor verbetering vatbaar.

Nederland kent een in de wereld uniek omroepsysteem. Waar er in andere landen een staatsomroep bestaat die staatspropaganda uitzendt, kent Nederland omroepverenigingen die van oudsher een bepaalde politieke zuil vertegenwoordigen. Zo kent de AVRO een liberale tint, de omroepen KRO, NCRV en EO vertegenwoordigen de belangrijkste christelijke stromingen, de VARA is er voor de socialistische kameraden, de VPRO voor de culturele elite (en hen die daar graag bij willen horen) en de TROS (net als Veronica, voordat deze groep weer voor zichzelf begon) is een overblijfsel van een opgeheven zendpiraat die onderdak heeft gevonden in het gerieflijke publieke bestel.

Hoeveel zendtijd een omroep krijgt, de omroepstatus, hangt af van het aantal leden. Er zijn drie drempels. Een omroep moet minimaal 50 000 leden hebben om erkend te worden  en in vijf  jaar 5% van het totale aantal omroepleden kunnen halen. Stijgt het aantal leden boven de 300 000, dan wordt de zendtijd verdubbeld. Of een omroep wordt toegelaten hangt af van de nukken en grillen van het Commissariaat van de Media, een door de gevestigde media-orde gecontroleerd orgaan. Ook al heeft een aspirant-omroep voldoende leden,

Dit betekende de ondergang voor de idealistische omroep Llink en verklaart mede waarom de zogenaamd diverse omroepen steeds meer op elkaar zijn gaan lijken en hetzelfde ‘progressieve’ geluid laten horen. Dit is gevaarlijk en ondermijnt de grondgedachte achter het publieke omroepbestel: een diversiteit aan meningen van alle maatschappelijke stromingen laten horen.

Staatsomroep, omroepverenigingen of helemaal geen publieke omroep?
Een staatsomroep is weliswaar goedkoper dan de omroepverenigingen met hun overbetaalde directeuren en Hilversumse sterren, maar is uiteraard de spreekbuis van de overheid. Zoals de situatie in dictaturen als Syrië leert, wordt de verleiding voor de overheid al snel groot om het nieuws te manipuleren – vanzelfsprekend met de beste bedoelingen. De staatsomroep kan weliswaar onafhankelijk van de staat worden gepositioneerd (zoals bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk), maar ook dan blijft het fundamentele probleem dat alleen een bepaald type persoonlijkheid voor een bestaan als mediavrouw kiest, of als zodanig een kans maakt: de prototype talkhost, joviale entertainer  of sociaal bewogen journalist.  Hun politieke voorkeuren en mensbeeld zijn voorspelbaar.

Helemaal geen staatsomroep is volgens libertariërs de beste oplossing. Het is immers het goedkoopste en er zijn volgens libertariërs voldoende commerciële partijen die de taak van de staat kunnen overnemen. Nadeel is dat commerciële omroepen een vergelijkbare zelfcensuur kennen. Adverteerders wegjagen door controversiële onderwerpen of ruzie krijgen met de machtige overheid is wel het allerlaatste wat ze willen. Een agressieve politieke of religieuze pressiegroep kan ze makkelijk intimideren. Ook minderheidsstandpunten komen niet snel aan bod, al zal een klein commercieel station wel graag een minderheid van dienst zijn.

Stemmen op omroepen
Een jaar bestaat uit ongeveer 31,6 miljoen seconden. Elke Nederlander heeft dus ongeveer twee seconden per jaar ter beschikken om uit te zenden. Je zou iedere Nederlander kunnen vragen via zijn DigID een stem uit te brengen op de omroep naar keuze. Deze omroep krijgt er vervolgens voor deze stem twee seconden zendtijd bij. Echter: niet alle tijd is gelijk geschapen. Er kijken veel meer mensen rond acht uur ’s avonds dan rond vijf uur in de ochtend. Je zal dus een seconde op prime time veel zwaarder moeten laten tellen dan in de uren dat doorgaans alleen testbeeld te zien is. Wil een omroep een programma op prime time, dan zijn voor een uur dus twintig keer of meer stemmen nodig dan voor een uurtje om drie uur ’s nachts. Ook zullen verschillende typen mensen op verschillende tijdstippen kijken. Rechtse Telegraaflezers zijn vaak ochtendmensen, dus ochtendprogramma’s kunnen het beste door een rechtse omroep worden gemaakt. Liefhebbers van visionaire theorieën voelen zich vaak ’s nachts op hun best, dus midden in de nacht kan je het beste grenswetenschappelijke onderwerpen uitzenden.

Hoe denken jullie er over?

Laat een reactie achter