Onze naaste grote buur, het Andromedastelsel, vormt net als de Melkweg nauwelijks sterren meer. Andere melkwegstelsels zijn hyperactief. Waarom?

Mysterieuze invloed schakelt melkwegstelsels direct uit

Vele miljarden jaren geleden vormde ons melkwegstelsel veel sterren. Nu nauwelijks meer. De overgang moet heel snel zijn gegaan, blijkt nu. Wat is de mysterieuze invloed die melkwegstelsels zo snel het zwijgen oplegt? Zijn we ten dode opgeschreven of is ons melkwegstelsel in staat tot een verjongingskuur?

Bij wetenschappers is al een aantal jaren bekend dat sterrenstelsels in het nabije heelal veel sterren vormen of juist niet. Maar een nieuw onderzoek van het verre heelal laat zien dat zelfs heel jonge sterrenstelsels, tot 12 miljard lichtjaar, hetzij sterren vormen hetzij in slaap zijn, wat betekent dat sterrenstelsels zich op deze manier hebben gedragen voor meer dan 85 procent van de geschiedenis van het universum.

Onze naaste grote buur, het Andromedastelsel, vormt net als de Melkweg nauwelijks sterren meer. Andere melkwegstelsels zijn hyperactief. Waarom?
Onze naaste grote buur, het Andromedastelsel, vormt net als de Melkweg nauwelijks sterren meer. Andere melkwegstelsels zijn hyperactief. Waarom?

“Het feit dat we zulke jonge sterrenstelsels in het verre heelal die al ophielden sterren te vormen is opmerkelijk,” zegt Kate Whitaker, een Yale University afgestudeerde student en hoofdauteur van het artikel dat is gepubliceerd in de online editie van het Astrophysical Journal op 20 juni.

Om te bepalen of de sterrenstelsels in slaap waren of wakker, verzonnen Whitaker en haar collega’s een nieuwe set filters, die elk gevoelig zijn voor verschillende golflengten van het licht. Deze bevestigden ze op de 4-meter telescoop Kitt Peak in Arizona. Ze bracht 75 nachten door met turen in in het verre heelal en het verzamelen van het licht van 40.000 sterrenstelsels, variërend in afstand van het nabije heelal tot 12 miljard lichtjaren van ons verwijderd. Het resulterende onderzoek is het grondigste en meest complete ooit gedaan op die afstanden en golflengten van het licht.

Het team kwam er achter dat de sterrenstelsels ‘duaal gedrag’ vertoonden op basia van de kleur van het licht die ze uitzenden. Sterrenstelsels met veel stervorming lijken blauwer, omdat ze veel felle, kortlevende blauwe reuzensterren kennen.  In passieve slaperige sterrenstelsels zijn deze al lang geleden uitgebrand, waardoor het licht van de langlevende kleine sterren gaat overheersen en het licht naar de rode kant van het spectrum neigt.

De onderzoekers vonden veel meer actieve sterrenstelsels dan slapende, wat overeenkomt met het huidige denken dat sterrenstelsels actief met stervorming begonnen voordat ze uiteindelijk af gingen sluiten.

“We hebben niet veel sterrenstelsels in de tussenstaat aangetroffen”, zegt Pieter van Dokkum, een Yale astronoom en een andere auteur van het artikel. “Deze ontdekking laat zien hoe snel sterrenstelsels van de ene toestand naar de andere springen, van de actieve vorming van sterren tot het stopzetten van stervorming.”

Of de slapende sterrenstelsels volledig zijn afgesloten, blijft een open vraag, aldus Whitaker. Echter, de nieuwe studie suggereert dat de actieve sterrenstelsels sterren vormen met een snelheid, ongeveer 50 keer groter dan hun slaperige tegenhangers.

“Vervolgens hopen we  te bepalen of sterrenstelsels heen en weer gaan tussen waken en slapen of dat ze in slaap vallen en nooit meer wakker worden”, aldus Van Dokkum. “We zijn ook geïnteresseerd in hoe lang het duurt tot sterrenstelsels in slaap vallen, en of we één kunnen betrappen terwijl het inslaapt.”

Maar… misschien hebben we de boosdoener al te pakken….

Bronnen
1. Astronomers discover that galaxies are either asleep or awake, Yale University press. comm., (2011)
2. Whitaker, K.  et al., THE NEWFIRM MEDIUM-BAND SURVEY: PHOTOMETRIC CATALOGS, REDSHIFTS AND THE BIMODAL
COLOR DISTRIBUTION OF GALAXIES OUT TO Z ∼ 3, Arxiv.org

4 gedachten over “Mysterieuze invloed schakelt melkwegstelsels direct uit”

  1. Ik twijfel niet vaak aan een onderzoek, maar in dit geval wel. hebben deze heren niet naar de rood en blauw verschuiving gekeken? Ik denk vast wel dat ze er aan gedacht hebben, maar het is wel apart.

    andere conclusie zou dan kunnen zijn: 85% van de sterrenstelsels gaat steeds verder van ons af staan.

  2. Adenis, over kleurverschuiving staat wel iets; dat blauwkleurige de kortlevende sterren zijn en de roodkleurige de langlevende.
    Verder heeft een centrale balk ook invloed op de stervorming, maar er is waarschijnlijk wel verschil bij oude of jonge sterren.

  3. Het verschil van kleur van de sterren zelf is te verklaren: Een blauwe ster heeft doorgaans tien of meer keer de massa van de zon, waardoor de druk in de kern veel groter is en de kernfusie veel sneller verloopt: de waterstof brandt sneller op. De levensduur van deze grote blauwe jongens is dan ook uitgedrukt in miljoenen jaren en niet in miljarden, zoals met onze zon het geval is. Als de waterstof op is gebrand, wordt het volgende element gefuseerd, tot steeds zwaardere elementen. Op een gegeven moment krijg je zuurstof en koolstof, wat tot heet ijzer gesmeed wordt. Wanneer een ster ijzer begint te produceren is het begin van het eind, hij zal eindigen in een supernova, waarbij nóg zwaardere elementen worden gevormd, tijdens dat de ster bezwijkt onder haar eigen zwaartekracht en in elkaar stort om vervolgens uit elkaar te spatten, waarbij de extreem dichte kern overblijft als een zwart gat. Wanneer er net niet genoeg massa overblijft om een zwart gat te vormen, krijgen we een magnetar, dat zijn neutronensterren met een extreem hoog magnetisch veld, die het ijzer al op duizenden kilometers uit je lichaam trekken. Zo heb je ze nog iets kleiner, de neutronenster. Deze willen nog wel eens loeihard om hun as draaien, waardoor ze radiopulsen gaan uitzenden, dat noemen we een pulsar :)
    Maar goed: blauwe ster, snellere verbranding, feller licht, kortere levensduur. Een blauwe ster kan dus niet oud zijn.
    De rode sterren ken ik er twee van: rode dwergen, die tussen de 0,08 en 0,5 maal de massa van de zon hebben en rode reuzen, welke ontstaan bij sterren tussen 0,5 en 8 maal de massa van de zon.
    De omzetting van waterstof in helium gebeurt hier veel langzamer, waardoor het een heel ander licht uitstraalt. Minder heet, minder fel. 
    Dat verklaart het kleurverschil buiten de rood- en blauwverschuiving om, dat staat daar volledig los van.

Laat een reactie achter