Ko

later meer

Zorgen keurmerken voor een positieve ontwikkeling?

Sinds bio-ethicus Peter Singer in 1975 in het boek ‘Animal Liberation’ betoogde dat mensen de belangen van dieren ook serieus moesten nemen omdat dieren ook in staat zijn pijn te lijden, zijn mensen zich steeds meer bewust geworden van het belang van dierenwelzijn. In eerste instantie vormde dit boek vooral de basis voor vele nieuwe actiegroepen voor de belangen van dieren, en vandaag de dag is de bewustwording terug te vinden binnen de commerciële wereld in de vorm van keurmerken.

Het Beter Leven kenmerk. Bron: Dierenbescherming

Een keurmerk is een duidelijk aanwezig kwaliteitsoordeel van een product, dat als het geaccrediteerd is door een onafhankelijke organisatie wordt uitgegeven. Het is vooral in het leven geroepen om mensen meer bewust te maken van wat voor producten ze precies kopen en wat de gevolgen daarvan zijn op – in het geval van dierlijke producten – het welzijn van dieren. Omdat vlees in de schappen niet gezien wordt als een dier dat ooit morele belangen had, maar eerder als een object dat zo efficiënt mogelijk geproduceerd moet worden, behandelen veehouderijen de dieren ook als dusdanig [1]. Om dit tegen te gaan is de Dierenbescherming met het Beter Leven kenmerk gekomen.

Het Beter Leven kenmerk, wat ook een keurmerk is, komt met een sterrensysteem. Hoe diervriendelijker de dieren behandeld worden, hoe meer sterren een product krijgt. Zodoende weet de consument wat hij koopt en worden veehouders gestimuleerd beter voor de dieren te zorgen. Een nobel streven, maar of dit doel met deze en andere keurmerken genoeg wordt bevorderd, is nog maar de vraag. Vergelijk het diervriendelijker worden van vlees bijvoorbeeld met het zuiniger worden van auto’s. Per gereden kilometer is de CO2-uitstoot verminderd, maar dit betekent niet dat er helemaal geen CO2-uitstoot meer is. Toch denken mensen vaak zo en worden er meer kilometers gemaakt waardoor de totale CO2-uitstoot nog steeds toeneemt.

Zou het zo ook met de diervriendelijkheid van vlees gaan? Deze vraag kan ik niet beantwoorden, maar met het plakken van een keurmerk op een product zijn we er in ieder geval nog niet. Op de site van de Dierenbescherming is dan ook te lezen: “Het liefst zien we de vee-industrie geheel verdwijnen. We zouden iedereen graag overtuigen om vandaag nog vegetariër te worden.” Maar als de vergelijking met CO2-uitstoot klopt, snijden ze zichzelf in de vingers met het Beter Leven kernmerk. Mensen zijn zich bewust van dierenwelzijn, maar zijn zich er ook van bewust dat ze hun steentje er al aan bijdragen. En als ze hun steentje er al aan hebben bijgedragen, waarom nog meer moeite doen? Mensen die zich bewust zijn van hun positieve bijdrage, zijn misschien nog wel moeilijker over te halen actief te handelen dan mensen die nog helemaal niet bewust handelen. Het doel van de Dierenbescherming de vee-industrie zoveel mogelijk te laten verdwijnen, komt hiermee verder weg te liggen.

Misschien is er niks om zorgen over te maken. Het Beter Leven kenmerk heeft al veel bereikt en zal door de inzet van de Dierenbescherming nog meer bereiken. In steeds meer supermarkten en op steeds meer verpakkingen is het keurmerk te vinden, en sommige supermarkten verkopen zelfs bepaalde vleessoorten niet meer zonder het keurmerk. De Dierenbescherming heeft hiermee, naar eigen zeggen, al miljoenen dieren een beter leven gegeven. Zou het Beter Leven kenmerk voldoende zijn om álle dieren een beter leven te geven? Om dat te bereiken is het misschien beter een verplicht anti-keurmerk in te voeren; een duidelijk te herkennen oordeel waar consumenten uit kunnen opmaken dat er voor het product dat ze op het punt staan te kopen veel dieren leed zijn toegedaan. VLEES ETEN IS DODELIJK – voor de dieren.

