Ockham’s Razor: de eenvoudige theorie krijgt de voorkeur

Filosofen zijn het zelden met elkaar eens. Voor de meeste onderwerpen geldt: zoveel filosofen zoveel meningen. Een punt waar de meeste filosofen wel redelijk overeenstemming kunnen bereiken, is het idee dat – mits alle andere factoren gelijk zijn – eenvoudige theorieën beter zijn dan complexe theorieën.

 

Eenvoud boven complexiteit

Een naam die vaak bij deze opvatting naar voren komt, is William of Ockham. Ockham, een van de meest prominente filosofen van de Late Middel Eeuwen, is vooral bekend om het naar hem vernoemde principe; ‘Ockham’s Razor’ (ook wel ‘Occam’s Razor’ genoemd). Dit principe, Pluralitas non est ponenda sine necessitate (“Pluraliteit mag niet zonder noodzaak worden verondersteld”), houdt in dat wanneer twee theorieën of theses eenzelfde verklarende kracht hebben, de theorie of these die eenvoudiger is de voorkeur geniet.

Principes over de voorkeur van eenvoud boven complexiteit komen we in veel verschillende vormen tegen. Een aantal citaten van bekende filosofen en wetenschappers:

 

“We may assume the superiority ceteris paribus of the demonstration which derives from fewer postulates or hypotheses.” (Aristoteles, ‘Posterior Analytics’)

“If a thing can be done adequately by means of one, it is superfluous to do it by means of several; for we observe that nature does not employ two instruments where one suffices.” (Aquinas, ‘Basic Writings of St. Thomas Aquinas’, p. 129)

“Rudiments or principles must not be unnecessarily multiplied.” (Kant, ‘Critique of Pure Reason’)

“Rule 1: We are to admit no more causes of natural things than such as are both true and sufficient to explain their appearances.”
“Nature is pleased with simplicity, and affects not the pomp of superfluous causes.” (Newton, Boek III van ‘Principia Mathematica’, p. 398)

“Nature does not multiply things unnecessarily; that she makes use of the easiest and simplest means for producing her effects; that she does nothing in vain, and the like.” (Galileo, ‘Dialogue Concerning the Two Chief World System’, p. 397)

“It is, after all, a principle of logic not to multiply entities unnecessarily.” (Lavoisier, ‘Réflexions sur le Phlogistique’, pp. 624).

“[T]he grand aim of all science…is to cover the greatest possible number of empirical facts by logical deductions from the smallest possible number of hypotheses or axioms.” (Einstein, geciteerd door Nash, ‘The Nature of the Natural Sciences’, p. 173).

(Bron)

 

Wetenschappelijk acceptabel

Zoals we uit de citaten kunnen afleiden wordt een principe van eenvoud – zoals het principe van Ockham’s Razor (OR) – vaak gebruikt als (demarcatie-) criterium om te bepalen welke theorie wetenschappelijk geaccepteerd wordt en welke niet. Maar het blijkt niet makkelijk om helder te krijgen wat er precies onder ‘eenvoud’ verstaan wordt. Een veelgemaakt onderscheid is tussen syntactische eenvoud (waarbij wordt gelet de complexiteit van de structuur) en de ontologische eenvoud (waarbij wordt gelet op het aantal verschillende entiteiten dat wordt aangenomen). Een voorbeeld dat gegeven kan worden om dit onderscheid te illustreren, is de introductie van de speciale relativiteitstheorie (SRT) aan het begin van de 20e eeuw. Deze theorie is niet per se eenvoudiger te begrijpen dan zijn voorganger (de Lorentz-Poincaré-theorie), die redelijk adequaat was. Wel is de theorie ontologisch eenvoudiger omdat het niet uitgaat van het bestaan van een ether. (N.b. we negeren in dit voorbeeld de overige voordelen die de SRT ten opzichte van de LP-theorie had).

Scheermes. Bron afbeelding: Wikipedia.

Een ander voorbeeld waarvan we kunnen zeggen dat OR succesvol toegepast is, is de overgang van het geocentrische wereldbeeld naar het heliocentrische beeld. De banen van de planeten kunnen allemaal wel beschreven worden alsof ze om de aarde draaien, maar de heliocentrische opvatting – die ervan uitgaat dat de planeten om de zon draaien – is veel makkelijker te begrijpen en ‘wint’ het daarom van de geocentrische opvatting.

Dat we in de geschiedenis voorbeelden kunnen vinden waar OR succesvol toegepast is, is nog niet direct een bewijs dat OR ook daadwerkelijk een goed principe is. Want hoe weten we wat de balans tussen eenvoud en de empirische adequaatheid precies is? Het is niet moeilijk om een hele eenvoudige maar inaccurate theorie te verzinnen en vice versa. Bovendien is er nog het probleem van onderdeterminatie: dat we nog nooit een zwarte zwaan hebben gezien, hoeft nog niet te betekenen dat ze niet bestaan. Hetzelfde geldt voor eenhoorns. Of donkere materie in het heelal.

Ondanks dat het moeilijk (of onmogelijk?) is om te bewijzen dat OR een goed criterium is, blijven de meesten eenvoud a priori zien als bewijs voor waarheid. Het heeft een bepaalde intrinsieke waarde, net zoals ‘rationaliteit’ een intrinsieke waarde heeft. Van zowel ‘eenvoud’ als ‘rationaliteit’ kun je je niet (of moeilijk) afvragen waarom het nastrevenswaardig is; het is gewoon zo. Bovendien, al is dit niet zo’n heel sterk argument, werken eenvoudige theorieën makkelijker als je streeft naar unificatie zoals het opstellen van een Theorie van Alles.

 

Ockham’s Razor en het bestaan van God

William of Ockham. Bron afbeelding: Wikipedia.

OR wordt inmiddels in verschillende discussies als argument gebruikt, bijvoorbeeld door tegenstanders van het dualisme (de opvatting dat er een scheiding tussen lichaam en geest bestaat). Bij het dualisme wordt een extra ontologische categorie gepostuleerd voor mentale fenomenen, die volgens materialisten kunnen worden gereduceerd tot structuren in de hersenen. Ook binnen de discussie over het bestaan van God wordt OR vaak toegepast; de entiteit ‘God’ helpt niet de wereld beter te verklaren dus geniet het de voorkeur om de entiteit ‘God’ te verwerpen.

