Maatschappij

De rode gebieden zijn bronnen van extreem hoge hoeveelheden ULF-straling.

Wijzen ULF radiogolven op komende aardbeving in de Golf van Mexico?

Extreem langgolvige radiogolven (ULF) piekten in Haïti een maand voor de aardbeving. Kunnen we hiermee nieuwe aardbevingen voorspellen? En wijzen de emissies op een nieuwe aardbeving? Het inkoopgedrag van de Amerikaanse federale rampenbestrijdingsorganisatie FEMA is in ieder geval opmerkelijk…

ULF: ultralage radiofrequentie
Elektromagnetische straling komt in heel veel verschillende golflengtes voor, variërend van de zeer energierijke, extreem kortgolvige gammastraling via licht en warmtestraling tot de zwakke langgolvige fotonen van radiostraling. De langste golven die we kennen worden ULF, ultra low frequency, genoemd. Je moet dan denken aan golven met een frequentie van drie hertz of lager, dus minder dan drie trillingen per seconde. De bijbehorende golflengte is honderdduizend kilometer of meer.

ULF-uitbarstingen  gemeten voor aardbeving in Haïti
De Franse satelliet DEMETER mat in de maand voor de aardbeving op Haïti in het gebied heftige uitbarstingen in ultra-lage frequentie radiostraling.

De rode gebieden zijn bronnen van extreem hoge hoeveelheden ULF-straling.
De rode gebieden zijn bronnen van extreem hoge hoeveelheden ULF-straling.

Al langer vermoeden geologen dat aardbevingen en terrestriële ULF-uitbarstingen met elkaar samenhangen. Rond de tijdstippen dat aardbevingen optreden, zijn vaak merkwaardige elektromagnetische verschijnselen te zien in het aardbevingsgebied.
De microsatelliet DEMETER werd daarom in 2004 in een polaire baan (een baan waarbij de satelliet over de beide polen draait) om de aarde gebracht. Op die manier kan de satelliet het gehele aardoppervlak scannen: bij elke omloopbaan wordt een andere meridiaan gescand. In de weken voor de aardbeving in Haïti werden uitbarstingen langs de gehele Andes-breuklijn en de Rocky Mountains gemeten.
Het lijkt er op dat het gehele Amerikaanse platensysteem in beweging is.

Tellurische stromen
Al meer dan een eeuw is bekend dat er onderzeese en onderaardse elektrische stromen bestaan: de tellurische stromen. Deze stromen zijn over het algemeen gericht naar de plaats waar de zon recht boven de hemel staat en helpen bij het ontstaan van een elektrische potentiaal en dus onweersbuien. Tellurische aardstromen kunnen ook afgetapt worden als zwakke bron voor elektriciteit: aardbatterijen.

Vermoedelijk spelen tellurische stromen een centrale rol in de ULF-uitbarstingen. Als door langs elkaar heen schuivende rotsplaten (dit is wat er gebeurt bij aardbevingen) kristallen in gesteente worden fijngemalen, ontstaan enorme elektrische spanningen. Een gasaansteker werkt ook via dit piëzo-elektrische effect.  Deze spanningen wekken weer tellurische stromen op, die de ULF golven opwekken.

Aardbeving in zuiden VS aanstaande?
In samenzweringskringen is al verontrust gereageerd op de publieke aanbesteding door de Amerikaanse rampenbestrijdingsorganisatie FEMA voor 140 miljoen noodrantsoenen in de kuststaten aan de Golf van Mexico.
Het kan uiteraard dat het hier om een voorbereiding voor het nieuwe orkaanseizoen gaat. Het kan ook dat de volgende aardbeving wordt voorspeld in de New Madrid seismische zone, een breukensysteem in dit gebied waar onder andere de grote stad Memphis ligt. Een zware aardbeving zou weinig heel laten van deze stad.

De pauwenengel Melek Taus speelt een belangrijke rol in het Jesidi-geloof. Jezidi's zijn net als christenen en andere niet-islamitische minderheden hun leven steeds minder zeker in Irak.

Immigranten moeten meer uitgebuit worden

Immigranten moeten meer uitgebuit worden. Het Nederlandse immigratiebeleid – gebaseerd op angst (rechts) en medelijden (links) is stevig aan herziening toe.

Op dit moment worden alleen mensen toegelaten op zogeheten humanitaire gronden, zoals gezinshereniging. Dat na een jarenlange, vernederende procedure. Mensen die het beste in staat zijn om procedures te traineren, het meeste zaniken over hun rechten, strategisch trouwen (doorgaans een gearrangeerd huwelijk)  en de dikste olifantenhuid hebben – niet de mensen die je nodig hebt voor een kenniseconomie – hebben de meeste kans hier terecht te komen.

Het gevolg: creatieve, kansrijke high potentials waar Groen Links het meest dol op is knappen af;  juist de mensen waar de PVV het bangst voor is – laagopgeleide, oerconservatieve, overwegend islamitische immigranten uit primitieve plattelandsgebieden – worden aangetrokken. Kortom: ons immigratiebeleid is stevig aan herziening toe. Immigranten moeten meer uitgebuit worden.

Immigratie als kostenpost
Uit onderzoeken van onder meer Nyfer (in opdracht van de PVV), het CBS en Elsevier is gebleken dat de instroom van immigranten per saldo de Nederlandse samenleving meer dan tweehonderd miljard euro heeft gekost, een bedrag zo hoog als de totale Nederlandse staatsschuld (althans, voordat falende bankiers met miljardensteun op de been geholpen moesten worden). Al eerder publiceerde de controversiële onderzoekseconoom Pieter Lakeman het boek Binnen zonder kloppen met soortgelijke strekking.

Het blijkt uit deze onderzoeken dat vooral laagopgeleide immigranten uit islamitische landen Nederland geld kosten. De reden is dat zij vaker dan gemiddeld werkloos zijn, laaggeschoold werk met weinig toegevoegde waarde verrichten en vaak andere laaggeschoolde immigranten (familieleden, dorpsgenoten en dergelijke)  hier naartoe halen, de zogenoemde kettingmigratie.

De reden: het negatieve immigratiebeleid
Immigranten worden gezien als probleemgevallen, die om humanitaire redenen binnengelaten moeten worden. De IND doet haar uiterste best om te voorkomen dat mensen die niet zielig genoeg zijn binnengelaten worden en dat mensen die heel zielig zijn, niet onterecht uitgezet worden.

Het gevolg: er wordt erg veel tijd verspild aan het controleren van asielverhalen. Er is een complete mensenhandelindustrie ontstaan waarin specialisten immigranten aanleren met welke verhalen ze het meeste kans maken door de IND-procedures te komen. Het kost een immigrant al gauw een halve ton om aan een Nederlandse verblijfsvergunning te komen.

Ook huwelijkspartners uit het rijke westen zijn gewild. Een dochter met een Nederlands paspoort doet in het arme Oost-Anatolië al gauw een halve ton.

Zielige immigranten bestaan nauwelijks
Nederland grenst niet aan landen waar de mensenrechten op grote schaal worden geschonden. Immigranten hebben er vaak al een lange reis op zitten vanuit landen als Irak, Afghanistan of Somalië.
Een dergelijke reis is niet goedkoop. Mensenhandelaren vragen tienduizenden euro’s voor de reisbegeleiding en valse papieren. De armsten vluchten naar een naburig land of worden binnenlandse vluchteling. Een rijke vluchteling uit een dergelijk land kan voor het bedrag dat hij uitgeeft voor een verblijf in het rijke westen, uiteraard ook een goed bestaan opbouwen in eigen of een naburig land.

immigranten moeten meer uitgebuit worden

Er zijn enkele uitzonderingen.

Ex-moslims, mensen die zich bekeerd hebben tot een ander geloof dan het islamitische of atheïst zijn geworden, zijn hun leven niet zeker.

In veel islamitische landen staat de doodstraf (Afghanistan, Iran, Saoedi-Arabië) of zware gevangenisstraf (Maleisië, Egypte) op afvalligheid.