 

Bron:

[1] Degrazia, D., 2002. Animal Rights: A Very Short Introduction. Oxford University Press, Oxford. p. 71.

[2] Info over het Beter Leven Kenmerk via: http://beterleven.dierenbescherming.nl/

Diervriendelijker produceren niet altijd duurder

Veel mensen denken dat beter welzijn voor landbouwdieren altijd leidt tot hogere kosten. Peter Stevenson, Chief Policy Advisor van Compassion in World Farming, bestudeerde veel recent onderzoek hiernaar en concludeerde dat de veronderstelling dat meer welzijn meer geld kost vaak niet waar is.

Uit gegevens van de eierindustrie blijkt dat de productie van een scharrelei maar iets meer dan 2 cent duurder is dan een kooi-ei en dat het houden van zeugen in groepen, in plaats van in ligboxen, maar 2 cent toevoegt aan de productiekosten van een kilo varkensvlees.

In de reguliere sector worden de 4 weken oude zeugen verplaatst naar biggenkamers, waar ze 10 weken blijven voordat ze overgebracht worden naar de meststallen. Bron: achtergeslotendeuren.org

Bovendien blijkt dat veehouderij met hogere welzijnsnormen in sommige gevallen economische voordelen oplevert. In systemen met meer dierenwelzijn zijn dieren vaak gezonder, waardoor de kosten voor de dierenarts en de sterftecijfers lager uitvallen. Het verstrekken van stro en extra ruimte voor mestvarkens kan leiden tot betere groei en een betere voederconversie.

Hoogproductieve melkkoeien lijden aan een reeks van pijnlijke gezondheidsproblemen zoals kreupelheid en mastitis. Cijfers laten zien dat gezondere koeien met een lagere melkgift, maar met een langer productief leven, hogere netto marges kunnen leveren voor de boeren, als gevolg van lagere vervangingskosten en hogere prijzen voor de kalveren en de afgedankte koeien.

Peters nieuwe rapport ‘Reviewing the costs: The economics of moving to higher welfare farming’ is gebaseerd op gepubliceerde economische gegevens en zet grote vraagtekens bij de aanname dat beter dierenwelzijn altijd financieel nadelig is.

Peter zegt hierover: “In de laatste 20 jaar is zeer veel wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd naar het gedrag van van landbouwdieren en naar fysiologie en gezondheid. Er is echter veel minder aandacht besteed aan de economische gevolgen van de overgang naar een hoger dierenwelzijn. Mijn rapport bundelt de beschikbare gegevens en laat zien dat in sommige gevallen beter welzijn de productiekosten op het bedrijf nauwelijks verhoogt en dat in andere gevallen een beter welzijn daadwerkelijk economisch voordelig kan zijn.”

Bron: Compassion in World Farming

Lees het complete rapport hier.

Virtuele dierentuin creëert optimale omgeving voor herstel van stress

Stress is niet goed voor onze fysieke en geestelijke gezondheid. Met behulp van virtual reality onderzocht psychologe Roos Pals hoe mensen optimaal van stress kunnen herstellen. De samenhang van de omgeving blijkt hierbij van groot belang. 

Pals deed haar onderzoek in opdracht van Dierenpark Emmen. Met de plannen voor nieuwbouw wil het park zoveel mogelijk kennis verzamelen over de juiste aanpak en inrichting hiervan. Pals: ‘De omgeving blijkt van grote invloed op het welbevinden van mensen. Ik heb daarom vanuit de omgevingspsychologie onderzocht welke aspecten ervoor zorgen dat mensen zich prettig voelen in een omgeving.’ Uit eerder onderzoek bleek al dat mensen in een natuurlijke omgeving beter kunnen herstellen van vermoeidheid dan in een stedelijke omgeving. Aan de hand van deze gegevens breidde Pals haar onderzoek uit naar een virtuele wereld.