Ockham zelf zou het hier niet mee eens zijn. Hij gebruikte OR niet om entiteiten te verwerpen, maar hooguit om ze niet te poneren. De reden hiervoor is dat mensen nooit zeker kunnen weten of een entiteit al dan niet noodzakelijk is voor een theorie over de wereld. Voor Ockham is God de enige waarlijk noodzakelijke entiteit, en staan “de wegen van God niet open voor de rede”. Wetenschap gaat over ontdekken, theologie gaat over openbaringen en geloof. In het niet willen verwerpen van God wordt Ockham bijgestaan door onder andere de filosofen Kierkegaard en Del Ratzsch. Kierkegaard beschouwt zijn geloof ook als iets wat los staat van (of vooraf gaat aan) de rede, wat OR irrelevant maakt. Het geloof kan volgens hem hierdoor soms dan ook lijnrecht tegenover de rede staan. Del Ratzsch suggereert dat het toepassen van OR op het bestaan van God moeilijk houdbaar is als theorieën die meerdere (onbereikbare) universums postuleren wel worden toegelaten.

 

Hoewel er geen eenduidigheid is over de toepassing van Ockham’s Razor, lijkt eenvoud voor de meeste filosofen en wetenschappers wel een nastrevenswaardig principe. En dit is misschien maar goed ook; hoe zou de wetenschap eruit hebben gezien als het principe van eenvoud niet zo diep in de aard van wetenschappers was genesteld? Waarschijnlijk zou het dan een onbegrijpelijk geheel zijn geworden waar niemand meer wat mee kon. Lang leve Ockham’s Razor!

 

Bronnen: Voor het schrijven van dit artikel heb ik me voor een groot deel laten leiden door het artikel over ‘Simplicity’ in de Stanford Encyclopedia of Philosophy, en in mindere mate het artikel over William of Ockham. Verder heb ik me enigszins laten inspireren door het artikel in Encyclopaedia Britannica, het artikel in The Skeptic’s Dictionary, en het artikel op de Engelstalige Wikipedia.

 

49 gedachten over “Ockham’s Razor: de eenvoudige theorie krijgt de voorkeur”

  1. Ik herken me hier als beginnend filosoof helemaal in, het principe van de eenvoud. Om er een werkwoord van te maken: vereenvoudigen, oftewel simplificeren. Volgens de officiële betekenis is dit echter dingen te eenvoudig zien, wat staat voor een soort valkuil.
    Waar het denk ik om gaat is dat je een filosofie of wat dan ook aan de gewone man moet uit kunnen leggen en het daarom – dus voor je eigen succes – beter begrijpelijk kunt brengen dan ingewikkeld.

    1. Nee daar gaat het juist niet om: een minimaal aantal postulaten impliceert niet noodwendig dat de theorie simpel te begrijpen is. Een goed voorbeeld is kwantummechanica: De hele theorie kan opgesomd worden met één krachtige formule (de schrödingervergelijking), maar om deze formule te begrijpen heb je een flinke studie wiskunde nodig. Dat betekent niet dat de theorie een onnodige veelheid in postulaten heeft, maar enkel dat de gebruikte postulaten geen deel uitmaken van onze ‘common sense’ wiskunde.
      Een ander goed voorbeeld, als je wat meer van natuurkunde weet, is de lagrangiaanse formulering van newtoniaanse mechanica: het is in veel gevallen simpeler en krachtiger (voldoet dus vaak beter aan Ockham’s Razor), maar gebruikt moeilijkere wiskunde.
      Vaak is het in de wiskundige wetenschap juist zo dat de eenvoudigere theorie moeilijker is te begrijpen, omdat er meer gebruik wordt gemaakt van wiskundig elegante formuleringen. Deze formuleringen zijn zelf geen postulaten, omdat het analytische uitspraken zijn (en dus met absolute zekerheid bewezen kunnen worden), maar ze maken het wel lastig voor buitenstaanders om nog te begrijpen hoe het werkt.

      Ook in filosofie geldt niet altijd dat de eenvoudigere theorie ook simpeler is: Kant’s categorische imperatief is eenvoudiger in opzet dan Aristoteles’ deugdethiek, maar vanwege onze intuïtieve/culturele voorkennis is de deugdethiek vele malen makkelijker te begrijpen.
      Ik zou zelfs durven te beweren dat het in bijna ieder geval zo is dat een eenvoudigere theorie moeilijker te begrijpen is dan een minder eenvoudige theorie.

      1. Kleine opmerking: bij het vertalen van het woord ‘simplicity’ uit het artikel van Stanford, heb ik gekozen voor ‘eenvoud’ of ‘eenvoudig’. Ik zie dat ik 2x het woord ‘simpel’ heb gebruikt in het artikel (misschien pas ik dat nog aan). Voor mij hebben ‘simpel’ en ‘eenvoudig’ hier dezelfde betekenis, maar daar valt uiteraard over te twisten (zoals jij hierboven aangeeft).

        Edit: inmiddels aangepast. Ik probeer consistent te zijn in mn woordkeuze :).

  2. “Want hoe weten we wat de balans tussen eenvoud en de empirische adequaatheid precies is? Het is niet moeilijk om een hele simpele maar inaccurate theorie te verzinnen en vice versa.”
    Dat lijkt mij niet het echte probleem, omdat men spreekt over ‘gelijke verklaringskracht’.
    Het echte probleem is dat ‘verklaringskracht’ (of accuraatheid) geen objectieve maatstaf lijkt te zijn. Het komt vaak voor dat een theorie postulaten bevat om een probleem te verklaren dat voor andere theorieën helemaal niet als probleem wordt ervaren: aristotelische natuurfilosofen zouden van Newton’s natuurkunde zeggen dat het niet dezelfde verklaringskracht heeft, omdat de belangrijkste vraag van de wetenschap is om de reden te geven, en dus antwoord te geven op de vraag “waarom bewegen voorwerpen naar het middelpunt van de aarde?” Newton vindt dit echter helemaal geen geldige vraag/probleem (hypotheses non fingo) , en beantwoordt alleen de vraag “hoe bewegen voorwerpen naar het middelpunt van de aarde?” Wat voor Aristoteles de belangrijkste vraag is, wordt door Newton dus afgeschaft als geldige vraag, waardoor er een meningsverschil over accuraatheid ontstaat.
    Zulke discussies over wat nou precies een geldig probleem is, komen nagenoeg altijd voor bij een strijd tussen theorieën, en daar wordt OR lastig om objectief toe te passen.
    Ik kan dus wel een theorie opstellen die jij inaccuraat vindt, maar dat betekent niet dat de theorie ook inaccuraat is.

