Volgens de Sapir-Whorf hypothese bepaalt taal ons denken. In feite lijkt er een soort universele 'denktaal' te bestaan, de 'language of thought'.

Hebben gedachten hun eigen taal?

Wat is de relatie tussen taal en denken? Onderzoek naar kunstmatige intelligentie levert een aantal onverwachte antwoorden op. Taal kan beïnvloeden hoe we denken en ons slimmer maken.

AI verbetert menselijk denken
Voor ons mensen is de gedachte dat machines even intelligent kunnen zijn als mensen moeilijk te verteren. De vermoedelijke reden waarom een van de belangrijkste prestaties op het gebied van kunstmatige intelligentie voor een groot deel onopgemerkt is gebleven: het is namelijk mogelijk met nieuw-ontwikkelde technieken op AI-gebied op sommige punten je intelligentie en communicatieve vaardigheden te verhogen.  

Computational logic
De belangrijkste onder deze ontwikkelingen is de zogeheten computationele logica. Deze vorm van logica borduurt voort op traditionele (Booleaanse) logica en kan worden gebruikt voor zowel de oorspronkelijke bestaansreden voor logica, de manier waarop we denken verbeteren en, onverwacht, de manier waarop we communiceren in natuurlijke talen zoals het Nederlands, verbeteren. Computationele logica kan wel eens de ‘missing link’ vormen tussen gedachten en taal.

 

Volgens de Sapir-Whorf hypothese bepaalt taal ons denken. In feite lijkt er een soort universele 'denktaal' te bestaan, de 'language of thought'.
Volgens de Sapir-Whorf hypothese bepaalt taal ons denken. In feite lijkt er een soort universele 'denktaal' te bestaan, de 'language of thought'.

Language of thought
Volgens de LOT (‘language of thought’) hypothese hebben onze gedachten een taalachtige structuur die onafhankelijk is van de natuurlijke taal. Volgens de LOT hypothese verklaart deze van nature aanwezige ‘gedachtentaal’ waarom er zich  überhaupt natuurlijke talen konden ontwikkelen.  Tegenovergesteld aan de Sapir-Whorf hypothese dus, die stelt dat onze taal onze manier van denken bepaalt en al helemaal contrair aan de hypothese dat onze gedachten helemaal geen ’talig’ karakter hebben.

Hoe meer natuurlijke taal op computational logic lijkt, hoe duidelijker
Uit onderzoek blijkt dat hoe meer natuurlijke taal een logische structuur volgt, hoe duidelijker deze te begrijpen is. Boodschappen die bedoeld zijn voor noodsituaties hebben dan ook vaak zeer veel weg van een in natuurlijke taal verwoord computerprogramma.

Neem deze tekst uit de Londense metro, die vrij eenvoudig om is te zetten in een object-georiënteerd computerprogramma:

 Press the alarm signal button to alert the driver.

The driver will stop if any part of the train is in a station.

If not, the train will continue to the next station, where help can more easily be given.

There is a £50 penalty for improper use.

Ook in goed opgestelde juridische documenten en ambtenarenjargon is deze computational logic terug te vinden.

Default reasoning
In het dagelijkse taalgebruik komt het vaak voor dat een algemene bewering wordt gedaan, waar vervolgens uitzonderingsbepalingen op worden gegeven. Kortom: er wordt uitgegaan van een defaultsituatie. AI-onderzoekers noemen dit default reasoning.

Voorbeeld:
Als Jan honger heeft zal Jan eten.
Jan heeft honger.

De Booleaans-logische conclusie is: Jan zal eten. Maar wat als de volgende bewering is:
Als Jan geen voedsel heeft, zal Jan niet eten?

Logisch gezien is dit een paradox. Immers het axioma: als Jan honger heeft (en Jan heeft honger) dan zal Jan eten is in strijd met het tweede axioma: Als Jan geen voedsel heeft zal Jan niet eten. Een Booleaans logicus (of een computer die deze logica volgt) snapt er nu niets meer van.

In het dagelijks leven is dit echter geen probleem. Iemand die deze drie beweringen hoort trekt achtereenvolgens de conclusie: Jan gaat eten en daarna: Jan gaat niet eten, want er is geen voedsel.

Kortom: eigenlijk denken wij mensen best wel logisch.

Lees ook:
Kunnen machines denken?
Taal, waarneming en de perceptie van de wereld

Meer info:
Robert Kowalski, Computational Logic and Human Thinking: How to be Artificially Intelligent (boek/PDF),2010

 

2 gedachten over “Hebben gedachten hun eigen taal?”

  1. Sja, ik moet ooit nog een keer mijn eigen standpunt formuleren omtrent de vraag of denken talig is of niet. Ik heb het vermoeden dat er een taal-onafhankelijk niveau bestaat waarop wij wel kunnen denken. Waarschijnlijk zullen wij nooit op dat niveau kunnen communiceren (dat zou wel handig zijn!)

    De reden dat ik dat vermoeden heb, is doorat we tip-of-the-tongue momenten kunnen hebben: die momenten waarop we een woord zoeken en precies weten wat het uit moet drukken, maar het niet in taal kunnen omzetten. Onze intenties lijken niet-talig.

    Zie overigens voor een uitgebreider overzicht van de discussie over of machines ooit daadwerkelijk kunnen denken dit artikel. Een ander artikel over de relatie tussen taal en hoe we naar de wereld kijken kun je hier vinden.

Laat een reactie achter