Virtuele vlindertuin

Delen van het (toekomstige) dierenpark werden nagebouwd in virtual reality. Zoals een vlindertuin en een wandelroute langs olifanten en ringstaartmaki’s. Pals: ‘Als je een heel gecontroleerde omgeving hebt kun je ook heel systematisch dingen veranderen. In een echte omgeving heb je veel minder controle over de omstandigheden. Daarbij is het erg kostbaar om bijvoorbeeld alle bankjes aan te passen en vervolgens te onderzoeken welke invloed dit heeft op de bezoekers. Virual reality is dan ook een ideaal hulpmiddel.’

Onderzoek in virtuele omgevingen levert vergelijkbare resultaten op als onderzoek in echte omgevingen. ‘Mensen die een wandeling maakten door de virtuele vlindertuin, herstelden significant beter van stress dan mensen die een wandeling maakten door een virtuele stadswijk. Net als in een echte omgeving. Een ontzettend waardevolle bevinding,’ aldus Pals. Zowel voor onderzoekers als ontwerpers. ‘Als je een bepaald ontwerp laat uitvoeren in virtual reality kun je de beleving van mensen testen, voor je tot bouwen over gaat.’

Invloed van objecten

Publieksfavoriet Knut zou in een virtuele wereld ook weer nieuw leven in kunnen worden geblazen. Bron foto: Wikipedia.

‘In een natuurlijke omgeving heerst vanzelf een soort harmonie’, aldus Pals. ‘Ik wilde zien welke invloed het plaatsen van objecten als bankjes en hekken heeft op de samenhang en daarmee de beleving van mensen.’ Uit eerder onderzoek blijkt namelijk dat er een verband is tussen aantrekkelijkheid, ervaren van plezier en herstel en omgevingskenmerken (fascinatie, nieuwigheid, ontsnappen, samenhang en compatibiliteit).

Pals testte drie typen meubilair in de virtuele wandelroute: bankjes, hekken en prullenbakken. Twee bankjes werden uitgetest: een strak vormgegeven moderne bank en een ‘natuurlijk’ exemplaar. De bankjes scoorden vergelijkbaar op aantrekkelijkheid in een vooronderzoek. In het park harmonieerden de moderne bankjes echter niet met de omgeving. Dit bleek een negatieve invloed te hebben op hoe samenhangend de omgeving wordt gevonden. ‘En dat had weer invloed op hoe aantrekkelijk de omgeving werd gevonden, hoeveel plezier men ervoer in de omgeving en hoe goed men kon herstellen van stress in de omgeving’, aldus Pals.

Praktische toepasbaarheid

Ook voor de ontwerpers van het dierenpark zijn de bevindingen van Pals van groot belang. ‘Het sterkt ze in veel van de ideeën die ze al hadden. Een onderhoudsvriendelijk bankje is belangrijk, maar het moet ook passen bij de omgeving. Wat je vaak merkt in parken en musea is dat je na verloop van tijd ontzettend moe bent. Hoe meer samenhang er is in de omgeving, hoe beter mensen tot rust komen. Bij alles dat je in de omgeving plaatst, moet je je afvragen of het past bij de omgeving en of deze daarna nog steeds harmonieus is.’

Pals promoveert maandag 9 januari a.s. aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Bron: Rijksuniversiteit Groningen

Zie ook:
De toekomst van vakantie
De toekomst van de bioscoop

Doorbraak in zoeken door ‘onleesbare’ teksten

Onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen hebben een techniek ontwikkeld om snel relevante informatie te filteren. Het gaat dan om lappen tekst die helemaal niet geschreven zijn om van a tot z te lezen. Dankzij de nieuwe methode kunnen nu ook nauwelijks gestructureerde teksten, losse notities en intern bedoelde documenten worden gescand. De bedenker van deze vorm van kunstmatige intelligentie is Ashwin Ittoo. Hij verwacht dat de algoritmen die hij heeft ontwikkeld zeer breed toepasbaar zijn, tot zoekmachines als Google aan toe.

