Kung Fu Tse of Confucius (551 – 479 vC) stond in feite een autoritaire, technocratische regeringsvorm voor.

Zou een technocratie kunnen werken?

Een democratie is maar lastig, vinden veel mensen. Het volk laat zich makkelijk in de luren leggen door een luidruchtige populist en is niet in staat om voor zichzelf te beslissen. Zou het niet handig zijn het land te laten regeren door kundige bestuurders, kortom door een technocratie? Of maken ze hier een fundamentele denkfout?

Is de democratie het best denkbare systeem?
Hoewel steeds meer landen veranderen in democratieën, ligt de democratie als begrip steeds meer onder vuur. Leken kiezen een parlement, dat elke paar jaar, bijvoorbeeld vier jaar of zes jaar, een regering vormt die de rest van die jaren min of meer haar gang kan gaan. Alleen tijdens de verkiezingen wordt de regering op haar beleid afgerekend. Regeringen nemen daarom de impopulairste maatregelen, zoals het verhogen van de rente of bezuinigingen in het begin van hun regeerperiode. Als de verkiezingen naderen worden juist de leuke dingen voor de kiezers gepland. Veel verder dan vier jaar vooruit denken politici dan ook niet. Sommige regeringen, zoals de Griekse, staken zich flink in de schulden en schoven de zwarte piet door naar de volgende regering. In Balkenende-termen: eerst het zuur, dan het zoet. Het is uiteraard de vraag of dat verstandig is. In de woorden van Churchill: “democratie is het minst slechte regeersysteem”. Zou een technocratie beter werken?

Singapore: technocratie in de praktijk
Sommige landen (het voornamelijk door etnische Han-Chinezen bewoonde Singapore is een schoolvoorbeeld) worden op een autoritaire manier geregeerd door een aantal bestuurders. In tegenstelling tot in een dictatuur verrijken ze zichzelf niet buitensporig. Al is er weinig vrijheid op politiek terrein,  qua bestuur doen ze het niet slecht. In veel opzichten wordt bijvoorbeeld Singapore geleid als een onderneming, waar de CEO absolute macht heeft. Dat vertaalt zich in indrukwekkende groeicijfers. Singapore was bij de onafhankelijkheid straatarm, maar is nu het rijkste land van Oost-Azië met een welvaartspeil vergelijkbaar met dat van Nederland en België. Voor Singapore heeft technocratisch bestuur dus goed gewerkt.

Deugd, volgens het confucianisme

Kung Fu Tse of Confucius (551 – 479 vC) stond in feite een autoritaire, technocratische regeringsvorm voor.
Kung Fu Tse of Confucius (551 – 479 vC) stond in feite een autoritaire, technocratische regeringsvorm voor.

Hierbij helpt het confucianisme, de traditioneel-Chinese politieke filosofie. Volgens het confucianisme is de taak van de leiders de deugdzaamheid te bewaren, verwoord in de zes confucianistische principes: Ren, Xiao, Yi, Li, Chung en Shu, respectievelijk: menselijkheid, kinderlijke trouw, rechtvaardigheid, fatsoen, trouw, wederkerigheid. De deugd van de heersers straalt af op de onderdanen.

Dus niet: een land krijgt de regering die het verdient, maar: een staatshoofd krijgt het land dat hij verdient. Hij, want vrouwen hebben in het patriarchale confucianisme weinig te vertellen. Hun vader of man is hun heerser.

Zolang de heerser zich deugdzaam gedraagt, houdt hij het mandaat van de Hemel. Een Chinese heerser doet er dus alles aan om in ieder geval de indruk te wekken dat hij deugdzaam is, anders zal het volk hem wegjagen. Dit controlesysteem werkt vrij effectief. Vergeleken met andere landen met een vergelijkbare geschiedenis is het bestuur in Chineessprekende landen autoritair, maar van beter dan gemiddeld niveau.

Zelfstandige bestuursorganen als mengvorm tussen technocratie en democratie
Taken die een langduriger planning eisen, worden in Nederland vaak uitbesteed aan een agentschap of zelfstandig bestuursorgaan. Een bekend voorbeeld van een agentschap is Rijkswaterstaat, dat grote projecten als de Deltawerken of de aanleg van een nieuwe snelweg vaak in tientallen jaren uit laat voeren. Een agentschap heeft een redelijk zelfstandige rol, maar valt wel onder ministeriële verantwoordelijkheid. Een minister kan falende bestuurders dan ook ontslaan.

