Zoekresultaten voor: open source

De ontplofte reactor in Tsjernobyl, ingepakt in een betonnen sarcofaag, is nog steeds een stille getuige van de ramp die daar in 1982 plaatsvond.

Kernenergie, een slecht idee?

Met de nieuwe kernongelukken in het reactorcomplex Fukushima I als gevolg van de aardbeving en tsunami laait de discussie tussen voor- en tegenstanders van kernenergie weer op. Tegenstanders zeggen dat de gevaren en kosten van kernenergie niet opwegen tegen de voordelen. Klopt dit?

De voordelen van kernenergie

Kernenergie kent een aantal aanzienlijke voordelen. Er hoeven geen dure olie of kolen te worden geïmporteerd. De hoeveelheid energie die vrij komt is enorm: in theorie per kilo uranium 22 miljoen kilowattuur, meer dan in honderd ton steenkool of zeshonderd vaten aardolie zit. In feite is het verarmde uranium dat bij de invasie in Irak was gebruikt, duizend tot tweeduizend ton, in theorie voldoende om evenveel energie op te wekken als het land in een tot twee jaar in de vorm van aardolie exporteert.

De CO2-uitstoot, waar veel klimaatactivisten zich overdreven zorgen over maken, is in verhouding ook laag: een tiende van die van een kolencentrale als alles wordt meegerekend. De EREOI, de hoeveelheid energie die in een kerncentrale moet worden gestopt om er elektriciteit uit te krijgen, is ook behoorlijk en te vergelijken met een kolencentrale: 1:10. Geen wonder dat gezien deze voordelen, energiebedrijven graag extra kerncentrales willen bouwen en vooral de centrales als ze er staan lang open willen houden. Staat de kerncentrale er eenmaal, dan zijn de kosten van brandstof in verhouding zeer laag, slechts een derde van de kosten van de centrale zelf. Een kerncentrale, zoals die in Borssele, langer open laten levert dus veel geld op.

Maar ook nadelen…
Kerncentrales kennen drie grote nadelen die alle te maken hebben met radioactiviteit: het risico op het verspreiden van materialen om atoombommen mee te maken, kernafval en het risico dat een kerncentrale ontploft of gaat lekken. De brandstof in een doorsnee kerncentrale is te arm om er een atoomwapen van te maken. Wel kunnen er zogeheten vuile bommen mee geproduceerd worden: bommen die als ze ontploffen een grote hoeveelheid radioactief materiaal verspreiden.

De ontplofte reactor in Tsjernobyl, ingepakt in een betonnen sarcofaag, is nog steeds een stille getuige van de ramp die daar in 1982 plaatsvond.
De ontplofte reactor in Tsjernobyl, ingepakt in een betonnen sarcofaag, is nog steeds een stille getuige van de ramp die daar in 1982 plaatsvond. – Carl Montgomery, public domain via Flickr

Een kerncentrale zoals die in Borssele produceert 12 ton radioactief afval per jaar. Zou Nederland alle energie met kerncentrales opwekken, dan wordt dat ongeveer vierhonderd ton per jaar. Weliswaar is dat veel minder dan de vliegas die een enkele kolencentrale produceert, maar deze vliegas wordt als grondstof in de bouw gebruikt terwijl kernafval met een moeizaam en kostbaar proces verwerkt moet worden of – zoals in de VS – ondergronds opgeslagen. Hoogradioactief kernafval blijft honderdduizenden jaren gevaarlijk.

Een ander nadeel is de kans op ongelukken. In een kernreactor wordt een kettingreactie plaats: als neutronen uranium-235 kernen raken, splijten deze, waardoor weer andere neutronen vrijkomen. Een kernreactor bewaart een precair evenwicht tussen het uitdoven van deze kernreactie en het ontploffen. Vaak wordt met behulp van neutronenvangende regelstaven de reactie gecontroleerd. Loopt de reactie uit de hand, dan zullen de reactorstaven smelten. In het ergste geval ontstaat een totale meltdown: de plas zeer zwaar (uranium is zwaarder dan lood), hoogradioactief metaal vreet zich een weg door het beton van de centrale naar beneden en komt uiteindelijk in de grondwaterlaag terecht, waardoor een enorme stoomwolk en dus ontploffing ontstaat.

