Ceteris paribus (tendensen)

Economen maken vaak gebruik van gedachtenexperimenten, dit is nodig omdat we onze economie niet kunnen afzonderen in een laboratorium, het is immers een continu proces. Op basis van de Fishervergelijking simuleren we een aantal scenario’s, wat is de uitkomst bij een gekozen strategie, hoe komen we tot een gezond monetair beleid?  Elke economische agent speelt hierin een rol, sommige drijfveren werken tegengesteld waardoor finaal een haast ondoordringbaar kluwen ontstaat. Meer inzicht kunnen we verwerven door gebruik te maken van de ‘ceteris paribus’ conditie, we trachten u te initiëren in deze werkwijze.

waarin

  • M = geldhoeveelheid (money)
  • V = omloopsnelheid (velocity)
  •  P = gemiddeld prijsniveau (price)
  • T = handelsvolume (trade volume)

Een economisch grondbeginsel stelt dat geld ten allen tijde neutraal is, om transparantie te bekomen is het dan ook raadzaam deze geldhoeveelheid (M) af te zonderen. Hierdoor worden alle andere variabelen gebundeld in het symbool Q, en steeds gelijk aan M.

Ceteris paribus kunnen we nu een aantal zaken afleiden, we gaan naar een economie waartoe elke economische agent een bijdrage levert, het spreekwoordelijke ’steentje’. Dit ’steentje’ kan volledig begrepen worden binnen (Q), de prijs (P) betreft de relatieve waardering en bepaalt de geldhoeveelheid (M) die hiervoor noodzakelijk is.  In relatie tot het schuldencomplex is het vooral een kwestie van geld vinden, de wijze hoe we dit doen kan verschillen naargelang het inzicht in deze monetaire kwestie.

Eenvoudig gesteld, wanneer het handelsvolume (T) en de omloopsnelheid (V) constant worden verondersteld, dan bepaalt de prijs (P) de benodigde geldhoeveelheid (M). In de praktijk wordt dit eenvoudig principe – door het immens aantal transacties en bijhorende motieven – (te) vaak vergeten, om deze reden is het van cruciaal belang om hier even bij stil te staan. Deze schijnbaar niet realistische weergave laat toe een aantal zaken aan het licht te brengen die anders niet of nauwelijks opgemerkt worden. Vanuit een mondiaal perspectief kunnen we bvb opteren om de prijs (P) (1) te verhogen of (2) te verlagen, in beide gevallen wordt het evenwicht verstoord. Als we de prijs verhogen dan ontstaat de noodzaak om nieuw geld aan het systeem toe te voegen, bij een prijsverlaging ontstaat logischerwijs de noodzaak om geld uit het circuit te halen.

Dit alles moge op zich zeer triviaal lijken, toch vormt dit de eenvoudige basis wanneer we een beter begrip willen vormen over deze monetaire kwestie, geld is immers neutraal. In de praktijk kunnen verschillende beleidsbeslissingen een andere uitkomst bieden, om het redelijke evenwicht te realiseren, bewaren en/of herstellen is dan ook een mondiale  afstemming noodzakelijk.  Middels een eenvoudig rekenblad kunnen we een aantal simulaties maken, we gaan na wanneer er een geldtekort en/of overschot ontstaat.

Toelichting

Onderstaand treft u een snapshot van het rekenblad,  de basis.  Hierin wordt een stabiele economie verondersteld, geen van de variabelen wijzigen waardoor de geldhoeveelheid (M) dan ook constant blijft voor de volledige periode (P1 -> P10). M’ weerspiegelt de trend van de geldhoeveelheid wanneer de variabelen (P, T en/of V) wijzigen, in plus of min. De gele stippellijn geeft het verschil met de oorspronkelijke geldhoeveelheid M, in dit geval gelijk aan nul. In de praktijk is dit een vrij ondenkbare situatie, het is dan ook een gedachtenexperiment om ons inzicht te verruimen. Zo kan het bvb dat mondiaal deze situatie stabiel is maar onderliggend totale chaos heerst, dit als gevolg van de strijd om het geld tussen de verschillende delen (ic individuen, regio’s, landen, werelddelen …). Hoe dan ook, onze basis blijft dezelfde en geld op zich is neutraal.

We kunnen nu een aantal scenario’s simuleren, alsof we zelf het monetaire beleid in handen hebben. Merk op, in deze voorstelling worden vooralsnog geen schulden opgenomen, het geeft ons de naakte essentie, ontdaan van de complexiteit zoals we deze vandaag kennen. Onze doelstelling is geld vinden en opteren voor een modulaire opbouw, dit geeft ons meer inzicht.

Verhoging van prijs (P)

In dit scenario verhogen we de prijs lineair (+1) zonder dat de andere variabelen gewijzigd worden (ceteris paribus).   Dit geeft volgend resultaat :

In dit geval zien we dat de oorspronkelijke geldhoeveelheid niet voldoende is om het systeem draaiende te houden onder de gestelde voorwaarden. Ter herstel van de oorspronkelijke situatie kunnen een aantal acties genomen worden. De eenvoudigste manier is om gestaag geld bij te drukken naargelang de tijd voortschrijdt (P1 -> P10). Als dat niet gebeurt en we afdalen op microniveau (ic de individuele economische agenten) dan geeft dit scenario een conflict, er is immers niet genoeg geld waardoor een strijd ontstaat om het geld. Als dit geschiedt dan is het vrij logisch om vast te stellen dat een egocentrische of ‘ieder voor zich’ economie ontstaat, met bijgevolg een kloof tussen ‘arm’ en ‘rijk’. De neveneffecten zien we dagelijks gemanifesteerd, voor nu volstaat het om deze tendens te beschouwen, we komen hier later op terug.

Verlaging van prijs (P)

Naar analogie met voorgaand scenario passen we nu de omgekeerde logica toe, we verlagen lineair de prijs (-0.5) naargelang de tijd vordert. Logischerwijs ontstaat dan het omgekeerde effect, het resultaat :

In tegenstelling tot het bijdrukken van geld komt er in dit scenario geld vrij, dit geld nemen we uit het circuit om het systeem stabiel te houden. Dit geld is principieel niet nodig bij gelijkblijvende omstandigheden, desgevallend kan het gebruikt worden wanneer de prijzen terug zouden stijgen (naar analogie met scenario 1).  Tenzij iemand zich meer wil toe-eigenen dan zijn/haar deel ontstaat er geen kloof tussen ‘arm’ en ‘rijk’ in strikt monetaire zin. Het vrije geld heeft op dat moment geen intrinsieke waarde, dit kan pas wanneer er een relatie is met een economisch goed, zij het product of dienst. Wanneer we deze tendens volgen, kan er dus nooit sprake zijn van een tekort aan geld. Door de verlaging van prijzen komt er immers fysiek geld ‘vrij’,  dit is ook de reden waarom geld ‘neutraal’ kan genoemd worden.

Mix verhoging/verlaging prijs (P)

Het spreekt voor zich dat in theorie een combinatie van zowel een verhoging als verlaging van de prijzen tot de mogelijkheden behoort. Facultatief, naargelang we hiermee ’spelen’ kunnen we het redelijke evenwicht bewaren opdat geen extra geld hoeft bijgedrukt te worden, het zal aanleiding geven tot tussentijdse schommelingen maar finaal herstelt het evenwicht zich tot de toestand die we bij oorsprong als evenwichtig aanvaardden.

Verlaging handelsvolume (T)

Naar analogie kunnen we eenzelfde oefening doen met het handelsvolume (T), als de omloopsnelheid constant blijft, wil dit zeggen dat de bevolking afneemt in getal. Bij een verlaging van het handelsvolume zal er dan ook minder geld noodzakelijk zijn (ceteris paribus), dit geld komt eveneens vrij bij gelijkblijvende prijs (P).

Verhoging handelsvolume (T)

Een verhoging van het handelsvolume (ceteris paribus) wordt noodzakelijk als de wereldbevolking stijgt, logischerwijs is er dan ook meer geld in omloop nodig.

Omloopsnelheid (V)

We zouden nu de omloopsnelheid op een analoge manier kunnen verhogen, dit is echter niet mogelijk zonder dat ook het handelsvolume verhoogd wordt, deze gaan immers hand in hand.   Bij gelijkblijvende omstandigheden betekent dit dat we meer zouden consumeren dan de oorspronkelijke situatie. Als we de prijs stabiel houden, dan volgt een relationele aanpassing van het handelsvolume waardoor het geld in omloop automatisch stabiel blijft.  Facultatief dit resultaat dat zich zowel bij een verhoging als verlaging manifesteert, respectievelijk meer en minder consumptie.