De kwaliteit van zelfstandig bestuursorganen is doorgaans matig tot slecht. Het Centrale Bureau Rijvaardigheidsbewijzen functioneert zo slecht, dat staatssecretaris Melanie Schultz van Haegen nu op het punt staat deze rotte appel compleet op te doeken. Kortom: technocratisch bestuur functioneert alleen als de legitimiteit van de bestuurders rechtstreeks afhangt van hun prestaties.

Kan een technocratie filosofisch wel?
Er is ook een filosofisch manco aan de technocratie. Een technocratie beoogt het best denkbare bestuur te verschaffen aan een groep mensen. De vraag is alleen: welke doelen worden gesteld, waaraan wordt afgemeten wat het best denkbare bestuur is? Bij een commercieel bedrijf zijn deze eenduidig: zoveel mogelijk aandeelhouderswaarde creëren, gewoonlijk (niet altijd) door veel winst te maken. Deze norm is hoewel omstreden, redelijk eenduidig: een hoge aandelenkoers betekent dat de bestuurders het goed doen. In een staat geldt hier: beauty is in the eye of the beholder. De SGP heeft hier totaal andere ideeën over dan de SP of de Libertarische Partij. Pas als de bevolking het in grote lijnen eens is over aan welke eisen goed bestuur moet voldoen, is een technocratisch bestuur haalbaar. Deze situatie heerste in het Nederland van de jaren negentig, toen de diverse paarse kabinetten aan de macht waren.

Lees ook: Democratie afschaffen om de wereld te redden?

9 gedachten over “Zou een technocratie kunnen werken?”

  1. In de laatste paragraaf kijk je naar een technocratie door een democratische bril en dan werkt het niet. Wij zijn doorspekt van democratische idealen en of dat goed is, dat is de vraag. Het zelfde geldt voor de opmerking betreffende het CBR. Dat is ook moeilijk te vergelijken met het besturen van een land, omdat het CBR dus alsnog verantwoordelijkheid aan de minister moet afleggen. Het is moeilijk om ons voor te stellen om in een technocratie te leven omdat we nu dus gewend zijn om tegen het beleid te schoppen, terwijl er in techn niet echt sprake is van goed of fout; de leiders hebben de kennis dus zij zullen een reden hebben waarom ze iets doen.

    Je kunt ook denken aan een meer technocratische insteek van de democratie, zoals bepaalde eisen stellen zodat niet iedereen zomaar een politieke partij op kan richten. Laat eerst maar is zien dat je wat afweet van politieke en sociale filosofie, van de politieke geschiedenis en van de internationale betrekkingen. En misschien is een creativiteitstestje ook niet verkeerd.

  2. Tweede alinea:

    “Sommige regeringen, zoals de Griekse, staken zich flink in de schulden en schoven de zwarte piet door naar de volgende regering. In Balkenende-termen: eerst het zuur, dan het zoet.”
    Klopt niet, Balkenende bedoelde hier dat er eerst moest worden bezuinigd en niet dat zij zich in de schulden staken, want Balkenende wou bezuinigen in dit geval. Hij had alleen het probleem dat voornamelijk de PvdA niet graag bezuinigde, net zoals die partij niet wou bezuinigen in de jaren 80, 90 en nu de jaren 10.

    We weten nu allemaal waar schulden toe leiden. Wij zijn allemaal Grieken, wanneer er ergens op wordt bezuinigd wordt er direct geklaagd door diegene die er door wordt geraakt. Mijn motto is dan ook: Nog veel meer bezuinigen!!!

  3. Er is maar 1 ding mis met de parlementaire democratie: Het is onmogelijk om kiezersbedrog aan te pakken via de rechter, waardoor de politiek gewoon altijd een blanco cheque bezit, en kan doen wat ze willen.

    Als kiezersbedrog strafbaar wordt gesteld – met gevangenisstraf! – dan hebben we een echte democratie.

  4. Een tussenvorm zou zijn om niet iedereen een even grote stem te geven bij ‘democratische’ verkiezingen. Je zou iemands kennis kunnen beoordelen in een toets voor het stemhokje en alleen laten stemmen bij een voldoende uitslag.

    Of nog beter, stemrecht splitsen. Iemand enkel stemrecht geven op gebieden waar hij verstand van heeft. Je zou dan op meerdere punten moeten stemmen. Dit kan leiden tot een regeringsvorm op basis van referenda, waar je de Tweede Kamer schrapt en bij elk besluit het daartoe gekwalificeerde deel van de bevolking laat stemmen. Dit is bij elke besluit dus een ander deel, i.h.a. Zo’n stemming zou natuurlijk via telefoon/online moeten gebueren.

