Determinisme en de vrije wil

Sinds jaar en dag is er in de filosofie een debat omtrent wat we noemen “de vrije wil”. Mede dankzij Nietsche’s uitspraak dat alles slechts interpretatie is en zijn uitspraak dat God dood is, wint het determinisme sinds begin 20e eeuw steeds meer terrein. Ook vandaag de dag is de algemene opvatting dat “de wetenschap” uiteindelijk overal een antwoord op zal vinden en dat we dus gedetermineerd zijn. Hier mijn opvatting die, uiteraard, slechts een interpretatie is.

determinisme en de vrije wil
Determinisme zou het hebben van een vrije wil uitsluiten.

Omdat de wereld om ons heen en onze interactie met deze wereld te complex is voor onze hersenen om te bevatten, hebben onze hersenen zich in de loop der tijd zo ontwikkeld dat ze denken in betekenis. Hiermee zijn wij in staat betekenissen – die er op zichzelf niet zijn – toe te kennen aan fenomenen in de wereld, om zodoende toch iets met de complexiteit van de wereld te kunnen. Taal is hierbij een belangrijk instrument [a]. Helaas is ambiguïteit een veel voorkomend euvel in de taal; een semantische verwijzing komt zelden precies overeen met de ontologische werkelijkheid [b]. Dit kan ook niet anders, want mocht taal de werkelijkheid wel perfect dekken, dan zou het weer zo complex zijn dat de mens er niets mee is opgeschoten.

Een simpel voorbeeld van het interpreteren op verschillende niveaus wordt gegeven door Joel Anderson (1).

Stel je voor dat een deelnemer aan een schaaktoernooi zich opeens realiseert  dat het schaakspel één grote nepperij is, want “Pionnen bestaan niet – het is slechts hout!”. (2)

determinisme en de vrije wil
Determinisme stelt dat elke gebeurtenis causaal verbonden is met eerdere gebeurtenissen. Les Chatfield uit Brighton, EngelandFlickr

Deze deelnemer realiseert zich op dat moment niet dat we in een wereld van betekenisgeving leven en daarmee een soort nieuwe realiteit over de complexe werkelijkheid hebben gelegd [c]. In zijn artikel uit 1949 verwijt Gilbert Ryle Rene Descartes een categoriefout te hebben gemaakt. Daar Descartes beweert dat lichaam en geest verschillende eigenschappen hebben en dus iets wezenlijk anders moeten zijn (3), zegt Ryle dat het ene niet logisch uit het andere volgt (4). Het is alsof je alle spelers van een voetbalteam hebt ontmoet, maar je afvraagt waar het team nu is [d]. Eenzelfde fout maakt de deelnemer aan het schaaktoernooi; op een ander niveau kan dezelfde fysische substantie een andere betekenis hebben. Ze doen niet alsof het een pion is; het is een pion (5).

Een ander hieraan gelijkende fout is terug te vinden in de vraag hoe het toch kan dat we, ook al lijken we gedetermineerd, toch denken dat we vrij kunnen handelen en dus een vrije wil hebben. Harry Frankfurt stelt hierover dat we ondanks dat onze handelingen gedetermineerd zijn, we onze “wil” in overeenstemming kunnen brengen met deze handelingen (6). Vrijheid is sturing van je gedrag op basis van desires; dat wat je uiteindelijk doet, is dan een gevolg van je wil. Deze illusie van de vrije wil is in zekere zin emergent aan de structuur van de hersenen en de wereld van betekenissen. Ook al zouden we ons best doen aan deze illusie te ontkomen, is het nog onvermijdelijk. Of om een voorbeeld van Daniel Wegner aan te halen: ook al weet je dat je door een illusionist voor de gek gehouden gaat worden, alsnog laat je je voor de gek houden (illusion of the magic self)(7).

De opvatting van de verschillende niveaus van betekenis  vertoont gelijkenissen met het “perspectief dualisme” van Jürgen Habermas. Habermas stelt dat je nog steeds moreel verantwoordelijk gehouden kunt worden voor je handelen (2e persoonsperspectief), ondanks dat je vanuit de werkelijkheid an sich geen vrije wil kan abstraheren (3e persoonsperspectief) (8). Het is dus niet mogelijk om je bij het handelen te beroepen op het deterministisch perspectief, omdat vanuit de realiteit van betekenissen – welke in deze context ook als “de samenleving” gelezen kan worden – je wel verantwoordelijk wordt gehouden voor je handelen.