Bij een verhoging van de omloopsnelheid gaat het geld sneller doorheen het economische circuit en is er meer productie. Als de oorspronkelijke situatie onze behoeften kon bevredigen dan zien we dat in dit scenario overconsumptie wordt aangewakkerd. In realiteit zal het wellicht een mix worden, sommige delen (individuen, groepen, landen, werelddelen) zullen een redelijke behoeftebevrediging nog niet gerealiseerd hebben, andere delen (welvaartstaten) zullen teveel consumeren. Bij een verlaging van de omloopsnelheid zouden we kunnen denken aan een duurzame economie, ook weer relationeel te bekijken naargelang de graad van ontwikkeling of behoeftebevrediging.

Monetair beleid

Het belang van de ceteris paribus conditie komt in voorgaande scenario’s mooi tot uiting, zo heeft elke wijziging in de variabelen een specifieke uitkomst. In de praktijk zal dit echter een mengeling van wijzigingen zijn waardoor de geldhoeveelheid steeds aangepast moet worden. Om dit enigszins controleerbaar te houden is er een centraal monetair beleid noodzakelijk.  Vanuit een mondiaal perspectief is dit relatief eenvoudig, in realiteit zullen diverse drijfveren deze oefening bemoeilijken. Facultatief treft u onder een misschien niet realistisch voorbeeld, wat we hiermee willen duiden is dat de economie in schokken zal verlopen wanneer er geen mondiale samenwerking mogelijk is.

Bovenstaande situatie biedt ons niet veel zekerheid en/of stabiliteit, het is eerder chaotisch. Het moge voor zich spreken dat deze situatie niet gezond is en de noodzaak tot samenwerking bekrachtigt. Echter, het tegenovergestelde kan zich ook manifesteren, namelijk, mensen kiezen ten individuele titel voor zekerheid van waaruit verschillende neveneffecten ontkiemen. Vanuit een ego- of etnocentrische drijfveer zal getracht worden om geld naar zich toe te trekken wat een impact heeft op het totaal van de economie.  Een dergelijke modus operandi leidt vrijwel automatisch tot een strijd om geld en middelen waardoor anderen logischerwijs worden uitgesloten, de economische doelstelling om het redelijke evenwicht te realiseren of onderhouden wordt hierdoor bemoeilijkt. Om deze strijd te neutraliseren is het duidelijk dat we het ego- en etnocentrisme dienen te overstijgen, een wereldcentrisch perspectief is dan ook primordiaal om ook tegemoet te komen aan de aspiraties van de verschillende fragmenten hieronder ressorterend. Belangrijk om weten is dat er principieel nooit een gebrek aan geld kan zijn, we kunnen dan ook besluiten dat onze problemen veroorzaakt worden door een niet evenwichtig of ongezond monetair beleid. Genuanceerder, in de veronderstelling dat het monetaire beleid wel gezond of evenwichtig is, kunnen ego- en etnocentrische drijfveren dit redelijke evenwicht dermate verstoren dat economische disfuncties ontstaan.

In laatste instantie geven we u nog een hersenspinsel,  het idee is dermate eenvoudig waardoor het bijna te absurd wordt om er geloof aan te hechten. Het idee, als we in heel de wereld ceteris paribus de komma in prijzen één cijfer naar voren schuiven, dan vertienvoudigt de geldhoeveelheid. We laten oordeel en interpretatie aan u, het bewijs treft u hieronder. In het kader van een voortgaand onderzoek rondom ‘The Money Illusion Syndrome’ zien we graag uw reacties tegemoet.

 

55 gedachten over “Ceteris paribus (tendensen)”

  1. Ook hier eigenlijk als met het vorige epistel een suggestief gedachtengoed, dat geen bestaansrecht heeft. Men is ooit begonnen met ruilhandel, daarna werd de waar geruild voor een munteenheid. Dat gaat heden ten dage nog zo, ondanks dat de munt een schijncreatie is tegenwoordig. Lees Douwe zijn stukken hieromtrent maar na. Ik vind het te oportunistisch. De realiteit zit wel wat anders in elkaar, zoals ik dat bij het vorige epistel al heb vermeld. Mvg Paul.

    1. De realiteit bestaat vandaag uit stellingen die economisch geen rechtsgeldigheid kennen, en dat heeft zware gevolgen voor onze gehele samenleving. De ‘schijncreatie’ speelt hierin beslist een rol, het leidt tot werkelijk absurde voorstellingen, zelfs problemen die er niet zijn als je ze gewoon anders belicht, vanuit economische grondbeginselen vertrekkend is dat heel eenvoudig. De vraag is maar tot welke reacties het zal leiden, trendwatchers spreken over WOIII, gezien de omstandigheden geen onwaarschijnlijkheid. Kunnen er slechts voor trachten te waarschuwen en aandacht voor vragen.

      1. Oorlogen worden vooral gebruikt om een geldsysteem te resetten op een manier waarbij de elite de controle over het mechanisme blijft houden. Of sterker nog die controle nog verder uit kan breiden naar nieuwe gebieden waar dan de centrale banken ook worden ingelijft of opgericht. Zie eventueel dit artikel en lees dat eens rustig door en bekijk de bronnen eens. 

        https://www.visionair.nl/politiek-en-maatschappij/nederland/update-hoe-eerlijk-is-ons-huidige-economische-systeem-eigenlijk/

        1. Ja, binnen het huidige pardigma is dit de gang van zaken, we vertrekken zelf vanuit een ander paradigma en dan komen we tot heel andere resultaten, zo ook zeer ontnuchterende vaststellingen. Deze worden ook bevestigd door verschillende werken maar bereiken de grote massa jamer genoeg niet. Het is zoals men zegt, it’ all in the mind, in dit geval niet als platitude te percipiëren. Het ‘visionaire aspect’ is hierin niet onbelangrijk. 

        2. Dat het de massa niet bereikt komt vooral omdat de mainstream media in dezelfde handen is als die van de bankbelangen. Mensen in Nederland worden al eeuwen massaal dom gehouden en misleid als het op dit soort zaken aankomt. Niets minder dan je reinste volksverlakkerij. 

          Ik vraag me altijd af waarom een uitleg over dit soort basale systeemmechanismen van ons huidige geldsysteem nooit bij Pauw en Witteman of De Wereld Draait Door voorbij komt terwijl er documentaires op internet over te vinden zijn met tientallen miljoenen kijkers… 

          Zie eventueel ook dit artikel:
          https://www.visionair.nl/politiek-en-maatschappij/nederland/update-gebrek-aan-onafhankelijke-nieuwsmedia/

        3. Ja, zo is dat. Er zal dan via andere kanalen iets op gang moeten getrokken worden, in het beste geval ontstaat er dan een fluwelen revolutie. De economische crisis heeft ons doen nadenken en ons bewust gemaakt dat er mooie en vreedzame alternatieven zijn om dit soort geldsysteem te neutraliseren. Het is – zoals vaak verkeerdelijke gedacht wordt – herverdelingssysteem in traditionele zin en ook geen kwijstschelding zoals we dat normaal zien, het is daarentegen een WIN-WIN voor alle partijen. Dit wordt zonder aandacht en integratie in het denken niet steeds begrepen. Inmiddels kent wellicht iedereen hoe het huidige systeem werkt, het heeft z’n beste tijd gehad en vruchten afgeworpen, nu is het tijd voor een volgende evolutionaire stap.  

    2. Ik stel me hier nog de vraag waarom iets geen bestaansrecht zou hebben wanneer het bestaat? Is dit een gevolg van iets dat in de toekomst ligt en waarmee geen associatie mogelijk is, of zijn er andere reden om het bestaansrecht hiervoor te ontnemen? 

  2. Wat ik me trouwens afvraag, in de basisaanname van dit artikel wordt helemaal niet gevraagd waar en hoe geld in omloop komt en hoe het weer uit circulatie raakt. Daarmee laat je eigenlijk de belangrijkste vragen liggen en in mijn ogen wordt daardoor het hele artikel en al het gereken en alle abstracties een beetje zinloos of beter gezegd onnodig. Economie op zichzelf is niet een natuurwetenschap, integendeel er is niets wetenschappelijks aan. Het is een setje afspraken en gegeven of opgeeiste rechten van bepaalde actoren.  

    Het gaat om begrip van een systeem, je krijgt geen systeembegrip zonder jezelf af te vragen hoe en wanneer geld in circulatie komt, wie dat mag doen en op wat voor manier  (voornamelijk private banken die geld als schuld scheppen in de vorm van een lening aan een persoon, bedrijf of overheid) en hoe geld weer uit circulatie verdwijnt (Het afbetalen van gedeeltes van die aangegane schulden). Kijk daarbij ook naar wat rente doet met een systeem wat wel gevraagd wordt maar nooit geschapen wordt en dan snap je al meer van het geldsysteem dan tijd aan dit soort zaken te besteden. Dit is eerder afleidend en abstaherend dan dat je mensen kennis probeert te geven over het huidige systeem. 

