opvoeding

Video: iMom

Het opvoeden van kinderen vergt heel veel tijd en energie. Dit komt voornamelijk op de schouders van de vrouw terecht. Steeds meer vrouwen hebben hier geen zin meer in, de reden dat het kindertal structureel daalt. Maar wat, als robots het grootste deel van het opvoedwerk op zich kunnen nemen?

Deze korte film van een kwartier verkent de gevolgen. Het fundamentele probleem met robots als opvoeders (of een dergelijke menselijke taak) is dat als ze hiertoe ze in staat zijn, ze te vergelijken zijn met mensen. Dit brengt uiteraard heel wat ethische problemen met zich mee. Let op de creepy ontknoping.
imom

De Kerk van het Vliegend Spaghettimonster krijgt steeds meer aanhangers.

Moeten kinderen aan gevaarlijke religieuze ideeën blootgesteld worden?

Pubermeisjes van een polygame afsplitsing van de Mormoonse kerk die door dreiging met hel en verdoemenis “instemmen” met een huwelijk met een vijftigjarige man met al twintig andere vrouwen. Meisjes van drie die na koranlessen “dood aan de joden” schreeuwen. Kinderen die op de kleuterschool onthoofdingen leren. Geloof, in sommige gevallen best rampzalig. Moeten we toelaten dat kinderen aan deze kwaadaardige ideeën bloot worden gesteld?

Jong geleerd, oud gedaan
Kinderen zijn erg beïnvloedbaar en nemen vaak alles aan, wat ouders en andere gezagspersonen tegen ze zeggen. In de meeste gevallen is dat handig of zelfs levensreddend. Bijvoorbeeld: Jantje, steek niet die spijker in het stopcontact, of: Liesje, de leeuw vindt het niet leuk als je hem aan zijn staart trekt. In enkele gevallen is dat uitermate gevaarlijk. Sommige mensen hebben namelijk hun eigen agenda, die ze belangrijker vinden dan het belang van het kind. Het bekendste voorbeeld zijn vanzelfsprekend kindermisbruikers, maar ook erg eng zijn ouders en religieuze figuren die kinderen ronduit kwaadaardige denkbeelden leren.

De Kerk van het Vliegend Spaghettimonster krijgt steeds meer aanhangers.
De Kerk van het Vliegend Spaghettimonster krijgt steeds meer aanhangers.

Zijn alle religieuze ideeën  gevaarlijk?Religie is een kennissysteem. Het verschil van wetenschap, op dit moment het overheersende kennissysteem, met religie, is dat wetenschap (in theorie) gebaseerd is op de zogeheten wetenschappelijke methode: een cyclus van theorievorming en toetsing. Religie is gebaseerd op vermeende zekerheden, dogma’s. Dogmatiek is daarom een belangrijk onderdeel van theologie.

Over het algemeen is religie als kennissysteem inferieur aan wetenschap. De wetenschappelijke bevinding dat de aarde ruwweg 4,54 miljard jaar oud is, is nuttiger om de aarde te begrijpen dan het op christelijke dogmatiek gebaseerde geloof van de Ierse bisschop James Ussher dat de aarde zaterdag 22 oktober 4004 jaar voor Christus geschapen is door Jahweh.
Toch is dit op zich eerder een amusant dan een gevaarlijk idee. Er zijn ook waardevolle religieuze ideeën, bijvoorbeeld de regel in de meeste religies dat je je medemens zo moet behandelen als je zelf behandeld wilt worden. Over het algemeen zijn gelovige mensen gelukkiger en leven gezonder dan niet-gelovige mensen.

Helaas bevatten de meeste religies ook min of meer kwaadaardige ideeën. Een bekend voorbeeld is het uit het christendom en voodoo-religies stammende idee dat iemand die met schuim op de mond brabbelt, bezeten is door boze geesten. Daardoor loopt een epilepsiepatiënt behandeling mis, bij iemand met een hersenbloeding betekent dit zelfs de dood. Andere voorbeelden zijn moordaanslagen op ‘vijanden van de islam’ en het vermoorden van ex-moslims, die gebaseerd zijn op een letterlijke interpretatie van de koran en vooral hadith, m.a.w. de bronnen van de islamitische dogmatiek.