Hoewel homoseksueel gedrag in islamitische landen veel voorkomt, rust er een groot taboe op openlijk uitkomen voor een homoseksuele geaardheid. Ook zien we steeds meer vervolging van niet-islamitische minderheden, zoals hindoes, christenen, Baha’i en Jesidi.

Deze mensen zijn niet veilig in hun land van herkomst of een ander islamitisch land. Er is dus een goede reden om deze groepen mensen als politiek vluchteling toe te laten.

Ook moet er veel meer ontwikkelingshulp worden gegeven om landen die vluchtelingen in eigen regio opvangen te steunen. Vooral in Afrika staat die landen zelf al het water tot aan de lippen.

De oplossing: een zelfzuchtig immigratiebeleid. Immigranten moeten meer uitgebuit worden

Immigratielanden als Canada en Australië kennen een puntensysteem. Alleen mensen met voldoende punten komen het land binnen. Je kan punten ‘verdienen’ met vloeiend Engels of Frans spreken, een hoge opleiding of vakkennis waar in het land behoefte aan is. Ook een jonge leeftijd en het hebben van kinderen is een voordeel (dus ik heb pech gehad). In het Verenigd Koninkrijk en de VS wordt een kapitaaleis gesteld: een goede manier om succesvolle ondernemers (en in ieder geval een sloot geld) binnen te halen.

Voordelen van het eisen van hoge opleidingen
Een opleidingseis heeft drie voordelen.
Je zift de slimme mensen er uit (er zijn genoeg slimme mensen zonder opleiding, maar om een universitaire opleiding met goed gevolg af te kunnen leggen moet je over twee kwaliteiten beschikken die je graag in een immigrant ziet: intelligentie en/of veel doorzettingsvermogen). Ook hoeft Nederland niet meer te investeren in het bijscholen (en leert een intelligente immigrant veel sneller Nederlands). Tot slot is er ook een voordeel voor het land van herkomst: er ontstaat een enorme impuls om te investeren in scholing in plaats van in criminele mensenhandelaars. Ook als de student van mening verandert, heeft het land er een hoogopgeleide met nuttige kennis bij.

In deze landen zijn legale immigranten daarom geen kostenpost, maar vaak een enorme verrijking voor de economie en de samenleving.

Immigranten moeten meer uitgebuit worden. Het Nederlandse immigratiebeleid – gebaseerd op angst (rechts) en medelijden (links) is stevig aan herziening toe. We moeten daarom alleen mensen binnenlaten die ons land wat te bieden hebben. We moeten ze dan niet binnenlaten als criminelen, bedelaars of zielepoten, zoals nu gebeurt, maar van harte welkom heten als sterke, trotse en gewaardeerde mensen die hun paspoort van Nederland verdiend hebben door prestaties en kunde.

Arbeiders in Chinese mijnen werken onder erbarmelijke omstandigheden.

Vervangers zeldzame aarden gevonden

China heeft een bijna-monopolie op zeldzame aardmetalen (voor de techneuten onder u: lanthaniden, scandium en ytttrium). Dit doordat in China wat minder nauw om wordt gesprongen met milieuregels, waardoor de goedkope Chinese mijnen de rest van de wereld van de markt drukten. Vervelend nieuws, want elektromotoren (en de dynamo’s in windturbines) werken vaak met sterke permanente magneten waar deze zeldzame aardmetalen een essentieel onderdeel van vormen. Tot voor kort geen probleem, maar China heeft de export van de zeldzame aarden nu aan banden gelegd om zo buitenlandse fabrikanten te dwingen hun fabrieken naar China te verplaatsen. Gelukkig heeft GE Global Research nu een doorbraak bereikt: een sterke natuurlijke magneet bestaande uit veel voorkomende elementen.

Arbeiders in Chinese mijnen werken onder erbarmelijke omstandigheden.
Arbeiders in Chinese mijnen werken onder erbarmelijke omstandigheden.

Vooral essentieel is het metaal neodymium dat met ijzer en boor in permanente magneten wordt verwerkt. Andere zeldzame aarden, waaronder dysprosium en terbium worden gebruikt om nog sterkere magnetische mengsels van te bakken. Op alle drie elementen heeft China een wurggreep. In de nieuwe materialen wordt gebruik gemaakt van nanostructuren: op zeer kleine schaal verandert de structuur van het materiaal de magnetische eigenschappen totaal. Hierdoor worden de magneten veel sterker. Op dit moment experimenteert de groep met verschillende combinaties van neodymium (toch), ijzer en kobalt. Alhoewel de onderzoekers niet verder zijn gekomen dan een dun laagje van het nieuwe nanomateriaal, zou dit wel eens de technische doorbraak kunnen zijn waardoor de afhankelijkheid van zeldzame aardmetalen wordt doorbroken – en hiermee de opmars van alternatieve energie door kan gaan. Ook buiten China…

Bron: Technology Review

Het islamitische geloof is vooral een groepsgebeuren.

Sociale dynamiek in islamitische samenlevingen

De rellen in Tunesië zijn de zoveelste manifestatie van een fundamenteel probleem in de islamitische samenleving: legitimiteit. De koran en de hadith bieden naast familie maar één legitieme bron van politieke macht: vroomheid.

Sociale structuur van de islamitische samenleving
Binnen honderd jaar na de dood van religieus en politiek leider Mohammed liepen Arabische en later multi-etnische islamitische legers een groot gebied onder de voet van Zuid-Spanje tot Pakistan. Hoewel deze gebieden van oorsprong cultureel vrij sterk verschilden, bleek door de invloed van de Arabische taal en de islamitische cultuur en religie een sterke unificerende werking uit te gaan.
Vrijwel alle islamitische samenlevingen vertonen daardoor ongeveer dezelfde scores op de culturele dimensies van Hofstede: een zeer hoge score op onzekerheidsvermijding, een gemiddelde score op masculiniteit, een hoge score op collectivisme en zeer hoge machtsafstand.

Het islamitische geloof is vooral een groepsgebeuren.
Het islamitische geloof is vooral een groepsgebeuren.

Het gaat hier dus om autoritaire samenlevingen, strak geleid door een grote leider waarin door een verstikkende regeldruk en controle wordt gepoogd, de onzekerheid af te laten nemen.  Langetermijnperspectief, recent toegevoegd door Hofstede, is in veel islamitische landen laag en daalde onder meer in Pakistan, verondersteld door de onderzoekers onder invloed van de sterke islamisering. Dit is ernstig: langetermijnperspectief is namelijk positief gecorreleerd met persoonlijke en economische ontwikkeling. Hoogontwikkelde landen als Nederland, China, Korea en Japan scoren zeer hoog op deze dimensie.

Geografie en economie falen als verklaring
De opvallende overeenkomst die de meeste islamitische landen cultureel gezien met elkaar vertonen, kan niet worden verklaard door geografische of economische factoren. Egypte, Irak, Bangladesh en Pakistan zijn landen waar de kerngebieden bestaan uit een geïrrigeerde riviervallei of rivierdelta. Er zijn woestijnlanden (Saoedi Arabië, Libië, Koeweit, Qatar), handelslanden (Tunesië, Bahrein, de Emiraten) en landen met veel landbouwgebied (Marokko, Algerije). De landen variëren van straatarm (Bangladesh, Egypte) tot relatief welvarend (Qatar, Koeweit, Maleisië).

Godsdienst en cultuur als voornaamste bepalende factor
We hebben eerder gezien dat een cultuur mede gegrondvest is op metafysische beginselen. Het is daarom moeilijk onderscheid te maken tussen religie en cultuur; mogelijk kan religie als onderdeel van de kernwaarden van een cultuur worden gezien. De islamitische wereld wordt verbonden door een gemeenschappelijke godsdienst die een zeer sterke invloed heeft op de cultuur en zich herhaaldelijk ook rechtstreeks met de cultuur bemoeit, zo worden op het eerste gezicht triviale culturele elementen als muziek, voeding, vrijetijdsbesteding en de wijze van kleden streng gereglementeerd door het soennisme en sji’isme. Het is dus redelijk te veronderstellen dat deze godsdiensten primair bepalend zijn voor de sociale en maatschappelijke structuur.