    Zie desnoods ook deze artikelen

    -) Hoe werkt rente? (deel 1 & deel 2).
    -) Bewustzijn over het bankensysteem groeit wereldwijd
    -) De doodspiraal van ons economische systeem
    -) Hoe 147 bedrijven 40% van de wereldwijde rijkdom onder controle hebben
    -) Nederlands gezin daagt bankensysteem uit
    -) Wat als de Euro zou instorten?
    -) Tegenlicht – Het Brein van de Bankier
    -) Teledoc – Ik wil mijn geld terug

     

    1. De vraag op zich is irrelevant voor de stelling en kan begrepen worden door de bewustwordng dat geld neutraal is, dit is een economisch grondbeginsel. Geldstromen en goederenstromen zijn twee verschillende dingen, het simplisme om mensen langer te laten werken in functie van een op zich virtuele schuld is een stelling die voorbij gaat aan dit basisbeginsel. De rest zijn afgeleiden die ook tot kortzichtigheid kunnen leiden, dit met alle neveneffecten die daarbij komen kijken, vooral strijd om geld is het gevolg.  

      1. Als die vraag irrelevant is voor de stelling dan zeg ik dat de hele stelling zinloos is omdat het het belangrijkste aspect buiten beschouwing laat. 

        Dat geld neutraal is is maar de vraag, juist de hoeveelheid geld in omloop in verhouding met reeele goederen voor het voortbestaan is wat eigenlijk relevant is als je geld als nuttig ruilmiddel wilt gebruiken. Hoeveel geld er in omloop is heeft te maken met hoeveel geld enerzijds gecreeerd wordt en in roulatie komt en anderzijds vernietigd wordt en uit roulatie gaat. 

        Mag ik vragen waarom je die twee in mijn ogen belangrijkste vragen totaal buiten beschouwing laat? Wat is in jouw ogen het doel van je stuk precies? Wat wil je mensen bij proberen te brengen als je de belangrijkste onderdelen eigenlijk volledig negeert in je stuk?

        1. Geld is neutraal en wordt in roulatie gebracht, hetzelfde geld verdampt in relatieve zin door de prijzen te verhogen, dat is de magie. Als je het andersom doet, komt er logischerwijs terug geld bij. Er is geen oorzakelijke relatie tussen het aantal goederen en geld op zich, dat is een economische misvatting waaraan zoveel geloof wordt gehecht dat we het op den duur nog geloven ook. De vragen zijn in die zin irrelevant omdat ze gelegen zijn binnen een ander paradigma dan waarin de stelling geplaatst wordt. Het probleem wordt niet opgelost binnen hetzelfde denken dat ze veroorzaakt heeft, het doel is de bewustwording hiervan wat ondanks de eenvoud van de stelling moeilijker is dan het lijkt. Uit onderzoek en ervaring weten we dat dit alles zeer bizar en ongeloofwaardig lijkt, onze huidige monetaire malaise is dat ook, het kan zelfs absurd genoemd worden als je het diepgaander beschouwt. ‘Absurd’ is hier zelfs niet oordelend bedoelt, het is werkelijk absurd. Voor de goede orde, het is niet zo dat wij dat uitgevonden hebben, geld komt nu eenmaal uit het niets, iemand moet ons dan kunnen verklaren waarom heel de wereld gebukt gaat onder een schuldenberg terwijl je gewoon geld kan drukken. Die berg is daarbij louter virtueel, de productie van reële goederen ligt sowieso al in het verleden. Deze logica is geen economische logica, de manier van denken laat dat idee ontstaan, gebaseerd op niets.       

        2. Overigens, ceteris paribus zouden de prijzen moeten dalen in een groeiende economie, enkel hieraan kan je al zien dat er iets totaal misbegrepen wordt. De neveneffecten zijn nu zichtbaar, de mensheid die quasi letterlijk vecht tegen een aantal getallen op een balans die je zonder probleem gewoon technisch kan wegwerken. Zelfs de boekhoudposten kunnen we erbij geven, die kan je hier lezen …  http://www.chaospunt.org/?page_id=6813. Anders gezegd, het probleem bestaat dus wel en niet tegelijkertijd, afhankelijk van de manier van denken, meer niet. Ik weet het, het is bizar, de wiskundige bewijslast ontkennen bijzonder moeilijk.

        3. Douwe,
           
          Prosument antwoordde al op je vraag waarom hij de volgens jou belangrijkste vragen niet behandelt in zijn stuk. Maar uit je reactie kan ik afleiden dat je niet echt overtuigd bent. In de latere reacties komt prosument niet echt meer op de kwestie terug, vandaar dat ik een poging doe je alsnog van een antwoord te voorzien.
           
          In de kwantiteitsvergelijking van Fisher gaat het in de eerste plaats om de gelijkheid tussen de monetaire economie en de reële economie en bij extensie, de wetmatigheden die daar (c.p., om in de context van het artikel te blijven ;-) ) uit voortvloeien. De geldhoeveelheid wordt hier als een variabele gezien die zelf niet onderzocht wordt, in de formule gaat het immers om de eerder vermelde gelijkheid, niet om het verklaren van de geldhoeveelheid of een analyse ervan.
           
          Concreet: de vragen die jij stelt horen niet thuis binnen deze formule, zij kunnen er niet mee opgelost worden, aangezien de formule tot een ander doel dient. Laat ik er even een metafoor bijsleuren: als jij met de formule van Fisher een verklaring zoekt voor ‘hoe en wanneer geld in circulatie komt, wie dat mag doen en op wat voor manier (voornamelijk private banken die geld als schuld scheppen in de vorm van een lening aan een persoon, bedrijf of overheid) en hoe geld weer uit circulatie verdwijnt (Het afbetalen van gedeeltes van die aangegane schulden)’,  dan probeer je geluidsopname te maken met een fototoestel. De formule is er nu eenmaal niet voor gemaakt.

        4. Bedankt voor de toelichting idd maar dat begreeep ik. In mijn ogen blijft deze hele post daarom redelijk irrelevant. Wat volgens mij echt interessant en belangrijk is, is de totale geldhoeveelheid op een moment in circulatie en dan het liefst ook nog in verhouding met de reeele goederen.

          Dit is typisch een soort theoretische exercitie in een zelfgecreerd kader maar waarbij exercitie zelf vrij zinloos is. Volgens mij is dit nogal kenmerkend voor veel zaken uit de economie. :) Ik ben daarom verder ook niet meer meegegaan in de discussie hier.

          Wat we nu momenteel in Nederland en volgens mij ook in Europa zien is dat banken niet langer meer bellen kunnen blazen in de huizenmarkt, daarom neemt de geldhoeveelheid in circulatie momenteel vrij vlot af en dat betekend eigenlijk altijd crisis.

        5. Beste Douwe, wat met de oefening of artikel wordt geduid is dat er geen oorzakelijk verband is tussen goederenstromen en geldstromen bestaat, in tegenspraak van wat je lijkt te stellen. Wat je hier mi als irrelevant aanduidt is net de hele essentie. Door deze aanname vast te houden komen we op het waarlijk absurde idee dat we schulden moeten aflossen door extra productie. Schulden is het resultaat wanneer we de toekomst naar het heden halen, ze aflossen met terug goederen te produceren is principieel dubbel werk, met repercussies voor mens en milieu. Door de veelheid aan transacties en continue bewegingen zien we dat nauwelijks of helemaal niet. Maar heb hierover een vraag want we kunnen snel met verschillende interpretaties zitten in deze context. Op je stelling dat goederen en geld in verhouding staan elkaar. Als T (de omloopsnelheid) verhoogt en de overconsumptie toeneemt, hoe zie je dan die verhouding? Wijzigt dan je begrip hierover en/of wordt dan enkel de zinloosheid van de overconsumptie duidelijk zonder dat je je aanname moet wijzigen?    

        6.  Zoals we het eens zijn, valt de analyse van de geldhoeveelheid zelf buiten het bereik van de formule. Maar als je het hebt over de verhouding van geldhoeveelheid en de reële goederen, dan kan de formule MxV=PxT toch soelaas brengen denk ik.
           
          En inderdaad, de economische wetenschap wordt gekenmerkt door veelvuldig gebruik van modellen die slechts interpreteerbaar zijn mits de nodige vereenvoudigende aannamen en ceteris paribus-veronderstellingen. Dat maakt ook dat zij slechts conditioneel voorspellend zijn en slechts a posteriori verklarend. Economen moeten zich er dan ook bij neerleggen dat economie geen natuurwetenschap is, maar een menswetenschap, waar wiskunde veel minder ‘harde’ kracht heeft, iets waar velen een probleem mee hebben. Maar wanneer dit alles met de nodige nuances wordt aangebracht hoeft het allemaal geen probleem te zijn en kunnen modellen veel kennis bijbrengen. Deze kennis is niet zonder meer door te trekken naar de realiteit en de praktijk, maar kan van grote waarde zijn bij analyses.
           