Als de koelinstallatie defect is, kan de reactor zo oververhit raken dat deze ontploft en radioactieve stoffen vrijkomen. Dit is gebeurd in de Japanse Fukushima-I reactor van veertig jaar oud die toch al op het punt stond buiten bedrijf gesteld te worden. In dit geval was de dieselgenerator die het backup-koelsysteem aandreef, weggespoeld door de tsunami. Moderne kerncentrales zijn weliswaar omgeven door veel veiligheidsmaatregelen maar niet alle omstandigheden zijn te voorzien. Dit is ook de reden dat in moderne reactorontwerpen gebruik wordt gemaakt van zogeheten passieve beveiliging: als de centrale om welke reden dan ook uitvalt, stopt de kernreactie direct, bijvoorbeeld omdat een elektromagneet wordt uitgeschakeld die voorkomt dat neutronenvangende staven tussen de splijtstof zakken. Snelle kweekreactoren werken met een poel van vloeibaar metaal onderin de reactor dat,  mocht er een meltdown optreden, de warmte afvoert en ook neutronen vangt. De rampen in Fukushima en Tsjernobyl waren zo te voorkomen geweest.

Wegen de voordelen tegen de nadelen op?
Ook olie en kolen hebben ernstige nadelen, bijvoorbeeld de noodzaak om oorlogen te voeren in olierijke landen of de noodzaak, deze te vriend te houden. Gas is een relatief schone brandstof, maar raakt net als olie en makkelijk winbare steenkool ook snel op. Wind is te onregelmatig,  zon is er in Nederland in de winter veel te weinig. Blauwe stroom, energie winnen uit het “mengen” van zout met zoet water, is interessant, ook constant  maar niet voldoende om in meer dan een kwart van onze energiebehoefte te voorzien. Als we alle rivieren volledig uitmelken. Golfslag, gecombineerd met windmolens op zee zou voor een deel kunnen, misschien. Echter: het potentieel is beperkt.

Bij kerncentrales worden de risico’s en de kans op dodelijke ongevallen verplaatst naar het eigen land. Kernreactoren waarin ongelukken zijn gebeurd, waren hetzij sterk verouderd (Fukushima), hetzij door menselijke fouten ontploft (Tsjernobyl). Er zijn geen gevallen bekend van moderne kernreactoren die ontploft zijn.

Wel is er nog steeds geen goede oplossing om van het kernafval af te komen. Het gebruik van snelle kweekreactoren zorgt dat we meer energie uit dezelfde hoeveelheid uranium kunnen halen en vormt hiermee mogelijk een gedeeltelijke oplossing voor het kernafvalprobleem, er is dan immers veel minder brandstof nodig en ontstaat ook minder afval, maar het fundamentele probleem blijft hetzelfde.

Tjibbe Joustra, een matig bestuurder met zonnekoningallures, duikt keer op keer weer op.

Hoge salarissen managers wijzen op grote schaarste

Zelfs de meest incompetente bestuurder heeft keer op keer weinig problemen om aan een nieuw riant baantje te komen. Als we ook letten op de riante salarissen die in de top van het bedrijfsleven en de non-profitsector uitbetaald worden kan slechts één conclusie worden getrokken: we kampen met een enorm tekort aan managers. Wat doen we aan dit grote, dringende probleem?

Managers, loonmatiging en mindere goden
Er komen er steeds meer van. Managers. Ze krijgen ook steeds meer betaald. Zo is in crisisjaar 2010 het gemiddelde inkomen in Nederland ongeveer gelijkgebleven, maar stegen de topsalarissen met 14%. Loonmatiging is goed voor de economie, wordt Jan Modaal wijsgemaakt, maar voor zichzelf  hebben de heren wat rianters in gedachten.
Volgens managers zijn managers onmisbaar. Ze houden zich bezig met belangrijke dingen als huisstijlveranderingen, overnames en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Mogelijk bedoelen ze hiermee het aan werk helpen van oud-politici. Ook maken ze hun bedrijven steeds efficiënter en bedenken ze handige dingen voor de mensen als een 0900-lijn waar je ook als je in de wacht staat de volle mep betaalt.

Goede managers zijn schaars
Je ziet steeds weer dezelfde gezichten opduiken bij grote bedrijven en non-profitinstellingen.