Stel dat je je na het lezen van dit artikel kan vinden in de stelling en onderbouwing en je gelooft in de visie op de wereld in de vorm van betekenisgeving, dan nog is de kans klein dat je naar aanleiding van dit artikel daadwerkelijk anders zult handelen in het dagelijks leven. Zoals gezegd is dit ook niet anders: de huidige realiteit van betekenissen en de druk(te) die dit vanuit de samenleving op ons neer legt is nog steeds te complex voor ons om ons niet voor de gek te laten houden en van perspectief te wisselen. Het is niet anders: zo zitten onze hersenen nou eenmaal niet in elkaar.

Notes:

[a] Betekenissen hebben pas zin vanuit een 2e persoonsperspectief, dus bij interactie tussen mensen. Zoals Wittgenstein (9) en Malcolm (10) al aangeven heeft het weinig zin om deze betekenissen binnen een “privetaal” te houden.

[b] Ik heb geen bron die dit letterlijk zo beweerd, maar ik denk dat ik het (als ik meer tijd had) zou kunnen afleiden uit hoofdstuk 2 en 3 van Semantics (11).

[c] Ik gebruik “werkelijkheid” om daarmee de ontologische, complexe werkelijkheid onafhankelijk van de mens aan te duidelijk. Ik gebruik “realiteit” om de wereld zoals die door de mens in taal (en betekenis) wordt omschreven.

[d] Voorbeeld overgenomen uit een college van Dr. Annemarie Kalis.

Bronnen:

  1. Anderson, J. (2011). Vrijheid door betrokkenheid: Strawson en Habermans tegen vrije-wil-scepticisme. Hoezo vrije wil?, pp. 232-251.
  2. Ibid., p.244.
  3. Ruler, H. van (1999). Over de natuur van de menselijke geest; dat deze beter te kennen is dan het lichaam. Uitgelezen Descartes, pp. 237-244
  4. Ryle, G. (2002). Descartes’ myth. The Concept of Mind. The University of Chicago Press, Chicago, pp. 11-24.
  5. Zie bron 1, p. 244.
  6. Frankfurt, H.G. (1971). Freedom of the Will and the Concept of a Person. Journal of Philosophy 68, pp. 5-20.
  7. Wegner, D.M. (2008). Self is magic. Are we free? Psychology and free will, pp. 226-247.
  8. Habermas, J. (2004). Freedom and Determinism. Pp. 1-11.
  9. Wittgenstein, L. (2006). Filosofische onderzoekingen. Vertaling Derksen, M. en Terwee S., pp. 109-1 27.
  10. Malcolm, N. (1958). Knowledge of other minds. The Journal of Philosophy, LV No. 23, pp. 969-978.
  11. Saeed, J.I. (2009). Semantics (3rd edition). Pp. 23-80.

20 gedachten over “Determinisme en de vrije wil”

  1. Om te kunnen bepalen of determinisme je vrije wil aantast moet je jezelf eerst afvragen: Wie bepaald of determinisme ook absoluut is? Zodra je het antwoord voor jezelf gevonden hebt weet je ook meteen dat het antwoord altijd bij 1 persoon ligt, degene die determinisme heeft toegepast. 1 persoon kan je nooit je vrije wil, of vrijheid van denken afnemen.

    Alleen als in je DNA ligt vastgelegd dat je je in een groep mensen moet bevinden en je het karakter hebt om je aan die groep mensen aan te passen word je vrije wil aangetast. In dat geval heb je als kuddedier bijvoorbaat al geen vrije wil omdat je het karakter hebt om de leider te volgen in datgene wat die leider determineert.

    Als je geen kuddedier bent heb je altijd een vrije wil, bijvoorbeeld de vrije wil om Donkere Energie de benaming Groene Blubber te geven.

  2. Qua betekenis, gaat het erom dat de ander weet wat jij bedoelt. Verlies je toch niet in details van èèn taal, dankzij jouw streven exact te zijn, terwijl er zoveel verschillende talen bestaan, mensen zo slecht met elkaar kunnen communiceren, en liever gewelddadig zijn dan praten. Luisteren is ook heel moeilijk voor veel mensen. Hier moet dus eerst een wil zijn, anders bereik je niets met perfectie.
    Mag ik nog een aanvulling brengen:
    Voorstellen en denken hebben betrekking op het verleden.
    Voelen heeft betrekking op het heden.
    Begeren en willen hebben betrekking op de toekomst.
    Je kunt bovendien nadenken of je de spontaan optredende gevoelsreactie, werkelijk op dit moment, als jouw gedrag of jouw antwoord, naar buiten wilt brengen, bijvoorbeeld.
    Of om gevoelens tot rust te brengen; anders over iets denken of iets anders doen of willen doen.
    Verder heb je nog meer keuzes waar je je vrije wil kunt aanwenden, maar de beperking zit in de mogelijkheden, bijvoorbeeld het leven in systemen.