          Op het einde van deze epistel merk ik dat hij meer geschreven is uit eigen interesse dan als repliek op je reactie, maar ach, bij een ijverige geest heeft de uitspattingen het meest ;-)
           
          Groetjes

        7. Zeker mee eens, belangrijk in dit beslissingsproces is het doel. Als het bv mijn doel is zoveel geld naar me toe te trekken, dan geeft dat een totaal andere uitkomst dan wanneer ik het welzijn van ons allen wil bevorderen. Zo ook, als het doel is om iedereen voltijs aan het werk te krijgen, dan is dat totaal iets anders dan wanneer ik me een efficiënte en duurzame economie tot doel stel. Vandaag doet men dat anders en dat heeft een schizofreen karakter, het is zowel iedereen een voltijdse trachten te geven EN een duurzame economie ambiëren. Deze doelen geven sowieso een conflict maar misschien zal men dan willen zeggen dat er niet genoeg geld is. Duurzaam is te duur, zegt men. Met de ceteris paribus oefening kan je dat allemaal eens simuleren, het is inderdaad veel en veel meer dan een louter statistisch gegeven. Ter info, de eigen interesse gaat uit naar miljoenen mensen die allerhande economische nonsens opgesolferd krijgen dat hen rechtstreeks raakt in hun welzijn, en dus ook het mijne. :)

        8. Dialoog brengt ons tot nieuwe inzichten en oplossingen, dat is het goede nieuws. Het slechte nieuws is dat het ook tot eeuwigdurende conflicten kan leiden. Dit spel is ondanks de vele slagen en verwondingen uiterst interessant om nader te beschouwen, het leidt tot een onderzoek van onze hersenen. Het besluit is dan snel gemaakt, it’s all in the mind en oefening baart kunst :).  

    2. Overigens, op de vraag ‘wat als de Euro zou instorten?’ is het antwoord eenvoudig, een wereldmunt zal tot meer cohesie leiden, zo ook transparantie ter stimulans voor een mondiaal bewustzijn. Dit volgt gewoon evolutionaire tendensen, het ruimere perspectief is stabieler dan de onderliggende fragmenten (cfr kruiskatalytische cycli). Tegelijkertijd, ondanks het evolutionair logisch is, zal het verzet laten optekenen.  

  3. Deze grafieken kan men ook toepassen op leven en dood van de voedsel ketens waarvan geld afhankelijk is, logische aanpassing van de variabelen. ;)
     
    Ge wenst chaos, ge mag ’t hebben…..
     
    ’t zal wel druk worden op de psychiatrie afdelingen?  Gewetenskwestie….

    1. Dat kan je inderdaad doen, principieel op alles waarvan we denken dat er een of ander tekort aan geld zou zijn. Door deze gedachte vast te houden en ze af te wenden op de reële economie (mens en natuur), wordt het een gewetenskwestie, een kwestie van ethiek. Dit alles kunnen we vrij eenvoudig afleiden bij toepassing van de ceteris paribus conditie, de waarde die we aan iets toekennen is een subjectieve kwestie, een kwestie van de psyche. En ja, ben het met je eens, door er geen rekening mee te houden, ontstaat vaak chaos met in het  kielzog het chaosdenken en de neveneffecten die nu een zware tol eisen. Veelal zijn de reacties hierop van eenzelfde makelij, de bron van het probleem zijn we schijnbaar gewoon vergeten.   

      1. Er is geen probleem in de bron, aangezien regulier geld leeft en richting geeft aan, vooral menschen leven en hun scheppende keuze mogelijkheden, samenwerkende met hun relatieve omgeving. 
        Er is overigens ook dood opgelost geld waarmee men niets meer kan doen.  
         
        Bij het nemen van een keuze voor de richting van een munteenheid is het belangrijk dat men terug kan keren bij de schone bron. Indien niet mogelijk, leeft het geld alleen met de groep die het circuleert tot de laatste hunne op is. Mensch en natuur kunnen ook gewoon verder zonder financiele middelen, buiten en binnen het cirkeltje (kringloop voedselketen). Zit men op en in de voedselketen dan is het onmogelijk dat men iets anders weet dan waar men mee opgroeit… en natuurlijk dan ook sterft?
         
        Menschlijk gezien zit ieder individu in een andere (re)generatie snelheid met verschil welke met verschillende snelheden worden vernieuwd door differente generatie combinaties betreffende het wezen(creature), in de leefgemeenschap van de levende munteenheid (bij de gewone man de €). (M)  bij de internationale cosmopoliet is het gebruik van differente munteenheden een vertrouwd gebruik bij betreden van zo’n munt gebied met zijne goed, zowel fysiek alsmede virtueel. ;)
         
        De meeste menschen volgen de bulk van het geld, daarom zijn deze gebieden vaak onleefbaar of worden onleefbaar door de vele grazers…  Als er dan geen reddende hand (onzichtbare hand) hulp geeft zijn zij allen verloren. Mocht men toch nog leven zal men verder moeten leven zonder geld in een vruchtbaar gebied. Met de scheppende kracht geeft men verlaten gebieden weer leven en daar is geen cent voor nodig. (Real (know how) to do) (but, for whom) (desolated exit area)?

        Zoals altijd komt tijd komt raad.

        1. We ziiten ook nog met een mysterieus fenomeen waaraan heilig geloof wordt gehecht, geld heeft namelijk de neiging om te ‘verdampen’. Naarmate de tijd vordert gaat deze verdamping steeds sneller en dat heeft een neveneffect op ons gedrag, gezien deze omstandigheden enigszins begrijpelijk te noemen.   

        2. De verdamping is virtueel internationaal en niet voor iedereen, daar de spaarders de regendruppels als rente opvangen in hun bakje. Het ‘ons’ is een relatief begrip waarvan ik niet op de hoogte kan zijn daar de ons met zijne vele interpretaties erg veranderlijk is. Wat mij is opgevallen is dat de geld verdamping in kleine hoeveelheden bij vrouw volk in grote groepen sneller gaat dan bij man volk in kleine groepen of soms als alleen staande in grote hoeveelheden bij de onjuiste personen is terecht gekomen door fraude, onder toeziend, oogluikend oog van rechterlijke macht en politieke ambtenarij en in kapitalistisch oogpunt bij de zakenman zijne accountants en notarissen, niet te vergeten de vele tussen personen, zijnde de strijkstok. ;)

        3. Zit wat in, vroeger zat ik in de financiële wereld, het is niet voor mensen met een sociale geaardheid. Ben ermee gestopt uit morele overweging, zeker toen ik me plots besefte wat de gevolgen zijn. Soms komt dat met de jaren, zo men zegt. Hoe bedoel je die verdamping hier juist, misschien spreken we over iets anders. 

        4. De juiste investering en het leren loslaten, geld gaat soms in bepaalde hoeveelheden een eigen leven leven buiten het economische boekhouders boekje, een kwestie van accepteren en rekening mee houden. 
           
          Ook is er soms sprake van vernietiging van chartaal en giraal geld door onbevoegden, ook rekening mee houden en een goeie inschatting maken bij de jaarlijkse budgetering. :D 
           
          Verdamping door micronisatie van geld hoeveelheden?

        5. Weet niet goed wat je wil zeggen met ‘micronisatie’ van geldhoeveelheden. De verdamping waar ik het over had is het eenvoudige feit dat prijzen volgens een vreemde natuurwet alsmaar stijgen, mits enige visionaire prognose zie je hier de reden waarom bv het Regenwoud sowieso zal verdwijnen, je hebt het nodig om steeds geld bij te drukken dan. In 2500 kost een brood immers 4.000.000 €, snel even berekend. Anders gezegd, dat soort verdamping betekent dat je heel snel moet zijn of je kan geen brood meer kopen, dus niet enkel omwille van de schijnbare schaarste aan geld, ook door de relatieve verdamping hiervan. En dan nog durven vragen om herverdeling?