  3. De aanname dat “moedertje natuur” uiteindelijk heel eenvoudig blijkt te functioneren, volgt uit de resultaten van de wetenschap bij het ontdekken van de verschijningsvormen en de verbanden hier tussen gedurende duizenden jaren.
    Iets heel anders is het begrijpen van de werkelijkheid als een ander denksysteem wordt gevolgd dan iemand door onderwijs meester is. Het genoemde voorbeeld van het heliocentrische wereldbeeld doet voor ons wonderlijk aan omdat wij ons nu eigenlijk niet goed kunnen voorstellen dat vrijwel de gehele wetenschappelijke  wereld binnen Europa stug volhield dat de aarde het middelpunt is van het heelal.
    Geen enkele generatie twijfelt aan zichzelf maar stel dat wij in een onbewaakt ogenblik van grensoverschrijdend denken kijken naar onze eigen wetenschappelijke denkbeelden? Vermoedelijk hooguit benaderingen van de werkelijkheid. En iedere dag lopen wij de kans dat iemand dat opgebouwde beeld van ons doorprikt. (Later zullen wij dan tegen elkaar zeggen dat wij dat altijd al vermoed hadden ;-))

  4. Interessant stuk. Een interessante principe om te gebruiken. Ik merk overigens wel dat ik nog een bepaalde basis mis qua woordenschat die wordt gebruikt binnen de filosofie of eigenlijk de Westerse filosofie. Ik heb ergens ook wel eens gelezen dat je eerst de gehele geschiedenis eigenlijk goed moet kennen alvorens je losse artikelen als deze echt goed kunt snappen.

    1. Haha ja dat maakt het wel makkelijker ja. Al heb ik zelf ook niet veel geschiedenis gehad hoor :). Wat filosofie onder andere zo moeilijk maakt is dat iedere filosoof de woorden op zijn eigen manier gebruikt. Als je een woord niet begrijpt, heeft het geen zin om het in het woordenboek op te zoeken.

       

      Maar wat voor term of termen heb je moeite mee dan? Ik denk dat het meeste wel redelijk op Wikipedia terug te vinden is, maar als je iets niet begrijpt wil ik het wel proberen uit te leggen.

      1. Het gaat meer om de combinatie van begrippen en het kunnen plaats in bepaalde context. Hoe meer je ook weet van de geschiedenis van de filosofie des te beter ben je ook in staat om iets vanuit verschillende invalshoeken te bekijken. Ik moet er denk ik zelf meer mee gaan stoeien en er zelf over denken.

      2. over nadenken.  De moeilijkheid van de filosofie is ook dat zo uitgebreid is en veel omvattend. Als je het goed wil eigen maken dien je volgens mij wel wat kilometers qua denkwerk te hebben afgelegd. Om maar een mooie vergelijkenis erin te gooien met de grot van Plato: het is voor mij nog een lange weg uit de grot om naar buiten te gaan en in staat te zijn om te kunnen kijken in het licht van de zon op het gebied van de filosofie :-) Als ik vragen heb, dan stel ik ze wel. Ik ga eerst een keer mijn eigen studie doen.

    1. @Antares, daar heb je natuurlijk gelijk in. Maar aan de andere kant… de menselijke geschiedenis is er niet eentje van oorspronkelijke gedachten. Neem deze site; hoeveel artikelen verschijnen er met “eigen werk”? Het is maar een enkeling op deze wereld die komt tot eigen gedachten (of een unieke combinatie van de gedachten van anderen).
      Een sterker argument om niet teveel op anderen te leunen, lijkt mij de logische conclusie dat al die filosofen (en natuurkundigen) nog steeds niet met elkaar zijn gekomen tot een kloppende theorie over het functioneren van de werkelijkheid. Met andere woorden: tot op de dag van vandaag hebben wij kennelijk de klok horen luiden maar weten wij niet waar de klepel hangt.
      En… de pikorde is voor ons mensen heel erg belangrijk. Het werk van sommige filosofen doet toch wel een beetje denken aan het “afzetten tegen andere filosofen”  en het uniek willen maken van de eigen gedachten. Daarmee zet ik mij niet af tegen de filosofie want als wetenschap vind ik dit vakgebied – zoals het eeuwen geleden werd beoefend – nog steeds de belangrijkste wetenschap.
      Er is nog iets dat het vormen van “eigen gedachten” wat in de weg zit. Vanuit verschillende vakgebieden zijn er aanwijzingen dat het universum 1 allesomvattend systeem is waarbinnen alles alles beïnvloedt (bijv. de kwantumtheorie). Dat impliceert een absoluut determinisme en dat heeft als consequentie dat niet alleen alles vast ligt, maar ook dat alles gebeurt volgens vaste wetmatigheden. Bijvoorbeeld overeenkomstig de waarschijnlijkheidsverdeling. Dus 1 persoon kan misschien geheel op eigen kracht nieuwe en consistente gedachten formuleren, maar daar tegenover staan bijvoorbeeld 100.000 mensen die dat niet kunnen (met alle gradaties daar tussen in, zoals wij bijvoorbeeld zien in de grafiek/normaal kromme van de intelligentietesten).
      Dus ja, zelf alles kunnen uitdenken is fantastisch. Maar het is maar voor een enkeling weggelegd.  

    2. Een andere manier is om zelf te denken, en vervolgens je eigen denkwerk te bekritiseren vanuit andere filosofen. Wie denkt in z’n eentje tot goede theorieën te kunnen komen, denkt vaak verkeerd ;) Jezelf bekritiseren is namelijk nogal lastig, terwijl je het ongetwijfeld toch fout hebt. Belangrijk is dus om die fout te vinden, en dat kan je zelf nooit zo goed.
      Daarnaast, al denk je dat je los kan staan van de filosofische traditie, dat is zelden waar. Nog nooit in mijn hele leven ben ik iemand tegengekomen die écht origineel was – iedereen had wel bepaalde ideeën onbewust overgenomen via ‘common sense’ en culturele achtergrond / opvoeding. Ik ken veel mensen die beweren origineel te denken, maar altijd kan ik wel een handjevol filosofen opnoemen die hem voor zijn geweest.