Voor een computer is het vinden van woordjes of combinaties daarvan in grote hoeveelheden tekst heel eenvoudig. Maar om een computer een tekst te laten begrijpen en er een conclusie uit te laten destilleren, is een techniek die nog sterk in ontwikkeling is. Dat vereist zogeheten ‘Natural Language Processing’ (NLP), een zijtak van kunstmatige intelligentie. Zo was het heel bijzonder toen de Watson-supercomputer van IBM een klein jaar geleden in staat bleek quizvragen beter te begrijpen en te beantwoorden dan de mens.

Kladjes

Het zal nog wel even duren voordat deze brief van David Livingstone goed door computers te lezen is, maar de eerste stappen zijn gezet.

Niet geheel toevallig werkte informaticus Ittoo aan vergelijkbare technieken als het Watson-project, want NLP vormde daarvoor de grondslag. Zijn algoritmes ontsluiten echter een enorme hoeveelheid extra informatie. Het was al mogelijk een computer goed leesbare teksten, zoals nieuwsberichten en wetenschappelijke artikelen, te laten begrijpen en er relevante informatie aan te onttrekken. Maar deze tekstanalyse kan nu ook worden toegepast op in telegramstijl geschreven informele kladjes, vol spel- en grammatica-fouten, zoals klachtenformulieren van klanten of interne memo’s. Ittoo testte en ontwikkelde zijn zoek-algoritmes onder meer bij Philips Health Care en Bang&Olufsen. Beide bedrijven gebruiken inmiddels prototypes van zijn zoektechniek om hun bedrijfsinformatie, bijvoorbeeld over klanttevredenheid, te verfijnen.

Terrorismebestrijding

Hoewel de techniek is ontwikkeld bij bedrijven in consumenten-elektronica, is deze veel breder toepasbaar, onder meer in medische dossiers, in financiële documenten, in terrorismebestrijding en in zoekmachines. Ittoo stelt vast dat zoeken via Google vaak zeer veel resultaten oplevert, waardoor de behoefte bestaat die trefzeker te kunnen filteren. Hij verwacht dat zijn algoritmes daarbij behulpzaam zijn. De verfijning van de bestaande NLP-technieken is niet alleen een wetenschappelijke stap voorwaarts, maar ook een commercieel interessante vinding. Alleen al in de Verenigde Staten wordt de markt voor dit soort tekst-analyse geschat op $ 835 mln. En het aantal gebruikers van de benodigde software steeg in 2010 met 25%. Daarom streeft Ittoo naar spoedige commerciële toepassing van zijn algoritmes. Die zijn nu specifiek voor de Engelse taal ontwikkeld, maar ze zijn toepasbaar voor elke taal, als daar maar een goed model voor bestaat.

Ittoo promoveert vandaag, 5 januari 2012, aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde.

Bron: Rijksuniversiteit Groningen

Hersenonderzoek voorspelt juiste behandeling bij ADHD en depressie

Antidepressiva voor mensen met een depressie en ritalin voor ADHD-patiënten; het zijn de geijkte medicinale behandelingen bij dergelijke aandoeningen. Maar de medicijnen blijken lang niet altijd even effectief voor alle patiënten. Promovendus Martijn Arns deed onderzoek naar het voorspellen van de juiste behandelmethode bij depressie en ADHD. Volgens hem biedt EEG-onderzoek uitkomst: “In de toekomst zou de patiënt, na een eenvoudig EEG-onderzoek, een gepersonaliseerde behandeling kunnen ondergaan.” Arns promoveert vandaag, 23 december, aan de Universiteit Utrecht.