    1. Julie,

      Ik verlies meniet in de details van 1 taal, integendeel zelfs, in vrijwel alle talen op onze aardbol weten mensen wat er bedoeld word met het woord Stoel, ooit was er mischien iemand die het woord stoel in het mandarijns broekverkreukelaar noemde, in een andere taal heette de stoel Zitvlakverwarmer en in een andere taal was het mischien ruggesteun met poten. Weer iemand anders in een andere taal was het moe en begon het simpelweg Stoel te noemen. Uiteindelijk is alles wat gedetermineerd wordt terug te voeren naar 1 persoon waaraan de rest van de kudde zich heeft aangepast. Dat betekent nog niet d datgene wat egdetermineerd wordt ook de absolute waarheid is.

      En verder, tsja…

      Voorstellen en denken hebben betrekking op het verleden????? Voor mij geldt dit niet, ik ben een visionair.

      Voelen heeft betrekking op het heden???? Er zijn genoeg mensen die voelen dat ze in het verleden iets verkeerd hebben gedaan of voelen dat hun in de toekomst nog geluk of verdriet staat te wachten.

      Begeren en willen hebben betrekking op de toekomst????
      Vrijwel iedereen op onze aardbol begeert en wilt wel iets precies op dit moment…of op elk ander moment dat je het heden kan noemen en dit leest.

      Verder heb je nog meer keuzes waar je je vrije wil kunt aanwenden, maar de beperking zit in de mogelijkheden, bijvoorbeeld het leven in systemen????
      Zei ik dit niet ook al?? Als je een kuddedier bent wordt je vrije wil automatisch aangetast.

  3. In principe kun je vanuit het begrip ” determinisme ”
    stellen; dat alle informatie uit de omgeving en het lichaam, een vorm van programmauitwisseling heeft met het brein. Volgens dit principe draait het brein dan het programma, waaruit het de werkelijkheid samenstelt. De taal maakt dan een interactie mogelijk met de tweede persoon, wiens realiteit, jouw realiteit wordt, als de interpretatie tenminste synchroon gaat lopen, en er inderdaad geen verschillen zijn als gevolg van afwijkende semantische interpretaties. Daarnaast bestaat dan de werkelijkheid zoals we die niet waarnemen, op grond van de complexiteit van de aspecten ervan, de logische beschikbaarheid van beschrijvingen in taal en wiskunde, maar ook opleiding en dus kennis die onontbeerlijk is voor waarneming van de werkelijkheid. Met betrekking tot waarnemen, geef ik hier een praktijkvoorbeeld uit mijn eigen jeugd. Op een bepaalt moment werd mij gevraagd, of ik deel wilde nemen aan een samenkomst van de Baptisten gemeente, en ik ben daarop ingegaan. Tenslotte is vooringenomenheid met betrekking tot de vraag of er een god bestaat, niet reeel, als je niet weet of jijzelf wel de juiste houding voor communicatie tot stand hebt gebracht. Om kort te zijn, er kwam geen communicatie op gang volgens de procedures die gevolgd werden, en die naar mijn mening uitsluitend suggestief waren. Later heb ik een tweede serieuze poging ondernomen, nu in volledige afzondering, en ik stond natuurlijk doodsangsten uit, want stel je voor…….Geen resultaat, wel direkt een heel ander inzicht in de werkelijkheid. Ik noemde dit de Dingrealiteit. Het bestaan van een scheiding tussen dode en levende stof, met als onderscheid; organisatie van stoffen zoals we die als levend beschouwen, en ongeorganiseerde stoffen waaruit leven kan ontstaan. Dit had een diepe impact op mij, want ik realiseerde me dat de waarden van individuen zich zo relativeerde tot organische stoffelijk mechanismen, ongeacht of dit familie was of vreemden. Ik voelde mij als een aliën tussen aliëns.
    Je kunt van mij aannemen, dat de realiteit zoals die ons voorgeschoteld wordt in de beschikbare versies, stukken aantrekkelijker is dan de werkelijkheid. De ervaring was uniek, want inderdaad, de schaakstukken verliezen hun betekenis, het worden stukjes hout, maar dat geldt dan letterlijk ook voor alles om je heen, alles bestond voor mij uit levende en niet levende dingen. Er zitten dus risico’s aan deterministisch denken. De realiteit die de mens aanvaard als werkelijkheid, is een vorm van zelfbescherming tegen de werkelijkheid zoals die is. De mens is daar niet geschikt voor, en het biedt een troosteloze werkelijkheid aan toekomstige synthetische breinen, tenzij ze volgens het principe van kwantumverstrengeling, een volmaakte koppeling met onze ervarings wereld zullen kennen. Ik weet waar ik over praat……

