Een grote hoeveelheid biomassa, naar schatting 2-5% van alle biomassa, bevindt zich diep onder de aarde. Bij de zeer hoge temperaturen en voedselarme omstandigheden die daar heersen heeft het leven het moeilijk, maar overleeft wel. Want er zijn talloze zeer kleine spleten en kieren in de rots. In deze video een kennismaking.
De laatste jaren is duidelijk geworden, hoe omvangrijk dit ecosysteem is. En vooral, hoe taai. Sommige bacteriën kunnen voor miljoenen jaren overleven, wachtend op een plotselinge gunstige leefomgeving. Dan kan het snel gaan en vermenigvuldigen deze slapende bacterién zich weer. Niet alleen bacteriën, maar ook protozoën als raderdiertjes en kleine wormen leven hier. Deze jagen op bacteriën.
In de griezelverhalen van H.P. Lovecraft komt de onsterfelijke buitenaardse god Cthulhu voor, die leeft in de gedoemde onderaardse stad R’lyeh. Dit verhaal is natuurlijk onzin, maar het onsterfelijke element zie je terugkomen in de opmerkelijke eigenschappen van de onderaardse bacteriën.
Volgens twee biologen van de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem zouden grotten ook een rol kunnen hebben gespeeld in de kolonisatie van het land, die plaats vond tijdens het Cambrium. Er waren toen nog geen landplanten, maar wel een mat met cyanobacteriën. Op zich een prima voedselbron voor insekten en andere geleedpotigen. Die moesten zich wel hebben aangepast aan de barre zuurstofarme omstandigheden van het Cambrium. Zo was er op land nauwelijks sprake van een beschermende ozonlaag tegen het vernetigende UV-bombardement van de zon, door het zeer lage zuurstofgehalte. Frumkin en Chipman denken dat dat in een grot in gebeurd. Nakomelingen van zeedieren konden zich hier langzaam aanpassen aan de omstandigheden op het land.
Bron
[1] Frumkin, A.; Chipman, A.D. A Subsurface Stepping Stone Hypothesis for the Conquest of Land by Arthropods. Diversity 2024, 16, 6.