Behandelingen in de psychiatrie worden veelal vastgesteld op basis van het gedrag van de patiënt. Wanneer bij een patiënt bijvoorbeeld hyperactiviteit en aandachtsproblemen wordt waargenomen, volgt de diagnose ADHD, waarna de patiënt het medicijn ritalin krijgt voorgeschreven. De medicijnen blijken echter lang niet altijd het gewenste effect te hebben. Volgens promovendus Arns is dat weinig verwonderlijk: “Zowel depressie als ADHD kent verschillende subtypen. Bij de ene variant werken medicijnen wel, bij de andere niet.”

Elektroden op het hoofd

Bron foto: Wikipedia

Om te zien of een behandelmethode kans van slagen heeft, onderwierp Arns zijn patiënten aan een EEG. Bij een EEG krijgt de patiënt elektroden op het hoofd geplaatst zodat de hersenactiviteit gemeten kan worden. Na dit EEG kregen de patiënten een van de volgende drie behandelingen voorgeschreven: een behandeling met medicatie, met magnetische hersenstimulatie (rTMS) bij depressie of met neurofeedback bij ADHD. Na de behandeling bekeek Arns of er verbetering was opgetreden bij de patiënt en of er een relatie was tussen het succes van de behandelmethode en het EEG voorafgaande aan de behandeling.

Ritalin positief voor slechts één subgroep
Arns schrijft in zijn proefschrift dat hij drie subgroepen ADHD-patiënten heeft weten te onderscheiden. Een van die subgoepen kenmerkt zich door juist goed te reageren op het medicijn ritalin. “Deze groep vertoonde in het EEG bijvoorbeeld een verhoogde theta-activiteit: een activiteit die geassocieerd wordt met een verlaagd alertheidsniveau en een verminderde volgehouden aandacht.” Bij depressie bleek deze verhoogde theta-activiteit juist samen te hangen met het niet reageren op antidepressiva en rTMS. Mogelijk dat deze subgroep van patiënten beter reageert op bijvoorbeeld ritalin. Een andere belangrijke maat, de zogenoemde trage alfa piek-frequentie, bleek een voorspeller voor het algeheel niet reageren op behandelingen bij zowel ADHD als depressie. “Toekomstig onderzoek moet zich dus richten op het ontwikkelen van nieuwe behandelingen voor deze substantiële subgroep”, stelt Arns.

Hersenactiviteit in plaats van gedrag
In zijn proefschrift pleit de Utrechtse onderzoeker voor meer gebruik van gepersonaliseerde behandelingen binnen de psychiatrie. Daarbij moet niet langer het gedrag als uitgangspunt worden genomen om tot een diagnose en dus tot een behandeling te komen, maar de gemeten hersenactiviteit. “Een eenvoudig EEG-onderzoek zou in dezen een welkom instrument voor de psychiater zijn.”

 

Bron: Universiteit Utrecht

‘Vertel geliefden deze kerst dat ze te veel overgewicht hebben’

Voor velen is Kerstmis een tijd van gezelligheid en jezelf verwennen met lekker en veel eten. Gezondheid experts geloven dat dit de perfecte tijd is om geliefden te vertellen dat ze te zwaar zijn.

Bron foto: Wikipedia

Overgewicht – met name rond de taille – verhoogt het risico op diabetes, hart- en vaatziekten en beroerte. Uit onderzoek blijkt dat veel mensen zich er voor schamen en een gesprek hierover uit de weg gaan. Het onderzoek, wat onder meer dan 2.000 mensen werd gedaan, concludeerde dat 42% van 18 tot 24-jarigen niets tegen een geliefde zou zeggen als deze gewicht moest verliezen, omdat ze bang zijn de ander te kwetsen. Voor mensen tussen 25 en 44 jaar was dit iets meer dan een derde, terwijl het voor oudere mensen ongeveer een op de vier was.

Het Nationale Obesitas Forum en de Internationale Leerstoel Cardiometabolisch Risico benadrukken dat het belangrijk is op tijd mogelijk overgewicht te signaleren vanwege de gezondheidsrisico’s. Nu vrienden en familie rond de feestdagen bij elkaar komen, is dit volgens hen een kans die niet mag worden gemist.