  4. Mensen, hou het aub een beetje gezellig bij de discussies. Ikzelf doe dat bijvoorbeeld op de volgende manier:

    ‘De waarheid’ bestaat voor mij niet (zie Nietsche’s “alles is slechts interpretatie”). Ieder verhaal en iedere reactie daarop zie ik dus als een moment waarop ik kan leren, een probleem of idee vanuit een ander perspectief te bekijken. Op mijn filosofisch gewouwel wordt hier vaak vanuit een praktisch perspectief op ingegaan. Dat is minder mijn straatje, maar des te leerzamer voor mij.
    Vanuit het idee dat de waarheid niet bestaat en ik van iedereen dus wat kan leren, respecteer ik de ander zijn of haar bericht. Zegt diegene iets waar ik het niet mee eens ben, dan probeer ik diegene te leren waar zijn/haar denkfout zit. Wil diegene dit niet overnemen is dat ook geen probleem. Dat is jammer voor die persoon, hij/zij had wat van mij kunnen leren, en ik ga weer verder met iets anders.
    Met andere woorden: maakt de ander een opmerking die hij/zij vervolgens niet kan onderbouwen met legitieme bronnen, dan maak ik daar een (oordeelloze) opmerking over, en is daarvoor voor mij de kous af. Als ik weet dat ik gelijk heb, waarom zou ik het dan nog moeten krijgen?

  5. Communiceren via een medium als internet is bij lange na niet hetzelfde als in real life en kent daarom vele uitdagingen meer. Een interpretatiefout is sneller gemaakt doordat ironie vaak niet over komt, intonatie niet bestaat of iemand simpelweg over iets heen kan lezen. Dat kan voorkomen, dus graag daar enig rekening mee te houden.

    Wat Germen en mij betreft is met bovenstaande reacties de kous af. De reacties op dit artikel zullen vanavond of binnenkort opgeschoond worden.
    [Edit 09-02] – Enkele reacties zijn verwijderd.

    Tot ‘ziens’ elders op deze site!

