Drie van de vier experimenten waarmee de Viking landers op Mars naar leven zochten. Aangepast van (3)

99% zeker: toch leven op Mars

In 1976 landden de Viking 1 en Viking 2 op Mars, die biologische experimenten uitvoerden. Uit nieuwe analyses blijkt dat veel te vroeg is geconcludeerd dat er geen leven op Mars voorkomt. Integendeel zelfs, door de ontdekking van perchloride door de Marslander Phoenix weten we nu dat de uitkomsten van de proef het gemakkelijkst zijn te verklaren door aan te nemen dat levende organismen aanwezig waren.

1976. Twee buitenwereldse landingsvoertuigen maken een zachte landing op het dorre, stenige, door huilende stofstormen geteisterde dofrode oppervlak van Mars. Het zwakke zonnetje beschijnt de Viking 1 en 2, terwijl ze in het oppervlaktezand bodemmonsters verzamelen en dit onderwerpen aan een viertal chemische tests. Het doel: de vraag beantwoorden die de mensheid al bezig houdt sinds H.G. Wells’ War of the Worlds: is er leven op Mars?

De vier Viking-experimenten
De Vikings voerden een viertal experimenten uit.

Drie van de vier experimenten waarmee de Viking landers op Mars naar leven zochten. Aangepast van (3)
Drie van de vier experimenten waarmee de Viking landers op Mars naar leven zochten. Aangepast van (3)

In het eerste experiment, Gas Chromatograph — Mass Spectrometer (GCMS), werd de Marsbodem verhit en werden de ontstane gassen door een voor die tijd zeer gevoelige gaschromatograaf, een toestel waarmee chemicaliën zijn te detecteren, geleid. Deze gaschromatograaf, gecombineerd met een massaspectrometer, kon chemicaliën met een concentratie van minder dan 1 ppb (deel per miljard) aantonen. De resultaten waren weinig hoopgevend. Geen spoor van koolwaterstoffen of andere indicatoren van organisch leven. Naar bleek, bevatte de bodem minder koolstof dan zelfs de maanbodem die door de Apollo astronauten mee werd teruggebracht. Alleen werden kleine hoeveelheden chloormethaan en dichloormethaan aangetroffen. Overblijfselen van de ontsmettingsprocedure op aarde, concludeerden wetenschappers.

In het tweede experiment, GEX (Gas EXchange), werd getest of gassen werden opgenomen of afgegeven door micro-organismen in de bodem. Hierbij werd eerst de Martiaanse atmosfeer vervangen door het chemisch inerte helium en werden de bodemmonsters voorzien van voedingsstoffen en water. Ze werden blootgesteld aan de gassen zuurstof, CO2, stikstof, waterstof en methaan en getest werd of de concentraties van deze gassen veranderden. Het resultaat was negatief: zowel de onbehandelde als de gesteriliseerde bodemmonsters stootten zuurstof uit.

In het derde experiment, LR (Labeled Release), werden Martiaanse bodemmonsters geïnjecteerd met een dunne oplossing, waarin enkele door Milton en Urey ontdekte ‘spontaan ontstane’ organische stoffen aanwezig waren. In deze stoffen was de gangbare koolstofisotoop koolstof-12 vervangen door atomen van de radioactieve koolstofisotoop koolstof-14. De Vikings maten inderdaad radioactief kooldioxide in het gas boven het monster. Klaarblijkelijk converteerde iets de radioactieve stoffen in het bodemmonster in kooldioxide. Leven? Inderdaad vond het proces niet plaats als het bodemmonster voor het experiment tot 160 graden was verhit. Grote opwinding onder exobiologen. Toen de injecties een week later werden herhaald, werd er echter geen radioactief kooldioxide meer afgegeven.

In het vierde en laatste experiment, PR (Pyrolytic Release), werden Martiaanse bodemmonsters blootgesteld aan Martiaanse omstandigheden, alleen werd ook hier de Martiaanse koolmonoxide en  kooldioxide vervangen door CO en CO2 met C-14. Na vijf dagen blootgesteld te zijn geweest aan een xenonlamp (om zonlicht op Mars te simuleren) en de kunstmatige Martiaanse atmosfeer, werd ook hier het radioactieve gasmengsel verwijderd. Vervolgens werd het bodemmonster verhit om eventueel gevormde radioactieve gassen vast te stellen. Inderdaad kwamen radioactieve gassen vrij. Klaarblijkelijk had de bodem koolstofoxides opgenomen en in een vaste koolstofverbinding omgezet.