 

Overgewicht rond de taille

  • Sinds afgelopen jaren zijn gezondheidsdeskundigen in toenemende mate begonnen te praten over wat bekend staat als abdominale obesitas; vet rond de buik/taille.
  • Het wordt aanbevolen dat mannen geen grotere omvang hebben dan 94cm en vrouwen 80cm.
  • Vet rond de taille is gerelateerd aan de afgifte van eiwitten en hormonen die invloed hebben op hoe het lichaam suikers en vetten afbreekt.

 

Prof. David Haslam, voorzitter van het Nationale Obesitas Forum, zegt: “Iemand de suggestie doen dat ze wel wat kilootjes kwijt mag raken zal geen comfortabele conversatie tot gevolg hebben. Maar als het om iemand gaat die je goed kent en zolang je het maar met enig respect brengt, kan het bespreken van een dergelijke kwestie op langere termijn helpen ernstige gezondheidsrisico’s te voorkomen en zelfs levens redden.”

Dr. Jean Pierre Despres, wetenschappelijk directeur van de Internationale Leerstoel Cardiometabolisch Risico, is het hiermee eens. “Begin met iemand die dicht bij je staat te stimuleren om eenvoudige veranderingen aan te brengen in de levensstijl, zoals actiever worden, kleine aanpassingen maken in hun eetgewoonten en het vervangen van suikerhoudende dranken door water.”

 

Bron:
BBC

Stamcellen in hersenen parkinson patiënten nog steeds functioneel

In de hersenen van mensen met de ziekte van Parkinson zijn nog wel degelijk stamcellen aanwezig. Deze zijn bovendien in staat uit te groeien tot verschillende soorten hersencellen. Tot deze conclusie komen onderzoekers van het Nederlands Instituut voor Neurowetenschappen van de KNAW, VUmc en de universiteit van Milaan op basis van een uitgebreide studie van hersenweefsel, verzameld door de Nederlandse Hersenbank.

De bevindingen die vorige maand werden gepubliceerd in het Britse vaktijdschrift Brain, staan haaks op de eerdere aanname dat neurale stamcellen bij Parkinson patiënten afsterven door gebrek aan de boodschapperstof dopamine. Omdat lichaamseigen stamcellen in de toekomst mogelijk kunnen worden aangezet tot reparatie van het aangedane hersengebied, biedt dit perspectief voor de behandeling van Parkinson patiënten.

Een hersencoupe van een 85-jarige man. De groene cellen met een roze kern zijn de stamcellen. Foto: Simone van den Berge

In hersenen van Parkinson patiënten zijn zenuwcellen afgestorven die de boodschapperstof dopamine maken.  Hierdoor krijgt het striatum – een belangrijk gebied voor het aansturen van onbewust verlopende, aangeleerde bewegingen – geen dopamine meer, wat leidt tot de voor Parkinson karakteristieke bewegingsstoornissen. Het striatum ligt naast de subventriculaire zone: een hersengebied waarvan onlangs is vastgesteld dat het neurale stamcellen bevat. Eerdere studies leken aan te tonen dat neurale stamcellen bij Parkinson patiënten grotendeels verloren gaan door dopaminegebrek. Daarmee leek de weg afgesloten naar een mogelijke therapie waarbij eigen stamcellen zich vormen tot nieuwe dopamine-producerende zenuwcellen.

Haaks op de eerdere bevindingen heeft promotieonderzoek van neurobiologe Simone van den Berge nu aangetoond dat er wèl stamcellen aanwezig zijn in de subventriculaire zone in de hersenen van Parkinson patiënten. Deze cellen zijn ook  in staat om uit te groeien tot de verschillende soorten hersencellen waaruit ons brein bestaat.
De onderzoekers komen tot deze conclusie op basis van uitgebreid onderzoek van het betreffende hersengebied bij tien Parkinson patiënten en tien controlepersonen, die hun hersenen na hun overlijden voor onderzoek doneerden aan de Nederlandse Hersenbank.

