Kardashev-II en III-beschavingen zijn waarschijnlijk in staat ruimte en tijd te manipuleren, zoals in Star Trek.

Vijftig sterrenstelsels vertonen mogelijke sporen van Kardashev-III beschavingen

Uit ongeveer vijftig sterrenstelsels zijn  stralingspatronen waargenomen die mogelijk wijzen op een Kardashev-III beschaving. Hoe sterk zijn  de aanwijzingen?

Kardashev-I, II en III
De Sovjet-astronoom Kardashev deelde beschavingen in aan de hand van hun energieverbruik. Beschavingen die evenveel energie verbruiken als op hun thuisplaneet beschikbaar is, vallen onder Kardashev-I. Beschavingen die alle energie van de centrale ster in hun planetenstelsel af kunnen tappen, classificeerde hij als Kardashev-II. Beschavingen die de energie van een compleet sterrenstelsel af kunnen tappen, rubriceerde hij als Kardashev-III. Tussen de Kardashev-trappen zit ongeveer een factor miljard. Zo heeft een Kardashev-I beschaving de beschikking over alle straling die op aarde valt, plm. 1017 watt, een Kardashev-II beschaving het vermogen van de Zon, 1026 watt. Als mensheid zijn we met een totaal energieverbruik van onder de twintig terawatt (2 * 1013 W) nog op geen duizendste van dit.

Kardashev-II en III-beschavingen zijn waarschijnlijk in staat ruimte en tijd te manipuleren, zoals in Star Trek.
Kardashev-II en III-beschavingen zijn waarschijnlijk in staat ruimte en tijd te manipuleren, zoals in Star Trek.

Tekenen van een Kardashev-III beschaving
Een Kardashev-III beschaving tapt alle energie van een sterrenstelsel af. Deze verandering is van astronomische schaal en dus is moeilijk te missen. Een Kardashev-III beschaving heeft zo ingrijpende gevolgen op een sterrenstelsel, dat dit zich radicaal anders zal gedragen dan een ‘maagdelijk’ sterrenstelsel. Een van de sterkste aanwijzingen voor een Kardashev-III stelsel is de straling die het stelsel uitzendt. Alle vormen van leven, variërend van eencelligen tot mensen en ook machines die arbeid verrichten, zetten energie met lage entropie (zoals energierijke straling en elektriciteit) om in energie met hoge entropie (zoals warmte, radio- en infraroodstraling). Als we waarnemen dat een ver sterrenstelsel veel infrarood- en radiostraling uitzendt, is het goed mogelijk dat aliens het sterrenlicht oogsten, of een andere energiebron aftappen.

Vijftig abnormale sterrenstelsels
Dit is precies wat waargenomen is in vijftig sterrenstelsels. De hoeveelheid infraroodstraling die deze uitzenden blijkt abnormaal groot voor het type stelsel waartoe ze behoren. De vijftig sterrenstelsels maken deel uit van een groep van 100.000 sterrenstelsels die door de WISE-missie van NASA onderzocht is. Dit is overigens maar een kleine fractie van de 100 miljard sterrenstelsels in het zichtbare universum. Van een aantal van deze stelsels is er een valide verklaring voor de grote hoeveelheid uitgezonden infraroodstraling: stervorming. Hierbij komt namelijk veel warmte vrij: de gaswolk stort ineen, waardoor de gasmoleculen snelheid krijgen en dus als groep heter worden.

Drie nog onverklaarbaar
Van drie stelsels is er geen verklaring voor de grote hoeveelheid infraroodstraling. Wright en zijn team willen deze drie stelsels gaan napluizen. Zijn ze op het spoor van de Galactische Broederschap, zoals new-age goeroe’s ons leren? Laten we hopen dat er geen superbeschaving ons op staat te wachten. Deze zal ons waarschijnlijk zien als primitief en vervelend ongedierte. Hoe is het immers met de Tasmaniers afgelopen?

Bronnen
1. WISE project page (NASA)
2. J. T. Wright et al., The Ĝ Infrared Search for Extraterrestrial Civilizations with Large Energy Supplies, American Astronomical Society, 2014
3. J. T. Wright et al., The Äœ Infrared Search for Extraterrestrial Civilizations with Large Energy Supplies. II. Framework, Strategy, and First Result,   The Astrophysical Journal 2014

5 gedachten over “Vijftig sterrenstelsels vertonen mogelijke sporen van Kardashev-III beschavingen”

  1. Intelligentie is de succes formule, of juist om diezelfde reden; de uiteindelijke doem/succes factor achter het evolutionaire ontwikkelings-scenario van elke soort. Dat komt omdat stijgende intelligentie als een versterker op alle natuurlijke eigenschappen van die soort werkt, ook op de voorheen nuttige primitieve, (egoïsme bijvoorbeeld). Hiërarchisch agressieve, maar hoog intelligente soorten zullen daarom overwegend competitief blijven werken. Dit in steeds sociaal, politiek, en cultureel van elkaar gescheiden samenlevingsvormen. Effectief op egoïstische competitiedrang gerichte ego- verbanden, vormen hier de doemscenario’s. Hieruit ontstaan telkens weer groepen die onderling als diverse culturen, politiek en sociaal zijn geïsoleerd. Wetenschappelijk steeds verder en hoger technologisch ontwikkeld, ontstaan zo goed georganiseerde oorlogsculturen, (dat is wat we hier zien gebeuren) die elkaar bloedig tot de eindstrijd van de eigen soort naar het leven zullen blijven staan. Brengen we daar geen verandering in, dan staat ons dat te wachten.

    De verandering:

    Daar zijn we ondertussen relatief, positief mee bezig. We zijn ons al voor een behoorlijk deel als mensheid, bewust geworden van de risico’s die we allemaal lopen. Door uitgebreide communicatie mogelijkheden onderling en over de grenzen, worden we ons nu ook meer bewust van wat anderen ondergaan. We hebben nu zelfs de mogelijkheid om effectief in te grijpen in de genen van onze soort. Ontzettend handig waar het gaat om de negatieve eigenschappen die voor ons funest kunnen uitpakken (het doemscenario).

    Waar e.e.a op neerkomt:

    Wil een intelligente soort zich überhaupt verder kunnen ontwikkelen dan waartoe die soort als samenleving, alleen wetenschappelijk technisch in staat is, (Kardashef-1-2-3) dan moet op vrijwillige basis ingegrepen worden in de verkeerde, sociale eigenschappen. Kardashef beschavingen zonder die aanpassing kunnen volgens mij niet bestaan. We hebben niets van ze te vrezen.

  2. De gedachte dat er uberhaupt andere beschavingen zouden bestaan is gebaseerd op het Darwinisme, of een van de vele varianten daarvan en daarnaast op getallen en waarschijnlijkheid (er zijn biljoenen sterrenstelsels met elk honderduizenden sterren en cetera). Speculeren is interessant en scherpt de geest maar je moet m.i. terug naar de basis en dat is je afvragen in hoeverre het Darwinisme wetenschappelijk, steekhoudend en toetsbaar is. Dat is het zeker niet. Dat is wel heel essentieel. Als een uitgangspunt discutabel is dan is voortborduren daarop niet productief, behalve dan dat het leuk is om met de gedachte te spelen.

Laat een reactie achter