Tjibbe Joustra, een matig bestuurder met zonnekoningallures, duikt keer op keer weer op.
Tjibbe Joustra, een matig bestuurder met zonnekoningallures, duikt keer op keer weer op.

Of ze nu goed hebben gepresteerd of juist een enorme wanprestatie hebben geleverd maakt weinig uit. Managers en oud-politici worden beter gerecycled dan welke grondstof dan ook. Kortom: managers lijken uitermate schaars te zijn. Bijzondere mensen dus. Die mag je daarom best flink belonen, vinden managers. Zoals ex-generaal Brinkman die keer op keer tegen een riant tarief als interimmanager werd ingehuurd bij het slechtste ziekenhuis van Nederland, het IJsselmeerziekenhuis.

Vroeger was er minder schaarste aan managers. De topman van, zeg, NS was gewoon een NS’er van de werkvloer die beter leiding gaf dan zijn collega’s. En ondergeschikten genoeg. Om promoties werd gevochten. Opleiding deed je gewoon in je vrije tijd. Maar goed. Het is nu allemaal veel beter geregeld. Met Em Bie Ee en een Academy of Excellence. Daar kan zo’n NS-strebertje niet tegenop, al weet hij veel meer van treinen.

De dreiging van het buitenland
Nederland is, beweren managers, een lagelonenland voor managers. Nederland dreigt leeggeroofd te worden door Amerikaanse headhunters die onze schaarse resources komen plunderen. Niet de massale uittocht van gepromoveerde bèta’s en toponderzoekers is een probleem, getuige hun bedroevend magere salaris, maar de schaarste van onze unieke, onvervangbare managers. Een topman van, zeg, Microsoft verdient veel meer dan een ING-opperheerser. En dat kan natuurlijk niet. Straks worden onze mega-managementtalenten weggekocht door die vette, nietsontziende roofkapitalisten van aan de andere kant van de grote plas. Dat laten we ons natuurlijk niet gebeuren. Zonder Organon en Sluis Zaden kunnen we wel maar zonder onze managers? We zullen gehuld in jute zakken op het land zwoegen, de stijgende zeespiegel laat alles onder de Vaalserberg onderlopen, kortom: het licht gaat uit.

De oplossing: gastarbeiders
In India en China worden jaarlijkse groeicijfers bereikt waar de westerse industrielanden stikjaloers op zijn. Bedrijven uit beide landen zijn overal op overnamejacht, zelfs onze nationale trots Hoogovens is nu onderdeel van Tata  Steel. Het is duidelijk dat hier een grote bron van managers te vinden is die bereid is om voor een schamele grijpstuiver hun talenten in Nederland te ontplooien.

Ons land wordt gered van de ondergang. Eindelijk hoeven de arme, overbelaste managers hier niet langer te zuchten onder een hoge werkdruk. De grootste minkukels kunnen van hun onverdiende VUT-regeling genieten. De rest kan misschien de politiek in, provinciale-statenlid worden of zo. Kortom: lang leve de globalisering.

Met extreem krachtige laserstraling is het in principe mogelijk de juiste kernreactie op te wekken. Eindelijk femtotechniek binnen bereik?

Alchemie met laserlicht

Met extreem krachtige gammastraling kan je kernreacties veroorzaken en het ene type atoomkern veranderen in een ander, radioactief type, hebben onderzoekers aangetoond. Deze techniek belooft veel: er zijn geen gevaarlijke radioactieve bronnen of kernreactoren (zoals die in Petten) meer nodig en het allermooiste: er is nauwkeurig te bepalen welke kernreactie op gaat treden. De populairste isotoop, technetium-99, ligt helaas nog buiten bereik.

Alchemisten droomden er al in de middeleeuwen van: lood veranderen in goud. We weten nu dat het in principe kan: peuter zeven kerndeeltjes (drie protonen en vier neutronen) uit een loodkern en je houdt een goudkern over. Less is more. Het is alleen een beetje -erg- lastig. Ook omdat we niet nauwkeurig kunnen werken: atoomkernen ontploffen zeer onnauwkeurig en onvoorspelbaar. Op dit moment worden radioisotopen bijvoorbeeld geproduceerd door een brok uranium-235 te bombarderen met neutronen en dan via een moeizaam zuiveringsproces de goede isotopen er tussenuit te vissen.