Religieuze ideeën en kinderen
Kinderen nemen dingen vaak letterlijk en  kunnen erg bang worden voor religieuze zaken als de hel, de duivel en boze geesten. Ook leren kinderen soms om mensen van andere geloven te haten. Dingen die volgens het strafrecht niet toegestaan zijn, zoals discriminatie en groepsbelediging, worden kinderen aangeleerd onder het mom van godsdienst. Daarom denk ik dat er een ban moet komen op kwaadaardige religieuze ideeën. Ideeën die bewezen leiden tot menselijk leed. Deze ideeën mogen niet gedeeld worden met kinderen onder bijvoorbeeld de twaalf jaar. Wat dat betreft moet er geen onderscheid zijn tussen religieuze en niet-religieuze ideeën.

Hoe kunnen we kunstmatige intelligenties laten functioneren in de menselijke maatschappij?

Het opvoeden van kunstmatige intelligenties

Door veel auteurs is al nagedacht over de vraag, hoe we een intelligentie die die van ons benadert of overtreft, kunnen inpassen in onze maatschappij. Misschien is de oplossing dichter bij huis dan we ons realiseren.

De fundamentele onvoorspelbaarheid van neurale netwerken
Een klassieke computer, zoals de laptop waarop schrijver dezes dit stukje tikt, gedraagt zich altijd hetzelfde. Dat is met neurale netwerken anders. Neurale netwerken bestaan uit knooppunten die onderling verbonden zijn. Ze leren, doordat de verbindingen tussen knooppunten veranderen. Je kan neurale netwerken dus niet programmeren, maar moet ze trainen.

Het opvoeden van kinderen
Neurale netwerken zijn genoemd naar de neuronen in bijvoorbeeld de menselijke hersenen. Deze zijn onderling verbonden met dendrieten en axonen, zoals de knooppunten in een neuraal netwerk. Inderdaad vertonen neurale netwerken veel overeenkomsten met de werking van onze hersenen. Uiteraard zijn neuronen veel ingewikkelder dan de schakelpunten in neurale netwerken, maar het mechanisme waarmee neuronen verbindingen leggen en verbreken komt goed overeen.
Wie wel eens betrokken is geweest bij de opvoeding van kleine kinderen weet, dat het lastig is om kleine kinderen te ‘programmeren’. Dat lukt alleen door draconische opvoedmethoden, de zogeheten zwarte pedagogiek. Het gevolg is dat deze kinderen opgroeien tot verknipte volwassenen, want wij mensen zijn er niet op gebouwd om te worden geprogrammeerd als een computer. Kinderen probeer je door ervaring te laten leren, en inzicht over te brengen zodat ze bepaald onverstandig of irritant gedrag de volgende keer zullen laten. Met wisselende resultaten overigens.

Hoe kunnen we kunstmatige intelligenties laten functioneren in de menselijke maatschappij?
Hoe kunnen we kunstmatige intelligenties laten functioneren in de menselijke maatschappij? – Bron:  I, Robot, still

Hoe zullen toekomstige kunstmatige intelligenties worden gebouwd?
Klassieke computers hebben veel weg van autisten.  Ze doen precies wat je ze opdraagt, maar zijn niet in staat om rekening te houden met situaties waarin de programmeur niet heeft voorzien. Een nuttige, breed inzetbare kunstmatige intelligentie zal je daarom eerder op basis van een neuraal netwerk laten werken. Of, zoals IBM nu probeert, met een computerarchitectuur die zowel ‘klassiek’ werkt als met een neuraal netwerk. Kortom: hoe de kunstmatige intelligenties van de toekomst er ook uit zullen komen te zien, ze zullen waarschijnlijk veel weg hebben van een neuraal netwerk. Bij ‘deep learning‘-systemen, op dit moment erg hot in AI-research, is dat nu al zo. Dat betekent ook dat het veel lastiger zal worden om ze te programmeren. We kunnen de equivalenten van ‘instincten’ en reflexen inprogrammeren, maar de meeste respons op onverwachte situaties zal onvoorspelbaar zijn.