      1. Wel okay, dan heb ik wel een vraag voor je. Voor het vak ´meta ethiek´ moet ik een essay schrijven waar ik momenteel een onderwerp voor aan het verzinnen ben. De meta ethiek kent vele stromingen waarbij het onderscheid tussen cognitivisten en non-cognitivisten denk ik de belangrijkste is. Ik ben van plan een soort cognitivisme te verdedigen, dus het idee dat morele uitspraken (bijvoorbeeld ‘slavernij is fout’) waar of onwaar kunnen zijn (proposities zijn). Ik denk dat dat het geval is, maar ik denk dat er ook in de ethiek paradigma verschuivingen (denk aan Kuhn) plaats kunnen vinden. Wat 200 jaar geleden goed was, kan nu fout zijn.

        Kuhn stelde dat verschillende paradigma’s niet cumulatief zijn. Foucault stelde dat “wat we in loop der jaren als niet normaal beschouwen zegt meer over tijdgeest dan over voortschrijdend inzicht in krankzinnigheid.” Het idee dat er in de ethiek ook paradigma verschuivingen zijn, kan naar mijn idee niet nieuw zijn. Ik ben geen held in meta ethiek, maar ik vraag me af welke filosoof of welke filosofische stroming dit inzicht onderbouwd. Jij een idee?

        1. Moreel naturalisme wordt vaak bekritiseerd vanuit die hoek: als de waarheid van morele uitspraken vastgesteld moet worden door een soort wetenschappelijke methode, dan is het onvermijdelijk dat de waarheidswaarde die wij toeschrijven aan een morele uitspraak (gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek) verandert bij wetenschappelijke veranderingen. SEP gaat daar kort op in bij de introductie: http://plato.stanford.edu/entries/naturalism-moral/
          Een andere invalshoek is deze, waar ook een nadruk ligt op incommensurabele frameworks: http://plato.stanford.edu/entries/moral-relativism/#MorDisRatRes

          Het idee is zeker niet nieuw, ik vermoed zelfs dat het haast een standaard onderdeel is van moreel relativisme: morele uitspraken zijn framework-afhankelijk. Dat sluit niet uit dat ze propositioneel zijn, omdat de waarheid van de morele proposities afhankelijk zijn van de gebruikte grondaannamen, welke onderdeel zijn van het framework.

          Wellicht dat juist de normaalheid van het idee ervoor zorgt dat weinig mensen de koppeling maken met Kuhn? Hoe dan ook denk ik dat het een interessant essay kan worden, mits je Kuhn alleen gebruikt binnen een naturalistisch kader. Wellicht kan je het in verband brengen met dit zeer interessant symposium: http://www.youtube.com/watch?v=qtH3Q54T-M8
          Kraus en Harris lijken me perfect om Kuhn op los te laten.

      2. Met het antwoord van Lukas hierboven ben ik het wel eens, maar ik kan niet goed uitmaken of dit nu voor mij of voor Henk was. In z’n logische beredenering dient het ons beide echter tot leerzame stof. M’n eerste opmerking van 2347 h blijkt dan een te eenzijdige.

      3. @Lukas, ik ben het met je eens dat “nieuw denken” onmogelijk is. Je kan alleen denken wat het systeem aan mogelijkheden biedt (je kan niet denken wat er niet is). En dat houdt in dat er altijd wel iemand is die d.m.v. overdracht van gedachten de kiem legt voor de “nieuwe gedachten” bij een ander. Als wij het over echt nieuw denken hebben, dan gaat het eigenlijk meer om de eenling die aantoont dat alle anderen een onvolledige gedachtegang volgen (nieuw paradigma).
        Ik kan mij zo voorstellen dat ooit de huidige theorie van de evolutie van het heelal onjuist blijkt te zijn. Voor de mensen die dat meemaken, zal “het nieuwe beeld van het universum” neerkomen op “nieuw denken”. De klassieke Griekse (natuur) filosofen zouden het vermoedelijk echter kwalificeren als “oude wijn in nieuwe zakken”.

  5. Alleen door je niet vast te pinnen op een stroming of idealisme, (ook niet de eigen oriëntatie) kun je je interpretatievermogen vrij houden van de invloed van dogma’s. Zo conserveer je objectiviteit, (vermits men wil blijven leren) in plaats van een vertrouwde, conservatieve en vooral geruststellende gedachtengang. Zelf ben ik van mening dat wij ons moeten ontworstelen aan de evolutionaire, natuurlijke drang om zaken met zo weinig mogelijk energieverliezen te realiseren. Conservatisme heeft grote voordelen in de natuur gehad, omdat iedereen intuitief weet wat, hoe, en waar het antwoord op iets ligt, men gelooft het wel. Zo hou je tijd over om voedsel te zoeken, de jacht te bedrijven, en hebt ook nog een vertrouwde, rituele thuishaven. Dat kan nu niet meer werken. Wij zijn wetenschappelijk, technisch te capabel als mensheid geworden, om op het conservatisme te blijven leunen als overlevings tactiek. We zijn in staat om de hele soort uit te roeien, als gevolg van conservative onenigheden, op basis van starre filosofiën. Conservative stromingen willen allemaal perse hun gelijk bevestigd zien. Zo houden we een strijd op gang, waarvan met de technische middellen waar wij over beschikken, het eindresultaat voorspelbaar wordt, als het roer niet wordt omgegooid. Ik wil daarmee zeggen; op naar de wetenschappelijk, deterministisch, objectief verzamelde kennis over onze omgeving, en wat daarmee te doen in ons denken. ;)  

  6. @Antares, ik begrijp wat je bedoelt. Maar als het universum in zijn onafgebroken tred van verandering een weinig glorieuze toekomst voor ons in petto heeft, dan zal die zich voltrekken. Onze voornemens en onze waarschuwingen aan anderen zijn niets anders dan uitingen van deze zich voltrekkende verandering. Zoals de acteurs op het filmdoek gevangen zijn in de opeenvolgende beeldjes op de filmrol. Het prettige is wel dat wij daar eigenlijk niet zoveel van merken!

