Steeds meer taken kunnen door AI worden overgenomen en persoonlijk maak ik daar al volop gebruik van. Berehandig, bijvoorbeeld, als je onderzoek wilt doen voor een artikel, of aan de copyrightmaffia wilt ontsnappen – de niet-aflatende zoektocht naar beeldmateriaal voor artikelen kostte vaak meer tijd dan het schrijven van het artikel zelf. Dankzij modellen als Midjourney, Dall-E en Grok is dat tegenwoordig vooral het schrijven van een goede prompt.

Einde van werk betekent in VS val in de armoede
Maar dit is nog maar het begin van een proces, waarbij uiteindelijk vrijwel alle taken van mensen overgenomen zullen worden door niet-menselijke entiteiten. De eerste bedrijven waarin AI bijvoorbeeld de taken van een compleet callcenter overneemt, bestaan al.
In een land met een wrak sociaal vangnet, zoals de VS, betekent dat slecht nieuws. Als je daar werkloos wordt, is het na een korte periode van zes maanden ook echt definitief voorbij, en moet je in je auto slapen en rondkomen van je spaargeld en 300 dollar aan voedselbonnen per maand, als er geen miserabel slecht betaald baantje als bordenwasser of schoonmaker is. Want iets als een minimumloon, dat is er in de VS in de meeste staten niet. Kortom: iets als een universeel basisinkomen is dan, zeker in de VS, een bittere noodzaak.
De onderstaande presentatie, ingesproken door een AI avatar, beschrijft de vermoedelijke gevolgen van het verdwijnen van arbeid vanuit een Amerikaans perspectief.
De video schetst een speculatieve routekaart voor de overgang van de mensheid naar een door AI gedreven toekomst tegen 2035, verdeeld in drie fasen:
Vroege Ontwrichting (2024-2026)
Systemische Aanpassing (2027-2030) en
Nieuw Economisch Kader (2031-2035).
McCoy, die zichzelf een “rationeel optimist” noemt, voorspelt een wereld waarin AI alle banen overneemt—te beginnen met creatieve en administratieve functies in 2025. Uiteindelijk zal dit volgens haar leiden tot een universeel basisinkomen (UBI), gedecentraliseerd eigendom en een herzien onderwijssysteem.
Kritiek
Het is een utopische visie, met een erkenning van de “rommelige overgang,” maar de uitvoering voelt meer als een kunstzinnige presentatie dan als een diepgaande analyse. Namelijk: wie gaat het levensonderhoud van miljarden mensen voor wie er straks geen werk meer is, betalen? Dat zal dan de overheid of een ander collectief moeten zijn. Hier in Europa is dat vangnet er al. In principe kan een linkse regering de belastingen op kapitaal verhogen, zodat ook na de transitie, mensen kunnen blijven leven. In de VS vindt men dit soort ideeën eng, zeker onder Republikeinen. Dat klinkt als communisme.
Het model dat McCoy voor de Amerikaanse situatie voorstelt, is in feite een netwerksamenleving. Hulpbronnen als grondstoffen,. land, energie en aandacht zullen worden getokeniseerd – in pakketjes worden onderverdeeld. Op dit moment hebben alle waardevolle dingen al een eigenaar. Die eigenaars zullen in de meeste gevallen niet vrijwillig een deel van hun eigendom afstaan. Overheidsdwang, bijvoorbeeld een hogere belasting, is hiermee onvermijdelijk.
Juiste diagnose, wat oppervlakkige invulling
De kracht van de video ligt in de urgentie die McCoy uitstraalt. Ze identificeert terecht de directe impact van AI—het verlies van banen is immers al begonnen—en de sociaaleconomische druk op mensen die afhankelijk zijn van een maandelijks salaris. Haar gefaseerde aanpak maakt de boodschap overzichtelijk, en haar “zeven belangrijkste inzichten” (zoals het belang van meerdere inkomstenbronnen en gemeenschapsvorming) klinken op papier praktisch. Toch schiet de analyse tekort onder kritische beschouwing.
Haar bewering dat “alle administratieve banen” tegen 2025 zouden verdwijnen is overdreven en wordt niet onderbouwd met data. Haar luchtige afwijzing van socialistische kritiek—”dit gaat niet over overheidscontrole”—negeert de echte politieke obstakels die deze ideeën tegenkomen, vooral in gepolariseerde samenlevingen. Ook is niet iedereen in staat tot het produceren van een dergelijke aanvullende inkomstenbron – ook die kunnen en zullen immers geautomatiseerd worden.
Daarnaast is haar waarschuwing voor een zingevingscrisis intrigerend, maar oppervlakkig uitgewerkt. McCoy schakelt snel over naar een rooskleurige toekomst van vrijwillige bijdragen en creativiteit, zonder in te gaan op de diepere identiteitscrisis die miljoenen mensen zullen ervaren. Haar oplossingen—zoals gemeenschapsinvesteringsfondsen en micro-investeringen—klinken innovatief, maar missen concrete details over uitvoerbaarheid en effectiviteit.
Waarschijnlijk heeft ze die details wel degelijk, maar is de bedoeling dat je die informatie bij haar bedrijf inkoopt.

En als we het AI vragen?
Grok ‘denkt’ hier in grote lijnen hetzelfde over als Elon Musk zelf: niet zozeer het vervangen van mensen, maar werknemers samen laten werken met AI, waardoor zowel de sterke kanten van AI als die van mensen optimaal benut worden, en het geleidelijk laten toenemen van belastingen op AI om het sociale zekerheidsstelsel te kunnen betalen. Toch een basisinkomen, dus.
Is dat haalbaar?
Dit laatste klinkt utopischer dan het is. Als we uit gaan van first principles, hebben we in feite alles al om iedere aardbewoner een menswaardig bestaan te geven, en wel meer dan dat. We gebruiken maar een duizendste van alle energie die de zon uitstraalt en die op aarde valt. En dat is maar een minuscuul (een halfmiljardste) deel van alle energie die de zon in totaal uitzendt.
Atomen slijten niet en zijn dus eindeloos herbruikbaar. Als we elke aardbewoner een landgoed van 50 x 50 meter zouden geven, hebben we maar een achtste van de landoppervlakte nodig. De meeste mensen wonen overigens liever bij elkaar in bijvoorbeeld een gezellig compacte middeleeuwse Italiaanse stad of een stadsappartement. En dan is er nog de zee, twee keer zo groot als de wereldlandoppervlakte. Om maar niet te spreken over de enorme mogelijkheden van virtuele werelden. Kortom: het zal in een post-schaarste economie niet erg veel kosten om elk mens ter wereld een menswaardig leven te geven.