Femtotechniek in actie
Met een fundamentele doorbraak denken de Japanse kernfysici Hiroyasu Ejiri en S. Date de alchemistische droom waar te kunnen maken. Dit is waarschijnlijk het eerste echte staaltje van femtotechniek op de planeet.

Met extreem krachtige laserstraling is het in principe mogelijk de juiste kernreactie op te wekken. Eindelijk femtotechniek binnen bereik?
Met extreem krachtige laserstraling is het in principe mogelijk de juiste kernreactie op te wekken. Eindelijk femtotechniek binnen bereik?

Hun recept: extreem-energierijke gammafotonen. Gammastraling is net als licht elektromagnetische straling, maar dan met een extreem korte golflengte en dus extreem veel energie: tot miljarden malen groter dan die van licht. Dat is ook wel nodig om een atoomkern uit elkaar te kunnen slopen. Ejuri en Date hebben ontdekt dat door een gammafoton op een kern af te schieten, deze in aangeslagen toestand komt en met bijna 100% efficiëntie een bepaalde kernreactie uit zal voeren. Volgens hun berekeningen kunnen ze de isotoop jodium-127 omzetten in de medisch toegepaste radioactieve isotoop  jodium-126 (dus door I-127 een neutron uit te laten zenden).

Goudkoorts? Wacht nog even met je gouden sieraden te dumpen en naar je schuur te rennen. Er zijn helaas nog wat praktische bezwaren. Om gammafotonen van deze energie op te wekken moet je per deeltje een miljard elektronvolt meegeven. De meest voor de hand liggende manier is om elektronen met een miljard volt te versnellen. Met een elektronenkanon (zoals deze in oude TV’s voorkomt) haal je maar enkele tienduizenden en boven honderdduizenden volt krijg je meterslange bliksemschichten omdat de lucht doorslaat. We praten hier over tienduizend maal meer. Dat lukt alleen in een synchrotron – een miniatuurversie van de LHC die de elektronen met de juiste snelheid rond laat gaan en op minder energierijke gammafotonen botsen, zodat energierijke gammafotonen vrij komen. De maximale productie ligt rond de 1013 deeltjes per seconde, per gram is dat (afhankelijk van de atoomsoort) dus honderden tot duizenden jaren continu bedrijf. Ook is het idee nog niet in de praktijk uitgevoerd.

Uitkomst voor kankerpatiënten en anderen
Deze lage productie is echter nog steeds interessant voor medische radioisotopen. Deze worden in zeer kleine hoeveelheden gebruikt (bestraling en diagnose). Op dit moment worden deze in kernreactoren geproduceerd. Hier zijn er maar enkele van die de hele wereld van radioisotopen voorzien. Door een ongelukkige samenloop van omstandigheden viel in 1999 de Canadese reactor in Chalk River, Ontario uit die een groot deel van de wereld van technetium-99 voorzag. Het gevolg: grote tekorten. Ook om deze reden is deze ontwikkeling erg goed nieuws. We kunnen nu eindelijk de alchemistische droom waarmaken. Een kwestie van energie…
Het bedrijf Canadian Light Source is een onderzoek gestart om met röntgenstraling uit molybdeen-99 technetium-99 te bereiden[2].

Bron:
1. Arxiv.org/Technology Review
2. Physorg.com

In de Bollywood-blockbuster Koi... mil gaya geneest het buitenaardse wezen Jadoo de geestelijk gehandicapte Rohit Mehra en verandert hem in een genie.

Culturele agitprop: de voordelen

SF-schrijver Frank Herbert introduceerde in zijn Duin-cyclus het begrip panoplia prophetica: het verspreiden van mythes om hiermee voordelen te bereiken voor leden van de Bene Gesserit, een bepaalde politiek-religieuze orde. Wellicht kunnen we iets soortgelijks doen om er voor te zorgen dat objectief voor de mens goed uitpakkende normen en waarden worden verspreid over de wereld.

