De mythe van de vaste werkgelegenheid
Veel mensen denken dat banen schaars zijn, dus dat er maar een beperkt aantal banen zijn voor veel meer mensen. Maar is dat wel zo?
Een veelgehoord argument tegen de immigratie is: ‘ze pikken onze banen in’. De reden voor sommige partijen om bijvoorbeeld tegen het inschakelen van Poolse of Roemeense arbeiders te zijn.
Ook anderen denken er zo over. Zo vinden sommige voorstanders van deeltijdwerken, dat op deze manier de beschikbare banen eerlijk over werkenden en werklozen worden verdeeld. Er zijn overigens andere, zeer goede, argumenten om voor deeltijdwerken te zijn, denk aan de voordelen voor ouders en vrijwilligers.
De met uitsterven bedreigde baan
Al deze denkbeelden komen voort uit één aanname: er is een vast aantal banen. Banen worden door middel van een mysterieus proces geschapen door zogeheten werkgevers met veel maatschappelijk verantwoordelijkheidsgevoel. Als er maar genoeg politieke druk wordt uitgeoefend, bijvoorbeeld via de talloze overlegorganen waar vakbondstijgers en praatgrage ex-managers van grote bedrijven in zitten, komen er vanzelf meer banen.
Wat ook helpt: de overheid die flink wat mensen in dienst neemt, want zo komen er nog meer van de wonderbaarlijke banen. Dat moet natuurlijk wel betaald worden, maar daar zijn belastingen voor. De sterkste schouders dragen de zwaarste lasten. Heel verstandig en rechtvaardig, toch? Nou, nee dus.
Hoe denkt een werkgever?
Ondernemers met personeel, werkgevers, zijn mensen net als jij en ik. Net als jij geen kinderoppas voor je drie lieverdjes gaat inhuren als deze meneer of mevrouw per uur meer kost dan jij netto per uur verdient (tenzij je het even echt niet meer aankan en er is geen bereidwillige partner, moeder of schoonmamma die je uit de brand helpt), doet een ondernemer dat ook niet.
Een werkgever moet de loonkosten van zijn werknemer er uit zien te krijgen. Kost een werknemer vijfduizend bruto per maand en verdient de ondernemer er niet minstens zesduizend aan, dan zal hij voorlopig geen personeelsadvertentie de deur uit doen. Tenzij die werknemer hem zoveel zorgen uit handen neemt, dat hij de extra kosten er graag voor over heeft.
De werkelijke ‘werkgever’: toegevoegde waarde
Een bedrijf dat goed draait, produceert meestal veel toegevoegde waarde. Soms niet, maar na verloop van tijd lopen de klanten dan weg of komt er een onderzoek van de mededingingsautoriteit. Een hebberige ondernemer van een goedlopend bedrijf (en daar zijn er best wel veel van, ja, de vooroordelen kloppen) gaat dan extra personeel in dienst nemen, want zo verdient hij veel meer.
Stel, jij vindt een manier uit om per liter accu tien keer meer energie op te slaan dan nu in de beste accu mogelijk is. Kortom: je zorgt voor DE doorbraak voor elektrische auto’s. Of jat die manier van een zakelijk niet al te kluge uitvinder, zoals helaas vaak voorkomt. In je fabriek heb je duizend man nodig om aan de wereldwijde miljardenvraag naar je wonderaccu te voldoen. Elk extra personeelslid vergroot je winst dan zeker met een paar miljoen euro. Uiteraard plunder je dan busladingen personeel tegelijk uit arbeidsbureaus of ineengestorte EU-landen.
Waar komt toegevoegde waarde vandaan?
Een bedrijf is een verzameling mensen, machines en kapitaal dat uitgangsmaterialen omzet in een gewenst eindproduct. Hoe gewilder die eindproducten, hoe meer winst het bedrijf maakt en hoe meer banen er komen. Over het algemeen geldt: hoe hoger de kwaliteit van eindproducten, hoe meer waarde die voor klanten opleveren, hoe gewilder ze zijn. Mensen willen dingen die anders en beter zijn dan ze tot dan toe hebben. De ondernemer die voor een redelijke prijs dat kan leveren waar zijn klanten zelfs niet van durven te dromen, hoeft zich niet veel zorgen te maken.
Helaas is er ook een negatieve manier om ‘waarde’ voor klanten te creëren: afhankelijkheid kweken. Beruchte voorbeelden: opium (de bron van de Engelse woekerwinsten in China), apparaten waar alleen gepatenteerde, peperdure bijvullingen in kunnen of softwarepakketten.
De magische X-factor: kennis en fantasie
Alles om ons heen, ook wijzelf, bestaat uit atomen. De ruwe materialen waaruit kostbare elektronica bestaat, kosten misschien een paar dubbeltjes. De hoge toegevoegde waarde bestaat uit de vele informatie, dat wil zeggen kennis en fantasie die in de producten is gestopt. Een programmeerbaar wetenschappelijk rekenmachientje kost minder dan tweehonderd euro. Dit apparaatje kan meer dan de miljoenen verslindende, wekenlang pruttelende ENIAC’s zo groot als een huis.
Het is naast het nodige harde werk, toch vooral de technische slimheid en visionair inzicht van een aantal molenbouwers en waterbouwkundig ingenieurs geweest dat Nederland van een twee keer per dag onderlopend moeras in een van de welvarendste landen ter wereld heeft veranderd.
De echte banenscheppers: praktische wetenschappers, uitvinders, creatievelingen en visionairen
Elke economische opleving in modernere tijden was het gevolg van een groep technische doorbraken. Ten grondslag hieraan ligt het werk van uitvinders die zelf doorgaans niet erg veel vruchten plukten van hun ideeën. Zo was de opleving eind negentiende eeuw het resultaat van elektrificering, de opkomst van de olie- en autoindustrie en dergelijke. Denk ook aan de internethype van kort geleden. Dus laat slimme en creatieve mensen met voldoende realiteitszin de volle ruimte, want het zijn uiteindelijk hún ideeën die de wereld een betere plek zullen maken. Om dezelfde reden is het kabinetsbeleid om niet-westerse allochtonen te weren ook niet zo verstandig. Het is veel verstandiger om alleen slimme, positieve mensen die vol zitten met kennis, fantasie en goede ideeën hier binnen te laten, onafhankelijk van afkomst.