Opa is boos

Getuige de opmars van ouderenpartijen zoals 55PLUS en lokale OPA partijen voelt de zogeheten babyboomergeneratie zich nogal tekortgedaan. Vooral als gesproken wordt op kortingen op pensioenen, weergalmt Nederland van het geweeklaag van babyboomers. Is dat gevoel terecht, of ligt de situatie geheel anders?

Armoedige jeugd
Na het einde van de Tweede Wereldoorlog, waarin frontsoldaten terugkeerden en de economische omstandigheden sterk verbeterden, nam het geboortecijfer snel toe. Er werden veel meer kinderen geboren dan normaal. De leefomstandigheden in de naoorlogse jaren, waarin de babyboomers opgroeiden, zijn naar hedendaagse normen karig te noemen. Veel levensmiddelen waren op de bon, er was weinig vertier en op scholen heerste strenge discipline. Om deze reden voelen de babyboomers zich chronisch tekortgedaan.

“Vertrouw niemand boven de dertig”
De “vooroorlogse” generatie die de Tweede Wereldoorlog heeft doorstaan en zelf een uitermate beroerde jeugd heeft gehad, heeft haar best gedaan hun kinderen een goede start te geven. Na twintig jaar hard werken door deze generatie, de zogeheten opbouwjaren, was het welvaartsniveau in de westerse wereld hoog. In Nederland was er de ontdekking van de gasbel in Slochteren, een historische mazzel. Veel kinderen konden studeren, en deden dat ook. Nu was er alleen een probleempje. De lucratieve baantjes waar de jonge babyboomers op aasden, werden in beslag genomen door de oudere generatie. Ook achtten de babyboomers de ethische normen van de oudere generatie achterhaald. Het gevolg: het “klootjesvolk” van de oudere generatie werd tot vijand verklaard.media_xl_1511808

De “verbeelding” aan de macht
Opofferingsgezind en bescheiden, zoals de oudere generatie was, stapte deze verbijsterd om zoveel ondankbaarheid opzij. Ze wilden de toekomst van hun schreeuwerige kroost dat het allemaal beter wist niet in de weg staan. De babyboomers namen de leiding in het land over van de “oude zakken”, met de bekende fatale gevolgen. Zo zorgde de Nieuw Links babyboomerbeweging er voor, dat Nederland met een improductieve economie kwam te zitten, gefinancierd door de gasbel, en dat de oorlog werd verklaard aan ondernemers. De “tijdelijke” gastarbeiders uit Turkije en Marokko bleven onder druk van Nieuw Links, tegen de oorspronkelijke afspraak in. Dit zou Nederland met de islamitische problematiek opzadelen die het land in de jaren 2000-2010 verlamde.

Met de lucratiefste baantjes bezet door de babyboomers, die uiteraard geenszins van plan waren opzij te gaan, waren de kansen voor de jongere generaties beperkt. Deze stroomden massaal naar het bedrijfsleven, waar de linkse babyboomers een broertje dood aan hadden. De babyboomers slaagden er ook in het ooit toonaangevende Nederlandse technische onderwijs, denk aan de uitstekende ambachtsscholen, ten gronde te richten en de zware HBS en gymnasium te vervangen door de inferieure Mammoetwetscholen, daarna gevolgd door de infame brede school. Wat als prettige bijkomstigheid had dat jonge, vakbekwame krachten geen bedreiging voor de babyboomers zouden vormen. Idealen waren een luxe die de jongere generatie zich niet meer kon veroorloven: ze werden ook overschreeuwd door de veel talrijkere en luidruchtiger babyboomers. Sociale problemen werden afgekocht door de pensioenpotten leeg te roven, zie de ABP-affaire onder Ruud Lubbers. Dit verklaart overigens ook waarom het geboortecijfer zo daalt. Kinderen vormen een luxe die jongeren zich niet meer kunnen  veroorloven.

Gouden parachute
Met de linkse, activistische babyboomers in de vakbondsdelegaties die onderhandelden over de pensioenen, was het niet moeilijk om de uitkomst te voorspellen. De pensioenrechten van de babyboomers werden gezekerd ten koste van de generaties na hen. Toch voelen de babyboomers zich nog steeds tekort gedaan. Geen nood. Ze belden hun vergrijsde vriendjes uit het actiewezen en pasten hun beproefde technieken uit 1968 toe om de overheid onder druk te zetten. Met als gevolg dat er miljarden euro per jaar van de jongeren naar de babyboomgeneratie wordt overgeheveld, jongeren vooral tijdelijke baantjes krijgen en dat van alle bezit in Nederland de grote meerderheid in handen is van de babyboomgeneratie. En, naar het zich nu laat aanzien, verbrast zal worden.

Is opa zielig?
Uit bovenstaande blijkt wel, dat het beeld van veel babyboomers dat ze ernstig tekort komen, op zijn zachtst gezegd de nodige bijstelling behoeft. Mijn generatie (ik ben geboren in 1971) is er nog redelijk genadig afgekomen, maar vooral de jongeren hebben te lijden gehad onder zware bezuinigingen op onderwijs en leeftijdsdiscriminerende sociale voorzieningen. Daarom wordt het tijd, vooral werkende ouders met jonge kinderen belastingvoordelen te geven en drastisch meer aan technisch onderwijs te besteden. Dit te  financieren door uitgekeerde pensioenen extra te belasten tot het verschil is rechtgetrokken, dit vooral bij die babyboomers die maximaal hebben geprofiteerd van de hypotheekrenteaftrek en sociale voorzieningen.

3 gedachten over “Opa is boos”

  1. Opa is boos omdat hij langzaam maar steeds harder wordt kaalgeplukt. Het is zeker dat die generatie het meest van de groei heeft kunnen profiteren. En dat is de overheid natuurlijk ook niet ontgaan.
    Het opstarten van ouderen partijen zal niet voorkomen dat de hulp behoevendheid van die generatie steeds groter zal worden. En mijn verwachting is dat de ouderen zorg ook steeds duurder zal worden. Want daar valt nog wat te halen.
    Medelijden is  niet echt nodig (voor de rijkere ouderen). Maar daarmee zijn de jongere generaties nog niet geholpen. 
    Maar is het echte probleem niet dat de overheid slecht met haar geld omgaat. Het leent waar het dit ook zelf zou kunnen uitgeven. En hierdoor steeds harder moet bezuinigen (=plukken van haar burgers). 

Laat een reactie achter