        6. Brood kost, goeie grond, goed weer, zuivere granen, bewerkingsarbeid, en een werkende oven, een gezonde consument en een goeie recycling  opgaande in een andere voedselketen. Hiertussen zitten een hoop centjes en zij die ertussen zitten en centjes vragen zijn de algemene gemeten kosten. Wie dit gehele proces beheerst kan in zichzelve voorzien van een 2 á 3 broden per week per volwassenen. Echter van brood alleen kan men niet leven dus is er nu en dan wel eens een beleg, waarbij men boter bij de vis vraagt. En als U het niet meer kan kopen door geldgebrek kan men het zelf verbouwen, opslaan, bakken en eten, mits toegang tot een geschikt grondgebied. Is men alleen gefocust op de geld waarde, zal een concurrent het brood verkopen voor minder en de prijsstijgingen binnen de doelgroep stort ineen de prijszetter zal dan wel de miste last hebben van de instorting mits deze zijn valuta niet ondertussen heeft verdampt. Marktwerking men kan er op wachten of zich voorbereiden. Alle overige levende organismen snappen het wel. :)

  4.  Totnogtoe heb ikk deze kwantiteitsverhouding slechts bekeken met de geldhoeveelheid als de onafhankelijke en de prijzen als de afhankelijke. Interessant om de mechanismen eens andersom gebruikt te zien! Misschien kan ik hier dan ook iets bijdragen.
    De formule is dezelfde: MxV = PxT; alleen de uitwerking is verschillend. Je kan met de formule ook nagaan wat een wijziging in de geldhoeveelheid M doet met al de rest. Er zijn ook nog de twee uitgangspunten i.v.m. de velociteit en T, het aantal transacties: beiden worden verondersteld, ceteris paribus (c.p.) constant te zijn. De omloopsnelheid wordt immers beschouwd als een institutionele factor en de T als slechts afhankelijk van reële factoren.
    We krijgen dus: P ~ M
    Voor de klassieke economen is het dan ook eenvoudig. Zij stellen dat c.p. geldt dat wanneer de geldhoeveelheid toeneemt ook de prijzen zullen stijgen. In de formule gaat de gelijkheid immers pas op wanneer beide leden evenveel stijgen, en dit is slechts mogelijk wegens wijzigingen en M en P, aangezien de anderen economisch onafhankelijk worden verondersteld.
    Neoklassiekers maken een onderscheid tussen korte termijn en lange termijn. Op korte termijn zorgt een geldhoeveelheidstoename voor een toename van PxT (T wordt hier dus ook beïnvloed). Maar op lange termijn zal de toename van de geldhoeveelheid slechts invloed hebben op de prijs. De transacties blijken op lange termijn dus toch niet beïnvloedbaar te zijn door de geldhoeveelheid, en de stijging van het linkerlid wordt opnieuw volledig gecompenseerd door een stijging van de prijs, in het rechterlid.
    Deze redeneringen worden vandaag gehanteerd door centrale banken, die hun monetair beleid afstemmen op het risico op inflatie. Zij zijn immers slechts bereid een expansief monetair beleid te voeren wanneer het risico op inflatie miniem is, anders zouden zij met het openzetten van de geldkranen ceteris paribus inflatie creëren volgens Fisher’s kwantiteitsverhouding.
    Razend interessant allemaal ;-)

    1. Beste Tom, veel dank voor je bijdrage, je haalt iets heel bijzonder aan, namelijk, ‘klassieke economen gaan er vanuit dat bij een geldvermeerdering ook de prijzen stijgen’. Dit is één van die haast onwaarschijnlijke platitudes en meer dan waarschijnlijk gebaseerd op een traumatisch verleden. Er is werkelijk geen enkele wet die een dergelijke aanname rechtvaardigt, deze aanname wordt wel cultureel als normaal geacht en net dat heeft zware gevolgen voor onze samenleving. En zo zijn er nog een aantal wat finaal betekent dat we met miljoenen mensen (ic Europa) langer en harder zouden moeten werken, met een gezond monetair beleid is dit volstrekt onnodig. Finaal is het eenvoudig maar of eenvoud begrepen wordt is een andere zaak. Als we morgen iedereen een miljoen op z’n rekening storten dan stijgen de prijzen helemaal niet, dat heeft andere oorzaken. Men verwart hier een aantal zaken waardoor een rem wordt geplaatst op onze menselijke evolutie. Het goede en het slechte nieuws van deze ceteris paribus oefening, de statistiek neemt op dit punt een loopje met het gezonde verstand. In een economie kan je nooit spreken van een geldtekort, dergelijke stellingen gaan totaal voorbij aan economische basisbeginselen. Ook om deze reden dat waarachtiger economen spreken over de tragische absurditeit van een haast ongeloofwaardige situatie. Trendwatchers vergelijken de situatie vandaag met deze van voor WO II, het citaat is dus heel relevant, geschreven in 1934 “Dit is een onthutsende gedachte. We zijn compleet afhankelijk van de commerciële banken. Elke dollar die we in circulatie hebben moet geleend worden, zowel cash als krediet. Als de banken volop kunstmatig geld creëren leven we in voorspoed, zoniet dan is het bittere armoe. We zijn absoluut zonder permanent geldsysteem. Als men het complete plaatje doorziet, is de tragische absurditeit van onze hopeloze positie haast ongelooflijk, maar toch waar. Het is een hoogst belangrijk onderwerp waar intelligente mensen onderzoek naar zouden moeten doen en over na zouden moeten denken. Het is zelfs zo belangrijk dat onze huidige beschaving in elkaar kan storten, tenzij dit alom bekend raakt en begrepen wordt, en we er snel iets aan doen.” (Robert H Hemphill)

      1. Bedankt voor je reactie! Later zal ik nog op je andere reacties proberen reageren, maar allicht zal dat niet allemaal voor vandaag zijn.
        ‘klassieke economen gaan er vanuit dat bij een geldvermeerdering ook de prijzen stijgen,’ zou ik niet meteen omschrijven als een platitude of een aanname. Voor klassieke economen is dit immers een wiskundig feit: aangezien zij V en T als losstaand van de invloeden van P en M beschouwen, stellen zij, c.p., dat P en M de enige variabelen zijn in de formule van Fisher. Zoals ik al zei, beschouwde ik P telkens als de afhankelijke, wat geeft:
        P = M*V*(1/T)  met (V/T) een constante
        Uit deze vergelijking en de aanname i.v.m. V en T blijkt dat:
        P = M*cte, ofwel P/M = cte
        Dit kan slechts opgaan wanneer:

        als M stijgt (daalt), P evenredig stijgt (daalt): dit is het causaal verband dat ik altijd veronderstelde;
        als P stijgt (daalt), M evenredig stijgt (daalt): ik meende dat dit het causale verband is dat jij uit de formule afleidt, kan je dit bevestigen? Om misverstandjes te voorkomen :-p

        Begrijp me dus niet verkeerd, in mijn reactie was het slechts de bedoeling wat kennis te verspreiden (de tegengestelde denkrichtingen vind ik zeer boeiend) en zeker en vast niet me te identificeren met een of andere economische strekking, evenmin haar te promoten of te beoordelen op waarheidsgetrouwheid.
        Dat gezegd zijnde wil ik wat dieper ingaan op de rest van je reactie.

        Je lijkt het bestaan van monetaire inflatie te ontkennen, begrijp ik je daar correct? Ik leid dit af uit deze stelling: ‘Als we morgen iedereen een miljoen op z’n rekening storten dan stijgen de prijzen helemaal niet, dat heeft andere oorzaken.’
        Hoe zou Europa kunnen verhelpen dat we langer moeten werken door het inzetten van haar monetaire beleid?

         

        1. Het bestaan van ‘monetaire inflatie’ ontken ik niet, zij het als een psychisch fenomeen, het gevolg van de hunkering naar steeds meer maar niet goed weten wat dat meer nu wil zeggen. identificatie met economie is op zich geen probleem, het zou dan wel over economie moeten gaan uiteraard, niet een uit de hand gelopen monopolyspel zoals het nu is. Wat Europa betreft doet men er goed aan om de visie een beetje verruimen en mondiaal te denken, een mondiaal probleem moet je ook mondiaal oplossen waardoor ook de onderliggende fragmenten bij gebaat zijn. De som is immers groter dan het geheel, niet? Wat men nu doet is ons klaarstomen om aan een oorlog te beginnen, het is enkel nog niet zeker tegen wie. Ernstiger, vanuit een mondiaal perspectief kunnen alle schulden op een louter technische manier opgelost worden, zonder dat besparingen hiervoor noodzakelijk zijn. Een wedervraag in dezelfde context, stel dat ik een drukpers heb en ik geef jou geld ter waarde van de Nederlandse staatsschuld en jij gaat dat aan de regering geven. Je zegt daarbij dat je dat onder je matras had liggen, wat zou de regering dan tegen je zeggen? We zitten hier op een visionair forum, handig!!!

    2. Voor T, in de oefening wordt aangenomen dat het economische grensnut op alle vlak bereikt is, dit wil zeggen dat we materieel bevredigd zijn. In de praktijk gaat men totaal voorbij aan dit gegeven, men vergeet dat gewoonweg om dan als een soort van robotten te stellen dat we alsmaar moeten groeien. Je zal nu misschien denken dat ik dit zeg om te lachen, toch niet. En dit effect – dat niet oordelend grenst aan waanzin – gaat verder door iedereen aan een voltijdse job trachten te helpen, dit creëert een dubbel effect, zeker wanneer we de technologische revolutie hier nog bij nemen. De vraag is nog enkel hoe lang we dit blijven geloven? En finaal, waar gaat het over? Een tekort aan geld?