Robotpsychologe Susan Calvin speelt de hoofdrol in Isaac Asimov's beroemde boeken en verhalen op basis van de door hem uitgevonden Drie Wetten van de Robotica. Beroep van de toekomst? Dat is heel goed mogelijk.
Robotpsychologe Susan Calvin speelt de hoofdrol in Isaac Asimov’s beroemde boeken en verhalen op basis van de door hem uitgevonden Drie Wetten van de Robotica. Beroep van de toekomst? Dat is heel goed mogelijk.

Opvoeden van kunstmatige intelligenties
Kortom: we zullen kunstmatige intelligenties moeten integreren in onze menselijke maatschappij. Ongeveer op de manier zoals we kinderen proberen voor te bereiden op een plekje in de maatschappij als ze volwassen zijn. We zullen ook moeten accepteren dat er onder kunstmatige intelligenties prettige en minder prettige karakters voor kunnen komen. Kortom: kunstmatige intelligenties zullen veel weg hebben van wezens als mensen.

Dus moeten we werken aan coaching en opvoeding. Misschien AI-psychologen. AI-scholen. AI’s met psychopate trekken zien te ontmaskeren en voorkomen dat ze in staat zijn uit te groeien tot kunstmatige superintelligenties, een taak voor een AI-politiemacht. Pittige uitdagingen. Maar misschien wel een gat in de markt voor de sociale sector. Robotpsycholoog, zoals Susan Calvin uit de film I, Robot, als toekomstig beroep?

Koppigheid en macht

Koppigheid wordt vaak uitgelokt door machtsuitoefening. Wat is er het eerst, koppigheid of macht? Kan in de maatschappij door minder machtsuitoefening ook koppigheid in de vorm van sociale conflicten vermeden worden?

Koppigheid, de eerste manifestatie van het ego

Koppigheid is heel gezond. Door koppigheid leren kinderen hun eigen ego af te bakenen.

Iedere opvoeder kent wel de koppigheid van de peuter of het afzetten van de puber. Een peuter is in een bepaalde fase in het denken, in staat om verschillende samenhangen met een ervaring in verband te brengen. Er ontwaakt een bewustzijn van het eigen bestaan: het eigen “ik” ontwaakt. Daarvóór komt de wil van het kind nog onbewust tot uitdrukking.
Aan deze nieuwe ervaring, buiten en tegenover de rest van de wereld te staan, geeft het kind uitdrukking doordat het weerstand biedt. Door deze weerstand, meestal begeleid door het woordje “nee”, ervaart het zeer nadrukkelijk zijn eigen wezen.
Wat voorheen de spierkracht van de pasgeborene was, wordt nu op bewustzijnsniveau gebracht en wordt zichtbaar als de wilskracht van de tweejarige.

Hersenveranderingen
Deze prestatie van het bewustzijn gaat samen met de toenemende rijping van de grote hersenen, vooral met de vorming van de mergafscheiding in de schors van de grote hersenen. Daar komen belangrijke beenderafsluitingen van de schedel bij.
Aan het eind van het eerste jaar sluiten de fontanellen zich definitief, rond twee- en een half jaar versmelt de voorhoofdshuid tussen de twee voorhoofdsbeentjes en wordt op een röntgenfoto onzichtbaar, waardoor er vanaf dat vergroeiingspunt een enkelvoudig voorhoofdsbeen aanwezig is, dat in zekere zin naar buiten en naar binnen een stuwdam vormt.
Nu trekt het bewustzijn van het kind- dat nog openstond voor kosmische invloeden, dat zich nog overal met de omgeving identificeerde en dat wij tot nu toe meer ervoeren rond het kleine lichaam dan erin- zich terug achter het voorhoofd dat als het ware steeds meer wordt dichtgemetseld. De eerste koppigheidsfase begint. Deze ” ik-fase” bij kinderen is zowel voor de ouders als voor de kinderen zelf zeer inspannend en brengt veel ouders en opvoeders tot vertwijfeling en vaak tot aan de grens van hun vermogen tot handelen. Van belang is hierbij dat het kind weet dat de band met de ouder/opvoeder nooit wordt bedreigd.

