Syrië bestaat geopolitiek gezien uit twee eilanden. Ook ligt de hoofdstad zeer dicht bij Israël in de buurt. Een weinig benijdenswaardige positie.

Syrië: de toekomst

In Syrië, een klein, arm, maar strategisch gelegen land, regeert een kleine sji’ietische minderheid over een soennitische meerderheid. Zal het dictator Assad lukken het verzet neer te slaan?

Net als ooit buurland Irak, wordt Syrië geregeerd door de nationaal-socialistische Ba’ath-partij. De etnische achtergrond is echtere totaal verschillend. Net als Saddam is Assad afkomstig van een minderheid, niet van soennieten (zoals in Irak) maar van alawieten, met 12% van de bevolking een kleine sji’ietische minderheid. Het kleine (6x Nederland), arme en overbevolkte woestijnachtige land bestond tot voor kort voornamelijk van olie, maar zal vanaf 2012 een netto olie-importeur worden. De bevolking, nu 22 miljoen, groeit extreem snel. In vijftig jaar is deze vervijfvoudigd.

Syrië, geopolitiek

Syrië bestaat geopolitiek gezien uit twee eilanden. Ook ligt de hoofdstad zeer dicht bij Israël in de buurt. Een weinig benijdenswaardige positie.
Syrië bestaat geopolitiek gezien uit twee dichtbevolkte eilanden. Ook ligt de hoofdstad zeer dicht bij Israël in de buurt. Een weinig benijdenswaardige positie.

Geopolitiek gezien is de situatie van Syrië weinig hoopvol. Het land ligt ingeklemd tussen de machtige vijandige buurstaten Turkije en Israël. Irak wordt beheerst door het Amerikaanse leger. Turkije heeft een ijzeren greep op de rivieren die het Syrische water leveren en draait langzamerhand de kraan dicht. De hoofdstad Damascus ligt op slechts enkele tientallen kilometers van de door Israël veroverde Golanhoogte. Syrië bestaat uit twee dichtbevolkte gebieden: de kuststrook met aangrenzend bergland tussen Libanon en Turkije en het gebied rond de hoofdstad Damascus. De rest van het land is woestijn.

Voor Syrië is de economische levensader het kleine welvarende buurland Libanon, dat vrijwel geheel onder Syrische controle staat. Het binnenlandse verzet in Libanon tegen Syrië is echter groot. De overwegend (75%) soennitische bevolking van Syrië kan Assads bloed wel drinken, mede wegens eerdere moordpartijen door zijn vader Hafez al-Assad in de steden Homs en Hama. Hij kan rekenen op zijn eigen alewietische minderheid (12%), de Druzen (3%) en de christenen (plm. 10% van de bevolking), die door het lot van hun geloofsgenoten in Irak weten dat de gevolgen van een machtswisseling voor hen uiterst akelig zullen zijn. Kortom: Assad staat weliswaar met de rug tegen de muur, maar hij kan rekenen op de trouwe steun van ongeveer een kwart van de bevolking. Ook steunt het sji’ietische Iran hem, al is het nut van die steun twijfelachtig omdat het vijandige Irak tussen Iran en Syrië ligt.

De enige manier waarop Assad kan overleven – dit in de meest letterlijke betekenis – is door meedogenloos op te treden tegen mogelijke verzetshaarden. Geen wonder dat de Syrische geheime dienst tot in alle geledingen van de samenleving is geïnfiltreerd en er alles aan doet om de Syrische bevolking veel angst aan te jagen.Alles wijst er op dat dit ook gaat lukken.

Niemand, uitgezonderd radicale islamisten, heeft er belang bij om Assad af te zetten. Anders dan in het olierijke, vlak bij Europa gelegen Libië is er geen dringend economisch belang voor de westerse mogendheden om Assad te verwijderen. Assad is in tegenstelling tot Gadaffi voorspelbaar en voornamelijk op lijfsbehoud gericht.

Ook Israël heeft het nodige profijt van de status-quo in Syrië. Het land is te zwak en te arm om een reële bedreiging te vormen. Israëls geopolitieke nachtmerrie: een heropstanding van een Arabisch of neo-Ottomaans kalifaat, zal op deze manier niet snel worden gerealiseerd.

Assads positie wordt op middellange termijn prettiger, omdat buurland Irak in meerderheid een sji’ietisch land is. Als de Amerikanen daar eenmaal vertrokken zijn, wat ze gezien de budgettaire problemen zullen moeten doen, zal Irak een neutrale of pro-Iraanse regering krijgen. Dit zou Assad de zuurstof geven om het nog een paar jaar uit te zingen. Zijn regime is op langere termijn echter ten dode opgeschreven. Zijn land beschikt met het opraken van de olie nauwelijks over natuurlijke hulpbronnen. Alleen een ontwikkelde liberale markteconomie kan de verarmde bevolking voldoende opleveren om van te bestaan. Hij zal vermoedelijk proberen het Chinese model te volgen: economische liberalisatie en brute politieke repressie.

Laat een reactie achter