  5. johan hermans

    de beste regeringsvorm is een dictatoriale democratie, het lijkt misschien een samensmelting van 2 tegenovergestelde elementen, maar is het niet; wat je nodig hebt is een verlichte persoon met inzicht en een plan voor de ontwikkeling van de maatschappij naar de toekomst toe. dit plan stelt hij voor aan de bevolking en als het hun bevalt kiezen ze voor hem. eens zij voor hem hebben gekozen krijgt deze persoon nu alle nodige macht om het plan in werking te stellen, omdat hij zijn plan beter begrijpt dan wie ook weet hij dan ook welke acties moeten gebeuren en in welke volgorde gecombineerd met zijn dictatoriale macht kan hij dit dan maximaal realiseren. hierbij wordt hij de nodige tijd gegeven als nodig is(dus geen limiet op hoelang hij die positie uitoefent). wanneer de bevolking vindt dat die persoon daarentegen zijn plan niet uitwerkt zoals gedacht, of naar behoren, dan wordt hem zijn macht weer ontnomen. het feit is dat in een democratie er zo veel mensen mee beslissen in de uitvoering van een project dat het onmogelijk wordt om het eigenlijk uit te voeren want er is altijd wel iemand die stokken in de wielen steekt, en dit ongeacht of het project op zich goed of slecht is, alleen om hun persoonlijke roem te vrijwaren. ne met de korte ambtstermijnen kun je amper iets correct afwerken en zal de volgende het hele project weer veranderen, mogelijks zelfs ongedaan maken en was alle moeite voor niets.

  6. De kritieken zover gepost, getuigen niet van een helder denken en klaar verstand. Feit is dat de geschiedwording van de technocratische samenleving reeds in en met de Industriele Revolutie een onafwendbare realiteit is geworden die, gevat in de 21e eeuw, zijn vervolmaking zal bereiken.  De democratie, waarvan ieder de mond vol heeft en blind- en verstandverstoken bejubeld, zoals die eeuwen terug werd voorgesteld, is eeuwen na her achterhaald. Elk zuiver politiek besluit op basis van volksraadpleging en verkozenheid, is noch een haalbare noch een wenselijke zaak, daar de deelbelangen die daarbij spelen een zuiver oordeel en visie zal beinvloeden.  De democratie is in de engste zin een subtiel verborgen feodale aangelegenheid. De grondgedachte van deze auteur die aan deze polemiek ten grondslag ligt, is mijns inziens afdoende gefundeerd om serieus te nemen en nader te analyseren, er liggen genoeg mitsen en maren en terzijdes om in te bedden, maar dat is – en zeker gezien de voorgestelde en dilettante oplossingen en polemische kritiek – geen enkel bezwaar – eerder een bagatel. 

  7. Van kinds af aan heb ik één ding van het democratische systeem nooit begrepen: Van iedereen die een baan wil waar veel kennis en verantwoordelijkheid voor nodig is wordt op z’n minst verwacht dat ze een goede opleiding hebben gedaan, zodat ze weten waar ze het over hebben. De énige baan waarbij dit niet zo is, is een land regeren. 
    Misschien lijkt dit wel de meest “eerlijke” manier, maar het is alles behalve de beste. Wat je nu ziet, is dat complete leken stemmen op halve-leken met hooguit een mediatraining en een studie kunstgeschiedenis op zak. Als het dan verkeerd gaat, hoor ik vaak de eeuwige dooddoener dat het dan “onze” schuld is omdat “wij” op deze mensen hebben gestemd. 
    Op dit moment werkt het zo: Elke partij heeft denktanks en adviescommissies, die vol zitten met mensen die van alles snappen (hopen we), omdat ze daar voor gestudeerd hebben. Het probleem is alleen dat de meeste adviezen door populistische partijen in de wind worden geslagen omdat het niet uit te leggen valt aan “de kiezer”.
    Een mooi voorbeeld van zo’n partij is de VVD, die roept bijv. dat ze criminaliteit aan willen pakken door criminelen langer in de gevangenis te gooien, terwijl al lang duidelijk is dat dat in de praktijk juist averechts werkt. Aan een oplossing hiervoor dat heeft aangetoond te werken, namelijk armoede-bestrijding, hebben ze geen boodschap, omdat het gros van de VVD stemmers daar geen behoefte aan heeft en dat “geldverspilling” noemt. 
    Misschien is het niet handig om het stemrecht aan te passen, maar ik denk dat er wel wat meer eisen aan politici gesteld mogen worden.
     

Laat een reactie achter