Ideeën

Middeleeuwers waren vaak bang dat ze van de platte aarde af zouden vallen. Nu weten we, een enkele Nigeriaanse islamiet daargelaten, beter.

Protowetenschap of pseudowetenschap?

Wetenschappers zijn, voorzichtig uitgedrukt, niet altijd even lief voor elkaar. Vooral als wetenschappelijke theorieën indruisen tegen wat gebruikelijk is in een bepaalde wetenschappelijke discipline leidt dat vaak tot vervelende gevolgen voor de “ketter”, denk aan ontslag, doodzwijgen of ruïnering van zijn of haar wetenschappelijke carrière.

Middeleeuwers waren vaak bang dat ze van de platte aarde af zouden vallen. Nu weten we, een enkele Nigeriaanse islamiet daargelaten, beter.
Middeleeuwers waren vaak bang dat ze van de platte aarde af zouden vallen. Nu weten we, een enkele Nigeriaanse islamiet daargelaten, beter.

Soms bleek achteraf gezien het afkraken van een grenswetenschapper terecht, denk aan de beruchte charlatan Lysenko.

In veel gevallen bleek de grenswetenschapper achteraf gelijk te hebben: een bekend voorbeeld is Alfred Wegener die vanwege zijn theorie van bewegende continenten werd verketterd door andere geologen, maar nu wordt gezien als de visionaire grondlegger van het moderne continentmodel.

Helaas beschikken we, een enkel medium wellicht daargelaten,  niet over bovennatuurlijke kennis of een tijdmachine.

Hoe maken we onderscheid tussen een fraudeur, een kwakzalver en een onbegrepen grenswetenschapper?

Protowetenschap of pseudowetenschap
Een protowetenschap is een voorloper van wat later een werkelijke wetenschap kan worden. Het kan zijn dat de fenomenen die een protowetenschap bestudeert, achteraf gezien een verklaring hebben die binnen een andere bestaande wetenschap past. In dat geval houdt de protowetenschap op te bestaan.

Het onderscheid tussen een protowetenschap en een echte wetenschap is voornamelijk sociologisch. Een echte wetenschap wordt algemeen erkend door collega’s uit andere wetenschappelijke disciplines. Een protowetenschap is nog volop in ontwikkeling, worstelt voor erkenning (en heel belangrijk voor wetenschappers: onderzoeksbudget en jonge onderzoekers) en kent nog geen formele structuur. Denk hierbij aan een eigen vakvereniging, vaktijdschriften, congressen, vakgroepen, hoogleraarschappen en dergelijke.

Uiteraard vindt iedere grenswetenschapper zich een protowetenschapper en zolang een grenswetenschapper zich aan de wetenschappelijke methode houdt, is hij dat ook. Wat hij ook bestudeert. Helaas zijn er ook veel charlatans die hun onderzoeksresultaten vervalsen of zelfs nauwelijks onderzoek doen dat aan wetenschappelijke principes voldoet. Dit soort mensen – Lysenko kwam al even voorbij en er waren/zijn er meer – zijn pseudowetenschappers.

De wetenschappelijke methode
Serieuze wetenschappers gaan volgens de wetenschappelijke methode te werk. Deze volgt altijd vier stappen.

  1. Waarnemen. Neem waar en probeer voor wat je waarneemt een met de bestaande wetenschappelijke kennis overeenkomende verklaring te vinden.
  2. Hypothese opstellen. Lukt dit niet, ontwikkel dan een testbare (falsificeerbare) hypothese.  Pseudowetenschappers ontwikkelen niet-testbare hypotheses.
  3. Testbare voorspelling doen aan de hand van je hypothese. Doe een via een experiment toetsbare voorspelling aan de hand van je nieuwe hypothese. Pseudowetenschappers doen doorgaans voorspellingen die altijd uitkomen.
  4. Probeer je voorspelling uit. Probeer in een experiment uit of de voorspelling uitkomt.Zo nee, dan kan je hypothese in deze vorm in de prullenbak. Even uithuilen en dan een betere testbare hypothese verzinnen: je bent weer een stapje dichter bij de waarheid gekomen. Pseudowetenschappers gaan nu door met knoeien met de meetopstelling tot ze de uitkomst hebben die hun theorie bevestigt.
  5. Zo ja, uiteraard de droom van iedere wetenschapper: verzin nieuwe voorspellingen om de hypothese nog beter te toetsen en te onderbouwen.

Hoe vaker voorspellingen uitkomen, hoe groter de kans dat je hypothese ook klopt. Eén foute voorspelling daarentegen die niet berust op een meetfout, experimentele fout of logische fout, betekent dat de hypothese in de huidige vorm alsnog de prullenbak in kan.

De hypothese kan misschien bijgeschaafd of moet zelfs radicaal vervangen. Tot die tijd kan je je als wetenschapper koesteren in de warme gloed van je eigen gelijk. Geniet er van, want zo vaak komt dat niet voor. Het komt vaker voor dat Moeder Natuur je af laat gaan, tenminste als je echt grenswetenschappelijk bezig bent in plaats van met het wetenschappelijke equivalent van postzegelverzamelen.

Enkele van Tesla's woestere ideeën inspireren nog steeds grenswetenschappers.
Enkele van Tesla's woestere ideeën inspireren nog steeds grenswetenschappers.

Nog meer kenmerken van protowetenschap versus pseudowetenschap
Uiteraard wil je als buitenstaander ook kunnen beoordelen of een grenswetenschap een proto- of pseudowetenschap is.

Hier een lijstje van kenmerken van pseudowetenschappen.

  1. Heeft het grenswetenschapsveld vooruitgang getoond? (in het geval van pseudowetenschappen: vaak niet)
  2. Gebruikt het grenswetenschapsveld technische woorden als “vibratie” of “energie” zonder de exacte betekenis hiervan te geven?
  3. Betekent het aanvaarden van een grenswetenschappelijke claim dat een experimenteel grondig onderbouwde natuurwet aan de kant moet worden geschoven?
  4. Geven populaire artikelen in het grenswetenschapsveld nauwelijks referenties?
  5. Is er alleen anekdotisch (en geen experimenteel) bewijs?
  6. Beweren de grenswetenschappers dat er dichtgetimmerde experimenten zijn uitgevoerd die de waarheid van de claim bewijzen en dat bedrog uitgesloten is? (dat kan een serieuze wetenschapper per definitie niet doen: experimenten kunnen alleen falsificeren)
  7. Zijn de uitkomsten van experimenten met succes herhaald door andere wetenschappers?
  8. Beweert de grenswetenschapper die de claim doet dat hij overmatig of oneerlijk wordt bekritiseerd?
  9. Wordt de grenswetenschap alleen gedoceerd aan niet- erkende instituten? (dit beslisargument is twijfelachtig)
  10. Zijn de beste teksten in het grenswetenschapsveld tientallen jaren oud?
  11. Noemt de grenswetenschapper criticasters onwetend of bekrompen?
  12. Gebruikt de grenswetenschapper vermeende expertise in andere vakgebieden om zijn claim te ondersteunen?
Mensenoffers zijn bij sommige gelovigen erg populair. Wat bezielt gelovigen tot dit soort absurd en wreed gedrag? Memetica geeft antwoord.

Het DNA van godsdienst

Waarom hebben de agressiefste, onverdraagzaamste godsdiensten met de bespottelijkste ideeën de meeste aanhangers en groeien deze het snelst?

Mensenoffers zijn bij sommige gelovigen erg populair. Wat bezielt gelovigen tot dit soort absurd en wreed gedrag? Memetica geeft antwoord.
Mensenoffers zijn bij sommige gelovigen erg populair. Wat bezielt gelovigen tot dit soort absurd en wreed gedrag? Memetica geeft antwoord.

Waarom zetten Jehova’s hun voet tussen je deur en worden islamieten vaak agressief als je iets onvriendelijks over hun geloof zegt?