Ontwikkeling van het zelfbewustzijn en zelfbeheersing
Naarmate het kind groter wordt, krijgt het innerlijke gedachten, het verstand groeit en vervult het hele hoofd.
Volgens de cognitieve ontwikkelingstheorie zijn er veel situaties waarin kinderen zich niet gedragen als wezens die worden gedreven door blinde krachten, of als marionetten die beheerst worden door schema`s van beloning en straf, of als schapen die achter een volwassen model aanlopen. Een kind heeft een zeker inzicht in de eigen handelingen: het beseft niet alleen dat sommige dingen “slecht” zijn en andere “goed”, maar het weet ook waarom. Dit inzicht is aanvankelijk nog heel summier, maar in de loop van de mentale ontwikkeling groeit het begrip ten aanzien van de relaties met anderen. Sociale ontwikkeling is dus tot op grote hoogte een uitvloeisel van de cognitieve ontwikkeling. Imiterende kinderen handelen overigens rationeel, want ze gaan uit van de volstrekt redelijke veronderstelling dat volwassenen over het algemeen meer weten dan zijzelf. (dat is wat anders dan eigenwijs zijn :) )

Opvoedingsstijlen
Nu zijn er verschillende opvoedingsstijlen, en verschillende typen ouders. Ouders/opvoeders kiezen bewust of onbewust uit de:
• autoritaire opvoeding; waarin de ouders de kinderen heel strikt in de hand houden. Overtreding van hun regels leidt tot strenge (en vaak lichamelijke) bestraffing. Ouders leggen geen verantwoording af voor de regels die zij het kind afleggen en het kind dient ze eenvoudigweg te accepteren als manifestatie van ouderlijke macht.
• permissieve opvoeding; geen geboden en verboden, weinig beperkingen, geen vaste tijdschema`s, ouders straffen zelden en stellen weinig eisen aan hun kinderen.
• autoritatieve of democratische opvoeding; ouders leggen bepaalde beperkingen op aan het gedrag van hun kinderen en dwingen zo nodig ook handelingen af. Ze zijn relatief veeleisend, wijzen de kinderen op hun verplichtingen, verwachten van hen dat ze zich overeenkomstig hun leeftijd gedragen en geven zich moeite hun kinderen zelfstandigheid en zelfdiscipline te leren en zelfvertrouwen te geven.
Het gezagspatroon hangt samen met de wijze waarop het kind zich in later jaren gedraagt. (Baumrind.)
Ook het kind heeft invloed op de ouders; door het temperament, introvertie/extravertie…..en als resultaat van de opvoeding.

Machtsvertoon lokt reacties uit
Volgens Gordon zijn er verschillende uitingen op machtsvertoon:

  • Verzet, zich afzetten, opstandigheid, nagativisme.
  • Haat, boosheid, vijandigheid.
  • Agressie, wraakneming, terugslaan.
  • Liegen, gevoelens verbergen.
  • Anderen de schuld geven, klikken, bedriegen.
  • Domineren, de baas spelen, tiranniseren.
  • Beslist willen winnen, niet tegen verlies kunnen.
  • Een verbond sluiten, samenspannen tegen de ouders.
  • Onderwerping, gehoorzaamheid, meegaandheid. (wat later schadelijk uitpakt)
  • In een goed blaadje proberen te komen, de gunst zoeken.
  • Inschikkelijkheid, gebrek aan zelfwerkzaamheid, bang voor iets nieuws te proberen, eisen dat succes verzekerd is.
  • Zich onttrekken, ontsnappen, fantaseren, regressie. (kiem voor latere verslaving, bedplassen.)