      1. Kan de formule niet ook opgaan als het grensnut van input niet bereikt is? Immers, T kan afzonderlijk van de rest variëren doorheen de tijd, maar in het neoklassieke verband wordt T als een constante geïnterpreteerd wanneer het gaat over evoluties van P en M. Aldus worden schommelingen in T buiten beschouwing gelaten. Misschien niet volledig terecht, maar zeker en vast verantwoordbaar binnen het neoklassieke model i.v.m. de relatie tussen M en P. Het gaat immers om een model. Modellen gaan nu eenmaal voorbij aan de realiteit, maar dat doet hen niet inboeten aan verklaringskracht, denk ik.

        1. Beste Tom, principieel kan je doen wat je wil, ondanks hier de oefening de geldhoeveelheid (M) constant verondersteld, geeft dit nu net aan dat er geen oorzakelijk verband is tussen de geldstromen en goederenstromen, dit is een economisch basisbeginsel, zonder meer. Neoklassieke economen hebben de neiging zich blind te staren op statistieken, ondanks ze zeer bruikbaar zijn, beginnen ze dat als wetmatigheden te beschouwen en dan gaat het totaal mis, het resultaat hiervan is nu zichtbaar en noemt men een ‘economische crisis’. Uiteraard is economie een ruim begrip maar principieel is het een crisis van het denken, het mist aan flexibiliteit en inzicht, meer is het niet en beslist ook niet minder. De uitspraak ‘it’s all in the mind’ wordt vaak als platitude gebruikt, met de oefening kan je zien dat het niet zomaar een uitspraak is, heel deze crisis is er een gevolg van, in weerwil van wie anders zegt. Elke actie heeft een gevolg en is gerelateerd aan de doelstelling die men voor ogen heeft. Misschien kunnen we dat eens proberen op basis van de oefening, stel dat we morgen als mensheid bananen gaan verheerlijken als opperste goed dat ons gelukkig zal maken, wat zou er dan gebeuren? Ik weet het, het zijn misschien absurde voorbeelden, met deze eenvoudige oefening kan je zien dat de zgn economische crisis ook absurd is. Maar toch, in het geval van de bananen als opperste goed, zouden dan plots de chimpansees onze grootste vijand worden? Komen we dan plots geld tekort omdat de bananen zo duur worden? Enzoverder … kan slechts besluiten met ‘oefening baart kunst’. Het is echte wel jammer dat we dat niet zien, misschien komt dat door die virtuele schuldenberg die nu in onze weg staat, zomaar een gokje. Sommigen zeggen dat het leven een grap is, zo te zien een zeer tragische grap weliswaar. Ik kan je slechts dank voor de aandacht die je het besteedt, je kan nu zelf het monetaire beleid bepalen, echt allemaal zo moeilijk niet, integendeel.

    3. Omdat het zo belangrijk is, wat risico op inflatie betreft. Men lijkt er vanuit te gaan dat we met z’n allen schrokkige en hebzuchtige zwijnen zijn die met een beetje meer geld niet 2 hamburgers eten maar 50. Vervolgens zal men zeggen dat de prijzen stijgen omdat de hamburgers schaars zijn en de productie niet kan volgen. Wat men op zich al vergeet is het simultane gebruik van zowel inflatie en deflatie, niet hierdoor kan je mondiaal de levensduurte in evenwicht brengen. Vandaag houdt men inflatie aan en dan is het natuurlijk heel lang wachten tot de lonen van bv chinezen op een eenzelfde peil komen. Men zal je dan trachten wjs te maken dat de economie zichzelf wel zal herstellen, dat zal beslist zo zijn, via de weg van armoede, opstand, revolutie en diens meer. Eenvoudig gesteld, er schort wel degelijk iets fundamenteel.

  5. De prijsstijgingen die klassiekers verklaren met de Fischervergelijking zijn niet bestedingsinflatie (die leidt tot prijsinflatie), maar monetaire inflatie (die niet noodzakelijk leidt tot prijsinflatie), dus niet het gevolg van toegenomen vraag, maar gevolg van een expansie van de monetaire economie terwijl de reële economie niet gegroeid is. Prijsinflatie hoeft dus niet steeds het gevolg te zijn van een vraagoverschot, maar kan, volgens de Fishervergelijking (de aannamen i.v.m. V en T in acht genomen) ook gevolg zijn van een toegenomen geldhoeveelheid. Dat als een wiskundige zekerheid (ik ben niet zo’n grote fan van dergelijke wiskundige zekerheden in de economie, maar toch, het model geeft toch enig inzicht in economische variabelen).
     
    Op het evenwicht in levensduurte en de daarop volgende redeneringen van je kan ik niet verder ingaan, dat allemaal overstijgt mijn intellect moet ik eerlijk toegeven.
     
    Blijkbaar ben ik dan toch nog aan al je reacties toe gekomen.
    Prettig weekend!

    1. Misschien moet je al die troep over inflatie eerst even vergeten, het leidt op den duur tot haast onwaarschijnlijke toestanden die we als leek als zoete brij moeten slikken. Je moet anders maar eens de test doen als je een econoom tegenkomt, vraag hem gewoon hoe dat hij z’n monetaire strategie verandert nadat de primaire en secundaire level inzake behoeftebevrediging bereikt is. Ik heb die test al eens gedaan, het is net geen wereldoorlog geworden. :):)    

    2. Misschien is dat interessant voor je, onderaan de link kan je de volledige oratie downloaden.
      In de rede van professor Henk Folmer treffen we vele raakpunten met de neutraliserende attractor die hier als centraal thema aangeboden wordt, deze rede geeft ons een ruim kader waarbinnen de dialoog kan gevoerd worden.
      Samenvatting
      De economische wetenschap ligt zwaar onder vuur van zowel economen, andere sociale wetenschappers als beleidsmakers in politiek en bedrijfsleven. Kern van de kritiek is dat een aanzienlijk deel van het economische onderzoek irrelevant is voor beleidsonderbouwing en dat verklaringen en voorspellingen vaak onjuist zijn. In deze oratie wordt deze kritiek onderzocht voor wat betreft het belangrijkste paradigma in de moderne microeconomie, het standaard neoklassieke model. Een fundamentele tekortkoming van dit paradigma is dat economische begrippen onvoldoende gevalideerd worden waardoor niet de juiste data worden verzameld en dat de verkregen data op onjuiste wijze geanalyseerd en geïnterpreteerd worden. Een ander mankement is veronachtzaming van gedragsbeperkende factoren als normen, waarden, attitudes, sociale en ruimtelijke structuren wat leidt tot misspecificatie van verklarings- en voorspellingsmodellen. Volgens standaard econometrische theorie betekent dit dat verklaringen en voorspellingen verkregen met dergelijke modellen vertekend zijn. Via een vergelijking met de sociologische theorie en methodologie wordt geconcludeerd dat integratie van micro-economie met sociologie, psychologie en geografie tot een holistische benadering noodzakelijk is om economisch gedrag op adequate wijze te verklaren en te voorspellen.
      http://www.chaospunt.org/?page_id=1091

      1. Ik reageer hier op alledrie je reacties gepost op 16 maart.
         
        Ik merk heel wat (terechte) kritiek op, kritiek waar ik grotendeels niets kan aan toevoegen. Misschien kort nog even: iets verder naar boven haal je aan dat een wereldmunt één en ander zou kunnen oplossen met een wereldmunt. Daar ben ik het niet helemaal mee eens, wel deel ik je mening over een mondiale aanpak. Dat is wat ik noem de nagel op de kop. Maar ja, wie zal zijn eigen (korte termijn) belangen negeren voor de wille van de onderlinge fragmenten. Hoewel de nagel op de kop, vrees ik dat deze mondiale aanpak eveneens een utopie is. Maar op een visionaire site mag gedroomd worden, en, wie weet :D
         
        Ik ben ook akkoord met wat je zegt over neoklassieke economen en het ‘bananenprobleem’. Maar het meest interessante dat je aanhaalt, en het verbaast me zeer sterk dat het onderwerp de revue nog niet gepasseerd is op deze site, is het pleidooi voor een holistische benadering van de economische wetenschap. Hiermee wil ik de verklaringskracht van modellen (met bijhorende vereenvoudigende aannamen en c.p.-veronderstellingen) niet verwerpen, maar ook ik vind het belangrijk dat de economie met beide voeten op de grond komt staan en zichzelf begint te zien in een maatschappij waar mensen geen homo’s economicussen (homines economici?) zijn, maar mensen van vlees en bloed. Sociologie en psychologie zouden een belangrijke extensie moeten vormen voor economische theorieën. Om kort te gaan: een pluralistische economie zou een hele verrijking zijn.

