Robots hebben een laag knuffelgehalte. Redt dit de mens?

‘Hoog knuffelgehalte redt mens’

Het zal u niet ontgaan zijn. De robots komen eraan, en steeds meer ooit uniek menselijke baantjes worden nu door machines uitgevoerd. Is er dan geen redden meer aan? Wel degelijk, zeggen sommigen. Dankzij ons knuffelgehalte.

Taakgeoriënteerde economie leidt tot werkloosheid
Op dit moment is onze economie taakgeoriënteerd. In een taakgerichte economie maakt het de werkgever niets uit wie een taak uitvoert.

Robots hebben een laag knuffelgehalte. Redt dit de mens?
Robots hebben een laag knuffelgehalte. Redt dit de mens?

Een functie, bijvoorbeeld keukenhulp, wordt onderverdeeld in deeltaken, zoals  borden wassen, waar dan weer mensen met bepaalde competenties bij gezocht worden door wervings- en selectiebureaus.  Een keukenhulp hoeft tegenwoordig niet meer borden te wassen.  Daar  heb je een afwasmachine voor, die dat sneller, beter en goedkoper doet dan een mens. Als dat met veel taken gebeurt, is er geen werk meer voor een keukenhulp.

Omdat computers en computers in een lichaam, robots, steeds meer dingen kunnen die eerst alleen mensen konden, zullen op een gegeven moment alle taken door robots worden gedaan. Dus is er geen werk meer voor mensen. Ook worden taken tegenwoordig steeds meer uitbesteed. Een Indiër kan veel goedkoper klanten bellen dan een Amerikaan dat kan. Drie keer raden waar de telefoontjes nu vandaan komen.

Mensgerichte economie
In een mensgerichte economie loopt dat heel anders. Er zijn daar geen standaardbanen, maar banen op maat die optimaal afgestemd zijn op iemands sterke en zwakke punten. De mens staat daar centraal, zowel bij produceren als consumeren. Een onderneming is in de mensgerichte economie één geheel, met de klanten als onderdeel. Deze denken ook mee met producten, niet via een irritant marketingformuliertje, maar actief.

Een autist is bijvoorbeeld erg geschikt om dingen te testen, of secuur, precies werk, maar minder voor wisselende contacten onder werkstress. Zo heeft ieder mens een verzameling van sterke en zwakke punten, waar de huidige banen uit het industriële tijdperk domweg slecht bij passen.  Functies in een mensgericht bedrijf zijn een stuk moeilijker te automatiseren omdat de contacten met mensen zo intensief zijn.

Eenzaamheid nu enorm probleem
Volgens de in 1966 overleden filosoof Martin Buber zijn er twee verschillende relaties: instrumentele relaties (bijvoorbeeld met de bank, of je stofzuiger) en persoonlijke relaties (bijvoorbeeld met je beste vriend, of geliefde). Instrumentele relaties kan je automatiseren, persoonlijke relaties niet. Het probleem is dat veel mensen alleen instrumentele relaties hebben (ik-het relaties, noemt Buber die) en weinig tot geen persoonlijke relaties (ik-jij relaties). Eenzaamheid is daarom een steeds verder om zich heen grijpend probleem in ontwikkelde landen.

Economie gebaseerd op vriendschappen
Dit is alleen niet op te lossen met het tegenwoordige economische paradigma, waarin geld  en winst de hoogste waarde vertegenwoordigen. In het bedrijf van de toekomst zullen baantjes vergeven worden via netwerken van vrienden, zoals nu overigens al in het grootste deel van de tijd gebeurt, en zullen menselijke relaties de toekomst vertegenwoordigen, denken sommigen[1]. Kortom: het bedrijfsleven zal veel lijken op hoe het er nu uit ziet in derde-wereld landen en politieke partijen.

Leuk, maar gaat dat ook werken?
Plekken waar dit systeem al functioneert, zoals de VN, staan niet bepaald bekend als de best-geleide bedrijven en instellingen. Corruptie is dan aan de orde van de dag. Ook vermengt dit het persoonlijke met het professionele. Persoonlijke conflicten hebben dan een enorme impact op het bedrijf.

Ook heeft het kapitalisme de vervelende eigenschap dat het niet-kapitalistische systemen commoditiseert. In gewone-mensentaal: het kapitalistische systeem besteedt de lasten, bijvoorbeeld een ontwrichte samenleving of leefomgeving, uit aan het niet-kapitalistische systeem en geniet de lusten. Een sociaal voelend bedrijf dat baantjes via sociale netwerken vergeeft en ook minder renderende werknemers in dienst heeft, zal het afleggen tegen een puur kapitalistische winstmachine.

Wel zal in de banen van de toekomst het benutten van al iemand talenten veel belangrijker zijn dan nu en zal het karakterologisch matchen van werknemers belangrijk blijven. Daarnaast denk ik dat het ZZP-schap sterk uit zal breiden. In combinatie met een basisinkomen kan zo iedereen een goed bestaan hebben.

Bron
1. techcrunch.com (2015)

1 gedachte over “‘Hoog knuffelgehalte redt mens’”

  1. Misschien kan het knuffelgehalte ook aardig goed gesimuleerd worden door robots met A.I.
    Wij nederlanders willen geen robots die op mensen lijken, maar misschien krijgen ze een goed imago na veel goed gedrag in kleine aantallen.

Laat een reactie achter