Een vraagstuk waaraan de wetenschap tot nu toe zijn vingers niet durfde te branden. De protowetenschap van de memetica maakt daar een einde aan.

Radicale gelovigen zijn gewoonlijk toch al niet erg dol op de evolutietheorie, maar als ze dit lezen zullen ze waarschijnlijk helemaal door het lint gaan.

Genen
Memetica als protowetenschap werd geboren in het laatste hoofdstuk van het boek Het Zelfzuchtige Gen van de visionaire Engelse evolutionair bioloog Richard Dawkins.

Darwin legde zoals bekend de grondslag voor de evolutietheorie over de oorsprong der soorten, maar hij leverde geen mechanische verklaring voor het mechanisme waarop erfelijkheid berustte.

Volgens de erfelijkheidstheorie van Georg Mendel worden alle overerfbare eigenschappen door middel van genen overgedragen.

Chromosomen zijn bundels DNA, de dragers van genen. Ze komen altijd in tweetallen voor.
Chromosomen zijn bundels DNA, de dragers van genen. Ze komen altijd in tweetallen voor.

Genen komen in tweetallen voor. Nu weten we dat Mendels genen in werkelijkheid bestaan uit reeksen DNA die op hun beurt weer liggen op chromosomen. Chromosomen komen in paren voor: elk chromosoom draagt één kopie van een gen.

Memen: de genen van ideeën
Dawkins keek met een biologische bril naar de cultuur en ontdekte dingen die zich precies gedragen als virussen: ideeën.

Ideeën vermenigvuldigen zich (zoals dat irritante liedje van de radio dat in je hoofd blijft hangen), verdringen elkaar in ideeëndragers zoals boeken, websites of de breinen van mensen, muteren (als je oma’s overheerlijke, maar veel te vette pannenkoekenrecept aanpast aan je goede voornemen dit jaar af te vallen, bijvoorbeeld)  en kunnen uitsterven.

Hij noemde de elementaire bestanddelen van ideeën memen (enkelvoud: meme). Een voorbeeld van een meme: de manier waarop je de hoofdletter A schrijft of het bekende gebod uit de bijbel “Heb je medemens lief als jezelf en God boven alles”.

Memen kunnen ook in samenwerkende groepen voorkomen. Alle memen in dit artikel vormen bijvoorbeeld een groep, een memeplex. Bekende memeplexen zijn talen, godsdiensten, culturen en technieken. Zelfs onze geest tot op zekere hoogte. Dus wil je voortleven na de dood, schrijf dan een dagboek met al je ideeën en verplicht je erfgenamen ze uit het hoofd te leren.Wedden dat ze niet meer gaan ruziën over de erfenis?

Dawkins hanteert een vrij losse omschrijving van memen en memeplexen. Het is waarschijnlijk verstandig om alleen ideeën die niet in nog kleinere subideeën zijn onder te verdelen, memen te noemen (bijvoorbeeld een woord of begrip)  en de rest memeplexen.

Strijd op leven en dood van memen
Net als bij genen wordt het succes van memen en memeplexen bepaald door hun verspreiding. Zo is het Engels, dat door miljarden mensen als eerste of tweede taal wordt gesproken, een succesvoller memeplex dan het Sorbisch, een Slavische taal dat maar door een handjevol Duitsers in de voormalige DDR wordt gesproken. Memen kunnen zich verstoppen in mensenbreinen, maar ook overspringen naar een ander mens (daar zijn leraren voor), website (zoals terwijl ik schrijf gebeurt) en andersom, je brein infecteren (ik heb vrees ik slecht nieuws. Snel, kijk de andere kant op! Oeps… te laat…) PHP (de scripttaal waaronder deze website draait) succesvoller dan ASP en Java Server Pages.

Juche is de Noord-Koreaanse staatsgodsdienst, waarin de overleden dictator Kim Il Sung de oppergodheid is.
Juche is de Noord-Koreaanse staatsgodsdienst, waarin de overleden dictator Kim Il Sung de oppergodheid is.

Memeplexen concurreren met elkaar om plaats en vooral aandacht: als je bijvoorbeeld een bamboe eettafel met glazen dekplaat in je woonkamer zet, kan je er geen  klassiek eikenhouten tafel meer neerzetten. Een kind dat is geofferd aan Baäl kan niet meer als jihadstrijder opgevoed worden. De succesvolste memeplexen zijn in staat de geest van hun slachtoffer voortdurend in hun greep te houden en al hun aandacht op te slokken.
Echter: niemand heeft het eeuwige leven. Wil een meme voort blijven bestaan, dan moet het er naar streven zich op tijd naar andere mensenbreinen over te kopiëren. Hiervoor zijn in de loop van duizenden jaren allerlei zeer vernuftige strategieën  ontstaan.

Waarom bestaat godsdienst?
Een groot deel van de geschiedenis van de mensheid wordt bepaald door godsdienst. Op het eerste gezicht lijkt dit vreemd. Er is, pogingen van de Templeton Foundation en steenrijke oliesjeiks ten spijt, geen empirisch bewijs voor de metafysische claims van godsdiensten (al zijn veel psychologische inzichten van Jezus en Boeddha bevestigd door de wetenschap). Sommige beweringen van godsdiensten zijn aantoonbaar wetenschappelijk onjuist.

Godsdienst is op het eerste gezicht nergens nuttig voor, het betekent een grote verspilling van tijd en geld.  Je kan door godsdienst niet beter eten, je wordt er doorgaans armer van (tenzij je godsdienst hard werken of het beroven van anderen aanmoedigt) en je leert allerlei ideeën die wetenschappelijk gezien niet kloppen. Kortom: vanuit rationeel oogpunt is er geen reden te geloven.

Toch is het zijn gelovigen bereid om hun leven op het spel te zetten, grote ontberingen te verdragen en bloed te vergieten ten bate van hun geloof. Waar ook ter wereld je komt, de uitingen van godsdienst steken letterlijk overal boven uit in de vorm van kerktorens, minaretten, tempels of pagodes. Zelfs in het atheïstische Noord-Korea wordt het portret van de Grote Leider vereerd.

Godsdienst: een memetische levensvorm
Kortom: godsdienst bestaat net als een virus slechts omwille van zichzelf.  Godsdienst is het beste voorbeeld dat we kennen, een computervirus wellicht uitgezonderd, van een memetisch virus. Zoals de biologische evenknieën deinzen godsdiensten doorgaans voor geen enkele tactiek terug om zichzelf voort te planten.

De Amerikaan Joseph Smith noemde zichzelf profeet en hield er een harem van vele vrouwen op na. Waar kennen we dat toch eerder van...
De Amerikaan Joseph Smith noemde zichzelf profeet en hield er harem van vele vrouwen op na. Waar kennen we dat toch eerder van...

Of het nu medelijden, sociaal gevoel, schuldgevoel, dreigen met de eeuwige verdoemenis of platvloerse geneugten als plundering en seks is: alleen de godsdienst die de effectiefste, meest doortrapte psychologische technieken beheerst om mensen te manipuleren en in haar greep te houden, overleeft de bikkelharde Darwiniaanse strijd om het mensenbrein.

Logisch ook: minder agressieve godsdiensten, zoals het inheemse heidendom (Asatru), zoroastrisme, animisme en dergelijke legden in de moorddadige Darwiniaanse strijd al lang geleden het loodje. In de volgende artikelen in deze reeks zal in worden gegaan op de strategieën die de grote (dus succesvolste) wereldgodsdiensten hanteren om zich te verspreiden en in stand te houden.

In Al Gore's documentaire over de opwarming van de aarde zaten een aantal fouten. Koren op de molen van klimaatsceptici.