Valse negatieve uitslag
Volgens mainstream wetenschappers zijn de uitslagen van alle vier experimenten te verklaren door anorganische processen. Ondertussen is er nog een Marslander op Mars geland, de Phoenix. Deze ontdekte dat er in de bodem van Mars enorme hoeveelheden perchloraten (ClO4) voorkomen. Dit zijn de zouten van het sterkst bekende zuur, perchloorzuur (HClO4).

Complex gedrag wijst op leven
Sinds 1976 zijn er de nodige ontwikkelingen geweest in complexiteitstheorie en Miller paste deze nieuwe technieken toe op de dataset van het LR-experiment van 1976. Samengevat: het gedrag van de Martiaanse bodemmonsters bleek veel ingewikkelder dan waar een dood materiaal toe in staat is. Miller vond in de bodemmonsters naarmate de sols (Marsdagen) verstreken, een evolutie naar dood materiaal. Er bleek een duidelijk sol-ritme in het metabolische gedrag te zitten, dat extreem gevoelig bleek voor kleine temperatuursverschillen. Na ongeveer zeven sols daalde de complexiteit van de niet-gesteriliseerde samples tot die van de gesteriliseerde samples.

Het gedrag van de gesteriliseerde Martiaanse bodemmonsters kwam overeen met dat van ‘dode’ aardse samples, terwijl de niet-gesteriliseerde Martiaanse bodemmonmsters qua complexiteitseigenschappen duidelijk clusterden met de levende aardse samples. Kortom: hoewel de Martiaanse biochemie vermoedelijk behoorlijk verschilt van de aardse, moet er met grote zekerheid iets in de bodemmonsters hebben gezeten dat levend is. De behandeling met grote hoeveelheden, weinig zout, water was mogelijk zo sterk afwijkend van de situatie op Mars dat deze levensvormen na enkele sols alsnog het loodje legden. Wat ook weer goed nieuws is qua besmettingsgevaar: klaarblijkelijk hoeven we ons niet al te veel zorgen te maken over Martiaanse micro-organismen die dood en verderf zaaien op aarde.

Persoonlijk vind ik het artikel behoorlijk overtuigend en is voor mij vrijwel uitgemaakt dat er een vorm van leven op het oppervlak van Mars moet bestaan. Gelukkig is de redactie van International Journal of Aeronautical and Space Sciences zo vriendelijk geweest, zoals de ware wetenschappelijke ethiek voorschrijft, dit baanbrekende artikel kostenloos aan de internationale gemeenschap ter beschikking te stellen, zie (1) in de bronnenlijst.

Bronnen
1. Joseph D. Miller et al., Complexity Analysis of the Viking Labeled Release Experiments, Int’l J. of Aeronautical & Space Sci. 13(1), 14–26 (2012), DOI:10.5139/IJASS.2012.13.1.14
2. New Research at Keck School of Medicine of USC Supports Idea of Life on Mars, Keck PR bureau, 2012
3. Life on Mars, Malin Space Science Systems

12 gedachten over “99% zeker: toch leven op Mars”

  1. Laten we anders denkenden niet bij voorbaat aanvallen op hun overtuiging, dan krijgt iedereen gelijke kansen, in een mogelijk interessante discussie hierover. Die fout heb ik zelf ook gemaakt, en men voelt zich daardoor niet langer vrij om een mening hierover te geven. Verder vind ik de in het artikel weergegeven informatie bijzonder opwindend. De vraag of elders leven aanwezig is, was voor mij nooit een vraag, maar een op redelijke gronden gestoelde aanname. Die aanname lijkt nu bevestigd, laat de discussie maar komen…

  2. Als dit inderdaad zo’n sensationeel bericht is dan vraag ik me af waarom het tot op heden niet op het journaal is geweest en ik er niks over in de krant (Volkskrant) heb gelezen.
    Je zou dan toch een groots opgezette persconferentie verwachten met aanwezigheid van de media.