Kernelement: godsdienst
Een islamiet identificeert zich meestal eerst en vooral als “moslim”. Hoewel islamieten hier doorgaans ieder iets anders onder verstaan, is het belangrijkste dat iemand zich in het openbaar identificeert als “moslim”. De plaats van de doop in het christendom wordt in het islamitische geloof ingenomen door een verklaring, afgelegd bij een groepje islamieten, dat er geen god bestaat dan Allah en dat Mohammed zijn profeet is: een publiek gebeuren dus.
Zowel koran als hadith stellen dat in conflicten waar ongelovigen bij betrokken zijn, een islamiet altijd de kant moet kiezen van een andere islamiet omdat een ongelovige de slechtste van alle schepsels is (hoewel elders in de koran staat dat een huichelaar nog erger is dan een ongelovige). Dit verklaart ook waarom veel islamieten, waaronder Osama bin Laden, de samenwerking tussen de al-Saoeds en de Amerikanen tegen Saddam Hussein van Irak zagen als een bewijs dat de al-Saoeds een ketters, ongelovig regime vormen dat omver geworpen moet worden. Ook al ging het in het geval van Saddam Hussein om een persoon die ook in de ogen van veel islamieten een misdadiger was.
Fundamentalistische islamieten zien het liefst één grote staat waarin alle islamieten verenigd zijn. Andere staatsvormen, zoals de Europese natiestaat, zijn uiteraard onaanvaardbaar want binnen de groep van islamieten mogen er geen groepen bestaan. Deze staat, het kalifaat, moet proberen de gehele wereld te onderwerpen. De “leider van de gelovigen”, de kalief, moet absoluut gehoorzaamd worden en als hij een heilige oorlog, een jihad, uitroept tegen de ongelovigen, moeten alle islamieten die in staat zijn om te vechten aan deze oproep gehoor geven.  Als “de islam” aangevallen wordt, wat zoals we gezien hebben aan de cartoonrellen volgens islamieten al snel het geval is, bestaat er voor islamieten ook de religieuze plicht om terug te vechten, ook als er geen kalief is.

Kernelement: familie
Omdat rijkere mannen meerdere vrouwen kunnen trouwen, zijn families van de hogere standen in de islamitische wereld vaak zeer uitgebreid. Zo is de Saoedische koninklijke familie, de familie van de grondlegger van Saoedi-Arabië Abdul Aziz Ibn Saoed in aantal zo groot als de bevolking van een kleine stad: zevenduizend tot vijfentwintigduizend. Ibn Saoed (12876-1953) zelf heeft meer dan tweehonderd directe mannelijke nakomelingen (vrouwen worden niet geteld).
Arabische namen zijn doorgaans zeer lang omdat hierin alle voorouders worden opgesomd – vaak zeven generaties of meer. Voor een westerling lijken deze namen triviaal, maar voor een islamiet bieden familieverhoudingen een belangrijke methode om iemands status in te schatten. Zo hebben vaders gezag over zoons en oudere broers gezag over jongere. Het hoofd van de familie of clan wordt vaak ingeschakeld om conflicten met een andere familie op te lossen -bloedvetes zijn kostbaar en hebben de vervelende neiging, te escaleren en zich na eeuwen nog voort te zetten. Geen wonder dus dat de gemiddelde islamiet zijn best doet machtige mede-islamieten niet onnodig voor het hoofd te stoten, want dat betekent dat zij niet alleen die persoon, maar hun hele familie achter zich aan krijgen.

Iemand van een aanzienlijke familie (het mooiste is natuurlijk als je direct van Mohammed afstamt) heeft meer gezag dan de nakomeling van een pauper of bekeerling. Een familie kan aan status winnen door pelgrimstochten, een roemruchte voorvader, strategische allianties met andere families, heldendaden op het slagveld, religieuze bouwwerken, religieuze activiteiten en gastvrijheid.

De Libische dictator Muammar Gadaffi bedacht zijn eigen politiek-religieuze filosofie.
De Libische dictator Muammar Gadaffi is minder gek dan veel mensen denken.

Ook rijkdom of een vete winnen geldt uiteraard als statusverhogend. De familie wordt te schande gemaakt als een familielid zich bekeert tot een ander geloof of een vrouwelijk familielid seksuele activiteiten heeft buiten het huwelijk. In dat geval moet het familielid gedood  of uitgestoten worden om de kostbare eer van de familie te zuiveren.

Legitimiteitsprobleem
Er zijn dus in de islamitische wereld volgens een traditionele islamiet dus maar twee legitieme staatsvormen denkbaar. Een overkoepelende islamitische staat, het kalifaat (of een kleinere staat waarvan de leider beweert dat hij de kalief is zoals Marokko) heeft uiteraard de voorkeur.

Een alternatief is een staat die een grote familie vormt, zoals de vorstendommetjes op het Arabisch schiereiland die terecht als bedoeïnenstammen met een vlag worden aangeduid. In een familie is voor een islamiet altijd duidelijk wie er de baas is: de vader of oudste broer. Ook moet deze familie het meeste aanzien genieten, vandaar de vele protserige moskeeën. Ook deze staatjes moeten echter hecht op een islamitisch fundament rusten om hun geloofwaardigheid in de ogen van islamieten te behouden.

De Libische dictator Moeammar Gadaffi, niet zoals de al-Saoeds of de al-Thani’s van Qatar gezegend met een allesoverkoepelende familie, zag dit probleem in en bedacht daarom zijn unieke Derde Weg filosofie. Hierbij baseert hij zich voornamelijk op de koran en nauwelijks op de hadith. Dit geeft hem meer speelruimte. Iran blijft stabiel omdat de opperste religieuze autoriteiten ook het land besturen.

De derde oplossing is het seculariseren van het land, zoals dat in Syrië en tot voor kort in Irak en het Egypte van Nasser. Dit kan alleen door een felle retoriek tegen de “vijanden van de islam”, bijvoorbeeld Israël en de VS, te bezigen, want zo kan een beroep worden gedaan op de plicht voor islamieten om mede-islamieten te steunen tegen de ongelovige vijand. Met het sterker worden van de religieuze invloed verdwijnt deze optie. Op termijn ziet het er dus somber uit voor staten die deze weg kiezen, tenzij de secularisatie het wint. Wat dat betreft zijn de ontwikkelingen in Tunesië zeer interessant.

Alleen het uiterste noorden is welvarend. Het zuiden blijft economisch sterk achter. Dit wekt daar veel woede.

Achtergronden bij de rellen in Tunesië

Waarom is Tunesië, het welvarendste Noord-Afrikaanse land, nu een kruitvat geworden? Tunesië, dat op de plaats ligt waar zich meer dan tweeduizend jaar geleden  het Fenicische handelsrijk Carthago bevond, kent een vrij feminiene cultuur met een sterke pragmatische inslag. Dit geldt voor het vruchtbare noordelijke deel. Over het algemeen genomen steeg de welvaart flink, maar dan alleen in de ontwikkelde kustgebieden. Het traditionele binnenland bleef arm. Dit zette kwaad bloed in het binnenland, de reden dat de rellen hier begonnen.

Waarom de rellen in Tunesië?
De half januari 2011 naar Saoedi-Arabië gevluchte president Ben Ali was een geslepen tacticus. Kort nadat hij in 1987 de vorige president en vader des vaderlands Habib Bourguiba afzette ging hij op pelgrimstocht naar Mekka. In islamitische ogen werd hij hierdoor witgewassen van alle zonden (bijvoorbeeld het afzetten van Bourguiba) waardoor zijn steun in het land -voor meer dan twee decennia- verzekerd was.

Alleen het uiterste noorden is welvarend. Het zuiden blijft economisch sterk achter. Dit wekt daar veel woede.
Alleen het uiterste noorden is welvarend. Het zuiden blijft economisch sterk achter. Dit wekt daar veel woede.