De in Brain gepubliceerde onderzoeksresultaten betekenen een belangrijke doorbraak in de zoektocht naar mogelijke behandelingen voor de ziekte van Parkinson.  De aandacht kan nu worden  gericht op reparatie van het aangedane brein met behulp van lichaamseigen stamcellen van patiënten. Dit lijkt een goed alternatief voor kostbare en risicovolle stamceltransplantaties.

 

Bron: KNAW

‘Nederland heeft weinig aandacht voor mensenrechten’

Nederland heeft altijd de mond vol van mensenrechten, maar de hand in eigen boezem steken is niet gebruikelijk. Als er kritiek komt op Nederland zelf, dan willen we dat niet weten. Dat constateert Barbara Oomen in haar oratie die ze vorige week vrijdag in de Middelburgse burgerzaal uitsprak.

 

In haar oratie is Oomen kritisch op Nederland. “In Nederland is er verbluffend weinig aandacht voor mensenrechten.” En dat terwijl Nederland zelf het idee heeft dat ze heel goed bezig is op het gebied van de mensenrechten. Het is een belangrijk onderwerp in het contact met andere landen. Maar op tal van punten blijkt dat de Nederlandse overheid zich niet houdt aan internationale verdragen. Nederland wordt regelmatig op de vingers getikt door internationale organisaties, zoals Amnesty of de VN-Comités die toezien op de naleving van verdragen. In haar oratie noemt ze een onderzoek van de VN naar de Nederlandse situatie. Op tal van punten scoort Nederland volgens dat rapport uit 2008 goed, maar ook op tal van punten slecht. Dit rapport is volgens haar niet eens in het parlement besproken.

 

Barbara Oomen. Bron afbeelding: 4en5mei.nl

Oomen: “Dit komt omdat in Nederland verdragen, eenmaal geratificeerd, automatisch een plaats hebben in de rechtsorde. Zij hoeven niet met een wet te worden omgezet, en het parlement kan zelfs de meest vergaande verdragen stilzwijgend goedkeuren.” Als uit een internationaal verdrag blijkt dat Nederland rechten schendt van bijvoorbeeld kinderen van uitgeprocedeerde asielzoekers, dan wordt in Nederland wel geargumenteerd dat ‘het parlement het zo (democratisch) heeft afgesproken’. In andere landen kunnen rechters de politici daarnaast terechtwijzen omdat ze verdragen schenden. In Nederland kan dat ook, maar daar houden we niet van. We vrezen al snel een claimcultuur.”

 Drie voorbeelden

Zelf noemt Oomen drie voorbeelden waar Nederland het laat liggen. Het eerste is huiselijk geweld. In internationale verdragen staat dat de overheid verantwoordelijkheid moet dragen voor preventie van huiselijk geweld. Ook zou het openbaar ministerie een dader moeten aanklagen, zelfs wanneer bij een constatering blijkt dat de vrouw geen aangifte durft te doen.

 

Als voorbeeld een recent geval uit Zierikzee. Een man zit in voorarrest voor seksueel misbruik van zijn dochter. Zijn vrouw klopt tevergeefs aan bij een Blijf van mijn lijf huis, waarschuwt de burgemeester en zegt in het regionale dagblad het ergste te vrezen als haar man op vrije voeten zou komen. Toch laat de rechter de man vrij voor verlof en wordt de vrouw hierover niet ingelicht. Achteraf blijkt dat hij in de cel probeerde een wapen te kopen. Tijdens het verlof vermoordt hij twee van zijn kinderen en probeert zijn vrouw om te brengen. De overheid heeft volgens Oomen in deze zaak zijn verantwoordelijkheid onvoldoende genomen. Ze had de vrouw op voorhand beter moeten beschermen.