    1. Als het universum niet zo gevaarlijk was Henk, waren wij ook niet ontstaan. We kunnen  daarom niet stellen; dat wat het universum voor ons in petto heeft, positief of negatief is vanuit ons oordeel in kennis van de omstandigheden daarin. We zijn er en we zullen er ooit niet meer zijn, dat is de consquentie van het bestaan. Alleen wijzelf kunnen omdat wij intelligent zijn, ons een voorstelling maken van doelen. Zolang wij realistisch zijn kunnen die doelen werken, maar het blijven doelen die wij als soort stellen. Het universum kent geen doel en dat komt omdat er geen sprake is van een bewuste schepping. Het metafysische beeld dat mensen er van hebben, kon slechts ontstaan bij gebrek aan een werkelijkheidsbeeld, als gevolg van gebrek aan kennis. Wij kunnen als soort fysiek het doel stellen dat we verder moeten. Wil dat niet in deze omgeving, dan maar in een andere.

      1. @Antares, wat bedoel je met de onpersoonlijkheid van het universum? Als wij – als onderdeel van het universum – gevoel hebben, ons doelen stellen, ons voorstellingen van de toekomst maken, etc. dan kan je dit allemaal toch niet ontzeggen aan het gehele systeem of andere delen van het systeem?

        1. Wij zijn stof die leeft en denkt, omdat de omstandigheden hier op aarde en in het universum elders, zich daar plaatselijk toe leenden. Een dergelijke onontkoombare logische uitkomst, kun je niet koppelen aan een niet te bewijzen vooropgezetheid, in de metafysisch, scheppende zin. Daarvan is geen enkel serieus te nemen bewijs gevonden, en persoonlijk vind ik dat idee ronduit arrogant. Stel de mens en de natuur op een hoger doel, inplaats van een verzinsel dat eeuwige, nooit aflatende conflictsituaties heeft veroorzaakt bij gebrek aan bewijs. Een verzonnen hypothetische, metafysische grootheid bestaat alleen op papier en in gedachten, maar er zijn en worden vele bloedbaden om aangericht. Weg ermee dus, of de mens roeit zichzelf uit.

  7. @Antares: 2 dingetjes:

    Ten eerste: pas op met het gebruik van ‘idealisme’. Ik vermoed dat je het hier namelijk verkeerd gebruikt. Idealisme is ook een stroming en die heeft op zich niet veel met ‘idealen’ te maken. Idealisme hoort thuis in het rijtje materialisme, dualisme, idealisme.

    Verder… Ik wilde eigenlijk een artikel schrijven over Pyrrho en zijn scepticisme, en daar mijn eigen invulling van beschrijven. Ik denk dat jij het een interessante invulling zou vinden. Helaas moet ik om dat artikel te schrijven, eerst wat andere dingen uitleggen zoals Ockhams Razor en Kuhn’s paradigma verschuivingen. Vandaar dus eerst dit artikel :). Stay tuned!

    1. Ha Niek.

      Ik vond metafysisch ideaal beeld een beetje opgeblazen klinken, vandaar deze eenvoudiger woordkeuze. Ligt voor de hand dat het dan ook anders geïnterpreteerd kan worden, zoals nu blijkt. Elk voordeel heb z’n nadeel, hé. :)

    2. Indien je hulp of advies nodig hebt over Kuhn: ik weet er wel het één en ander over! Zowel over SSR als de RSS, maar ook Hoyningen’s (briljante) analyse en de kritieken van Shapere, Sheffler, Lakatos en Toulmin. Je moet namelijk uitkijken met de standaarduitleg die je krijgt bij wetenschapsfilosofie, aangezien deze bijna altijd vertrouwen op de achterhaalde lezing van de jaren 60-70, welke dankzij propaganda vanuit de popperianen vol staat met leugens en misvattingen. Een goed artikel hierover is een artikel van 1997 in ANTW door Derksen. Die is niet online te vinden, maar wel gewoon in de bibliotheek. Hij legt daar heel duidelijk uit welke beweringen over Kuhn wel kloppen, en welke niet.

      Laat maar weten als je hulp nodig hebt. Als het goed is kan je mijn emailadres zien, toch?

      1. Bedankt voor deze informatie! Voor de volgende keer: je bericht wordt als spam gezien als je 3 of meer url’s erin zet. Je kunt er dan beter 2 berichten van maken. Maar nogmaals dank, ik heb net The Great Debate gekeken en het was erg interessant.

        Sowieso wilde ik nog een artikel over Kuhn schrijven, dus grote kans dat ik je binnenkort even mail. 

  8. Een interessant begrip waar ik mij eigenlijk pas sinds een half jaar of iets korter geleden meer in geprobeerd te hebben is metafysica. Een begrip wat interessant is, maar ook moeilijk te begrijpen. Het wordt op verschillende manieren gebruikt en ook misbruikt. Ik zie ook wel eens in de commentaren op deze site dat het begrip wordt aangehaald om het verschil tussen wetenschap en niet-wetenschap te duiden. Zoals over de snaartheorie in de commentaren bij artikel over de vijfde dimensie. Mijn vraag is dan ook: wat is eigenlijk metafysica? En wanneer is de metafysica verloren gegaan of minder belangrijk geworden in de Westerse moderne filosofie? Het zal wel met evolutie of ontwikkeling van wetensschapsfilosofie te maken hebben.

    1. @OomT, het begrip komt eigenlijk door de indeling van het werk van Aristotels (http://en.wikipedia.org/wiki/Metaphysics). Wat het zo’n beetje inhoudt, wordt goed uitgelegd in de Engelstalige Wikipedia.
      De moderne variant is eigenlijk het grondslagenonderzoek van een vakgebied. En dat ligt aan het feit dat een deel van dit onderzoek niet “tastbaar” is (ligt niet vast in experimenten en/of waarnemingen). Het leunt erg op axioma’s en redeneringen in de vorm van: “Stel dat….”.