Regisseur in schoenen van de wetenschapper

Als je als wetenschapper een contraparadigmatisch standpunt aanhangt en het krankzinnige niet voldoende waar kan maken, verlies je al snel je aanzien als serieus wetenschapper. Dit geldt deels ook voor een regisseur. Als regisseur van een documentaire heb je een soort maatschappelijke plicht om je beoogde publiek correct te informeren over een bepaald onderwerp. Maak je binnen de documentaire een fout die duidelijk boven water komt, dan geniet de documentaire direct een stuk minder aanzien.

In elke film, maar ook in de meeste documentaires, zit een bepaalde logische opbouw met spanningsbogen. Bij spanningsbogen wordt, zoals het woord al aangeeft, gebruik gemaakt van spanningen bij de kijker. Door de interpretatie van beelden en de bijbehorende suggesties die de beelden wekken, wordt een beroep gedaan op angsten bij de kijker, om zo de aandacht van deze kijker te behouden.

In Al Gore's documentaire over de opwarming van de aarde zaten een aantal fouten. Koren op de molen van klimaatsceptici.
In Al Gore’s documentaire An Inconvenient Truth zaten een aantal ernstige fouten. Dat deed zijn geloofwaardigheid geen goed. Op dit punt is er weinig verschil tussen een documentairemaker en een wetenschapper.

Beelden an sich kunnen niet argumenteren; slechts met tekst of context krijgen beelden betekenis. Ze worden gebruikt om beweringen te bevestigen, beweringen die niet expliciet aanwezig hoeven te zijn. Dat beelden in combinatie met tekst of context bepaalde suggesties kunnen wekken of op bepaalde manieren geïnterpreteerd kunnen worden, maakt film bij uitstek hét media om de kijker eens lekker te manipuleren. Door slinkse trucjes van de regisseur kan de kijker van alles wijs worden gemaakt.

Een extreem – en daarmee mooi – voorbeeld is de film ‘Opération Lune’ van William Karel (2002). Hoewel de film de opzet heeft van een documentaire, en dus door de onwetende kijker ook als dusdanig zal worden gezien, is het in werkelijkheid een zogenaamde mockumentaire. Dit houdt in dat de film de spot drijft met bepaalde theorieën door impliciet deze theorieën als belachelijk af te doen. In Opération Lune, wat is gemaakt als parodie op de complottheorieën omtrent de mens op de maan, wordt op een goed moment beweerd dat er met 150.000 soldaten werd gezocht naar een team van 4 man. Door de beelden die bij deze bewering worden getoond, lijken deze automatisch met de bewering verbonden, en wordt het door de kijker geïnterpreteerd als ‘bewijs’ dat het ook daadwerkelijk zo heeft plaatsgevonden. Onzin natuurlijk; de regisseur laat ons denken wat hij wilt, en is zich daar terdege bewust van. We zijn naïeve slaven van het witte doek!

We zijn naïeve slaven van het witte doek!

Na afronding van mijn studie Mediatechnologie enkele jaren geleden heb ik een tijd bij een mediabedrijf in Hilversum gewerkt, waar ik de tapes die direct uit camera’s kwamen op de computer moest inladen. Een aantal van de meest beladen programma’s van de Nederlandse televisie van toentertijd heb ik langs zien komen; ‘Het familiediner’, ‘Ik mis je’ en ‘Over mijn lijk’. Het is erg indrukwekkend om de emoties van die mensen te zien. Het mooie is dat op dat moment het materiaal nog niet bewerkt is, en ik dus een veel ‘echter’ beeld kreeg van de werkelijkheid. Gelukkig kan ik zeggen dat ook onbewerkt dergelijke programma’s behoorlijk indrukwekkend overkomen.
Maar ook regisseurs van programma’s en documentaires over serieuze onderwerpen doen dit niet zonder belang. Een programma dat niemand kijkt zal weinig aandacht krijgen en snel van de buis worden gehaald. En omdat emotie nou eenmaal goed verkoopt, zal die emotie ook zo extreem mogelijk worden uitgebuit. Met tranen doorlopen ogen, agressieve uitlatingen, met angst doordrongen expressies; het krijgt allemaal zoveel mogelijk aandacht van de camera, en het liefst in close-up.
Vergeet niet dat er te allen tijde zowel een cameraman als een geluidsman en een regisseur of presentator ter plaatse aanwezig zijn. Hoewel een kamer tijdens een intiem gesprek tussen twee personen dus leeg en vertrouwelijk lijkt, is het in werkelijkheid een drukte van jewelste! Wat ook vaak opvalt is dat er tijdens een dialoog gewisseld wordt van kader of standpunt, terwijl het verhaal logisch door lijkt te lopen. Deze shotwisseling betekent dat de camera moet zijn verplaatst, en duidt allicht op het in scene zetten van de zogenaamde ‘intieme’ tweespraak.

Hoewel het dus deels wel geldt voor regisseurs dat zij aan geloofwaardigheid kunnen verliezen bij een minder serieuze stap in hun gesuggereerde argumentatie, zijn de gevolgen voor hen veel minder erg dan voor een wetenschapper. Toch ziet de kijker een regisseur als wetenschapper. De kijker is dom – word kritisch!

De aminozuurverdeling in materiaal van biologische oorsprong wijkt sterk af van die in materiaal van anorganische oorsprong.

Universele chemische handtekening leven ontdekt

Leven met een aardse biochemie ontdekken is niet zo moeilijk. Er zijn bepaalde moleculen, denk aan het suikermolecuul glucose, die alleen in aardse organismen voorkomen. Maar hoe bepaal je of die veelbelovende borrelende moddervulkaan op een verre exoplaneet wordt veroorzaakt door een anorganisch proces of toch door leven met een totaal andere chemie dan dat op aarde? De Californische biochemicus Evan Dorn en zijn team vonden een methode, een chemische handtekening van het leven..

Meercellig leven op een gasreus heeft mogelijk veel weg van een ballon.

Buitenaards leven: zoeken naar een spook
Buitenaards leven kan net als het aardse leven op DNA gebaseerd zijn.
Het is alleen zeer de vraag of dat de enig denkbare mogelijkheid is. Zo is ons zonnestelsel extreem rijk aan zuurstof. Misschien dat er op andere planeten planten voorkomen die geen zuurstof uitstoten maar chloor (wat in theorie meer energie oplevert). Op zeer koude planeten komt er misschien leven voor dat niet in water zwemt maar in vloeibaar methaan of ammoniak. Misschien bestaan er levende rotsen, bestaande uit siliciumverbindingen die extreem traag leven en bewegen. Of, op een Io-achtige wereld, is zwavel het elixir van het leven.

De handtekening van het leven
Dorn en zijn team vergeleken buitenaardse bronnen van aminozuren (koolstofchondrieten, koolstofrijke meteorieten) met synthetisch geproduceerde en door aardse organismen geleverde mengsels van aminozuren. Aminozuren zijn de bouwstenen van eiwitten. Het bleek dat in de twee mengsels van anorganische oorsprong de verdeling van aminozuren exact gelijk is aan wat op grond van thermodynamische overwegingen verondersteld mag worden. Hoe meer energie het kost een bepaald aminozuur te maken, hoe minder het voorkomt. In organische mengsels wijkt de verdeling sterk af van het thermodynamisch verwachtte mengsel.

handtekening van het leven
De aminozuurverdeling is heel anders bij levende organismen, dan bij anorganisch ontstane aminozuren. Bron: [1]
Handtekening blijkt universeel

Het zou kunnen dat dit effect alleen bij leven met een aardse biochemie optreedt. Dus nam Dorn een tweede proef, deze keer met computergesimuleerd leven. Avida is een simulatiemodel waarin uit elementaire bouwstenen bestaand kunstmatig leven instructies uitvoert. Reeksen, ‘moleculen’, met de juiste instructies kunnen zichzelf kopiëren. Hierbij putten ze uit de voorraad rondzwervende bouwstenen. Dorn mat de frequenties waarin bouwstenen voorkwamen voordat en nadat evolutie was opgetreden.