Objectief goede normen en waarden
Wij geloven dat alhoewel er enorme verschillen bestaan tussen diverse culturen, de mens als biologisch wezen niet wezenlijk verschilt, waar ter wereld hij of zij ook opgroeit. Genetica en DNA hebben weliswaar een enorme invloed op gedrag, maar de mensheid is genetisch extreem homogeen, veel homogener dan de meeste andere soorten. Het is dus redelijk om de mens als maat der dingen te stellen en alle culturele elementen die goed uitpakken voor de ontwikkeling van de mens en de mensheid (en de aardse ecosfeer waar deze deel van uitmaakt) op lange termijn, als superieur te beschouwen aan culturele elementen die dat niet doen.

Een voorbeeld van een dergelijke waarde is de Gulden Regel: behandel een ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Als alle mensen in de hele wereld de Gulden Regel consequent zouden hanteren, zou hiermee een einde komen aan de meeste misdaad en menselijk leed. De misverstanden tussen mensen met verschillende persoonlijkheden, culturele misverstanden en mannen en vrouwen zouden uiteraard blijven bestaan. Dus vervelen zullen we ons nooit. Of een fundamenteel optimisme: er is altijd hoop op een beter leven, voor iedereen.

Geweld en fatalisme
Op dit moment zijn er twee grote filmindustrieën met een impact die ver buiten de landsgrenzen reikt: die in Hollywood en die in Bombay en Mumbai, “Bollywood”. In films van beide industrieën wordt geweld verheerlijkt als middel om problemen op te lossen en komt er ook steeds meer geweld voor. Dit grijpt terug op de Amerikaanse mythologie van de lone cowboy die het onrecht bestrijdt met grof geweld en de Hindoe-mythologie, waarin godinnen als Kali of Krishna met geweld ingrijpen om onrechtdoeners te bestrijden. Dergelijke films zijn populair, vooral in gewelddadige samenlevingen en subculturen. Ook hebben censors (zoals de Amerikaanse en de Indiase) minder problemen met gewelddadige films dan met films waarin seks voorkomt. Het gevolg is dat gewelddadige groepen zoals criminele bendes en terroristische groeperingen weinig moeite hebben om jongeren te vinden die zich bij hen aan willen sluiten.

In de Bollywood-blockbuster Koi... mil gaya geneest het buitenaardse wezen Jadoo de geestelijk gehandicapte Rohit Mehra en verandert hem in een genie.
In de Bollywood-blockbuster Koi... mil gaya geneest het buitenaardse wezen Jadoo de geestelijk gehandicapte Rohit Mehra en verandert hem in een genie.

Het is jammer dat er niet meer films komen waarin de held door slimheid of door creativiteit en samenwerking  in plaats van met grof geweld afrekent met criminelen of met misstanden.

Beide filmindustrieën maken films met een anti-fatalistische boodschap: de helden zijn vaak mensen die vechten tegen het noodlot en winnen. Ook schurken komen vaak vlak voor ze sterven tot inkeer. Dit is erg gewenst en je merkt ook dat hierdoor in fatalistische samenlevingen, zoals de islamitische en de oosterse, een sterke “undercurrent” ontstaat van de hoop op verandering. Een van de grootste Bollywood-blockbusters, Koi… mil gaya, had juist deze boodschap (een buitenaards wezen geneest een geestelijk gehandicapte jongen die verandert in een held) en werd juist daarom erg populair.

De laatste tien jaar zijn fatalistische films, waarin vampieren en andere duistere wezens de heldenrol spelen erg populair in Hollywood. Er lijkt een einde te komen aan het Amerikaanse optimisme, alleen de agressie blijft over. De kleine filmindustrie in Europa en (vooral) de islamitische wereld is al fatalistisch. Alleen films met een tragisch einde zijn namelijk populair in landen als Irak. Nu moet gezegd worden dat de geschiedenis hier ook wel aanleiding toe geeft.
Alleen Hongkong blijft over. Hopelijk wordt deze fatalistische trend omgekeerd, is het niet door de Amerikanen zelf, dan door anderen, de ondernemende Chinezen van Hongkong bijvoorbeeld.

Underground open-source film- en gameindustrie
Sociale activisten kunnen hun toevlucht zoeken tot open-source films. Per slot van rekening wordt computerapparatuur steeds beter en zijn er nu goede open-source game engines, die ook kunnen worden gebruikt om filmbeelden te genereren. In die films kunnen ideeën worden verspreid om mensen met meer warmte en respect voor elkaar om te laten gaan en om hoop te verspreiden. We moeten de wolk van doem en hopeloosheid die zich over de wereld verspreidt, stoppen.