Ondertussen versterkte hij zijn greep op het land tot een wurggreep en maakte gebruik van de politieke vrijheid die hij nu had om vrouwen meer rechten toe te kennen – Tunesië is nu het meest vrouwvriendelijke islamitische land.  Dit kan een unieke prestatie genoemd worden. Het afschrikwekkend voorbeeld van buurland Algerije waar meer dan honderdduizend mensen tijdens de burgeroorlog werden gedood en de overal aanwezige geheime dienst hielden het land al die jaren rustig. Ben Ali identificeerde islamitische extremisten als de gevaarlijkste oppositiegroep en pakte deze dan ook keihard aan. Ook doet Tunesië het economisch gezien vrij goed: nauwelijks staatsschuld (rond de vijftig procent van het BNP, onder de EU-eis)  en een groeisnelheid per jaar waar Nederlandse politici erg jaloers op zouden zijn. Ondertussen groeide de onvrede echter.

Tegenstellingen in Tunesië
Naast de tegenstellingen tussen het welvarende noorden en het arme zuiden, speelt er meer.

Gebrek aan huwelijkspartners en banen
Zoals in alle Arabische samenlevingen speelt de familie een centrale rol in Tunesië. Nepotisme is de norm. Jongens uit armere families, vooral die uit het woestijnachtige zuiden, hebben daardoor nauwelijks kans op werk. Dit is een gevaarlijke ontwikkeling, want in Tunesië moeten zoals in andere islamitische landen hoge bedragen aan bruidsprijzen en bruiloften worden uitgegeven om te kunnen trouwen. Een grote hoeveelheid ongehuwde jongens is overal een reden tot sociale onrust. In islamitische landen (en het Iran van Khomeini) werd dit traditioneel opgelost door voortdurende oorlogen met ongelovige buurlanden, waardoor het overschot aan mannen werd weggewerkt en de overlevenden in het veroverde gebied bleven of met rijke oorlogsbuit terugkwamen – voldoende voor het betalen van bruidsprijzen. In de moderne tijd is dit emigratie, maar met de steeds strengere asiel- en immigratieprocedures in het rijke westen komt deze mogelijkheid steeds meer buiten bereik.

Levensonderhoud wordt duurder
Ook in het ontwikkelde kustgebied steeg de onvrede. De censuur werd iedere dag gevoeld door de hoogopgeleide beroepsbevolking. De oplopende werkloosheid en het terugschroeven van subsidies zetten de maatschappij onder druk. Kortom: het regime werd alleen gesteund door de selecte, zeer rijke groep die baat had bij de opmerkelijke economische groei in Tunesië. Een stabiele middenklasse ontbreekt. Geen wonder dat de grote zelfverrijking door deze groep steeds meer woede opwekt.

Oprukkende islamisering van de bevolking
Het regime heeft met harde hand uitingen van islamisme, zoals de oprukkende hoofddoek, onderdrukt. In de meeste Arabische landen wordt het regime gesteund door de seculiere elite die bang is voor de islamitische extremisten.  In Tunesië wordt door het effectieve overheidsoptreden tegen deze groep de druk van de islamisten nauwelijks gevoeld, waardoor paradoxaal de effectiviteit van het Tunesische bestuur leidde tot grotere steun voor islamisering. Veel Tunesiërs hebben religieuze bezwaren tegen het huidige overheidsbeleid waarbij vrouwen naar hun mening teveel rechten krijgen en ook andere godsdiensten te weinig worden gediscrimineerd. Ze willen meer sharia. Extremistische groepen als AQIM proberen deze wrevels aan te moedigen om zo een islamistische staatsgreep in Tunesië te kunnen plegen.

Censuur wordt steeds minder effectief
De belangrijkste tegenstelling is misschien nog wel die tussen Tunesië en Europa. Door de opkomst van internet en sociale netwerken als Facebook wordt de censuur steeds minder effectief waardoor Tunesiërs kennis kunnen maken met het leven in vrijere, welvarende landen. Sociale media stelden de Tunesiërs nu ook in staat om hun protesten te coördineren. Dictaturen kunnen zich alleen handhaven door een effectieve controle van de informatiestroom. Die verdwijnt steeds meer. Tunesiërs krijgen steeds meer door hoe ze al die jaren door de media zijn gemanipuleerd en reageren daar, logischerwijs, woedend op.

Verwachte ontwikkelingen
Veel Arabische landen zijn kruitvaten waarin een jonge, verarmde bevolking met bruut politiegeweld onder de duim wordt gehouden. De werkelijke oorzaken van de economische stagnatie – corruptie, voortrekken van familieleden en veel te veel bureaucratie en ambtelijke willekeur – zijn de bevolking onbekend, waardoor wordt teruggegrepen op wat bekend is. Dat is het islamitische geloof dat, het moge bekend worden verondersteld, zowel een politiek als religieus systeem claimt te zijn. Het voorbeeld in Tunesië – het succesvolste en sociaal gezien meest progressieve land van de Arabische wereld – kan ook de bevolking in andere Arabische landen aanzetten tot een opstand.

Dictator Gadaffi in buurland Libië maakt zich zorgen. De grassroots van zijn regime zijn weliswaar beter georganiseerd dan in Tunesië en hij heeft de Derde Weg, een unieke mengeling van socialisme en islamisme bedacht, maar ook zijn bewind kan weinig genade vinden in veel islamitische ogen. In Egypte en Syrië is de kans op opstand nog een stuk groter. De Marokkaanse koning kent als politiek en religieus leider meer legitimiteit waardoor hij zich minder zorgen hoeft te maken. In Algerije is de brand al uitgewoed – de bloedige burgeroorlog heeft de behoefte aan nog meer geweld effectief doen bekoelen.

Vermoedelijk zullen nu in Tunesië de progressieve hervormingen op het gebied van vrouwenrechten en vrijheid van levensovertuiging voor een groot deel terug worden gedraaid. Dit is een veilige en goedkope manier om de steun uit islamistische hoek voor het nieuwe regime te vergroten.

Israël wordt aan bijna alle kanten omringd door lege woestijn.

Israel en Palestina – tijdbom of overschat probleem?

Er ligt een klein landje in het Midden Oosten met half zoveel inwoners en oppervlakte als Nederland. Toch slaagt dit landje met de bezette gebieden er in om de headlines al meer dan zestig jaar in haar greep te houden. Is dat wel terecht?

Geopolitiek
Israël ligt zeer strategisch. Op korte afstand van het Suezkanaal heeft het land de optie om dit te bezetten – dit gebeurde al enkele keren in het verleden.  Ook de voor islamieten heilige steden Mekka en Medina en de belangrijke steden Damascus en Caïro liggen binnen bereik van Israëlische straaljagers. Het land splitst de islamitische wereld in feite in tweeën: alleen door over Israëlisch grondgebied te rijden kan een reiziger over land van Afrika naar Azië reizen. Om deze reden zien de Arabieren Israël als een doorn in hun vlees. Vandaar de vaak opgeklopte solidariteit met de Palestijnen en de heisa over Jeruzalem, voor islamieten veel minder belangrijk dan bijvoorbeeld Mekka, Medina en Karbala). Israël wordt aan bijna alle kanten – de uitzondering is Libanon met de Golan – omringd door lege woestijn. Dit betekent dat de aanvoerlijnen voor een aanvallend leger lang en kwetsbaar zijn.

Israël wordt aan bijna alle kanten omringd door lege woestijn.
Israël wordt aan bijna alle kanten omringd door lege woestijn.

Het voornaamste probleem voor Israël is demografie en gebrek aan strategische diepte. De bevolking en bevolkingsgroei in de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever – en de buurlanden – is veel groter dan die in Israël zelf.  Ook heeft het land nauwelijks strategische diepte: als Syrische of Jordaanse tanks vijftig kilometer naar het westen rijden wordt het land in tweeën geknipt.

