Om te bewijzen dat niemand kon morrelen aan zijn wetten, liet Hammurabi ze in een stuk steen beitelen zodat iedereen ze kon lezen. Helaas kon bijna niemand lezen...

Nederlandse rechters hun eigen ergste vijand

Het Nederlandse justitiële apparaat, dat zichzelf graag op de borst klopt als lichtend voorbeeld voor de rest van de wereld, ligt door enkele ernstige justitiële dwalingen en het politiek geladen proces-Wilders onder vuur. De reacties van zegslieden voor het justitiële wereldje lijken op die van de gevestigde politiek op partijen als SP en PVV: het volk zou verdommen en zich mee laten slepen door de waan van de dag. Een analyse.

Waarom zijn er rechters?
Het beantwoorden van deze simpele vraag is nodig om de problemen die zich nu met de rechterlijke macht voordoen, te analyseren.

Om te bewijzen dat niemand kon morrelen aan zijn wetten, liet Hammurabi ze in een stuk steen beitelen zodat iedereen ze kon lezen. Helaas kon bijna niemand lezen...
Om te bewijzen dat niemand kon morrelen aan zijn wetten, liet Hammurabi ze in een stuk steen beitelen zodat iedereen ze kon lezen. Helaas kon bijna niemand lezen…

Waar mensen samenleven ontstaan conflicten. Als beide partijen koste wat kost hun zin willen krijgen, zal de onenigheid worden beslecht op het hoogste gemeenschappelijke niveau waar men het over eens is.

In het uiterste geval is dit de fysieke realiteit, dus betekent dat wraak: gevecht, een moord of vete. De dagelijkse praktijk in veel weinig ontwikkelde samenlevingen. Om voortdurend bloedvergieten te vermijden moeten beide partijen hetzij een zeer ontwikkeld systeem ontwikkelen dat gebaseerd is op het vermijden van conflicten door sociale conventies, denk aan het taboe-systeem van de Polynesiërs, of bereid zijn zich te onderwerpen aan een hogere autoriteit of bemiddelaar (de hoofdman, uiterst zelden een hoofdvrouw) die uitspraak doet.

Met de komst van een ingewikkelder maatschappij (in de praktijk ontstaat deze als je duizenden mensen op één plek bij elkaar brengt, wat mogelijk werd door de neolithische landbouwrevolutie) werd het nodig de onderlinge geschillen op een gestroomlijnder wijze te regelen. Hiertoe werden universele wetten ingevoerd (de beroemde codex van Hammurabi was voorzover bekend de eerste in zijn soort) die voor iedereen zonder aanzien des persoon geldig waren. Mensen “speelden niet voor eigen rechter”, maar vertrouwden hun veiligheid toe aan de wet en degenen die de wet handhaafden: rechters (in de praktijk: de koning) en zijn gewapende dienaren. Voor het gezag van de rechterlijke macht is het essentieel dat de bevolking vertrouwen heeft in de effectiviteit van rechters en politie, de rechtsorde. Dit ligt ten grondslag aan het sociaal contract tussen burgers en justitie.

Hoe werkt het Nederlandse rechtssysteem?
Het Nederlandse strafrechtssysteem komt voort uit het Romeinse recht, waarbij een aanklager (de officier van justitie die het openbaar ministerie en hiermee de rechtsorde vertegenwoordigt) de belangen van de rechtsorde behartigt en een vertegenwoordiger van de aangeklaagde, de ad-vocatus (er bij geroepene) die van de aangeklaagde.

Iemand doet aangifte wegens een strafbaar feit. De officier van justitie beslist of de aangifte geseponeerd wordt (ongegrond wordt verklaard) of niet, zo nee, dan wordt een aanklacht voorbereid. In de rechtszaal leest de officier van justitie de aanklacht voor. (In het burgerlijk recht is er niet het openbaar ministerie, maar  de eiser). De verdedigende partij moet op elk punt van de aanklacht reageren. Beide partijen kunnen getuigen oproepen en bewijsstukken inbrengen. De rechter moet de geldigheid van de aanklacht valideren, ingaan op het verweer van de verdediger en afhankelijk van het resultaat, vrijspraak toekennen of indien één of meerdere punten van de aanklacht bewezen worden geacht, een schuldigverklaring en doorgaans een straf opleggen.

Is het openbaar ministerie of de aangeklaagde het niet eens met de uitspraak, dan kan deze in hoger beroep bij een hogere rechtbank. Achtereenvolgens zijn dit achtereenvolgens de kantonrechters, de (arrondissements)rechtbanken, gerechtshoven en de Hoge Raad. De hoogste rechtbank is het Europese Hof in Straatsburg. In theorie zijn het openbaar ministerie, de advocatuur en de magistratuur (de rechters) die gescheiden werelden. In de praktijk, Nederland is maar klein, lopen deze werelden in elkaar over omdat maar een select groepje over een juridische opleiding op universitair niveau beschikt, zeker voor specialistische gebieden als octrooirecht. Kortom: een ons-kent-ons wereldje, de Haagse kaasstolp waardig.

Dat blijkt ook wel uit het feit dat vaak advocaten als hulprechters worden ingehuurd. Commerciële advocaten worden veel beter betaald dan officieren van justitie of rechters, waardoor getalenteerde juristen voor een loopbaan als advocaat kiezen en vaak de zwakkere broeders van het openbaar ministerie overklassen. Rechters genieten een geprivilegieerde positie. Een benoeming als rechter geldt in principe voor het leven. Deze maatregel wordt met een beroep op Montesquieu’s trias politica, de scheiding der wetgevende, rechtsprekende en uitvoerende macht, gerechtvaardigd genoemd omdat zo de onafhankelijke positie van de rechter zou zijn gewaarborgd.  In de praktijk zijn daarom incompetente rechters (vooral bij kantonrechtbanken, maar ook bij sommige hogere rechtbanken is het hiervan vergeven), nauwelijks te lozen.