Films zijn echter in veel opzichten ouderwets. Games zijn populairder dan films en trekken vooral veel jongeren aan. Wat let ons om games te ontwikkelen waarbij de spelers geen schurken, fantasiemonsters of aliens overhoop knallen, maar mensen helpen door creativiteit en de wetenschappelijke methode toe te passen?

Het communisme slaagde vooral in het vestigen van de dictatuur van de voorhoede van het proletariaat.

Het nieuwe communisme

Het is nu (en wordt in de toekomst) makkelijker dan ooit om mensen in ieder geval een minimum bestaansniveau te verschaffen. Waren Karl Marx en Friedrich Engels hun tijd domweg te ver vooruit?

Deze stelling lijkt vreemd. Het gaat op dit moment al decennia bergafwaarts met het communisme. In 1989 stortte de ene na de andere communistische dictatuur uiteen. Communistische partijen zijn splinterpartijtjes geworden.  De overgebleven communistische landen China en Vietnam lijken steeds meer kapitalistische eenpartijstaten te worden. Cuba wordt in een trager tempo kapitalistischer. Alleen Noord-Korea blijft een ouderwetse stalinistische dictatuur, al vertoont de Juche-ideologie veel trekken van een godsdienst en zou het land beter met fundamentalistische dictaturen als Iran of Saoedi-Arabië vergeleken kunnen worden.

Dictatuur van de voorhoede van het proletariaat
In zijn beroemde boek Das Kapital, gepubliceerd in 1848, stelde Karl Marx, de grondlegger van het marxisme, dat de geschiedenis niet wordt bepaald door ideeën of grote leiders, maar door economische ontwikkelingen. Volgens de marxistische leer gaan maatschappijen door opeenvolgende fases.

Het communisme slaagde vooral in het vestigen van de dictatuur van de voorhoede van het proletariaat.
Het communisme slaagde vooral in het vestigen van de dictatuur van de voorhoede van het proletariaat.

Vanuit de primitieve jager-verzamelaar maatschappij waarin een soort communisme heerst (in de praktijk zijn bezittingen als vrouwen erg belangrijk bij jager-verzamelaars)  ontstaat opeenvolgend slavenmaatschappij (de klassieke oudheid en islamitische rijken), feodale maatschappij (gekenmerkt door een adel die ook krijgerskaste is en een achtergestelde horige bevolking) die zich ontwikkelt tot een kapitalistische industriële maatschappij met een duidelijke arbeidersklasse (het stadium waarin Europa zich bevond toen Karl Marx zijn boek schreef). Volgens Marx en zijn volgelingen zou er in dit stadium een zogeheten klassenstrijd uitbreken tussen de arbeidersklasse, oftewel proletariërs en de bourgeois, de gegoede burgerij. Het volgende stadium zou de dictatuur van het proletariaat worden: het proletariaat grijpt de macht en bepaalt wat er in de maatschappij gebeurt. Ondertussen wordt door vooruitgang van wetenschap en techniek de productie steeds efficiënter en grootschaliger en de bevolking verandert in verlichte, verbeterde mensen. De staat sterft af. Het eindresultaat is een maatschappij waarin de productiemiddelen evenwichtig verdeeld zijn over de bevolking en het geld afgeschaft wordt. Iedereen krijgt wat hij of zij nodig heeft. Het droombeeld van Marx.

De geschiedenis verliep anders dan Marx had verwacht. Niet industriële landen zoals Duitsland of Groot-Brittannië veranderden in socialistische republieken, maar juist feodale staten als Rusland en China waar nauwelijks arbeiders aanwezig waren. De revolutie werd hier gedragen door boeren. In de enkele industriële staten waar het communisme werd ingevoerd, gebeurde dat van buitenaf, doorgaans onder groot verzet van de lokale bevolking. Kortom: de communistische leiding was genoodzaakt om de communistische theorie aan de afwijkende situatie aan te passen. Vandaar het ontstaan van maoïsme (waarin boeren een grote rol spelen), leninisme (de dictatuur van de voorhoede van het proletariaat, die de communistische partij natuurlijk erg goed uitkwam) en dergelijke.