  6. Waarom zou ik geloven dat de wereld anders is dan dat deze aan mij verschijnt? Dat lijkt mij omdat ik onvoldoende rechtvaardiging kan geven om te laten zien waarom mijn visie objectief de juiste is. Jij zegt een objectief beeld van de werkelijkheid te hebben gezien. Het enige onderscheid was tussen dat wat levend was en dat wat niet levend was. Dit lijkt mij een vorm van categorisering en dus taal en dus betekenis. Het wordt echter nog problematischer. Het zou een troosteloze werkelijkheid zijn die niet geschikt is voor mensen. dit is echter het toppunt van betekenis toekennen. Subjectiever dan iets troosteloos noemen gaat bijna niet (dan kan ik net zo goed zeggen dat mijn hond objectief super schattig is). Ten derde is ook duidelijk dat jij dit als negatief hebt ervaren. Als de dingrealiteit betekenisloos is, hoe kan jij deze dan negatief ervaren. Zelfs zo negatief dat je claimt dat andere mensen een andere werkelijkheid verzinnen om de gruwelen van deze te verdringen.
    De belangrijkste punten zijn dus. 1. je spreekt jezelf tegen door betekenis toe te kennen aan volgens jou objectieve, betekenisloze werkelijkheid. Ten tweede zou ik willen wijzen op de vele immunisasites. Het idee van een dingrealiteit is niet falsifieerbaar. Het idee van een niet waarneembare werkelijkheid is ook niet falsifieerbaar. Het idee dat hoe wij de werkelijkheid zien gebonden is aan onze logica en wiskunde is ook niet falsifieerbaar.
    Dan zou ik graag ook nog wat over Niek willen zeggen. Ten eerste is het uitbannen van alle felheid/passie van een discussie vaak niet bevorderlijk voor de gezelligheid of het niveau van de discussie. Als je toch zou graag van andere mensen leert neem dan maar van mij aan dat je er goed aan zou doen niet elke opvatting die je niet zint te vermijden of te verwijderen.
    Ten tweede stel jij dat vanuit de opvatting dat de waarheid niet bestaat je van iedereen iets kan leren en dat er respect uit zou volgen. Ten eerste is er natuurlijk het klassieke probleem dat je natuurlijk wel claimt dat de opvatting dat er geen waarheid bestaat waar is en dat daaruit volgt dat jouw claim dus zelf ook niet waar kan zijn. Ten tweede lijk je zo’n naief relativistje te zijn die schijnt te denken dat uit het ontkennen van objectiviteit of waarheid volgt dat je respect zou moeten hebben voor iemand anders opvatting. Het punt is als geen enkele opvatting waar is of als elke opvatting gelijk is staat elke opvatting op hetzelfde niveau en is het disrespectvol, agressief, intimiderend behandelen van mensen dus op het zelfde niveau gerechtvaardigd als het vriendelijk, respectvol en openlijk behandelen van mensen. Ten derde walg ik van dit soort “tolerante”mensen als jij omdat ze ironisch genoeg juist uitgaan van hun morele superioriteit. Neem nou het berichtje van boven waar je precies gaat uitleggen hoe het er wel en niet aan zou toe moeten gaan. Dit lijkt op gespannen voet te staan met je ontkenning van waarheid en respect voor andere (hun autonomie). Ten vierde is zoiets als een oordeelloze opmerking simpelweg misplaatst op een filosofisch georienteerd forum. Onder het gezeik van Alfa had ik ook kunnen zeggen. Walvissen zijn een van de grootste zoogdieren op deze aarde of de aarde heeft een omtrek van zo’n 40000KM. Dit is echter op geen enkele manier zinvol. Als je lef hebt laat je hem staan

    1. Beste tangible,

       

      Allereerst de opmerking dat je reageert op een artikel en uitspraken van meer dan 2 jaar geleden. Mijn opvattingen zijn inmiddels wat veranderd; zo sta ik niet meer helemaal achter de inhoud van dit artikel. En als ik mijn reactie over ‘de waarheid’ terug lees, moet ik toegeven dat ik dat wel wat beter had kunnen formuleren en er ook wat anders over ben gaan denken.

       

      “Ten eerste is het uitbannen van alle felheid/passie van een discussie vaak niet bevorderlijk voor de gezelligheid of het niveau van de discussie.”

      Is deze situatie waag ik dat te betwijfelen. Het is alweer ruim 2 jaar geleden dat de discussie heeft plaatsgevonden, maar voor zover ik me kan herinneren was de discussie off-topic en werd mijn beslissing door beide personen in de discussie gerespecteerd. Meer over ons over het algemeen behoorlijk redelijke forumbeleid, zie hier: https://www.visionair.nl/about/ . Zoals er in de reactie staat heb ik voorgaande reacties verwijderd, en zullen we dus ook niet weten wat er precies aan vooraf is gegaan.

       

      “Ten eerste is er natuurlijk het klassieke probleem dat je natuurlijk wel claimt dat de opvatting dat er geen waarheid bestaat waar is en dat daaruit volgt dat jouw claim dus zelf ook niet waar kan zijn.”

      Dat is inderdaad een klassiek probleem waarvan ik niet inzie dat het een probleem is. Als ‘waarheid’ niet bestaat, schrappen we het uit ons discourse. Vervolgens zeggen dat die uitspraak waar moet zijn, is in die zin ‘onmogelijk’; waarheid bestaat immers niet.

      Maargoed, mijn vorige reactie teruglezend, zeg ik volgens mij niet dat ‘waarheid’ niet bestaat (let op de dubbele negatie), maar dat ‘DE waarheid’ niet bestaat. Ik zou dat nu willen nuanceren: ik vraag me af of ‘de waarheid’ bestaat, en ben van mening dat we die zeer waarschijnlijk niet kunnen kennen.