Als partners een verschillende stijl hanteren, kunnen ze proberen overeenstemming te krijgen, of in het andere geval kan een ouder de kinderen leren hoe met macht om te gaan. Deze ouder heeft het beslist niet makkelijk.

Hoe kan het dan wel?

Kinderen kunnen zich uitstekend inleven in rellende voetbalhooligans. Zouden ze dan toch een moeilijke jeugd hebben gehad?

Naar het kind toe is het altijd goed, te praten wanneer het kind aangeeft daar behoefte aan te hebben. Met begripvol luisteren, onbevooroordeeld samen naar een oplossing toe werken. Een respectvolle manier is zonder het kind te schaden of het uit zijn (eigen)waarde te halen.
Wanneer je iets verbiedt, biedt het kind dan een zinvol alternatief aan.
Bied het kind in plaats van abstracte eisen, fantasievolle hulp aan.
Let op ritme in het dagelijks leven, het geeft het kind oriëntatie en biedt natuurlijke grenzen. Andere grenzen duidelijk aangeven; weet wat je wilt overdragen aan waarden bij snoepen, tv kijken, speelgoed kopen, bij pubers alcohol, internet, seksualiteit.
Er bestaan voor de kleintjes leuke toepasselijke sprookjes en verhalen en rijmpjes die je kunt gebruiken in plaats van vermaningen. En natuurlijk: zorg goed voor jezelf.
Ook bij collega’s, vrienden, geliefden en familie komt machtsstrijd en koppigheid vaak voor. Deze ideeën werken vaak ook bij volwassenen erg goed.

Koppigheid in sociale conflicten
Koppigheid in de vorm van sociale conflicten, zoals bij het lesgeven van kinderen, komt voort uit zgn. “behoeftenconflicten” of waardenconflicten
het is goed om bewust te zijn wat voor soort conflict het is.
Heeft iemand overigens goede ervaringen met negeren?:
– reageer niet op wat uw kind zegt of doet
– kijk uw kind niet aan en zeg niets tegen uw kind
– houd vol zo lang het gedrag duurt
– geef positieve aandacht zodra het gedrag is gestopt.
(Ik niet..)
Of met apart zetten?:
– zet uw kind apart na een laatste waarschuwing
– leg uit waarom u uw kind apart zet
– blijf rustig, ga niet in discussie
– u bepaalt wanneer uw kind weer terug mag komen

Tot besluit

Bij macht hoort onmacht die je óók zult voelen.
Bij gezag hoort ontzag.
Waar kiezen we voor? Hoe willen we leven?

Bronnen:

pedagoge Monika Kiel-Hinrichsen
ander studiemateriaal, o.a. Gordon, Baumrind et al.
Kinderen in een Parijse basisschool. Bron: Wikimedia Commons/R.K. Singam (eigen werk)

Trap alle niet-onderwijzers van de basisschool

Een belangrijke reden dat de kosten voor onderwijs steeds verder uit de hand lopen, is de explosie van allerlei onderwijsdeskundigen op basisscholen. Wordt het niet tijd dat kinderen gewoon kind kunnen zijn, taal en rekenen leren in plaats van te worden lastiggevallen door een te groot team van pedagogisch geschoolde onderwijsneuroten?

Wet van Parkinson
De Engelse historicus Cyril Northcote Parkinson schreef in 1958 zijn wereldberoemde boek Parkinson’s Law: The Pursuit of Progress. Hij stelde vast dat het Britse koloniale rijk sterk kromp, maar opmerkelijk genoeg het aantal ambtenaren op het Ministerie van Koloniën sterk groeide. De oorzaak is volgens Parkinson tweeledig. Chefs willen ondergeschikten, geen concurrenten en chefs creëren werk (ze houden elkaar bezig). Denk aan rapporten, waar anderen weer op reageren. Hoe meer ondergeschikten, hoe sneller de chef promoveert. Een Engelse samenvatting hier.