  3. Nils, zou het anno 2012 nog zo erg zijn met het egocentrisme? En ook in de westerse wereld? Als dat zo is dan kan je overal vraagtekens bij zetten zo ook bij de oorzaak van de crisis en van oorlogen… Wellicht is religie wel de oorzaak van alle ellende. Ik kan niet invoelen wat het probleem is met beboste planeten met dezelfde beesten als hier… Bewijst dan alleen maar dat we niet in het centrum staan van het universum. Ik hoop nog tijdens mijn leven mee te maken dat wij de eerste intelligente beschaving vinden. Zal even een bijzondere ervaring zijn maar onze kinderen zullen het vanzelfsprekend vinden. De volgende stap zou zijn om uit te vinden hoe wij daar snel kunnen komen of gewoon een zelfvoorzienend ruimteschip die kant opsturen.
    Germen, inloggen is omslachtig, ik klik op inloggen en dan op de volgende pagina op de knop Inloggen, daarna twee keer terug en dan verversen en dan soms ook nog opnieuw naar het artikel zelf. Ik kan aanvinken dat de website mij onthoudt maar ik flikker regelmatig alle geschiedenis weg.

    1. Moerstaal,
      gelijk heb je, ik zie ook geen enkel probleem in first Contact en wat daar uit voort kan vloeien. Ik bedoel, stel, we worden onderworpen aan een hogere macht, dan verandert er voor ons vrij weinig, voor de 1% des te meer ;)  Stel dat we een vreedzame beschaving ontmoeten die ons gunstig gezind is, dan hebben wij daar alleen maar profijt van, qua technologische ontwikkelen, voortschrijdende ethiek en eindelijk het besef dat wij inderdaad niet de enige en dus ook niet dé belangrijkste schepping zijn.
      Wat ik bedoelde met het surrogaat geweten is het volgende, ik ben van mening dat religie een uitstekend middel is om te onderdrukken, zowel actief als passief, passief in de zin van: “Ik zie een portomonnaie liggen, pak hem op, maar breng hem compleet met inhoud terug naar de rechtmatige eigenaar”, niet omdat ik vind dat het zo hoort, maar omdat het misschien wel een ’test van god’ is en ik niet in het eeuwige hellevuur wil belanden. Of iets ogenschijnlijk universeels als de 10 geboden, die zullen een stuk minder gevolgd worden wanneer men van god los raakt,

      Dat men van god los zal raken wanneer men buitenaards leven ontdekt lijkt mij evident en daarbij noodzakelijk, immers kan het scheppingsverhaal (sowieso, maar in deze context alsnog) direct de prullenbak in en wat willen de relifanaten dan? Naast andersdenkenden en andersgelovigen hier op aarde, ook nog eens een intergalactische kruisvaart of jihad starten?
       
      Je moet er toch niet aan denken dat de generaties na ons leren dat Laika het eerste aardse hondje in de ruimte was, en dat laten we zeggen Pater Moeskroen NASAret de eerste interstellaire missionair was die ‘de evangelie’ ging verspreiden??

      1. Nils, ik heb liever een rechtgeaarde atheïst dan een ambivalente gelovige. Mijn slechtste ervaringen zijn tot nu toe met kerkgangers. De mens is van nature een sociaal mens.

  4. “99% zeker” is wel een erg groot woord voor een onderzoek op basis van stokoude gegevens, van ouderwetse meetinstrumenten, op een onderwerp waarvoor de instrumenten niet gemaakt zijn. Men heeft nog geen enkel bewijs dat die instrumenten wel een goed onderscheid kunnen maken tussen biologisch of niet.
    Laat ze eerst de gebruikte instrumenten testen voordat we er het stempeltje “99% zeker” aan verbinden.

    Liegen mag niet, en is volledig ongepast op een site als deze.
     

  5. Men zou de resultaten kunnen bevestigen door de experimenten over te doen. Het beste zou zijn als de monsters door mensen onderzocht worden. Dan zou men uitsluitsel kunnen geven.

Laat een antwoord achter aan Germen Reactie annuleren