      Het grondslagenonderzoek is uiteraard zuivere wetenschap en qua moeilijkheidsgraad niet voor het gros van de wetenschappers weggelegd. De meeste onderzoekers voelen zich er ook niet toe aangetrokken. Om een duidelijk voorbeeld te geven: ook wiskunde kent grondslagenonderzoek.
      Een paar jaar geleden werd in Nederland een vrouwelijke professor aangesteld t.b.v. het wiskundig grondslagenonderzoek. Uiteraard was de wetenschapsbijlage van het NRC er als de kippen bij (een vrouw, professor en dan ook nog wiskunde!). Tijdens het interview refereerde de journalist aan die omvangrijke wiskundige notatie en vroeg haar of zij daar als vrouw geen moeite mee had. Waarop de professor verbijsterd reageerde en zei dat zij onderzoek deed naar de grondslagen van de wiskunde en niet onderzoek op het gebied van de toegepaste wiskunde. Haar publicaties bevatten dan ook (vrijwel) geen wiskundige formules. Alles is geschreven in gewone spreektaal (maar de inhoud is uiteraard wel heel abstract). Het gros van de mensen met belangstelling in de wetenschap zijn volledig onkundig van het feit dat er nog een select groepje bestaat dat zich bezig houdt met “de kern” van de verschillende vakgebieden. Ook mensen met een afgeronde universitaire studie zijn hier vaak nauwelijks van op de hoogte.

    2. Ja Oom T, ik vrees dat ik je hier ook geen mooi antwoord op kan geven. Zoals Bemoeier en Henk al aangeven is de Engelse Wikipedia op het gebied van filosofische artikelen redelijk betrouwbaar, maar heeft moeite met een sluitend antwoord geven. Ook de betrouwbare Stanford Encyclopedia of Philosophy is op dit punt niet erg verhelderend. De eerste zin daar is “It is not easy to say what metaphysics is.” De kans is dus inderdaad groot dat de term op verschillende manieren gebruikt wordt.

       

      Het kan misschien wel wat verhelderend werken om een paar voorbeelden te geven van onderwerpen die tot de metafysica behoren. Dit zijn bijvoorbeeld determinisme en de vrije wil (zijn we gedetermineerd of bestaan er oorzaken die zelf geen oorzaak hebben?); of het mind-body-probleem (deels hetzelfde als de vorige: bestaat er alleen materie of ook iets non-materieels?); etc. Zie de eerdere link voor meer voorbeelden.

       

      Wat misschien wel nog interessant is, is de definitie die The Metaphysics Research Lab van Stanford eraan geeft:

      (vrij vertaald) “Waar ‘science’ wetten probeert te ontdekken die achter fundamenteel concrete objecten schuil gaan, is ‘metafysica’ de poging de wetten te ontdekken die achter de  abstracte objecten – van de natuurwetenschappen – schuil gaan (zie voorbeelden via de link). Abstracte objecten zijn nodig om te begrijpen wat wel of geen correct wetenschappelijke ‘fictions’ (verzinsels) zijn. Het doel van metafysica is het ontwikkelen van een formeel correcte systematisering van dergelijke abstracte objecten. Een dergelijke theorie zal verenigbar zijn met het wereldbeeld van de natuurwetenschappen als de abstracte objecten die erdoor worden geformuleerd worden opgevat als ‘patronen’ van de natuurlijke wereld.”

      1. Het valt onder de paranormaal wetenschappelijke onderzoeken. Prof Hans van Praag had hier destijds een leerstoel op de universiteit op dit studiegebied, heeft daar veel boeken over geschreven. Dan hebben de journalistes Lyn Schroeder en Sheila Ostrander het boek “Paranormale ontdekkingen achter het ijzeren gordijn” geschreven. Bij dit soort onderwerpen moet je denken aan onderzoeken op het gebied van telekinese, telepatie, pyrokinese, beïnvloedingen van het brein door de geest, versus beïnvloeding van voorwerpen door de geest, etc, etc. Als je nog verder de geschiedenis in gaat, kom je uit op het werk van Louis Alphonse Constant, onder het pseudoniem  “Eliphas Levi” (hoop goed gespeld) met het boek “Hogere leer der magie”. Je begrijpt dat weinig serieuze wetenschappers zich aan dit soort onderwerpen wagen, het kan je reputatie flink schaden. Er zijn echter genoeg onderzoeken die nog lopen, waaronder dat naar mensen die teruggekeerd zijn uit een schijndode toestand. Hier wordt wel serieus over geschreven, maar bewijzen kan men alweer niets, alles blijft subjectieve en controversiële informatie die elkaar tegenspreekt. Je verdwaalt in getuigenissen van anderen, maar zelf bewijsmateriaal verzamelen lukt nooit, als je dit gebied betreden gaat. Laat je dus niets op de mouw spelden.

        1. Dat is niet echt metafysica natuurlijk – dat zijn slechts new-agers die het begrip gestolen hebben om hun onzin interessant te laten klinken. Hoe weet ik dat? Omdat de teloorgang van de metafysica binnen de wetenschap al veel eerder begon, nog lang voordat men metafysica koppelde aan new-age.

          Je zou kunnen zeggen dat het al begon bij Newton (‘ik maak geen hypotheses’), maar het kwam voornamelijk door de Tractatus van Wittgenstein. Daarin pleit Wittgenstein ervoor dat metafysica fundamenteel onzinnig is om over te praten, omdat er geen enkele manier is om te controleren of wat er gezegd wordt klopt. Hij concludeert uiteindelijk: waarover men niet spreken kan, daarover moet men zwijgen.

          Vervolgens kwamen de logisch-positivisten die Wittgenstein combineerde met hun empirisme, en zo zorgden ze ervoor dat metafysica en filosofie in het algemeen geen plaats meer had in de wetenschap. Die wurggreep begint ondertussen losser te worden, maar de negatieve bijklank van de filosofie en metafysica is uiteindelijk nog steeds te herleiden tot de leer van het logisch positivisme.

        2. Ik ben in iedergeval positivistisch over jouw antwoord Lukas, want in deze tak ziet een mens door de bomen het bos niet meer. Ik ben ruim veertig jaar geleden in de stof geïnteresseerd geraakt, heb deze geruime tijd geprobeerd te volgen als hobby. Het is me helaas nooit gelukt om op een bezem te vliegen, bij gebrek aan resultaat gaf ik er daarom maar de brui aan. ;)

  9. @Niek, een heldere verduidelijking die je in je reactie geeft.