        1. Beste Tom, dank voor je reactie, vanuit een integraal psychologische visie kap ik je bericht dan weer in stukjes :). Het werkt en beetje als puzzelstukjes zonder het geheel uit het oog te verliezen, er zitten verschillend elementen die mi terecht aandacht verdienen.  
           
          In eerste instantie wat betreft wereldmunt. Een wereldmunt ligt in lijn met wat verwacht kan worden, ook het IMF denkt in deze richting als middel om het monetaire beleid terug onder controle te krijgen. Uit persoonlijke ervaring, begin jaren 90 was ik werkzaam in Rusland en consolideerde balansen voor heel Europa. Met een roebel die destijds letterlijk bokkensprongen maakte was dat niet steeds een pretje. Als ik terugdenk aan deze periodieke oefening had ik (1) veel efficiënter en transparanter kunnen werken als de Euro er al had geweest, ik had dus (2) veel meer vrije tijd kunnen hebben om te genieten van het leven, veel minder stress en diens meer. Langs de andere kant, als we inderdaad denken dat economie monopoly is, dan moet je het vooral in verschillende munten laten, chaos is immers de beste voedingsbodem om het narcisme te laten zegevieren. Ik ken nogal wat narcisten, ze doen er letterlijk alles aan om dat geld te bemachtigen, het resultaat is wel dat we nu quasi letterlijk miljoenen mensen offeren, ik spreek dan enkel over Europa. Het ene komt met het andere, wat ethiek waard is, stemt tot nadenken. Maar sowieso zie ik graag je argumenten waarom een wereldmunt geen goede zaak zou zijn, naar mijn onderzoek heeft het doorgaans te maken met angst en een vermeend verlies aan autonomie. Ik weet niet wat jouw redenen hiervoor zijn, lees ze graag.

        2. Wat betreft het holistische paradigma, volledig mee eens, dat is wat zich nu meer en meer ontvouwd. Principieel is een holistische kijk zeer eenvoudig, in mijn onderzoek hou ik standaard rekening met twee bewegingen, horizontaal volg ik de chaostheoretici en laatste cyclus die gestart rond 1800, verticaal het menselijke ontwikkelingsproces. Hier tussenin gebeurt vanalles en momenteel zitten we in het zgn chaosvenster, ik zie bv ‘wilde speculatie’ als een volwaardig deelaspect binnen dit proces, een soort van eindejaarsvuurwerk om het nieuwe paradigma in te luiden. De chaos dat het creëert schept openingen om ander impulsen toe te laten die de strijd zullen luwen en ook het menselijke denken transformeert. Als we het leven beschouwen als een computersysteem, dan krijgen we nu een upgrade. Sommigen ervaren dat nogal letterlijk, en dat alsof iets of iemand in je hersenen de bedrading komt aansluiten, dat wat men de ‘kwantumsprong wil noemen. Maar misschien droom ik dat alleen maar :)

        3. Ik twijfel zeker en vast niet aan de voordelen van een eenheidsmunt, mijn scepsis wordt eerder gedreven door een vrees voor de nadelen, waarvan de eurocrisis ons een grote dosis praktijkervaring heeft opgeleverd.
           
          Ik ben nog geen econoom, de nadelen die ik hier aanhaal zijn dan ook geen resultaat van eigen analyses en denkwerk, maar zullen komen uit het boek ‘De perfecte Storm’ van Gert Peersman en Koen Schoors, dat ik net achter de kiezen heb. Maar je zal zien, je hoeft geen briljante geest te zijn om hun stellingen te snappen… vandaar dat ik het boek met veel plezier gelezen heb ;-)
           
          Zij stellen dat een eenheidsmunt twee grote (economische) nadelen heeft: het verliezen van een eigen (nationale of regionale, als je wil) wisselkoers, en een eigen monetair beleid. Twee belangrijke instrumenten bij het hanteren van het economische instrumentarium door de beleidsmakers. De wisselkoers maakt het immers mogelijk om een munt te devalueren en bijgevolg export te stimuleren en import te ontraden. Op die manier kan de economie heel eenvoudig opnieuw op gang getrokken worden (met ‘heel eenvoudig’ heb ik dan abstractie gemaakt van de invloed van devaluaties op parameters als vertrouwen in overheidsschuld en dergelijke). Het feit datoverheden regelmatig op devaluaties van de munt terugvallen, bewijst dat dit beleidsmatig een krachtig middel is.
           
          Ook een eigen monetair beleid is een krachtig instrument voor het macro-economisch beleid van een natie met eigen munt. Samen met een soevereine munt geef je bij een muntunie ook een eigen monetair beleid aan een hogere instantie. Je verliest dus de kracht om een intrestniveau te kiezen dat past bij de economische situatie. Via budgettaire transacties tussen deelstaten kan dit verlies enigszins worden opgevangen (zoals dat in de VS gebeurt tussen verschillende staten en in Duitsland tussen de verschillende Bundesländer, maar van deze laatste ben ik niet geheel zeker), maar de EMU staat nog ver weg van zo’n unie, laat staat dat een wereldwijde begrotingsunie in de verste verte nog niet in zicht is.
           
          Het afstaan van beide instrumenten heeft de Eurocrisis heel wat moeilijker te bedwingen gemaakt, en het afstaan van een eigen monetair beleid heeft de divergenties tussen noord en zuid zelfs versterkt. De ECB kon immers maar één intrestpercentage opleggen voor een hele regio die intern grote tegenstellingen kende. Zo kon Duitsland best wel een verlaging van de rente gebruiken, terwijl het zuiden eerder nood had aan een hogere rente.
           
          Maar laat ik niet verder afdwalen (stel je vragen gerust) en nog eens kort samenvatten:
           
          Of een wereldmunt een goed idee is, hangt af van de balans tussen zijn voor- en nadelen. Bij de voordelen heb ik geen twijfels, zo is ook jouw ervaring voldoende sterk bewijsmateriaal, maar de nadelen (die ik baseer op ervaring met de Euro, diens kenmerken – het verlies van een eigen wisselkoers en een eigen monetair beleid – zouden ook in een wereldmunt terug te vinden zijn) baren me zorgen. Of het saldo positief of negatief uitvalt, daar wil me niet over uitspreken: het lijkt me een subjectieve afweging, die (voor mij althans) te hoog gegrepen is.
           
          Dus het zijn de nadelen die mij argwanend stemmen: kunnen we de nadelen van het verlies van een wisselkoers en een eigen monetair beleid voldoende compenseren (bijvoorbeeld via een begrotingsunie die automatische transacties tussen divergerende regio’s mogelijk maakt, maar er zijn ongetwijfeld nog andere)? Zijn deze nadelen niet in voldoende mate compenseerbaar (of afwendbaar, als je de problemen bij de bron zou kunnen aanpakken, des te beter) dan zal het saldo voordelen vs. nadelen negatief uitvallen vrees ik.

        4. Ik zou je betoog kunnen samenvatten als een normaal iets bij transformaties, het nieuwe is nog niet gerealiseerd en laat groeipijnen ontstaan, op dat moment is er de vrijwel spontane reflectie om zich toch maar vast te houden aan het oude. In een dergelijke periode wordt er dan spanning opgebouwd door de verschillende drijfveren en meningen die haaks op elkaar staan. Het is net deze strijd dat ons het zicht op de voordelen van de verruiming wegneemt. Ook hier zie je dat de bevolking zeer gebrekkige informatie krijgt omtrent het totale proces, men heeft zelfs geen notie over wat het gaat, hierdoor wordt het duidelijk dat er ook geen of weinig solidariteit voor gevonden kan worden. En erger, als dan het plan wel eens een keertje ter dialoog wordt gesteld, dan is alles utopie en diens meer. Merk op, dit is op zich een normaal gegeven maar het stagneert een vloeiende doorgang van het proces, zeker als politiek nog niet eens op de hoogte blijkt te zijn. Ik vind het personlijk zeer erg dat de bevolking in angst en wanhoop moet leven, als je kijkt hoeveel mensen zeer nobele en realistische plannen hebben opgemaakt, dan vrees ik toch dat we een ander soort politiek nodig hebben.  Europa is slechts een deelaspect in dit mondiale bestel, dat ze de bevolking aansporen om onze concurrentiekracht te verhogen, neem ik ze bijzonder kwalijk. Ik zou nu kunnen vermoeden dat ze zelf niet op de hoogte zijn van al deze plannen en studiewerk, op dat moment wordt de situatie nog dramatischer, ik denk zo dat wij hen betalen om dat allemaal uit te vissen, niet? Je hoeft echt geen visionair (what’s in an name?) te zijn om te voorspellen tot wat deze situatie kan leiden, we hoeven maar naar het nieuws te kijken voor welke trends zich doorzetten, allerminst hoopgevend nieuws. Ik weet echter niet of je op de hoogte bent van wat bv Thomas Kuhn hierover zei. Principieel is dat eenvoudig, je kan niet het ene paradigma vergelijken met het andere, een dialoog hiertussen is amper mogelijk en dat is wat we vaak zien gebeuren. Momenteel zitten we in het midden van een dergelijke paradigmaverschuiving, het ene sterft en het andere wordt geboren, inclusief de neveneffecten die hierbij komen kijken. Enerzijds de sparteling en stuiptrekken van het streven, anderzijds pre- en postnatale depressies zoals dat bij een geboorte al eens voorvalt, het wordt een beetje wringen om ons los te maken van een evoltuonair vervallen denkpatroon. De theorie is eenvoudig, dat is het probleem niet :)  Het is ook om al deze redenen dat we ons in de eerste plaats richten tot het ‘schuldencomplex’, het is als een balk in het mondiale oog die ons niet toelaat om ook mondiaal te deken. Bizar genoeg hebben we nu net mondiale samenwerking nodig om het ook lokaal te kunnen oplossen. Klein dilemma, we doen het of we doen het niet, gewoon een kwestie van keuze, niet van vreemdsoortige en geveinsde economische natuurwetten. Mijn mening, de afbraak mag beginnen :) 