De Palestijnen in de bezette gebieden en de Hezbollah-militie in Zuid-Libanon voeren een voortdurende slijtageslag. Het land kan zich alleen de vijanden van het lijf houden door zeer hoge uitgaven aan het moderne, tot de tanden bewapende leger (tientallen procenten van het BNP) en een meedogenloos effectieve geheime dienst, de Mossad. De afgelopen tientallen jaren behield de economie in Israël haar voorsprong op de buurlanden Egypte, Jordanië en Syrië, maar deze landen zijn nu met een inhaalslag bezig. Gelukkig voor Israël gaat het om dictaturen, wat betekent dat corruptie de ontwikkeling tegenwerkt. Het is echter niet uit te sluiten dat er democratische revoluties komen waardoor het machtsevenwicht zou verschuiven. Het verder weg gelegen Iran beschikt nu al over behoorlijk goede technische knowhow. Dit betekent dat ze in de verdere toekomst in principe in staat zijn het Israëlische luchtoverwicht te breken, bijvoorbeeld wanneer voor de VS de strategische waarde van Israël verdwenen is.

Voor een land als Israël zijn atoomwapens dan ook een noodzakelijkheid om in de huidige vorm te overleven. We voorzien in de toekomst ook investeringen in robottechniek (naast de oorspronkelijk in Israël uitgevonden onbemande drones, ook rijdende robots in het leger) om op die manier de militaire druk op de kleine beroepsbevolking te verlichten. Ook zal Israël moeten proberen te voorkomen dat de Arabische buurlanden gaan samenwerken. Op dit moment lijkt het daar niet op: de haat tussen het Jordaanse koningshuis en dat van Saoedi-Arabië is vanwege het verleden bijvoorbeeld intens.  Zo ook de haat tussen soennieten en sji’ieten (Syrië wordt geregeerd door een sji’ietische sekte maar bestaat grotendeels uit soennieten). Naarmate Israël strategisch verzwakt wordt het minder interessant om samen te werken tegen Israël.

Alleen regionale dreiging

Israël heeft er als kleine, open economie alle belang bij publicitair in een goed blaadje te blijven. De steun voor Israël is in Europa al verdwenen en is in de VS langzaam aan het afbrokkelen. Van Israël zijn dus niet al te dolle avonturen te verwachten.

Het snel islamiserende Turkije ontpopt zich steeds meer als tegenstander van het land, maar in de huidige status-quo is er voor geen van de bestaande regimes een goede reden om Israël aan te vallen. Deze status-quo is echter aan het veranderen. De hoge bevolkingsgroei, gebrekkige economie en terugvallende olieinkomsten betekenen dat als de olie rond 2020 echt opraakt, het volk niet meer tevreden gehouden kan worden.

Islamieten hebben, wijst de geschiedenis uit, net als Europeanen in de middeleeuwen, dan vaak de neiging hun heil te gaan zoeken in hun geloof. Als grote hongersnoden uitbreken en het leger niet meer betaald kan worden zullen de bestaande regimes omver geworpen worden. De verschillende incarnaties van de Moslimbroederschap en de verwante organisatie HUT zullen dan proberen een kalief, een opperleider van de islamieten, aan te wijzen. Dit zal vermoedelijk de meest succesvolle militaire leider zijn die de rest onderwerpt. In dit geval helpt nucleaire afschrikking niet meer.  Verhongerende mensenmassa’s laten zich hierdoor niet meer afschrikken. Waarschijnlijk zal in dit geval Israël dus onder de voet gelopen worden.

Drie veroveringsscenario’s
Er zijn drie scenario’s denkbaar. De eerste is het herleven van het Turkse kalifaat. Turkije is een redelijk vruchtbaar, etnisch redelijk homogeen en weinig corrupt land met voldoende eigen energiebronnen. De kans is klein dat hier hongersnoden gaan uitbreken. De Turken hebben veel te verliezen en weinig te winnen met oorlog. Een islamistische staatsgreep en veroveringsoorlog richting zuiden is hiermee minder waarschijnlijk.

De Israëlische gevechtsrobot Viper is voorzien van een machinegeweer om sluipschutters uit te schakelen.
De Israëlische gevechtsrobot Viper is voorzien van een machinegeweer om sluipschutters uit te schakelen.

Het tweede scenario is Iran. Zou het Iraanse regime er in slagen Irak onder de voet te lopen of een revolutie uit te laten breken, dan zou dit veel prestige met zich meebrengen. In tegenstelling tot Turkije ontleent het regime in Iran haar legitimiteit aan het geloof, het binnenlandse verzet is groot en de Iraanse olie is snel aan het opraken. Essentieel in dit scenario is dat een Iraanse politieke of geestelijke figuur door veel islamieten wordt gezien als de mahdi, een religieus en politiek leider die de reïncarnatie is van Mohammed. Beheerst Iran eenmaal Mesopotamië, dan is het volgende logische doel Israël, via bondgenoot Syrië. De vernietiging van de joodse aartsvijand zou een mahdi groot prestige bezorgen en rond 2020-2030 zijn mensenlevens goedkoop. Zelfs een ultramodern leger als het Israëlische zal vermoedelijk niet opgewassen zijn tegen miljoenen fanatieke soldaten die niet bang zijn voor de dood, alhoewel Israël door luchtaanvallen  de logistiek door de woestijn totaal lam kan leggen.

Een variant op dit scenario is een aanval vanuit Egypte op Israël. In Egypte wonen rond 2030 rond de honderd miljoen mensen op een bewoonbaar oppervlak van minder dan twee keer Nederland. Kortom: een Bangladesh aan de Nijl. Tot overmaat van ramp willen de zuiderburen meer Nijlwater voor zichzelf.
Strategisch gezien zijn de zuiderburen Soedan en Ethiopië voor Egypte dus van veel groter belang. De bottleneck ook hier is de tocht door de woestijnachtige kustvlakte van de Sinaï naar Gaza. Voor Egypte met haar kleine, dichtbevolkte Nijlvallei (denk aan de gevolgen van het bombarderen van de Aswandam) zal een oorlog uiteraard rampzalig uitpakken, de reden dat seculiere regimes er weinig voor voelen. Alleen een machtsovername door de Moslimbroederschap verandert dit. Zelfs dan is een ‘war of attrition’ aannemelijker dan een grootschalige aanval.

Het derde, minst waarschijnlijke scenario is een herhaling van de Arabische veroveringstochten. Alhoewel de bevolkingsexplosie in het Arabisch schiereiland (denk aan tachtig miljoen mensen in een onherbergzame woestijn met een volkomen leeggepompte grondwaterlaag) rond 2020-2030 tot een humanitaire ramp zal leiden, zijn ook hier aanvoerlijnen de bottleneck. In de tijd van Mohammed konden na een eeuw van verwoestende oorlogen tussen de Perzen en de Byzantijnen, Syrië en Palestina gemakkelijk veroverd worden door groepen nomaden op kamelen. Israël is nu in tegenstelling tot de Byzantijnen en Perzen goed bewapend. Ook hier verandert het luchtoverwicht de strategische uitkomst definitief.

Alle drie scenario’s betekenen een enorme humanitaire ramp. Alleen door de invloed van religie terug te dringen, de heilige oorlog te verklaren tegen corruptie in het Midden Oosten en door te voorkomen dat er over tien tot twintig jaar hongersnoden uitbreken, kunnen deze nachtmerriescenario’s worden voorkomen.

Een overzicht: Israël en de Palestijnse gebieden
Israël, de plaats waar het joodse geloof duizenden jaren geleden is ontstaan, is het resultaat van het streven van de zionistische (joods-nationalistische) beweging om voor joden een eigen staat op te richten. Al sinds einde negentiende eeuw bestond er joodse migratie naar Palestina,  in die tijd deel uitmakend van het Ottomaanse Rijk. Met de Balfourdeclaratie beloofden de Britten aan de zionisten een “Joods nationaal tehuis”. Na de Eerste Wereldoorlog verloor Turkije alle gebieden buiten Anatolië en Thracië, waaronder Palestina, aan de geallieerden. Door de Volkenbond (de voorganger van de VN) werden de gebieden als mandaatgebied toegewezen aan de Britten en de Fransen.