De frequenties bleken na de evolutie sterk af te wijken van de ‘normale’ frequenties. Bepaalde ‘moleculen’ werden door het Avidaanse leven veel vaker opgenomen dan andere. Kortom: het lijkt hier te gaan om een universele eigenschap van leven. Leven zorgt er op de een of andere manier altijd voor dat chemicaliën in een andere verhouding voorkomen dan volgens thermodynamische berekeningen te verwachten is. Kortom: er is een duidelijek handtekening van het leven te ontdekken.

Op zoek naar planeten met leven
We kunnen nu in principe in de atmosfeer van planeten op vele lichtjaren afstand ontdekken of er leven voorkomt. We hoeven slechts te letten op de relatieve sterkte van het spectrumsignaal voor bepaalde stoffen. Wijkt deze sterk af van wat te verwachten is op een anorganische wereld, dan is dit een definitief bewijs dat deze wereld leven bevat. Of het nu om een chloor-ademende kwal gaat, een zwaveletende schimmel of toch een op koolstof gebaseerde levensvorm, de methode werkt in principe op iedere op scheikunde gebaseerde levensvorm.

Bron

ArXiv

Jonge boeddhistische monniken mediteren en leren zo met de metafysische boeddhistische wereld om te gaan.

Zijn alle culturen gelijkwaardig?

Volgens voorstanders van de multiculturele maatschappij is de ene cultuur niet beter of slechter dan de andere. Volgens chauvinisten is de eigen cultuur per definitie beter dan de andere, volgens bekeerlingen is de andere cultuur juist beter dan de eigen cultuur. Kan je culturen überhaupt onderling vergelijken en zo ja, hoe? Want bestaat er wel een cultuuronafhankelijke maatstaf?

Wat is een cultuur?
Er zijn  zeer veel definities van ‘cultuur’ in omloop wat deze vraag daarom een berucht mijnenveld maakt. De verschillende definities lijken alle te slaan op verschillende niveaus waarop een cultuur zich manifesteert. In de praktijk is cultuur is meeromvattend dan de meeste definities toestaan.
De kern van iedere cultuur wordt gevormd door bepaalde metafysische overtuigingen over het diepste wezen van de wereld en de mens. In de Indiase cultuur is dat bijvoorbeeld onder meer de opvatting dat alles uiteindelijk geest en hiermee zinsbegoocheling is en dat het leven de manier is waarop de ziel evolueert naar een hogere zijnsvorm.

Jonge boeddhistische monniken mediteren en leren zo met de metafysische boeddhistische wereld om te gaan.
Jonge boeddhistische monniken mediteren en leren zo met de metafysische boeddhistische wereld om te gaan.

Deze metafysische opvattingen worden in de breinen van de mensen die in een cultuur leven voortdurend gebruikt om gebeurtenissen in hun leven te duiden, kennis op te bouwen en problemen van diverse complexiteit op te lossen.

Om de metafysische kern vormt zich dus een culturele schil van kennis en rituelen die de metafysische kern verzoenen met de menselijke conditie (lichamelijke en psychologische behoeften van de mens), andere culturen en de natuurlijke omgeving waarin de mensen die tot de cultuur behoren, leven.

De natuurlijke omgeving straft culturen die hier niet goed mee in overeenstemming leven uiteindelijk af: de reden dat bijvoorbeeld de Maori’s in Nieuw-Zeeland het tapu-systeem invoerden om diersoorten te beschermen. De reden dat de Noormannen op Groenland uitstierven is dat ze weigerden de cultureel in laag aanzien staande vis te eten in plaats van het wegkwijnende vee.

Wat zijn de basale vraagstukken die iedere cultuur moet oplossen?
Elke cultuur heeft gemeenschappelijk dat ze wordt gedragen door een groep mensen. Ook moet iedere cultuur zichzelf in stand houden en reproduceren, bijvoorbeeld in de breinen van andere mensen of kinderen, om niet te verdwijnen. Hieruit volgen een aantal elementaire vraagstukken die iedere cultuur moet oplossen. De lijst is nog verre van compleet, suggesties zeer welkom. Elke vraag is ondergebracht in een domein.

Natuurlijke omgeving
Wat is de diepste aard van het universum?
Wat is het doel van het universum?
Wat gebeurt er uiteindelijk met het universum?

Mens als individu
Wat is de rol van de mens in dit universum (beter bekend als: wat is de zin van het leven)?
Wat is de levensopdracht van de mens?
Hoe is de mens ontstaan?
Waarom is de mens ontstaan?
Wat gebeurt er met de mens na de dood?

Mens en universum
Wat is de rol van het universum voor de mens?
Hoe staan niet-menselijke soorten, zoals dieren en planten, ten opzichte van de mens?
Waarop heeft de mens recht en waar moet hij vanaf blijven?
Hoe komt de mens aan voedsel en water?
Hoe komt de mens aan kleding?
Hoe komt de mens aan onderdak?
Hoe worden ziekten behandeld?
Hoe wordt omgegaan met geboorte en dood?
Hoe wordt de natuurlijke omgeving in goede conditie gehouden?

Traditionele rijstteelt kan voor duizenden jaren doorgaan op dezelfde plaats zonder dat de bodem uitgeput raakt.
Traditionele rijstteelt kan voor duizenden jaren doorgaan op dezelfde plaats zonder dat de bodem uitgeput raakt.

Mensen onderling: mens-mens en mens-groep
Wat is goed en kwaad?
Wat bepaalt of iemand een hoge status heeft?
Wanneer is iemand een volwaardig lid van de groep?
Hoe moeten vrouwen onderling, mannen onderling en mannen/vrouwen met elkaar omgaan?
In welke situaties en tussen welke personen mag seks?
Welke vormen van eigendom bestaan er?
Hoe moeten kinderen opgevoed worden?
Wat gaat voor: het individu of de groep?
Hoe moet iemand die zich niet aan de (ongeschreven) regels houdt, gestraft worden?

Andere culturen
Wat is de aard van mensen uit andere groepen?
Hoe moet met mensen uit andere groepen omgegaan worden? (opgegeten/ritueel geofferd/uitgemoord/tot slaaf gemaakt/bekeerd/uitgebuit/geholpen)
Wat is de aard van andere culturen?
Hoe kan het dat niet iedereen dezelfde cultuur heeft?
Is de eigen cultuur superieur aan andere culturen (uiteraard) en waarom?
Hoe moet met andere culturen omgegaan worden (vernietigd, onderworpen, bestudeerd, bewonderd…)
Hoe moet om worden gegaan met iemand die de eigen groep/cultuur verlaat? (brandstapel/onthoofding/uitstoting/belachelijk maken/proberen te bekeren)

1. De mens is de maat der dingen
De presocratische filosoof Protagoras bedoelde hiermee dat de waarheid subjectief is en per persoon verschilt. Je kan het ook interpreteren als: la condition humaine (de menselijke toestand) is de maat der dingen. We weten dat hierdoor bepaalde dingen onveranderlijk zijn. Ten eerste: de mens als biologisch wezen is overal ter wereld in grote lijnen hetzelfde. Weliswaar zijn de meeste Dinka uit Zuid-Sudan bijvoorbeeld stukken beter bestand tegen felle zonnestraling dan de meeste Samen (Lappen) uit Noord-Zweden, maar zowel Dinka als Samen hebben behoefte aan voedsel, water, bescherming tegen ziekte en klimaat en moeten voldoende kinderen krijgen (of andere mensen recruteren) om als groep te blijven bestaan.
Ten tweede: de sociale behoeften van mensen zijn overal ter wereld in grote lijnen hetzelfde. Zowel een Dinka als een Same heeft de behoefte aan gezelschap, aanzien, aantrekkelijke partner(s) en vriendschap.