Kinderen in een Parijse basisschool. Bron: Wikimedia Commons/R.K. Singam (eigen werk)
Kinderen in een Parijse basisschool. Bron: Wikimedia Commons/R.K. Singam (eigen werk)

Aanvullende processen
Als iemand in dienst is, probeert hij of zij zich zo nuttig mogelijk te maken. Dit komt in de praktijk neer op het zoeken van problemen, waar ze wellicht helemaal niet zijn. Voeg hierbij de nogal neurotische mind set van de gemiddelde onderwijsmedewerker en het resultaat is een ware jacht op leer- en  ontwikkelingsstoornissen bij kinderen. Uiteraard moeten al deze onderwijsmedewerkers ook verslag uitbrengen en rapporten schrijven, zodat onderwijsmanagers iets hebben om mee te spelen, excuses, om zich nuttig mee te maken.

Much ado about nothing
Problemen, die toen ondergetekende naar de basisschool ging in de zeventiger jaren, eenvoudig werden opgelost door de deugniet de klas uit te sturen of een gesprek tussen de ouders en de onderwijzer, zijn nu onderwerp van eindeloze onderzoeksprocedures, waarbij vaak ook dure externe bureaus worden ingeschakeld. Het gevolg is ook een explosie van modieuze aandoeningen waar vroeger geen mens van gehoord had. Een wat druk kind heeft ADHD of ADD. Een wat stil, teruggetrokken kind met zonderlinge hobbies heeft het syndroom van Asperger, een speels kind heeft een ontwikkelingsachterstand. Vechten en ravotten, normaal gedrag bij jongetjes, roepen panische reacties op bij de vaak vrouwelijke leerkrachten.

Grenzen opzoeken leidt tot overspannen leerkrachten
Het jochie of, enkele keren, het meisje vindt het natuurlijk prachtig. Al die aandacht van neurotische volwassenen om hem heen die ‘handelingsverlegen’ zijn. Kinderen houden ervan de grenzen op te zoeken. De vervelende buurman kan rekenen op kattekwaad zoals belletje trekken of vruchtjes tegen het raam gooien. Vooral als de man woest schreeuwend de straat op komt rennen, vermaken ze zich, verscholen achter een bosje, kostelijk.

Op school is het natuurlijk niet anders. Geen leuker spelletje dan proberen de niet al te sterk in zijn schoenen staande onderwijzer of onderwijzeres tot overspanning te brengen. De stakker weet ondertussen ook niet wat ze moet. De deugniet de gang op sturen mag niet, dat zou zijn sociaal-emotionele ontwikkeling wel eens kunnen remmen en klagende ouders opleveren. Een draai om de oren is natuurlijk helemaal uitgesloten. Het gevolg: een hoog ziekteverzuim en onuitstaanbare kinderen, die later in praatberoepen terecht komen.

De oplossing: duidelijke regels handhaven
Vanzelfsprekend is er een eenvoudige oplossing voor deze problemen. Geef al die duurbetaalde heren en dames hun congé en keer terug naar een kleine basisschool met acht docenten, waarvan de docent van de hoogste klas ook de directeur is. Hierdoor komt er behoorlijk wat geld vrij voor echt belangrijke dingen. Voor gevallen waarin een leerkracht er echt niet uitkomt, moet er een regionaal bureau komen dat in overleg met ouders en de docent een aangepaste behandeling kan geven.

Het kan al veel problemen oplossen om kinderen met hetzelfde temperament in dezelfde klas te zetten. Pestkoppen met onzekere kinderen in één klas zetten, een kardinale fout die keer op keer gemaakt wordt door al die psychologisch geschoolde dames en heren, is een rampzalig idee. Het is dan beter om de pestkoppen in een speciale pestkoppenklas te concentreren.