Het Britse mandaatgebied Palestina omvatte in de tijd dat het werd gevormd het grondgebied van Israël, de bezette gebieden exclusief de Golanhoogte en Jordanië. Om de door de extreem-fundamentalistische Saoeds vanwege zijn steun aan de Britten verjaagde sjerief, of burgemeester, van Mekka en Medina een thuis te bieden werd het deel ten oosten van de Jordaan in 1923 afgescheiden en in 1946 tot zelfstandig land uitgeroepen: Jordanië. De reden dat pro-zionistische mensen stellen dat de Palestijnen al Jordanië als thuisland hebben. Het westelijk deel werd nogmaals opgedeeld, ditmaal tussen de Arabische en de joodse bevolking. De Arabische buurlanden gingen niet akkoord met deze verdeling en verklaarden in 1948 de oorlog. Dit liep voor hen rampzalig af: de Israëli’s vergrootten hun grondgebied tot de huidige staat Israël. Uit wraak werd de joodse bevolking voor een groot deel uit Arabische landen weggepest.

Palestijnen als eeuwige vluchtelingen
Grote aantallen Arabieren, in 1948 een half miljoen tot achthonderdduizend, ontvluchtten het joodse gebied. Omdat zij en hun nakomelingen niet de nationaliteit krijgen van het land waar ze wonen, in tegenstelling tot alle andere landen buiten het Midden Oosten, blijft het Palestijnse vluchtelingenvraagstuk bestaan. Ze vallen ook onder een aparte vluchtelingenorganisatie, niet de UNHCR maar de UNWRA. Omdat de Palestijnen veel kinderen kregen, zijn er nu rond de elf miljoen, waarvan vier miljoen als VN-vluchteling worden erkend. In de landen van het Midden Oosten m.u.v. Jordanië leiden de Palestijnen nog steeds een uitzichtloos bestaan als tweederangs burger, ook al zijn ze in het land waar ze nu wonen geboren. Hun gastlanden zien ze als een bedreiging voor de interne stabiliteit.

Contant geld heeft veel vijanden en maar één vriend: u, de consument.

Einde contant geld is begin dictatuur

Stel je voor: de overheid is niet blij met je subversieve weblog met samenzweringstheorieën en besluit je bankrekening te blokkeren. Dan word je op een morgen wakker en wilt naar de winkel om inkopen te doen. Je pinpas weigert. Je kunt in geen enkele winkel meer wat kopen. Geen kleding, geen voedsel, zelfs geen gebakken vis of Vietnamese loempia.

De stand van zaken
Dit is geen paranoïde fantasie, maar werkelijkheid over een paar jaar. De eerste supermarkt die geen contant geld meer accepteert is al een feit; de brancheorganisatie van supermarkten wil dat in 2014 nergens meer contant geld wordt geaccepteerd.

Cui bono?
Giraal geld wordt er nu in hoog tempo doorheen gedrukt omdat er een aantal machtige groepen zijn die daar veel belang bij hebben.

Contant geld heeft veel vijanden en maar één vriend: u, de consument.
Contant geld heeft veel vijanden en maar één vriend: u, de consument.

Uiteraard is vooral de banksector erg blij met deze ontwikkeling: hiermee krijgen banken volledige greep op alle geldstromen. De oude sok is definitief exit. Banken krijgen de beschikking over een tweede product naast geld: de volledige betalingsdata van klanten. Een goudmijn die alleen al in Nederland tientallen miljarden waard is. Contant geld vinden banken maar lastig, daar moeten ze dure geldtransporten voor laten rijden en ze krijgen er niets voor terug.

Datzelfde geldt voor de overheid. Zwart geld verdienen is straks domweg technisch onmogelijk, tenzij je een brievenbusfirma in een Caraïbische eilandstaat hebt gevestigd wat buiten bereik ligt voor mensen met minder dan een halve ton per jaar inkomen. Contant geld is nergens meer te besteden, van iedere burger is precies bekend hoeveel deze verdient, waar hij of zij het geld aan uitgeeft en wanneer. Kortom: alleen door te emigreren is te ontsnappen aan de hoge belastingdruk en overige overheidsbemoeienis.
Rookt of drink je teveel? Of eet je teveel vet vlees? Op een avond verschijnt er een begripvolle dame aan de deur die graag een indringend gesprek wil hebben met de boosdoeners.
Door slimme data mining kunnen rechercheurs snel allerlei belastende informatie boven water krijgen om verdachten mee te kunnen pakken (wat deed jij in dat motel in Valkenswaard op drie december met die fles champagne?) of te chanteren. Kortom: een zegen voor belastingdienst, politie en wat er in Nederland doorgaat voor justitie.
Ook krijgt de overheid nu een absoluut wondermiddel in handen om een vervelende klokkenluider of dissident (denk aan de affaire-Oltmans) aan te pakken. Slot op de bankrekening en hij of zij kan geen stap meer zetten.

Ook voor winkeliers is giraal of chartaal geld ideaal: dit geld is namelijk niet te roven, stelen of achterover te drukken door oneerlijk personeel. Uit onderzoeken blijkt dat consumenten veel meer geld uitgeven als ze niet contant betalen maar pinnen. Het koopgedrag van klanten levert onschatbaar waardevolle klantinformatie.

Klanten die veel energiedrankjes als Red Bull drinken zijn bijvoorbeeld over het algemeen testosteronrijke adrenalinejunks (de extreem zoete smaak is voor mensen met verfijnder smaakpupillen ondraaglijk). Je vriendje van de zakenclub met een kartbaan is dus zeker heel geïnteresseerd in een uitdraai met adresgegevens van Red Bull-adepten. En nu we toch bezig zijn: de autoverzekering ook, om ze met een plotselinge premieverhoging uit hun bestand te kunnen gooien want tot deze groep horen veel beruchte brokkenpiloten.  Kortom: zowel banken, winkeliers als overheid hebben er daarom belang bij dat de consument zo snel mogelijk overstapt op digitaal geld.

Wie is slachtoffer van giraal geld?
Giraal geld klinkt, kortom, te mooi om waar te zijn en dat is het dan ook. Er is namelijk een belanghebbende die voornamelijk met nadelen wordt opgescheept: de consument.

Veel politiewerk wordt overbodig als letterlijk alle geldstromen via de computers van de bank lopen.
Veel politiewerk wordt overbodig als letterlijk alle geldstromen via de computers van de bank lopen.

Die schiet uiteraard weinig op met tientallen procenten hogere uitgaven, een reclamebombardement en de nog grotere wurggreep die de overheid en bancaire sector straks op zijn inkomen hebben.

Er zijn maar twee, betrekkelijk kleine, voordelen die er uiteraard door de digitaal-betalen lobby keer op keer door middel van spotjes op de televisie in worden geramd. Beroven van mensen heeft geen zin meer en wisselgeld is ook geen probleem meer.

Daartegenover staan enorme nadelen.

Kom je om welke reden dan ook in conflict met een onderdeel van de overheid of de banken, dan kan je digitaal dood worden verklaard. Je bent dan een illegaal in eigen land geworden. Je zult in leven moeten blijven wat andere mensen je – met gevaar voor eigen have en vrijheid – toestoppen. Want uiteraard kan de overheid straks precies in de gaten houden hoeveel levensmiddelen en water iemand gebruikt…

Wat kan ik als consument doen?
Weersta de lobby. Betaal zoveel mogelijk contant. Boycot supermarkten en andere winkels waar alleen maar gepind kan worden.

Ook online ben je niet veilig: online banktransacties worden even goed in de gaten gehouden als pintransacties.

Doe mee aan lokale gelduitwisselsystemen. Die besparen je overigens ook veel geld, je leven wordt er vaak eens stuk leuker door en je leert veel mensen kennen.

Communiceren in een gelaagde maatschappij

N.b. Dit artikel is geschreven voor de zomer van 2010.

Later neem ik twee katten.
De ene noem ik Albert, de andere Bert.
Als mensen dan vragen: “Waarom heet die ene Albert?”
Dan zeg ik: “die andere heette al Bert”.