We kunnen dus een cultuur objectief beoordelen aan de hand van haar vermogen om voor een menswaardig bestaan te zorgen. Als mens mogen -en moeten- we op dit punt bevooroordeeld zijn. Culturen waarin grote aantallen mensen worden mishandeld, gedood of onderdrukt zijn dus inferieure culturen.
Ook het niet in staat zijn mensen te voorzien van voldoende voedsel en andere bestaansbronnen en veiligheid waar de natuurlijke omstandigheden dit in principe mogelijk maken, is een kenmerk van een inferieure cultuur.
Een hoge levenskwaliteit bereiken met relatief weinig hulpbronnen, zoals de Japanse, Cubaanse en Zwitserse cultuur lukt, is juist een superieur kenmerk van een cultuur.

2. Duurzaamheid

Mijnbouw kan doorgaans beter roofbouw genoemd worden.
Mijnbouw kan doorgaans beter roofbouw genoemd worden.

De cultuur moet in staat zijn zichzelf in principe voor tienduizenden jaren in stand te houden in haar natuurlijke omgeving. Het vervuilen en leegroven van alle natuurlijke hulpbronnen, zoals de westerse en Chinese beschavingen nu in praktijk brengen, is een kenmerk van een inferieure cultuur. De al duizenden jaren bestaande rijstteelt in Zuid-China is juist een superieur kenmerk van de Chinese cultuur.

3. De Gulden Regel
Een derde belangrijk criterium is de Gulden Regel: wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet. Een cultuur die voor haar voortbestaan afhankelijk is van parasitaire relaties met andere culturen of deze aanmoedigt, zoals de islamitische en het roofkapitalisme, toont zich hiermee een inferieure cultuur. Een cultuur met een niet-agressief karakter, zoals de Indiase en Tibetaanse cultuur, is op dit punt een superieure cultuur.

4. Effectieve benutting van hulpbronnen
Een cultuur heeft zowel natuurlijke als menselijke hulpbronnen nodig. Hoe effectiever een cultuur deze duurzaam benut en omzet in waarde, hoe meer superieur deze is. Op dit punt is onze cultuur superieur aan onze cultuur honderd jaar geleden: onze welvaart is nu veel groter dan die van honderd jaar geleden,  ook als wordt gekeken naar ons hogere verbruik aan natuurlijke hulpbronnen. Een vaak vergeten factor zijn menselijke hulpbronnen. Een cultuur kan hierop roofbouw plegen (bekendste voorbeeld: kanonnenvlees). Ook de voortdurende verdomming in Nederland door derderangs onderwijs (een mening hebben is belangrijker dan kunnen lezen, waarnemen en rekenen om deze mening te kunnen onderbouwen), platvloerse TV-shows en wanstaltige muziekclips op MTV waarin door criminele, drugsgebruikende leeghoofden het gangsterleven wordt verheerlijkt, is in feite roofbouw op ons menselijke kapitaal. Culturen zoals die van India en in Zuid-Oost Azië, waar kennis en fijnzinniger kunstvormen hoog in aanzien staan, scoren hier veel beter.

5. Groei en ontwikkeling
Culturen moeten in staat zijn te leren: effectiever te worden in het beter benutten van natuurlijke mensen menselijk hulpbronnen om hiermee de eerste vier doelen steeds beter te bereiken. Een superieur kenmerk van de Chinese cultuur was bijvoorbeeld de introductie van examens, waardoor iedere intelligente jongeman (helaas werd het niet opengesteld voor vrouwen) ambtenaar kon worden (de reden dat de Chinezen in staat waren een enorm rijk te regeren).
De wetenschappelijke methode, de systematische manier waarop kennis kan worden getoetst is misschien wel het meest bewonderenswaardige kenmerk van de westerse beschaving. De relatief open westerse samenleving geeft mensen -in principe- de mogelijkheid om ook bij een lage afkomst bij gebleken talent een hoge positie te bereiken, al bestaat er in de praktijk wel degelijk enige kastevorming. Deze twee succesvolle westerse elementen worden overigens met steeds meer succes gekopieerd door de Chinese, Latijnse en Indiase culturen die ook om deze reden de vlag van de westerse cultuur aan het overnemen zijn.

De zonnevlam van vijf december 2006 was buitengewoon fel en spectaculair.

Donkere materie en zonnevlammen

Het was een van de ontdekkingen die in 2010 natuurkundigen flink hoofdpijn bezorgden. Efraim Fischbach, onderzoeker aan Purdue Universiteit ontdekte op toevallige wijze iets wat tot nu toe door natuurkundigen als ketterij werd beschouwd: de radioactieve vervalsnelheid is niet altijd constant.

Uit onderzoek blijkt namelijk dat bepaalde radioactieve isotopen (silicium-32 en radium-226, het getal achter het streepje geeft het totale aantal kerndeeltjes aan)  in de winter tienden van procenten sneller uit elkaar vallen dan in de zomer, m.a.w. hun halfwaardetijd in de winter is korter dan in de zomer. Fischbach verklaart dat uit de kleinere afstand tot de zon in de noordelijke winter (147 miljoen kilometer vergeleken met 152 in de noordelijke zomer waardoor naar schatting 3% meer zonneneutrino’s de aarde raken in januari dan in juli).

Volgens de bestaande natuurkundige theorieën beïnvloeden neutrino’s de genoemde reacties niet. Alleen de kans dat een atoomkern uit elkaar valt is bekend. Dit wordt de halfwaardetijd genoemd: de tijd waarin de helft van de atoomkernen uit elkaar gevallen is. Na twee keer de halfwaardetijd is driekwart uit elkaar gevallen enzovoort. Van zeer radioactieve stoffen is de halfwaardetijd een fractie van een seconde, van de vrij stabiele isotopen uranium-238 en thorium-232 bedraagt deze miljarden jaren.

Zonnevlammen na dalen radioactiviteit
Dertien december 2006 werd een tweede aanwijzing gevonden toen de vervalsnelheid van de kortlevende isotoop mangaan-54 anderhalve dag voor het begin van een zonnevlam tot tijdens de zonnevlam, met tienden van procenten daalde. Het effect bleek onafhankelijk van de stand van de zon.

De zonnevlam van vijf december 2006 was buitengewoon fel en spectaculair.
De zonnevlam van vijf december 2006 was buitengewoon fel en spectaculair.

Een kilometer onder de Italiaanse granietberg Gran Sasso vindt het donkere-materie detectie-experiment DAMA plaats. In honderd kilo natrium-titaanjodide, een zout, wordt het aantal radioactieve reacties gemeten. Hier bleek in januari het aantal radioactieve reacties lager te liggen dan in juni. Wat zorgt er voor dat de hoeveelheid radioactieve reacties in de zomer hoger is dan in de winter?

Donkere materie
Volgens de meeste astronomen hangt er een onzichtbare halo donkere materie rond het melkwegstelsel. Deze halo bevat veel meer massa dan de zichtbare materie en verklaart waarom sterren vlak bij het galactisch centrum nauwelijks sneller ronddraaien dan sterren verder van het centrum.

De zon draait in ongeveer 225-250 miljoen jaar rond de kern van de melkweg. Op dit moment beweegt de zon met 220 km/s  in de richting van de ster Wega in het sterrenbeeld Hercules. De omloopbaan van de aarde maakt een hoek van rond de zestig graden met de omloopbaan van de zon rond de melkweg. In juni beweegt de aarde het meest in de richting van Wega en veegt dan de meeste donkere materie op. In januari beweegt de aarde juist het meest tegen de beweging van de zon in waardoor minder donkere materie wordt geschept.

Vermindert donkere materie bepaalde vormen van radioactiviteit?
Het is niet logisch dat een kortere afstand tot de zon leidt tot een verhoogde radioactiviteit. Dit is ook ontkracht door metingen aan de plutoniumreactor aan boord van de ruimtesonde Cassini die nu Saturnus fotografeert: de radioactiviteit bleek niet verminderd ook op grote afstand van de zon. De correlatie met DAMA spreekt echter een heel andere taal. Toevallig stemmen de punten waarop de aarde maximaal tegen de galactische draairichting in beweegt en de zon het dichtst nadert, redelijk nauwkeurig overeen.