Stop de neurotische dwang op kinderen
En laat tot slot kinderen gewoon kinderen zijn. Kinderen zijn zoals bonsaibomen. Juist hun verscheidenheid en verschil in karakter en temperament maakt ze uniek en waardevol. Een maatschappij waarin iedereen op elkaar lijkt is de ergste Orwelliaanse nachtmerrie die je je maar voor kan stellen. Geef ze een gelukkige jeugd, breng ze taal en rekenen bij, geef ze een geborgen en liefdevolle omgeving en het komt wel goed met hun ontwikkeling.

Vroeger een ettertje, nu een slachtoffer van de hardnekkige ADHD-epidemie.

ADHD-hype is oorlog tegen mannen

Bijna tien procent van alle jongens leidt aan een vreselijke ziekte: ADHD. Gelukkig heeft de farmaceutische toverfee een probaat middel gevonden tegen deze ernstige plaag die ons al die eeuwen klaarblijkelijk is ontgaan: methylfenidaat, onder meer verkocht als Ritalin. Tegen een passende vergoeding, dat spreekt. Nu blijkt echter waaróm Ritalin zo effectief is. Achteraf gezien hadden we het kunnen weten…

Vroeger een ettertje, nu een slachtoffer van de hardnekkige ADHD-epidemie.
Vroeger een ettertje, nu een slachtoffer van de hardnekkige ADHD-epidemie.

Ze zitten in elke schoolklas. Van die ettertjes die niet stil kunnen zitten en continu ruzie lopen te zoeken met andere jongens. Of meisjes. Vroeger moesten deze jochies op de gang staan, of in de hoek staan met ezelsoren op hun hoofd. Dat hielp even, want met de schoolmeester was in die dagen niet te spotten. Daarna gingen ze in het leger, of sloten zich aan bij de lokale struikroversbende.

Dat is nu anders. Nu moeten ze pilletjes slikken, want ze zijn ziek. Vinden de farmaceuten, en die kunnen het weten. Ze verdienen er ook een dikke boterham aan: alleen al in de VS, het epicentrum van de ADHD-epidemie, slikken de kindertjes naar schatting vier miljard dollars weg. Per jaar. Dat is lekker verdienen natuurlijk, bijna net zo’n goede business als die andere farmaceutische zwendel, cholesterolverlagers. Volgens onderzoek van de CDC, het Amerikaanse centrum voor ziektencontrole, lijden bijna tien procent van alle jongens aan ADHD. Jeugdhelden als Tom Sawyer, Huckleberry Finn en Pietje Bell zijn typische ADHD-klanten. Het is maar dat u het weet.

Naar blijkt heeft ADHD een sterk erfelijke component. De ziekte blijkt onuitroeibaar. Geen wonder, zou een bioloog zeggen. Jongens hebben het grootste deel van de tijd dat onze soort bestaat, niet op school gezeten. Ze leerden jagen en andere belangrijke vaardigheden om henzelf en de rest van de stam mee in leven te houden. Kortom: ze waren voortdurend actief bezig. Eigenlijk is het een monument voor het enorme menselijke aanpassingsvermogen dat de meeste kinderen op school wél stil kunnen zitten. Maar die minderheid die dat niet kan is lastig natuurlijk, voor de leraar. Dus volproppen met pilletjes dan maar.

Er is nu ontdekt dat methylfenidaat, de werkzame stof in Ritalin, de puberteit uitstelt in jonge rhesusapen. Zaadballen ontwikkelen zich veel minder snel dan in soortgenoten die geen methylfenidaat krijgen toegediend. Weliswaar waren de doses die bij de rhesusapen werden toegediend veel hoger dan therapeutisch worden toegepast, maar toch. Zou Ritalin kunstmatig de symptomen van de puberteit, zoals onaangepast gedrag, onderdrukken en daarom zo effectief zijn?

Bronnen
1. Record Sales in US Reported for ADHD Medication, Health Watch (2011)
2. Pubertal delay in male nonhuman primates (Macaca mulatta) treated with methylphenidate, 2011