Waarom faalde het communisme?
Voor zeker drie decennia sidderden en beefden de kapitalistische landen voor het goed georganiseerde en militaristische communistische blok. Ironisch genoeg werd het communisme om uitgerekend economische redenen achterhaald. Toen de economie nog eenvoudig van aard was, zoals vlak na de Tweede Wereldoorlog, was het voor het centrale planningsbureau makkelijk bij te benen. De planning faalde echter steeds meer. Innovatie van begaafde uitvinders was er genoeg, vooral op militair gebied, maar er bestond geen systeem om inefficiënte producenten uit te schakelen. Niet competentie, maar vriendjespolitiek leverde het meeste op, de reden dat de Russische maffia zich kon ontwikkelen. Sommige Sovjetfabrieken produceerden producten die minder waard waren dan de grondstoffen die ze aangeleverd kregen. Er was weinig vraag naar de verouderde producten van de Sovjetindustrie, het land bleef alleen overeind door grondstoffenexport waarmee de voor het voortbestaan van het regime essentiële tarwe kon worden geïmporteerd (want ook de landbouw stortte om vergelijkbare redenen ineen: er was voor arbeiders geen prikkel om te presteren. Op 1% van de landbouwoppervlakte produceerden privé-boeren 23% van alle landbouwproducten).

Waar zijn neurotische voorganger Carter faalde met zijn graanembargo, pakte de Amerikaanse president Ronald Reagan, door progressief Nederland onterecht afgeschilderd als een domme cowboy, het doortastender aan. Hij legde de inkomstenstroom van de Sovjet-Unie droog door Saoedi-Arabië te dwingen gedurende enkele jaren de olieprijs flink te verlagen. Uiteraard pakte dit voor de VS met zijn aardolie slurpende economie juist zeer gunstig uit. De druppel was de Amerikaanse bewapeningswedloop met de Sovjet-Unie die dat land nog verder uitputte en uiteindelijk tot het faillisement bracht. China overleefde door de economie geleidelijk te privatiseren en tegelijkertijd de politieke controle in stand te houden.

Kortom: het communisme faalde door een gebrek aan zelfsturend vermogen.

Kapitalisme werkt steeds slechter
Het fundamentele probleem dat elk economisch systeem moet oplossen is het op elkaar afstemmen van vraag en aanbod. In een kapitalistisch systeem gebeurt dat door het lenigen van de vraag te belonen met kapitaal(want zo kan je geld noemen). Mensen die het beste in staat zijn de vraag te lenigen, verdienen het meeste en kunnen ook het meeste uitgeven (en hebben daardoor de meeste koopkrachtige vraag).  Daar bestaat dus ook een stevige prikkel voor.

Het probleem met het kapitalistische systeem is dat het zwaar “loaded”  is voor mensen die in het begin al beschikken over kapitaal. Ook al heb je een veel beter besturingssysteem gebouwd dan Windows, Microsoft kan er zoveel marketinggeld tegenaan gooien en zoveel programmeurs inhuren (of desnoods je kapot procederen wegens zogenaamde patentbreuk) dat alternatieven nauwelijks een kans maken. Het hele software-patentsysteem wordt geteisterd door patent-trollen en dient op dit moment vooral om concurrenten te kunnen chanteren (als jij niet klaagt over mijn patentbreuk die ik dat bij jou ook niet) en kleinere of open-source concurrenten buiten de deur te houden. Zelfs voor een simpel programma lap je waarschijnlijk al meerdere softwarepatenten aan je laars. Vandaar dat libertariërs stevige vragen stellen bij het patentsysteem.

Ook in andere industrietakken speelt dit probleem. Zelfs een zeer kleine fabriek (garage met wat zware machines) kost al tienduizenden euro’s. Geld dat de meesten pas bij elkaar hebben bij hun pensionering. In Nederland merk je al dat alleen mensen met rijke ouders, zelf ook een huis kunnen kopen. Kortom: de SP heeft op dit punt domweg gelijk: een tweedeling dreigt tussen een uitkeringen genietende onderklasse en een rijke bovenklasse, terwijl de middenklasse, de backbone van een stabiele maatschappij, steeds verder wordt uitgehold. Dit is een recept voor onheil en moet niet onderschat worden.