Volgens sommige modellen is donkere materie oneffen verdeeld. Het is mogelijk dat een zeer snel bewegende wolk donkere materie van enkele  astronomische eenheden groot zorgde voor zowel magnetische explosies op de zon (door thermonucleaire reacties in de fotosfeer te verstoren) als een vermindering van de radioactiviteit op aarde.

Een generatieschip is eeuwen onderweg. Generaties worden onderweg geboren en sterven.

Reizen naar andere sterren pas mogelijk in 2200?

Volgens een wetenschappelijke studie die uitgaat van ons vermogen om energie op te wekken, zullen we pas begin drieëntwintigste eeuw voldoende vermogen hebben om een verkenningsschip richting Alfa Centauri, onze dichtsbijzijnde buur, te sturen. De vraag: hebben deze onderzoekers wel gelijk?

Ruimtevaart slurpt energie
Ruimtereizen kosten ontstellend veel energie. Om een voorbeeld te geven: de Apollo-11 missie die de eerste mensen naar de maan bracht, kostte alleen aan brandstof al drie miljoen kilo kerosine, vloeibare zuurstof en waterstof. Alhoewel door bijvoorbeeld gebruik te maken van ruimteliften en zonnezeilen het prijskaartje behoorlijk omlaag kan, blijven de enorme negatieve zwaartekrachtspotentialen van de aarde en de zon energievreters. Ter illustratie: het kost 62 megajoule, dat is zeventien kilowattuur, om een kilogram op het aardoppervlak uit de greep van de aarde te krijgen. Zelfs een Amerikaanse familie doet daar een dag mee (een Nederlandse twee dagen).

Dat is nog weinig vergeleken met wat ontsnappen aan de zon kost: 886 megajoule per kilo vanaf de omloopbaan van de aarde. Ongeveer het daggebruik van eco-goeroe Al Gore. Wel kan energie afgesnoept worden door langs andere planeten te vliegen en slimme ruimtevaarttechneuten doen dat ook om zo hun ruimteverkenners gratis naar de verre, ijzige buitenplaneten te kunnen sturen.

Omdat de afstanden tussen sterren enorm zijn: zelfs het licht doet meer dan vier jaar over de reis naar buurster Alfa Centauri, moeten ruimteschepen zeer snel kunnen reizen, denk aan procenten van de lichtsnelheid. Een ander alternatief is een generatieschip: een enorm ruimtedorp waarin de nakomelingen van de vertrekkende astronauten aankomen bij de buurster. Beide alternatieven vreten uiteraard energie, om even een indruk te geven: willen we een ruimtescheepje met een massa van tien ton (stel je voor dat je daar veertig jaar in moet doorbrengen…) met een tiende van de lichtsnelheid naar Alfa Centauri sturen, dan kost dat evenveel energie als de hele wereld in een jaar verbruikt. Een beetje moeilijk uit te voeren dus als we de verheven klimaatdoelstellingen van voornoemde meneer Gore willen halen. En dan komt het volgende probleem. Afremmen. Dat kost net zo veel brandstof en energie als versnellen.

Een generatieschip is eeuwen onderweg. Generaties worden onderweg geboren en sterven.
Een generatieschip is eeuwen onderweg. Generaties worden onderweg geboren en sterven.

Een snel schip kent nog als extra nadeel dat bij snelheden in de buurt van de lichtsnelheid minuscule ruimtestofjes veranderen in dodelijke projectielen, dus moeten zware beschermende schilden mee worden gesleept. We kunnen natuurlijk een langzame robotverkenner sturen. Zo zal over tachtigduizend jaar Pioneer 11 vier lichtjaar hebben overbrugd. Tachtigduizend jaar is alleen wel erg lang. Misschien bestaat de mens dan niet eens meer.

Gezocht: mega-energiebron
Kortom: alleen als we onze energieproductie kunnen verveelvoudigen, kunnen we (als we ons braaf aan Einsteins relativiteitstheorie houden, althans) ontsnappen aan het zonnestelsel. De groei van de omvang van onze economie staat ruwweg gelijk aan de groei van het energieverbruik: enkele procenten per jaar. In dat tempo bereiken we Kardashev-I (het punt dat we alle aardse energiebronnen kunnen benutten, denk aan zonnepanelen op iedere vierkante centimeter aarde oid) pas rond 2400.
Marc Millis, ex-hoofd van de NASA-denktank voor interstellaire ruimtevaart en oprichter van de Tau Zero Foundation met hetzelfde doel, denkt daarom dat pas over tweehonderd jaar de eerste robots Alfa Centauri bereiken. Pas dan is onze energieproductie duizenden malen groter dan nu en wordt het peanuts om een ruimteschip voldoende te versnellen. 

Maar… klopt Millis’ verhaal wel?
Millis weet duidelijk waar hij over praat. De man heeft de afgelopen twintig jaar niets anders gedaan dan inventieve manieren bedenken en speculatieve ideeën van anderen beoordeeld om te ontsnappen aan het zonnestelsel. Iedereen kan met middelbare-school natuurkundekennis, op een middelbare-school zakjapannertje narekenen dat de getallen die hij geeft kloppen.
De vraag is alleen of zijn aannames wel kloppen.

Om te beginnen: de grootte. We kunnen nu al met atomen slepen. Over niet al te lange tijd kunnen we in een zeer klein ruimtescheepje van misschien honderd kilo atoom voor atoom alle apparatuur proppen die nodig is om de onderzoeken te verrichten. Versnellen doen we hier op aarde voor een groot deel met een laser zodat er minder brandstof meehoeft: überhaupt is een geladen vortex of soliton die de baan rond het ruimtescheepje schoonveegt nuttig. We kunnen met het ruimteschip een Von Neumann-machine sturen die een stuk ruimtepuin rond Alfa Centauri ombouwt tot redelijk goede waarnemingsapparatuur. Misschien zelfs wel uit bevruchte menselijke eicellen een complete nieuwe menselijke kolonie laat groeien.

Ook is het de vraag of afremmen inderdaad wel zoveel energie kost als Millis denkt. De interstellaire ruimte is gevuld met ijl gas en geladen deeltjes. Schakel een groot magnetisch schepveld in, bijvoorbeeld door op een gegeven moment de wrijving te gebruiken om het schip te laten roteren, en remming is een feit. En heeft Einstein wel het laatste woord over sneller-dan-licht reizen? Ook daar denken sommige theoretisch-fysici heel anders over

Communiceren in een gelaagde maatschappij

N.b. Dit artikel is geschreven voor de zomer van 2010.

Later neem ik twee katten.
De ene noem ik Albert, de andere Bert.
Als mensen dan vragen: “Waarom heet die ene Albert?”
Dan zeg ik: “die andere heette al Bert”.

Taal is ambigu. In de schrijftaal en in grotere mate ook in de spreektaal, kunnen hierdoor foutjes ontstaan. Soms leidt dat, zoals in bovenstaand voorbeeld, tot grappige situaties. Maar er kan ook  misbruik van gemaakt worden. Dat kan niet alleen, dat gebeurt ook.

Bij het communiceren wordt er een bericht met een bepaalde bedoeling van een zender naar een ontvanger verzonden. Deze bedoeling is niet altijd expliciet in het bericht terug te vinden, maar bevindt zich vaak in een ‘diepere laag’. Van de ontvanger wordt verwacht dat hij slim genoeg is om in deze diepere laag te zoeken, zodat zijn perceptie van het bericht overeenkomt met de bedoeling van de zender. Dat perceptie en bedoeling lang niet altijd overeen komt, blijkt wel uit het feit dat de in dictione drogredeneringen hier met name op zijn gebaseerd. Toen in 1985 een verslaggever aan Willem Holleeder vroeg: “Heb je er spijt van?” greep advocaat Max Moszkowicz in: “Deze vraag beantwoordt de cliënt niet, daarmee zou hij impliciet schuld erkennen.” [i]
Niet alleen bij directe communicatie komt deze gelaagdheid voor, maar overal in de maatschappij bestaan er ‘diepere lagen’ (denk bijvoorbeeld aan advertenties). Communicatie is nou eenmaal onlosmakelijk verbonden met manipulatie; er bestaat geen communicatie zonder manipulatie en vice versa. In zekere zin gaan deze twee woorden over hetzelfde fenomeen, maar vanuit een andere invalshoek bekeken. Door met deze verbondenheid rekening te houden in je communicatie, is het mogelijk om hier handig gebruik van te maken als je wilt aanzetten tot handelen.