        5. Om het eenvoudiger te stellen, als we blijven denken zoals we nu doen, dikke miserie en daar zijn we volop mee bezig. Als we anders beginnen te denken, geen probleem. Om alle misverstenden te voorkomen, denken dat we dan plots in utopia leven is denkelijk een brug te ver, er komen nog problemen op ons af die ons zullen dwingen tot samenwerking. Het lijkt bijna op … “wie niet luisteren wil, zal voelen”. Blijkbaar gaan we natte voetjes krijgen binnenkort, en andere natuurlijke fenomenen die ons doen gaan geloven dat de Duivel wel degelijk bestaat. Of Goden die kwaad zijn of zo, mensen maken er wel wat van volgens hun eigen fantasie. 

        6. Laatste hierover, in het nieuwe paradigma is ‘rente’ geen issue meer, dat verdwijnt gewoonweg. Dat is wat er bedoeld wordt met ‘paradigmaverschuiving’, in kwalitatief opzicht is het amper vergelijkbaar. Rente, gewoon weg, eenvoudig dus. Je mag het vooralsnog utopia noemen, tot je er echt over begint na te denken, dan pas zal je zien waarom waarachtiger economen heel deze situatie letterlijk absurd noemen, is niet zomaar een stelling om een keertje interessant te doen. Onze hudige malaise is wel degelijk angstaanjagend en absurd tegelijkertijd, probeer dat maar eens uit te leggen aan een neoklassieke econoom. Je kan bijna zo voorspellen wat het antwoord zal zijn.   

        7. Hoewel het IMF denkt dat de invoering van deze wereldmunt pas op de lange termijn zal kunnen plaatsvinden, wordt er één voorbehoud gemaakt waardoor dit mogelijk toch veel sneller zou kunnen gaan gebeuren: ‘… mits een dramatische verandering in de wil voor meer internationale samenwerking.’ Een dergelijke ‘dramatische verandering’ zou er natuurlijk heel goed kunnen komen als inderdaad blijkt dat het huidige zogenaamde economische ‘herstel’ vals blijkt -zelfs in de reguliere media wordt hier nu langzaam gewag van gemaakt- en de volgende, waarschijnlijk veel ernstigere fase van de wereldwijde financiële/economische crisis vrijwel alle landen in grote problemen zal brengen. Het IMF heeft ook al een mogelijke naam voor de één-wereldmunt: de Bancor, al 66 jaar geleden bedacht door de beroemde econoom J.M.Keynes. (bron)

        8. Conservatisme, vrees voor verandering, het afdoen van nieuwe ontwikkelingen als utopieën, gebrekkige informatie, politieke incompetentie e.d., je hebt gelijk wanneer je aankaart dat deze elementen (r)evoluties als een wereldmunt erg bemoeilijken. Maar kan je de nadelen van een een muntunie, zoals we die binner de EMU ervaarden als gevolg van de Euro zomaar negeren? Dat denk ik niet. Er dient rekening mee gehouden te worden, maar als er oplossingen voor handen zijn die deze nadelen verhelpen, compenseren of vermijden, dan is het voor mij allemaal oké. Een conclusie m.b.t. je eerste reactie: (1) een wereldmunt: oké, zolang de nadelen niet uit het oog verloren worden en (2) mijn instemming met je betoog over de remmende factoren voor evolutie.
           
          “Er komen problemen op ons af die ons zullen dwingen tot samenwerking” Maar wat als de in een wereldmunt verenigde landen niet tot samenwerking te dwingen zijn? Wat als de interne tegenstellingen zo groot zijn dat ze onoverkomelijk zijn? De tegenstellingen in Europa zijn al voldoende om het beleid van een Eurpese eenheidsmunt te bemoeilijken: stel je het ‘conflict’ Duitsland vs. hulp aan het zuiden eens voor op wereldschaal?
           
          Op deze website zijn al ellenlange en heel intense discussies gevoerd rond rente en de effecten ervan op de economie: is het noodzakelijk of is het een kwaad? Sta mij toe me te onthouden aan een reactie (discussie) over rente.
           
          En dan met betrekking tot je laatste reactie. Ik wist helemaal niet dat er al zoveel aandacht besteed is aan de ontwikkeling van een wereldmunt. Eventjes nog voor de duidelijkheid: de wereldmunt waar je voor pleit, is dit er één ter vervanging van nationale munteenheden, of is dit een munt voor internationale betrekkingen, zoals de SDR er ook één is?

        9. Wat betreft een mondiaal bestel als utopie en dromerschap. Vanuit een systeemwetenschappelijke visie houden we rekening met bv de kruiskatalytische cycli, dit vertelt ons dat een mondiale wereld gewoon logisch is,  zie bv mijn aanzet hiertoe https://www.visionair.nl/analyses/kruiskatalytische-cycli/ . Anders gezegd, het is niet zozeer dromerschap maar ik vermoed dat het element van beperkte of begrensde rationaliteit hier een rol speelt. Dit element stelt dat mensen niet steeds op de hoogte zijn van de informatie die reeds beschikbaar werd gesteld, dit betekent dat we het ook niet kunnen opnemen in onze gedachtewereld en dat kan leiden tot zeer nare gevolgen. Vooral wanneer beleidsmensen dat niet weten, op deze manier projecteren ze berichten op de bevolking die geenszins laten vermoeden dat ze er al eens over nagedacht hebben. Integendeel, in vergelijking met al dat nobel studiewerk, komt politiek nog enkel met simplismen, en dat kan vrijwel letterlijk genomen. We kunnen bv makkelijk bewijzen dat we niet langer en harder hoeven te werken, noch dat al die besparingen nodig zijn. Dit laatste wil niet zeggen dat de stoppen volledig moeten doorslaan, een duurzame en efficiënte economie is net iets anders dan wat we nu zien. Maar hoe kan een mens over iets oordelen als het niet gekend is? Onze psyche is soms bliksemsnel met z’n associaties, schiet niet veel op J

        10. Het artikel over de kruiskatalytische cycli heb ik zien passeren op de site, maar ik heb het niet gelezen. Het is een nogal abstracte redenering, leek me, voor mij persoonlijk heel moeilijk te volgen. Maar is het correct om (op basis van je reactie hierboven) te besluiten dat een mondiale wereld, in de veronderstelling van volledige informatie, een natuurlijke situatie is?

        11. Yes, het loopt in principre samen met het menselike groeipotentieel, gaande van ego naar etno naar wereldcentrisch. Wereldcentrisch wil hier niet zeggen alles egocentrisch opslokken, het ego wil dit graag zo vertalen natuurlijk, wereldcentrisme is er tegengesteld aan.   

  6. Excuus, ’n gepaste interruptie, even de kaarten schudden en uitdelen. Waarmee ik bedoel even de massa menschen schudden en weer rustig in hun milieu hun sopje laten gaarkoken. Zodra het vluchtigvervoer ten einde komt zal er een kleine wijziging zijn in de samenstelling van de overgeblevenen gebiedsrassen en hun locale soorten. Tot dan….. Vergeven lijkt mij beter dan wraak… ‘k Heb beiden uitgezocht, daar geschreven staat zoek en gij zult vinden…. :D
     
    Daar het ook kan met de psyche en de leefbenodigheden der menschen kinderen en de overige natuurelementen, zie ik enige overeenstemming met de prosument denkwijze betreffende de vrijwel gelijkblijvende omstandigheden van het in leven zijnde organisme, tijdelijk inclusief huidige menschenkinderen en hun toekomst perspectieven. anno 2013 
    CETERIS PARIBUS

Laat een reactie achter