      Naast ‘de waarheid’ (voor het gemak noem ik die de ontologische waarheid) maak ik nog onderscheid tussen andere soorten waarheiden. Zoals ieders persoonlijke waarheid, maar ook zoiets als ‘sociale waarheid’. Staat die voetbalspeler buitenspel? We hebben met elkaar bepaalde regels opgesteld, en die speler overtreedt die regel, dus het is waar dat hij buitenspel staat. Passen we de regels aan, dan is het onwaar. De waarheid is dan afhankelijk van de conventies, zogezegd.

      Sociale waarheid en persoonlijke waarheid kunnen we kennen, maar de ontologische waarheid..?

       

      “Ten tweede lijk je zo’n naief relativistje te zijn die schijnt te denken dat uit het ontkennen van objectiviteit of waarheid volgt dat je respect zou moeten hebben voor iemand anders opvatting.”

      Je formulering is juist. Ik lijk misschien een relativistje, maar ik ben er nog niet helemaal uit of ik dat ben. Het relativisme heeft zo’n negatieve en deprimerende bijsmaak. Ik zie mezelf meer als een soort ‘positief relativist’. Dus niet “alles is relatief dus niks heeft zin”, maar: “alles is relatief, dus alles zou kunnen”.  Volgens mij valt dit wel een beetje te vergelijken met de positie van Paul Feyerabend (zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Paul_Feyerabend ), al ken ik zijn werk niet zo goed.

      Ken je Wittgenstein’s Philosophical Investigations? Hierin introduceert hij de term ‘taalspelen’. Zo zie ik de werkelijkheid denk ik ook, als een (taal)spel. In interactie met andere mensen volgen we ongeschreven regels, maar deze regels verschillen per situatie. Zo spreken we onze baas met ‘u’ aan en onze vrienden niet. Maar ook betekenis is niet absoluut, zo betekent ‘het is uit’ iets heel anders tijdens een voetbalspel, dan tijdens een ruzie met je vriendin. Is dat relativisme? Weet ik niet, volgens mij is daar een hele discussie over tussen Kripke’s lezing van Wittgenstein v.s. een hele hoop anderen. Dat alles zou kunnen, betekent niet dat alles ook daadwerkelijk zo is en alles mag… het is alleen afhankelijk van de situatie of de afspraken die gemaakt zijn. Je mag best op die plek lopen, maar de regels zijn dat je dan buitenspel loopt.

      Respect is niet iets dat uit deze redenering volgt, denk ik, maar het is een aanname. Ben jij het oneens met de aanname dat het geen kwaad kan om in beginsel elkaar te respecteren?

       

      “Dit lijkt op gespannen voet te staan met je ontkenning van waarheid en respect voor andere (hun autonomie).”

      Hier kan ik het redelijk mee eens zijn. Met de kanttekening dat we dus niet weten in welke context mijn opmerking precies geplaatst was omdat de reacties verwijderd waren. Ik denk namelijk dat de mensen in kwestie mijn ‘autoriteit’ als admin hier wel accepteerden, te meer ook omdat ik ze redelijk ken en volgens mij met respect heb behandeld.

       

      “Ten vierde is zoiets als een oordeelloze opmerking simpelweg misplaatst op een filosofisch georienteerd forum.”

      Hier raak je me kwijt. ‘Simpelweg’ duidt een overhaaste conclusie aan, iets wat we graag op een filosofisch georiënteerd forum willen voorkomen, denk ik. Kun je dit toelichten?

      Naar mijn idee behoren de wetten van de logica tot de methodologie van die filosofie. De rede. Niet de de emotie. Hoewel Hume zegt dat de rede slaaf is van de passie (waar ik het mee eens ben), dient een filosoof zijn passies idealiter aan de kant te schuiven op het moment dat hij redeneert. Uiteraard zijn er ook filosofische discussies over ethische kwesties, waar waardeoordelen wel van groot belang zijn, maar ik ben zelf niet zo’n ethicus. Als ik al die kant op zou gaan, ben ik denk ik meer van de meta-ethiek.

       

      Mocht je meer over mijn visies willen weten, is het misschien handiger om recenter werk van mij te lezen, zie hier: https://www.visionair.nl/niek/. Daar sta ik ook meer achter. Ondanks dat we niet op één lijn zitten, hoop ik dat we toch van elkaar kunnen leren. Vriendelijke groet!