Voormalig president Bush was erg goed in communiceren.
Voormalig president Bush was erg goed in communiceren.

Doordat manipulatie inherent is aan communicatie, heeft communiceren invloed op de emoties van een ander. Reclamebureaus maken hier dankbaar gebruik van. In de farmaceutische wereld komt het meer dan eens voor dat er medicijnen worden ontwikkeld voor nonsens kwaaltjes, maar die toch goed verkopen omdat de omschrijving van symptomen in de reclames voor vrijwel iedereen opgaan. [ii]
Angst is misschien wel de makkelijkste emotie om te beïnvloeden. Een duidelijk voorbeeld deed zich enkele jaren geleden voor in de Verenigde Staten. De zogenaamde ‘estate tax’, een belasting op grote erfenissen, werd daar de nek om gedraaid als gevolg van een geweldige manipulatietruc. Want hoewel slechts twee procent van de bevolking baat had bij de afschaffing, hebben de politici die voor de afschaffing waren, het volk toch zo ver weten te krijgen dat men tegen de belasting – en feitelijk in eigen nadeel – stemden. Dit lukte de politici grotendeels door simpelweg de terminologie aan te passen. In plaats van ‘estate tax’ zijn zij het consequent ‘death tax’ gaan noemen; iets wat ons herinnert aan de dood. En we worden niet graag geassocieerd met onze angsten, dus daar kúnnen we toch niet voor zijn? [iii]
De Nederlandse overheid zou er goed aan doen om een voorbeeld te nemen aan deze Amerikaanse politici. De moraliteit van het Nederlandse volk aanpassen door oppervlakkig te communiceren wat wel en niet gewenst is, werkt niet [iv]. Veel beter zou men door middel van het rekening houden met de communicatie/manipulatie-dualiteit emoties als angst kunnen gebruiken voor het aanzetten tot handelen. Zodoende zal bijvoorbeeld het probleem rondom de lage aantal donorregistraties allicht opgelost kunnen worden.

Hij die bedreven is in het juist toepassen van communicatie, zal veel doelen kunnen verwezenlijken. Hopelijk blijkt aankomende zomer dat onze bondscoach daar ook bedreven in is. Ik zou hem graag aan de hand van een voorbeeld het belang van goede communicatie willen illustreren, want dat kán haast niet fout gaan. Hij heet immers al Bert…

/edit: Inmiddels weten we allemaal hoe dit is afgelopen. Van Marwijk is in ieder geval ver gekomen, en misschien wel mede door zijn kunde goed te communiceren in het openbaar. 26 Januari a.s. krijgt hij dan ook de Machiavelliprijs overhandigd voor zijn ‘uitzonderlijke communicatieve kwaliteiten’ [v].

[i] http://nl.wikipedia.org/wiki/Drogreden#Meervoudige_vraag
[ii] Lezing ‘Encyclopedie van de angst – over regulering van angst’ – Prof. Dr. Huub Schellekens
[iii] Boek ‘Ik krijg altijd gelijk’ – Lars Duursma e.a.
[iv] Lezing ‘Filosofie van de 20ste eeuw – Jürgen Habermas en Paul Ricoeur’ – Prof. Harry Kunneman
[v] http://sport.nieuws.nl/624593/van_marwijk_wint_prijs_voor_goede_communicatie

Democratie afschaffen om wereld te redden?

Bij sommige dames en heren in invloedrijke burelen heerst behoorlijk wat paniek over de steeds stijgende hoeveelheid kooldioxide in de atmosfeer. Het publiek hecht niet bijster veel geloof meer aan allerlei alarmistische berichten, nadat uit gelekte e-mails bleek dat het IPCC geregeld overdreef in haar berichtgeving. Overal krijgen populistische, klimaatsceptische politici en partijen met, volgens veel weldenkenden, walgelijk platvloerse ideologieën, meer en meer aanhang. Dan de democratie maar afschaffen, vinden sommige mensen.

IPCC-goeroe Shearman en co-auteur Gary Sauer-Thompson, stellen in hun boek ‘Green or Gone‘ (Groen of Verloren) een ‘leiderschap van elitestrijders’ voor om de mensen te dwingen hun levensstijl te veranderen, wat verontrustend veel lijkt op de ‘dictatuur van de voorhoede van het proletariaat’.  Kortom: het vertrouwen in het zelfreinigende vermogen van de democratie is bij sommige klimaatactivisten klaarblijkelijk helemaal zoek.

Wat is democratie?
Democratie is een regeringsvorm waarbij de bevolking op representatieve wijze invloed heeft op de regering. Volgens Van Dale is democratie de; v -tieën staat(svorm) die aan het hele volk invloed op de regering toekent.

In theorie heeft iedere burger dus evenveel te zeggen in een democratie.
In feite is de invloed van het volk op het regeringsbeleid in de praktijk vrij beperkt. Zo zijn er gewoonlijk specialisten die de partijprogramma’s schrijven. Nadat de kiezers hun stem op de meest veelbelovende kandidaat of partij hebben uitgebracht (doorgaans de partij waarmee ze het dus het minst mee oneens  zijn), volgt de volgende fase van intern handjeklap: het regeerakkoord.

De reden dat omstreden, uiterst impopulaire maatregelen als de aanschaf van de JSF-straaljager, internetcensuur en miljardensteun aan incompetente bankiers er door komen. Veel maatregelen stranden door sabotage van ambtenaren (denk aan de weigering van de Amsterdamse hoofdcommissaris Welten om boerkadraagsters te arresteren), door oneerlijke bewindslieden die hun verkiezingsbeloften breken (denk aan het spreekwoordelijke CDA-gedraai), het buitenland (EU, diplomatieke druk, verdragen), binnenlands verzet door fanatieke actievoerders en machtige lobbygroepen.

Is de oplossing minder democratie?
Zoals we zagen is de stelling dat het volk de oorzaak is van de matige manier waarop we worden bestuurd, twijfelachtig. Het volk heeft maar één keer per vier jaar een beperkte invloed, de rest van de tijd regeren ambtenaren, politici en bestuurders. Klaarblijkelijk vinden bestuurders zelfs deze beperkte invloed hinderlijk en willen ze ook deze afschaffen. Laten we de gevolgen bekijken van de invoer van een oligarchie van verheven denkers.

In iedere regeringsvorm waarbij het volk niets in de melk te brokkelen heeft en zich niet door regeerders vertegenwoordigd voelt, ontstaat wantrouwen en wrevel ten opzichte van het gezag. Terecht: uit het afschaffen van de democratie blijkt een minachtende houding ten opzichte van de rest van het volk. Op zijn best ziet de elite het volk als dom en niet in staat voor zichzelf te zorgen. Op zijn slechtst vindt de elite de bevolking een nuttig instrument dat opgeofferd kan worden indien nodig voor een hoger doel.

Er zal verzet ontstaan. Iemand die zich niet aan de regels van de overheid houdt, hoe zinnig deze misschien ook zijn vanaf objectief standpunt, zal een heldenstatus bereiken. Actiegroepen zullen walvissen harpoeneren, redwoods omhakken  of hun batterijen in de groenbak gooien, domweg om de dictatoriale overheid dwars te zitten. De elite grijpt, in het algemeen belang, de toevlucht tot nog dictatorialer middelen. Macht wordt een doen in zichzelf.