 

Bij sommige verdragen ligt de formulering van de rechten genuanceerder. Zo zijn er internationale verdragen waarin staat dat toegang tot onderwijs of gezondheidszorg niet minder mag worden. Oomen: “Als je ziet wat deze regering voorstelt op het gebied van hoger onderwijs of gezondheidszorg, zou je kunnen beargumenteren dat het een verslechtering van de toegang tot deze voorzieningen is. In Engeland dient een vergelijkbare zaak over de bezuinigingen op het hoger onderwijs naar aanleiding van de enorme verhoging van de collegegelden. Ook in Nederland zijn de maatregelen van Zijlstra over de langstudeerders en in de gezondheidszorg rond het persoons gebonden budget voorbeelden van maatregelen die tegen de verdragen ingaan.”

 

Tenslotte is ook het mensenrechten onderwijs in Nederland minder goed geworden. Oomen: “Sinds staatsinrichting uit het geschiedenisvak is gehaald, krijgen de Nederlandse kinderen maar weinig informatie welke (internationale) organisaties er allemaal bestaan en wat ze doen op het gebied van mensenrechten. Je kunt dan denken aan informatie over de Verenigde Naties.” Een goed initiatief is volgens Oomen het idee van de Vreedzame school, waar basisscholen in Utrecht de kinderen betrekken bij het maken van omgangsregels en leren te bemiddelen bij conflicten.

 Positieve ontwikkeling

Een andere positieve ontwikkeling is dat sommige steden, zoals Utrecht, zich aanmelden als mensenrechtenstad. “Zij toetsen hun beleid aan de hand van internationale verdragen. Dat kan gaan over armoedebeleid, opvang van daklozen, de privacy rond cameratoezicht of het omgaan met homorechten. Zij werken daarin samen met andere steden. Het is mooi initiatief want een deel van de  mensenrechten kun je ook goed toepassen op lokaal niveau.”

 

Bron:
Ries Agterberg via DUB

Zie ook de oratie van Barbara Oomen

‘Uitslapen zit in de genen’

Studenten en andere langslapers hebben er weer een excuus bij: uit onderzoek is gebleken dat mensen die het ABCC9-gen hebben, dagelijks een half uur extra slaap nodig hebben. Dit concluderen onderzoekers van de University of Edinburgh. Zij bestudeerden meer dan 10.000 Europeanen. De deelnemers rapporteerden hoe lang ze sliepen op dagen dat ze niet per se vroeg op hoefden te staan. Ook lieten ze bloed afnemen voor DNA-analyse.

Bron plaatje: Wikipedia
Meer slaap
Degenen met het ABCC9-gen bleken meer slaap nodig te hebben dan het gemiddelde van acht uur per nacht. Deze bevinding komt overeen met onderzoek bij fruitvliegen. Fruitvliegen zonder het ABCC9-gen kunnen met drie uur slaap minder toe.

Familie
“Mensen slapen ongeveer een derde van hun leven. De neiging om korter of juist langer te slapen komt vaak in een familie voor. De hoeveelheid slaap die je nodig hebt heeft ook te maken met je leeftijd, het seizoen en je slaap-waak-ritme. Inzicht in de biologie van het slapen is belangrijk bij de ontrafeling van de gezondheidseffecten van slaap.”, zegt dr. Jim Wilson.

Bron: Gezondheidsnet.nl

Video: Flexibele en transparante tablets nabij

Afgelopen voorjaar kwam Samsung al op de proppen met de 22-inch Transparent BLU LCD TV; een tv waar je doorheen kunt kijken. Deze worden inmiddels ook al verkocht, al is het met name in de commerciële sector (voor advertenties e.d.).

Inmiddels wordt er natuurlijk hard doorgewerkt aan de gadgets van de toekomst.  Zo showt Samsung via een filmpje op internet een concepttablet die geheel bestaat uit een doorzichtig en buigbaar scherm. Hoewel dit verre toekomst lijkt, is de benodigde technologie in principe allemaal al aanwezig. Wie weet lopen we over een paar jaar allemaal wel met zo’n tablet papiertje in onze zak…

 

Bron: WebWereld