    Metafysica is helaas een moeilijk te begrenzen vakgebied, maar de voorbeelden die je geeft, bieden een  helder inzicht in de wetenschappelijke kant van de metafysica.

    Eigenlijk is de metafysica de kern waar alle andere wetenschap om heen is gegroepeerd, want zonder  sluitende antwoorden op de bekende vragen uit de metafysica hangt al het andere maar een beetje “in de  lucht”. Voorbeeld: over ethiek zijn bibliotheken volgeschreven, maar als het begrip determinisme van 
    toepassing is op de werking van ons universum, dan wordt het gros van al die publicaties behoorlijk  irrelevant (subjectief). En dat geldt voor de ruimtetijd, de relatie tussen de wiskunde en de werkelijkheid, etc., etc.

    Metafysica (wetenschappelijk) staat helaas op het internet weinig in de belangstelling. Als er een “heuse site” zou bestaan waar de metafysica de hoofdschotel zou zijn, dan stond die site bij mij nr. 1. Maar zo’n wetenschappelijke site bestaat er volgens mij helemaal niet.

    De invalshoek die Antares verwoordt, vernauwt de metafysica tot alles wat niet “fysisch” aantoonbaar is. Dat was inderdaad een trend die een aantal jaren werd aangehangen. Eigenlijk vanuit de aanname dat de reguliere fysica het waarom van alle grote “materiële” vragen tot een antwoord zou brengen. Dat blijkt echter nog steeds niet erg te lukken. 

  10. @Antares en Henk: Okay, die betekenis van ‘metafysica’ was bij mij niet bekend moet ik zeggen. Voor zover ik weet is het binnen de filosofie niet per se een ‘scheldwoord’, wat dus kennelijk binnen de wetenschap wel is door de verschillende betekenis die er aan gegeven wordt.

  11. @allen:  hartelijk dank voor de reacties. Het toont aan dat het onderwerp metafysica niet makkelijk te begrijpen is en dat het op verschillende manieren wordt gebruikt. Goede en verhelderende informatie over dit onderwerp is mooi te vinden. Verder zijn de reacties waardevol voor mijn begripvorming of in ieder bevestigend over wat mijn ideeën/ervaringen zijn met betrekking tot het onderwerp metafysica. Bovendien is het goed om deze bronnen te kennen van anderen. Ik had ze wel eens eerder zelf gevonden, maar het is goed om te weten hoe je ze duiden. De Engelse Wikipedia over Metafysica bijvoorbeeld komt beter overeen met onderstaande.   
     
    Ik heb ook een interessant boek met daarin de basis van de Westerse filosofie uitgelegd voor leken en daar wordt voor de metafysica de volgende definitie gegeven:
     
    ‘De tak van de filosofie die probeert een algemene, theoretische wereldopvatting op te bouwen. De metafysica probeert een systematische verklaring te geven van alle werkelijkheid en ervaring. Meestal houdt dat een epistemologie (leer van het kennen), een ontologie (leer van het zijn), een ethiek (leer van de moraal) en een esthetiek (leer van de schoonheid) in.’
     
    Je zou de metafysica kunnen opvatten als een algemene wereldbeschouwing van iemand is mijn indruk. Zo hebben blijkbaar verschillende filosofen door de tijd hun eigen metafysica opgesteld en is er blijkbaar ook verschillend gedacht over wat metafysica nu eigenlijk is en wat het nut ervan is. In het boek wordt bijvoorbeeld kort de metafysica van Descartes en dat van Spinoza behandeld.
     
    Ik heb ook op het eerste gezicht een interessant boek gevonden over de metafysica: http://www.damon.nl/boek.php?usrid=|usrid|&id=320
     
    @Niek: wat ik bedoel is dat de metafysica dankzij de opkomst van de wetenschap of veranderende manier van denken over de wetenschap de metafysica een minder groot is gaan spelen tot misschien zelfs een marginale rol. .  Althans binnen de wetenschap zelf en ook in het algemeen is mijn indruk. Ik ken de geschiedenis van de filosofie nog niet goed genoeg om de rol en de ontwikkeling van de metafysica in de loop der tijd goed te kunnen duiden. 

  12. Misschien ook wel een leuk idee om eens een keer inleidend artikel over de logica te zien. Er is al een artikel over de verzamelingenleer, maar schijnt onder de wiskundige logica te vallen. En vooral de combinatie van logica en argumentatieleer zou wel interessant zijn.

    1. @Oom T, realiseer je wel dat de wiskunde grotendeels ontwikkeld is omdat het onderliggende mechanisme niet duidelijk is (hoe moedertje natuur functioneert en hoe alle verschillende verschijningsvormen tot hun bestaan komen). Zie het als een analogie van de computer: iedereen gebruikt dat ding maar dat er aan de basis maar een paar eenvoudige regels aan ten grondslag liggen (Boleaanse operatoren) is weinig bekend.
      Wiskunde vertegenwoordigt dan ook voor de volle 100% onze wetenschapscultuur. M.a.w.: wiskunde is vooralsnog fenomenologie (de concentratie op een deel van het geheel). En dat betekent dat de verzamelingenleer een specifieke wiskundige beschrijving van de werkelijkheid geeft, maar dat er nog meer interpretaties van deze wiskundige werkelijkheid of uitgangspunten zijn. En zo zit het ook bij de logica.
      Over het algemeen kan je stellen dat onze huidige wetenschappelijke kennis (de theorieën die het “waarom” verwoorden) maar beperkt houdbaar zijn. Uiteindelijk zal dit allemaal vervangen worden door een beperkt aantal heldere regels. De data blijft natuurlijk overeind (= de cijfermatig uitgedrukte verhoudingen tussen de natuurkundige fenomenen).
      Dus staar je niet blind op de “waarheid” van veel wetenschappelijke kennis. Het zijn benaderingen en veelal ook eenzijdige benaderingen.