Taal is ambigu. In de schrijftaal en in grotere mate ook in de spreektaal, kunnen hierdoor foutjes ontstaan. Soms leidt dat, zoals in bovenstaand voorbeeld, tot grappige situaties. Maar er kan ook  misbruik van gemaakt worden. Dat kan niet alleen, dat gebeurt ook.

Bij het communiceren wordt er een bericht met een bepaalde bedoeling van een zender naar een ontvanger verzonden. Deze bedoeling is niet altijd expliciet in het bericht terug te vinden, maar bevindt zich vaak in een ‘diepere laag’. Van de ontvanger wordt verwacht dat hij slim genoeg is om in deze diepere laag te zoeken, zodat zijn perceptie van het bericht overeenkomt met de bedoeling van de zender. Dat perceptie en bedoeling lang niet altijd overeen komt, blijkt wel uit het feit dat de in dictione drogredeneringen hier met name op zijn gebaseerd. Toen in 1985 een verslaggever aan Willem Holleeder vroeg: “Heb je er spijt van?” greep advocaat Max Moszkowicz in: “Deze vraag beantwoordt de cliënt niet, daarmee zou hij impliciet schuld erkennen.” [i]
Niet alleen bij directe communicatie komt deze gelaagdheid voor, maar overal in de maatschappij bestaan er ‘diepere lagen’ (denk bijvoorbeeld aan advertenties). Communicatie is nou eenmaal onlosmakelijk verbonden met manipulatie; er bestaat geen communicatie zonder manipulatie en vice versa. In zekere zin gaan deze twee woorden over hetzelfde fenomeen, maar vanuit een andere invalshoek bekeken. Door met deze verbondenheid rekening te houden in je communicatie, is het mogelijk om hier handig gebruik van te maken als je wilt aanzetten tot handelen.

Voormalig president Bush was erg goed in communiceren.
Voormalig president Bush was erg goed in communiceren.

Doordat manipulatie inherent is aan communicatie, heeft communiceren invloed op de emoties van een ander. Reclamebureaus maken hier dankbaar gebruik van. In de farmaceutische wereld komt het meer dan eens voor dat er medicijnen worden ontwikkeld voor nonsens kwaaltjes, maar die toch goed verkopen omdat de omschrijving van symptomen in de reclames voor vrijwel iedereen opgaan. [ii]
Angst is misschien wel de makkelijkste emotie om te beïnvloeden. Een duidelijk voorbeeld deed zich enkele jaren geleden voor in de Verenigde Staten. De zogenaamde ‘estate tax’, een belasting op grote erfenissen, werd daar de nek om gedraaid als gevolg van een geweldige manipulatietruc. Want hoewel slechts twee procent van de bevolking baat had bij de afschaffing, hebben de politici die voor de afschaffing waren, het volk toch zo ver weten te krijgen dat men tegen de belasting – en feitelijk in eigen nadeel – stemden. Dit lukte de politici grotendeels door simpelweg de terminologie aan te passen. In plaats van ‘estate tax’ zijn zij het consequent ‘death tax’ gaan noemen; iets wat ons herinnert aan de dood. En we worden niet graag geassocieerd met onze angsten, dus daar kúnnen we toch niet voor zijn? [iii]
De Nederlandse overheid zou er goed aan doen om een voorbeeld te nemen aan deze Amerikaanse politici. De moraliteit van het Nederlandse volk aanpassen door oppervlakkig te communiceren wat wel en niet gewenst is, werkt niet [iv]. Veel beter zou men door middel van het rekening houden met de communicatie/manipulatie-dualiteit emoties als angst kunnen gebruiken voor het aanzetten tot handelen. Zodoende zal bijvoorbeeld het probleem rondom de lage aantal donorregistraties allicht opgelost kunnen worden.

Hij die bedreven is in het juist toepassen van communicatie, zal veel doelen kunnen verwezenlijken. Hopelijk blijkt aankomende zomer dat onze bondscoach daar ook bedreven in is. Ik zou hem graag aan de hand van een voorbeeld het belang van goede communicatie willen illustreren, want dat kán haast niet fout gaan. Hij heet immers al Bert…

/edit: Inmiddels weten we allemaal hoe dit is afgelopen. Van Marwijk is in ieder geval ver gekomen, en misschien wel mede door zijn kunde goed te communiceren in het openbaar. 26 Januari a.s. krijgt hij dan ook de Machiavelliprijs overhandigd voor zijn ‘uitzonderlijke communicatieve kwaliteiten’ [v].

[i] http://nl.wikipedia.org/wiki/Drogreden#Meervoudige_vraag
[ii] Lezing ‘Encyclopedie van de angst – over regulering van angst’ – Prof. Dr. Huub Schellekens
[iii] Boek ‘Ik krijg altijd gelijk’ – Lars Duursma e.a.
[iv] Lezing ‘Filosofie van de 20ste eeuw – Jürgen Habermas en Paul Ricoeur’ – Prof. Harry Kunneman
[v] http://sport.nieuws.nl/624593/van_marwijk_wint_prijs_voor_goede_communicatie

Democratie afschaffen om wereld te redden?

Bij sommige dames en heren in invloedrijke burelen heerst behoorlijk wat paniek over de steeds stijgende hoeveelheid kooldioxide in de atmosfeer. Het publiek hecht niet bijster veel geloof meer aan allerlei alarmistische berichten, nadat uit gelekte e-mails bleek dat het IPCC geregeld overdreef in haar berichtgeving. Overal krijgen populistische, klimaatsceptische politici en partijen met, volgens veel weldenkenden, walgelijk platvloerse ideologieën, meer en meer aanhang. Dan de democratie maar afschaffen, vinden sommige mensen.

IPCC-goeroe Shearman en co-auteur Gary Sauer-Thompson, stellen in hun boek ‘Green or Gone‘ (Groen of Verloren) een ‘leiderschap van elitestrijders’ voor om de mensen te dwingen hun levensstijl te veranderen, wat verontrustend veel lijkt op de ‘dictatuur van de voorhoede van het proletariaat’.  Kortom: het vertrouwen in het zelfreinigende vermogen van de democratie is bij sommige klimaatactivisten klaarblijkelijk helemaal zoek.

Wat is democratie?
Democratie is een regeringsvorm waarbij de bevolking op representatieve wijze invloed heeft op de regering. Volgens Van Dale is democratie de; v -tieën staat(svorm) die aan het hele volk invloed op de regering toekent.

In theorie heeft iedere burger dus evenveel te zeggen in een democratie.
In feite is de invloed van het volk op het regeringsbeleid in de praktijk vrij beperkt. Zo zijn er gewoonlijk specialisten die de partijprogramma’s schrijven. Nadat de kiezers hun stem op de meest veelbelovende kandidaat of partij hebben uitgebracht (doorgaans de partij waarmee ze het dus het minst mee oneens  zijn), volgt de volgende fase van intern handjeklap: het regeerakkoord.

De reden dat omstreden, uiterst impopulaire maatregelen als de aanschaf van de JSF-straaljager, internetcensuur en miljardensteun aan incompetente bankiers er door komen. Veel maatregelen stranden door sabotage van ambtenaren (denk aan de weigering van de Amsterdamse hoofdcommissaris Welten om boerkadraagsters te arresteren), door oneerlijke bewindslieden die hun verkiezingsbeloften breken (denk aan het spreekwoordelijke CDA-gedraai), het buitenland (EU, diplomatieke druk, verdragen), binnenlands verzet door fanatieke actievoerders en machtige lobbygroepen.

Is de oplossing minder democratie?
Zoals we zagen is de stelling dat het volk de oorzaak is van de matige manier waarop we worden bestuurd, twijfelachtig. Het volk heeft maar één keer per vier jaar een beperkte invloed, de rest van de tijd regeren ambtenaren, politici en bestuurders. Klaarblijkelijk vinden bestuurders zelfs deze beperkte invloed hinderlijk en willen ze ook deze afschaffen. Laten we de gevolgen bekijken van de invoer van een oligarchie van verheven denkers.