Historisch gezien ontstonden de ergste milieuproblemen in dictaturen als de Sovjetunie en China. Misschien wordt dat in een eco-dictatuur zelfs nog erger, want milieuproblemen legitimeren het regime.

Extreme vervuiling komt vaak voor in dictaturen, omdat er niemand is die tegen de vervuiling durft te protesteren. – Library of Congress, 1942, public domain

Zijn populisten volksmenners?
Mensen zijn minder achterlijk dan sommige bestuurders denken. We zijn allen producten van een vier miljard jaar durende meedogenloze strijd om het bestaan waarin elke stommiteit dodelijk was. Als er keiharde, natuurwetenschappelijk juiste bewijzen zijn dat een bepaald beleid nodig is en deze bewijzen worden op een eerlijke en heldere manier  gepresenteerd, dan zal dit mensen overtuigen. Niet alle mensen, helaas zuchten nog velen van onze soort onder kwaadaardige religieuze of ideologische dwang die hun kritisch denkvermogen vernietigt. Wel de mensen die het geluk hebben opgegroeid te zijn in vrije en democratische landen.

Politici als Wilders, Palin en eerder Thatcher,  Fortuijn, Marijnissen en Troelstra worden verketterd als populisten. Dit betekent slechts dat ze de taal spreken die de meeste mensen begrijpen en aanspreekt. Ze zijn in staat een maatschappelijk probleem helder, duidelijk en in weinig woorden samen te vatten.

Mensen stemmen niet voor niets op dit soort leiders. Mensen die de essentie van een probleem duidelijk kunnen formuleren, zijn ook de mensen die het probleem begrijpen en de meeste kans hebben het te kunnen oplossen. Niet voor niets hebben bedrijven missies, visies en doelstellingen. Dat was tienduizenden jaren geleden zo, toen het nemen van de juiste beslissing een kwestie was van leven en dood. Nu is het nog steeds zo.

Niet iedere populist is ook een goede leider. Adolf Hitler, bijvoorbeeld, leidde de Duitsers en heel Europa de afgrond in omdat hij de verkeerde oorzaak aanwees voor de problemen in Duitsland. Niet de joden, maar haat en wantrouwen tussen de Europese grootmachten en hun bevolking zorgde voor het protectionisme en dus voor de economische problemen.

Meer democratie als oplossing?
Alleen als het volk leert om kritisch na te denken – goed wiskunde- en filosofieonderwijs en gedegen onderwijs in de wetenschappelijke methode zijn hiervoor essentieel – zal het een regering kiezen die een verstandig beleid voert.

We hebben gezien dat in de praktijk de regering onder druk van belangengroepen beslissingen neemt die niet in het lange-termijn belang zijn van de bevolking. Het volk meer invloed geven, betekent dat belangen- en lobbygroepen veel meer mensen moeten manipuleren. Het betekent ook dat politici zich eerder aan hun verkiezingsbeloften zullen houden. Nadeel is dat politiek niet maar een keer per vier jaar, maar elke dag een grote rol krijgt. Hebben we daar wel tijd voor?

Flower power: vrede is in de vijandige ruimte letterlijk van levensbelang.

Leven in ruimtekolonie beste opvoedcursus mens

In de ruimte krijg je niets cadeau. Niemand ruimt je afval of rommel op. Letterlijk voor elke gram zuurstof, water, voedsel en energie moet hard gewerkt worden. Samenwerken is letterlijk van levensbelang, want door de ingewikkelde technische systemen en de dodelijke omgeving kan je alleen niet overleven. En betekent een conflict al gauw de dood voor iedereen. Cradle to cradle is geen morele keuze, maar bittere noodzaak.

De dodelijke ruimte
Er is in het zonnestelsel buiten de aarde geen plaats te vinden waar de mens het zonder ruimtepak langer dan een paar minuten volhoudt. De plek die misschien nog het meest in de buurt komt van een comfortabele leefomgeving is vijftig kilometer boven het oppervlak van Venus. Aardse temperaturen, zwaartekracht en luchtdruk en een dikke beschermende atmosferische deken bieden veel comfort. Helaas is er op die hoogte geen vast oppervlak en bestaat de atmosfeer uit de onadembare kooldioxide en zwavelzuur.

Alle afval die je in het gesloten systeem van een ruimtestation weggooit kom je eerder vroeg dan laat weer tegen.
Alle afval die je in het gesloten systeem van een ruimtestation weggooit kom je eerder vroeg dan laat weer tegen.

Mars, een goede nummer twee, kent weliswaar een vaste bodem en een voor kosmische begrippen gastvrij Antarctisch klimaat, maar met tien millibar nauwelijks atmosfeer (die overigens ook onadembaar is) en een slechte bescherming tegen dodelijke straling. En deze twee plaatsen zijn nog de vakantieparadijzen van het zonnestelsel: op het oppervlak van Venus smelt lood, op Jupitermaan Io overlijd je binnen een uur aan stralingsziekte en op Neptunusmaan Triton komen fonteinen van vloeibaar stikstof voor.

De ruimtebasis: gedwongen extreem ecofascisme
Kortom: de enige manier om buiten de aarde te overleven is dus in een beschermde, afgesloten structuur met een aarde-achtige atmosfeer.
Zwevend boven Venus is een vrij dunne wand genoeg, maar op Mars en onaangenamere plaatsen is een drukkoepel absoluut essentieel. Er groeit niets, water is schaars en elke gram zuurstof moet kunstmatig geproduceerd worden. Grondstoffen kunnen alleen tegen extreem hoge kosten van de aarde ingevlogen worden (denk aan tienduizenden euro’s per kilo) en de lokaal beschikbare grondstoffen (Venus: kooldioxide en zwavelzuur, Mars kent zeer zout water, kooldioxide, heel veel ijzer en wat andere metalen) zijn niet makkelijk te verwerken. Kortom: recyclen, consuminderen en cradle-to-cradle op een manier waar zelfs de meest fanatieke eco-activist voor terug zou schrikken, zijn geen principiële keuze, maar domweg bittere noodzaak.

Sociaal gevoel en broederschap in de ruimte

Flower power: vrede is in de vijandige ruimte letterlijk van levensbelang.
Flower power: vrede is in de vijandige ruimte letterlijk van levensbelang.
Op aarde kan je als je jezelf onmogelijk hebt gemaakt in de groep verhuizen naar een andere stad of zelfs land.
In een kleine ruimtekolonie kan je dat vergeten. De dichtstbijzijnde mensen bevinden zich op miljoenen kilometers afstand verwijderd. Wachten op een antwoord van de aarde kost vanaf Venus, Mars of verder enkele minuten tot vele uren. Het eerstkomende bezoek is over vijf jaar als je geluk hebt.
Kortom: je kan maar beter leren heel goede vrienden te worden en te blijven met de mensen in je omgeving, want als je iemand beledigt of op zijn of haar ziel trapt, zit je morgen en waarschijnlijk de rest van je leven met de gevolgen als je het niet goedmaakt.

Vrede of de dood
Het is ook een heel slecht idee ruzie te zoeken met andere ruimtekolonies. Ten eerste zijn ze de enige hulp in de buurt als er een systeem uitvalt. Hulp vanuit de aarde is maanden of zelfs jaren onderweg. Eén welgemikt brokstuk dat met kilometers per seconde inslaat in je ruimtekolonie, een sabotageactie in het leefsysteem of in omloop brengen van een dodelijke microbe heeft akelige gevolgen. Kortom: vrede zal de norm zijn en agressieve of gewelddadige groepen zullen snel uitgeschakeld worden door andere ruimtekolonies omdat het risico van hun voortbestaan veel te groot is.

Kortom: er is geen betere manier om zelfs de ergste ruziezoekende slons in een sociale, milieubewuste wereldburger te veranderen dan een paar jaar in de onherbergzame ruimte te wonen.