      1. Hier wil ik je toch even waarschuwen: ik denk dat zelfs de meest serieuze filosofen die stellen dat wiskunde empirisch van aard is (mill, quine, putnam) het niet eens zouden zijn met de extreemheid van jouw stellingname. Niet alleen is het eenvoudig om oorzaak en gevolg om te draaien: is 2+2=4 omdat we zien dat 2 appels + 2 appels = 4 appels, of kunnen we zien dat 2 appels + 2 appels = 4 appels omdat we van nature in staat zijn om appels te tellen? Ik vermoed dat laatste: zonder een natuurlijk vermogen om getallen te begrijpen en voorwerpen te tellen, lijkt het me lastig om appels te tellen en daaruit abstracte begrippen te vormen. Hetzelfde geldt voor logica: zonder een natuurlijke intuïtie aangaande implicaties, zie ik niet hoe men uit de ervaring de wet van implicatie kan herleiden. Dat proces maakt namelijk zelf gebruik van de wet van implicatie. Je komt dus terecht in een cirkelredenering.
        Daarom zal het alleen in afgezwakte mate werken: bepaalde noodzakelijke concepten zijn intuïtief/aangeboren, en op basis daarvan kunnen verdere wetten afgeleid worden uit de ervaring. Deze stelling gaat echter ironisch genoeg in tegen Ockham’s Razor: Met alleen de noodzakelijke concepten is het al mogelijk om zuiver theoretisch alle verdere wiskunde af te leiden (bv. de postulaten van Peano). Aannemen dat hiervoor de ervaring gebruikt wordt is dus een overbodige aanname.

        Hoe dan ook denk ik dat je te extreem bent in je stelling. Zelfs als je het niet eens bent met mijn persoonlijke argumenten tegen wiskundig empirisme, lijkt het me verstandig om te kijken waarom zelfs de grootste wiskundig empiristen niet zover gaan als jij. Daar hebben ze ongetwijfeld goede redenen voor, en met wat geluk leer je er iets van (bijvoorbeeld dat het niet zo vanzelfsprekend of simpel is als je wellicht denkt)

        1. @Lucas, ik heb mijn uiterste best gedaan om te ontdekken/begrijpen welke zinnen in mijn reactie jou getriggerd hebben. De enige zin die iets “extreems” suggereert is de zin met 100% er in. Maar in die zin kan ik niets bijzonders ontdekken want alle wetenschap volgt elkaar. Dus het omgekeerde, de stelling dat de wiskunde los staat van de wetenschappelijke cultuur, zou pas verbijstering moeten wekken.
          De door jou genoemde visie dat een deel van de wiskunde “aangeboren” is – wordt door die genoemde 100% ook niet ontkracht. Datgene wat ik opschreef had bovendien niet de intentie om de ultieme duidelijkheid te scheppen over de exacte plaats van de wiskunde binnen het menselijk denken. Over dat soort “puriteinse” kwesties laat ik mij ook nooit uit tegenover anderen want ik heb een hekel aan die oeverloze discussies.

  13. @Oom T, ik denk dat jouw inschatting van het belang van de metafysica binnen de moderne natuurwetenschap voor een groot deel juist is.
    De huidige overtuiging over wat “echte wetenschap” moet zijn (empirisme), sluit ook een deel van de metafysica buiten. Maar aan de andere kant… de fysica kent de stroming “snaartheorieën” en in het begin fantaseerde men er vrolijk op los (de werkelijkheid kende bijvoorbeeld 33 dimensies). Tegenwoordig is het allemaal iets min extravagant, maar als wij naar de resultaten kijken dan is het nog steeds luchtfietserij.

    En dat laatste is iets wat de metafysica o.a. tracht te beredeneren. Welke aanknopingspunten hebben wij eigenlijk om de werkelijkheid te doorgronden. Welke beschouwingen zijn betrouwbare uitgangspunten en wat is vermoedelijk drijfzand. En dan heet het opeens grondslagenonderzoek…
     

    1. Dat is goed om te weten. Bedankt hiervoor. In de discussie bij het artikel over de 5de dimensie zie je dit ook weer terug. Het gebied tussen metafysica en fysica (wetenschap) is een grijs gebied en de hedendaagse denkbeelden over metafysica zijn duidelijk anders dan bijvoorbeeld in middeleeuwen. Erg interessant om mij op een later tijdstip hier verder in te gaan verdiepen. Maar ik denk dat dit pas goed mogelijk is al meer te weten kom over de filosofen uit de 20ste eeuw. Eerst wil ik een wat meer eigen beeld vormen en een goede basis proberen neer te leggen.

  14. @Oom T: Hmm ja misschien is dat wel een goede manier om er tegenaan te kijken. Als je filosofie of wetenschap wilt gaan bedrijven zul je voor jezelf (bewust of onbewust) antwoorden moeten geven op dergelijke vragen. Ben je een realist of een idealist? Etc.
    Verder wat betreft je opmerking over logica: het gaat bij mij kriebelen als je dat zegt! Niet negatief hoor, maar juist omdat ik zo graag dat soort artikelen schrijf! Helaas is het blok bijna afgelopen, wat betekent dat ik afrondende opdrachten moet gaan schrijven voor mn studie. Haha zonde!

    @Henk: “De huidige overtuiging over wat “echte wetenschap” moet zijn (empirisme), sluit ook een deel van de metafysica buiten”

    Sja, Ellen zou hier een artikel over schrijven, maar heeft dat tot op heden nog niet gedaan. Ik zal d’r is vragen hoelang dat nog gaat duren ;).

  15. Ik weet niet of de juiste manier. Maar het is op dit moment mijn manier en daarmee voor mij de juiste manier. Ik ben een beetje bezig op de wonderlijke wereld van de filosofie wat te verkennen en te proberen te begrijpen. Je stelt je zelf dan vragen om antwoorden daarop te vinden. Een interessant proces moet ik zeggen. Iets wat iedereen zal hebben die filosofie interessant vindt.
     
    Goed om te horen dat ik je prikkel om artikelen te schrijven. Dat zijn namelijk erg interessante onderwerpen om je meer in te verdiepen. Helaas voorlopig dus nog niet. Maar als dit bijna het einde is van je blok, dan komt er ook weer een nieuw blok aan en heb je waarschijnlijk weer meer tijd om te schrijven. Dus zal ik nog wel even wachten.    

Laat een reactie achter