In iedere regeringsvorm waarbij het volk niets in de melk te brokkelen heeft en zich niet door regeerders vertegenwoordigd voelt, ontstaat wantrouwen en wrevel ten opzichte van het gezag. Terecht: uit het afschaffen van de democratie blijkt een minachtende houding ten opzichte van de rest van het volk. Op zijn best ziet de elite het volk als dom en niet in staat voor zichzelf te zorgen. Op zijn slechtst vindt de elite de bevolking een nuttig instrument dat opgeofferd kan worden indien nodig voor een hoger doel.

Er zal verzet ontstaan. Iemand die zich niet aan de regels van de overheid houdt, hoe zinnig deze misschien ook zijn vanaf objectief standpunt, zal een heldenstatus bereiken. Actiegroepen zullen walvissen harpoeneren, redwoods omhakken  of hun batterijen in de groenbak gooien, domweg om de dictatoriale overheid dwars te zitten. De elite grijpt, in het algemeen belang, de toevlucht tot nog dictatorialer middelen. Macht wordt een doen in zichzelf.

Historisch gezien ontstonden de ergste milieuproblemen in dictaturen als de Sovjetunie en China. Misschien wordt dat in een eco-dictatuur zelfs nog erger, want milieuproblemen legitimeren het regime.

Extreme vervuiling komt vaak voor in dictaturen, omdat er niemand is die tegen de vervuiling durft te protesteren. – Library of Congress, 1942, public domain

Zijn populisten volksmenners?
Mensen zijn minder achterlijk dan sommige bestuurders denken. We zijn allen producten van een vier miljard jaar durende meedogenloze strijd om het bestaan waarin elke stommiteit dodelijk was. Als er keiharde, natuurwetenschappelijk juiste bewijzen zijn dat een bepaald beleid nodig is en deze bewijzen worden op een eerlijke en heldere manier  gepresenteerd, dan zal dit mensen overtuigen. Niet alle mensen, helaas zuchten nog velen van onze soort onder kwaadaardige religieuze of ideologische dwang die hun kritisch denkvermogen vernietigt. Wel de mensen die het geluk hebben opgegroeid te zijn in vrije en democratische landen.

Politici als Wilders, Palin en eerder Thatcher,  Fortuijn, Marijnissen en Troelstra worden verketterd als populisten. Dit betekent slechts dat ze de taal spreken die de meeste mensen begrijpen en aanspreekt. Ze zijn in staat een maatschappelijk probleem helder, duidelijk en in weinig woorden samen te vatten.

Mensen stemmen niet voor niets op dit soort leiders. Mensen die de essentie van een probleem duidelijk kunnen formuleren, zijn ook de mensen die het probleem begrijpen en de meeste kans hebben het te kunnen oplossen. Niet voor niets hebben bedrijven missies, visies en doelstellingen. Dat was tienduizenden jaren geleden zo, toen het nemen van de juiste beslissing een kwestie was van leven en dood. Nu is het nog steeds zo.

Niet iedere populist is ook een goede leider. Adolf Hitler, bijvoorbeeld, leidde de Duitsers en heel Europa de afgrond in omdat hij de verkeerde oorzaak aanwees voor de problemen in Duitsland. Niet de joden, maar haat en wantrouwen tussen de Europese grootmachten en hun bevolking zorgde voor het protectionisme en dus voor de economische problemen.

Meer democratie als oplossing?
Alleen als het volk leert om kritisch na te denken – goed wiskunde- en filosofieonderwijs en gedegen onderwijs in de wetenschappelijke methode zijn hiervoor essentieel – zal het een regering kiezen die een verstandig beleid voert.

We hebben gezien dat in de praktijk de regering onder druk van belangengroepen beslissingen neemt die niet in het lange-termijn belang zijn van de bevolking. Het volk meer invloed geven, betekent dat belangen- en lobbygroepen veel meer mensen moeten manipuleren. Het betekent ook dat politici zich eerder aan hun verkiezingsbeloften zullen houden. Nadeel is dat politiek niet maar een keer per vier jaar, maar elke dag een grote rol krijgt. Hebben we daar wel tijd voor?

Ambtenaren verzinnen nu al allerlei vaak vernederende "activeringstrajecten".

Vervang bijstandsuitkering door overheidsbaan

De bijstandsuitkering vervangen door werken in ruil voor een hogere uitkering is goed voor het zelfvertrouwen en kansen van bijstandsgerechtigden, de schatkist en de economie. Kortom: deze oplossing kent alleen winnaars.

De situatie nu
Op dit moment ontvangen ongeveer 300.000 mensen een bijstandsuitkering. De regels voor het ontvangen van een bijstandsuitkering zijn streng. De ontvanger mag maar 5480 euro aan bezittingen hebben. Ook moet hij verplicht deelnemen aan allerlei dikwijls vernederende activeringsprogramma’s.

Er worden voor de enkele honderdduizenden bijstandsuitkeringen heel wat ambtenaren aan het werk gehouden die zich voornamelijk bezig houden met controleren en maandelijkse gesprekken met de uitkeringsgenieters.

Moderne horigheid, of modern cliëntisme
Hierdoor ontstaat een perverse prikkel voor bijstandsgenieters om zo zielig mogelijk te blijven. Geld wordt niet op de bankrekening gezet, wat een mogelijkheid zou bieden om bijvoorbeeld een eigen bedrijf op te starten of opleiding te volgen. Uitkeringsgerechtigden kopen een dure tv (valt niet onder de limiet) en gaan zwart bijklussen. Vroeger, in de jaren dertig, was het nog feodaler en moesten uitkeringsgerechtigden zich aan de andere kant van de stad melden om hun dagelijkse uitkering op te halen. Op de fiets mocht niet, er was een gaatje in hun kentekenplaat geboord. Met andere woorden: de ambtenarij als de nieuwe adel waarbij de uitkeringstrekkers zich elke keer moeten melden.

Ambtenaren verzinnen nu al allerlei vaak vernederende activeringstrajecten.
Ambtenaren verzinnen nu al allerlei vaak vernederende activeringstrajecten.

Er is nog een eerdere historische parallel. In het oude Rome bestond er op beperkt niveau nog een rudimentaire democratie. Arme Romeinen, cliënten, konden zich dagelijks melden bij hun patroon, beschermheer, en kregen dan een klein geldbedrag in ruil voor hun steun aan de patroon. Kortom: een volkomen verouderd, mensonwaardig systeem dus dat meer kapot maakt dan het goed doet.

De oplossing
Verhoog de uitkeringen met 20%, zodat bijstandsgerechtigden niet meer een leven van list en bedrog hoeven te leiden voor een redelijke levensstandaard. Schaf al de aanvullende zieligheidsregelingen (bijzondere bijstand) af. Schaf ook de vermogensgrens af.

In plaats van de bijstandsuitkering komt er recht op arbeid. De overheid zet uitkeringsgerechtigden in om achterstallig onderhoud weg te werken in bijvoorbeeld bossen, houtwallen, archieven, monumenten en dergelijke. Of denk aan de zorg, het passen op kinderen, construeren van windmolens, wetenschappelijk onderzoek naar zeldzame ziekten en dergelijke.
Met fraude is het vanaf dan gedaan, de maatschappelijke acceptatie van uitkeringstrekken wordt zeer groot en heel wat ambtenaren kunnen eerlijker werk zoeken. Ernstig zieken krijgen aangepast werk of in zeer ernstige gevallen dispensatie. Bedrijven kunnen werklozen inhuren via een soort uitzendbureau van de overheid.

Wie goed zijn werk doet krijgt een bonus en wordt aanbevolen bij bedrijven. Wie er de kantjes van afloopt wordt tijdelijk gekort.

Het resultaat: losers worden winnaars. Kansloze werklozen doen waardevolle contacten en werkervaring op en kunnen vermogen opbouwen waarmee ze financiële tegenvallers (kapotte wasmachine e.d.) kunnen opvangen. En het allerbelangrijkste: hun geschonden zelfvertrouwen en geloof in zichzelf wordt weer hersteld.