      1. Beste Niek, de stelling van Nietsche op die manier afkorten is mi op zich al een vorm van determinisme, naar mijn bescheiden mening was het ‘God is Dood, we hebben hem gedood’. In filosofische context betekent dit dat de mens z’n groeimogelijkheden worden afgenomen en er geen verdere bewustwording mogelijk is. De niet maatschappelijke (h)erkenning van dit natuurlijke ontwikkelingspotentieel bekrachtigt op zich het determinisme. Nietsche had het ook over ‘Voorbij goed en kwaad’, dit betekent de bewustwording van die schijnbaar dode God, een beladen term die (te) vaak in een literalistische context wordt gekaderd.

  7. Ik geloof in determinisme. Elk gevolg heeft een oorzaak. Zelfs de denkwereld waar je zogezegd wel keuzes kan maken is een illusie. Alles ligt vast van A tot Z. En dan bedoel ik ALLES. Bijvoorbeeld, je stoot een glas water om. Iets wat een gigantisch complex resultaat oplevert, maar het gebeurt volgens de natuurwetten en kan op dat moment, met die parameters, geen ander resultaat opleveren. Je denkproces is evengoed gebonden aan parameters, natuurwetten,DNA, je omgeving, tijdstip… Je denkt een keuze te hebben omdat je meerdere ideeen hebt, maar je uiteindelijke keuze voor iets is omdat dat het resultaat is van de soep van parameters. Parameters die kunnen veranderen door interactie of tijd, maar als je klein genoeg inzoomt is ieder resultaat op een welbepaald tijdsstip gewoon een logisch gevolg van een oorzaak op t-1.

  8. Alle keuzes hebben een soort deterministisch component op de langere termijn. Maar alles begint met keuze uiteindelijk. Maar een echte keuze maken is niet makkelijk, het vereist steeds meer wilskracht. Vandaar de illusie ontstaat dat alles van te voren bepaald Is. Plus dat het probleem meespeeld dat je aangeboren kwaliteiten uit de natuurl logische wijze niet kan uitbannen. Want is een ziel uiteindelijk mannelijk of vrouwelijk? Of staat het toch nog niet vast. Als niks vaststaat hoe komt het dan dat er zoveel gelijke kenmerken zijn? Hoe kan descartes ik denk dus ik ben standhouden en waarom kunnen we maar lastig naar onszelf kijken zonder onze natuurlijke kenmerken?

    Keuze is ook opgebouwd uit een soort van universeel moraal

    1. De mens beschikt naast een deterministische keuze opbouw ook over een universeel moreel zoals beschreven door hegel komt er op ten duur een samenvoeging van universele waarden die ons gedrag bepalen.

      De mens werkt echter ook deels als een binair systeem in de zin dat het cryptisch is, een omzetting. Onze ziel is een volmaakt wezen zonder gevoelens van minderwaardigheid en afhankelijkheid. Als mens kunnen wij onze ziel echter alleen waarnemen via ons hart. Onderweg naar ons hart en onze gedachten kunnen vele struikelblokken ontstaan om het signaal te vestoren. Daarnaast zijn onze gedachten een spil tussen de ziel en de cellen van het lichaam.

      1. Het menselijke bewust wordt dus beïnvloed aan twee kant. Het cellencollectief van het lichaam, wat streeft naar eenheid, verzorging en sereniteit waar elke cel in het lichaam een soort bewustzijn en persoonlijkheid geniet die wij onbewust aanspreken met onze gedachten. Het lichaam dwingt ons sociaal te zijn. Het streeft harmonie na.

        Daarnaast hebben we de ziel. Onze levensader. En onze werkelijke ik. De ziel doet controles op het hart. Als er iets gevonden wordt dan kan de ziel beslissingen nemen over het bewustzijn. In tegenstelling tot de harmonie die het lichaam aanspoort, streeft de ziel eerlijkheid na. Met eerlijkheid blijft het hartsignaal puur, met harmonie blijft het lichaam bij elkaar.

        1. Elk mens wordt geboren met een puur zielssignaal maar een disharmonisch lichaam. De kunst van het leven is de unieke volmaaktheid van de ziel delen met het eigen lichaam om perfecte harmonie te bereiken. Ons lichaam achtergelaten en geëvolueerd door de fysieke God is een soort puzzel/spel voor ziel om een perfecte wereld van eenheid te crieeren. Vragen waarom God de wereld zo gemaaakt heeft is dus vragen waarom je eigen lichaam door jezelf zo ingericht is.

Laat een antwoord achter aan Julie Reactie annuleren