Waarom rechters hun legitimiteit verliezen
Om effectief te zijn, moet de bevolking er vertrouwen in hebben dat de rechterlijke macht haar werk, de bevolking beschermen en conflicten oplossen, doet, met andere woorden haar deel van het sociale contract nakomt. Meer abstract geformuleerd: de rechterlijke macht moet de rechtsorde, de geabstraheerde ‘hogere’ normen en waarden van de bevolking handhaven, het über-ich van de Nederlandse bevolking zo ge wilt, handhaven: mensen zullen zich alleen aan een hoger gezag onderwerpen als dit hogere gezag samenvalt met hun gewetensovertuigingen.

Rechtspraak komt sociale contract niet na
Het probleem met de rechtsspraak in Nederland is dat zowel rechters als openbaar ministerie dit uit het oog verloren lijken te zijn. Rechters laten zich in hun uitspraken niet leiden door de realiteit in de samenleving, maar de realiteit (of liever gezegd: het schaakspel) in de rechtszaal.

Het verlof aan de gewelddadige crimineel Saban Baran deed het vertrouwen in de rechtsspraak geen goed.
Het verlof aan de gewelddadige crimineel Saban Baran deed het vertrouwen in de rechtsspraak geen goed.

De mening van leken wordt vaak terzijde geschoven met de naziterm ‘gesundes Volksempfinden’, m.a.w. verwerpelijk populistische retoriek die uiteindelijk leidt tot openbare lynchpartijen. Dit verklaart waarom een rechter of een juridisch medewerker de vermeende rechten van bijvoorbeeld de veroordeelde vrouwen(mis)handelaar Saban Baran om het door hem verwekte kind te zien, belangrijker acht dan de fysieke veiligheid van Barans tientallen slachtoffers die met gevaar voor eigen leven hebben getuigd tegen hem en zijn bendeleden. Barans slachtoffers moeten nu voor hun leven vrezen. Voor een deel komt dit door een weeffout in het strafrecht:  deze slachtoffers zijn geen partij in een strafzaak, dus wordt er geen rekening met ze gehouden.Voor het overige deel komt dit door de toenemende wereldvreemdheid van rechtsprekenden.

Rechters bemoeien zich met politiek
De oprukkende juridisering bedreigt ook de democratie. Al vaker zijn wetten naar de prullenbak verwezen omdat ze in strijd zouden zijn met (niet democratisch tot stand gekomen) internationale verdragen. Daarentegen worden wetten niet getoetst tegen de (democratisch tot stand gekomen) grondwet. De laatste uitwas is de rechtszaak tegen de politicus Geert Wilders. Hij is aangeklaagd voor wat in de praktijk neerkomt op belediging van een niet-bestaande entiteit, “de islam”, omdat hij stelt dat teksten uit de islamitische heilige boeken, de koran en de hadith, aanzetten tot wat hij noemt “fascisme” en het toenemende aantal islamieten  een bedreiging noemt voor de Nederlandse rechtsorde.

Je kan denken over Wilders’ politieke ideeën wat je wilt. Schrijver dezes denkt persoonlijk dat hij aan symptoombestrijding doet. Het werkelijke probleem is postmodernisme en cultuurrelativisme, waardoor de heersende klasse op de knieën gaat voor vanuit rationeel opzicht bezien, patriarchale, logisch inconsistente en in strijd met wetenschappelijke inzichten zijnde mythologie. Ook is er een toenemende vervreemding van de kosmopolitische bovenste klassen ten opzichte van de kansarme onderklasse.

Feit is dat rechters zich bemoeien met de wetgevende macht. Dit is niet de eerste keer: zo werd de voormalige politicus Janmaat wegens anti-immigranten uitspraken die naar hedendaagse normen vrij mild waren, veroordeeld tot een boete. Als gevolg voelen burgers zich geregeerd door een kaste die niet is te verwijderen of weg te stemmen. Een Moebarak in de rechtszaal dus. Een gevaarlijke situatie die het ergste doet vrezen voor het voortbestaan van de rechtsstaat als hier niet ingegrepen of hervormd wordt.

2 gedachten over “Nederlandse rechters hun eigen ergste vijand”

    1. Ik hoop het. Het feit dat hij niet heeft ingegrepen toen de PVV-afdeling Noord Holland het dragen van hoofddoekjes in bussen wil verbieden (hiermee rechtsongelijkheid creërend tussen dragers van hoofddoekjes en dragers van andere vormen van hoofdbedekking) doet het ergste vermoeden. Helaas mist de PVV (niet als enige partij overigens, alleen de SP gaat hier vrijuit) een consequent filosofische onderbouwing. Er zijn goede filosofische redenen om hoofddoekjes op school (kinderen moet niet lastig worden gevallen met uitingen van achterlijke patriarchaal bijgeloof) of bij ambtenaren (vertegenwoordigers van een seculiere staat) te verbieden. Bussen zijn weliswaar voor een groot deel met publiek geld betaald, maar het dragen van andere hoofddeksels is wel toegestaan. Dus moeten hoofddoekjes, hoe ik persoonlijk ook over die walgelijke vrouwonderdrukkende dingen denk, ook toegestaan zijn.

Laat een reactie achter