Kan het open-source model  leiden tot het nieuwe communisme?
Marxisten stellen terecht dat de ware communistische maatschappij nooit bestaan heeft. Zelfs in marxistische terminologie waren zelfs de meest communistische landen in feite socialistische volksrepublieken en dictaturen van de voorhoede van het proletariaat. Het einddoel van het marxisme, een menswaardig bestaan voor iedereen met niet al te veel materiële ongelijkheid, is nog steeds even lovenswaardig. De manier waarop het klassieke marxisme dit wil bereiken met klassenstrijd en dictatuur is dat uiteraard niet. Gelukkig is er ook een andere oplossing.

De RepRap, een fabriekje dat zichzelf kopieert. Het proletariaat kan nu zijn eigen fabriek downloaden en uitprinten.
De RepRap, een fabriekje dat zichzelf kopieert. Het proletariaat kan nu zijn eigen fabriek downloaden en uitprinten.

Steeds meer goederen krijgen een de-facto kostprijs nul. Goede open-source computerprogramma’s als Linux, diverse C++ compilers en Open Office zijn vrijwel gratis. Ze zijn ook bewust met dit oogmerk in elkaar gezet. Dankzij open-source software ontstaat een level playing field. Begaafde programmeurs kunnen nu in principe producten vervaardigen die in kwaliteit nauwelijks onderdoen voor commerciële alternatieven. De rol voor kapitaal verdwijnt. Tegelijkertijd wordt ook steeds meer arbeid overbodig door de toenemende automatisering. De laatste bouwsteen die kan leiden tot het nieuwe communisme zijn apparaten die in staat zijn om ideeën en ontwerpen, rechtstreeks om te zetten in fysieke realiteit. Als het goed is, heeft u waarde lezer, al zo’n ding met de geinige naam printer naast de computer staan. Dit hoeft slechts gevuld te worden met papier en (peperdure) inkt om welke afbeelding ook te vervaardigen. De 3D-equivalenten, 3D-printers, worden steeds goedkoper, rond de duizend euro voor een zelfbouw-reprap. Leuk ontwerpje voor een pennenbak (of iets praktischers) downloaden en hij komt uit je printer rollen.

Grondstoffen en energie zijn nog een bottleneck. Nog wel. In principe bevinden zich in de ruimte hier extreem grote hoeveelheden van, dus we komen in een maatschappij te leven waarin er nog maar één resource is waar echt om gevochten zal worden: aandacht. Liefde, zo ge wilt. Vandaar ook dat het verderfelijke bedrijf Goldman Sachs nu massaal investeert in sociale netwerksites als Facebook. Maar wat let ons om dit walgelijke bedrijf met één druk op de knop buitenspel te zetten? Een open-source sociale netwerk platform? Dit is met Wikipedia ook gelukt.

Simpel maar geniaal: een USB-stick inmetselen in de muur en klaar is uw anonieme data-wissel.

Alternatieven voor internet

Internet is in veel opzichten een geweldig systeem. Het maakt het in principe mogelijk dat mensen overal ter wereld met elkaar kunnen communiceren en heeft het monopolie van de mainstream massamedia effectief doorbroken. Voor de komst van internet waren er alleen een handvol piratenzenders en -schepen waar de overheid fanatiek op joeg. Nu kan iedereen op zolder kritisch en grensverleggend nieuws publiceren.

De Pirate Box. Wissel hiermee anoniem plannen uit om de absolute wereldheerschappij te veroveren.
De Pirate Box. Wissel hiermee anoniem plannen uit om de absolute wereldheerschappij te veroveren.

Internet kent echter ook een aantal ernstige nadelen, reden waarom we ons zorgen maken. Zijn er geen alternatieven?
Letterlijk alles wat je op internet doet is namelijk na te trekken door autoriteiten die vanzelfsprekend altijd het beste met de bevolking voor hebben (al begrijpt de bevolking dat niet altijd, dus is het voor hun bestwil nodig dat ze af en toe aan worden gepakt, in het algemeen belang).
Verder zorgt internet voor een lagere redundantie. Internet op zich is zeer redundant – het systeem is immers door het Amerikaanse leger ontworpen om de vernietiging van centrale servers te overleven – maar vrijwel alle communicatie loopt nu via internet – zelfs in toenemende mate het telefoonverkeer. Lukt het op de een of andere manier de centrale infrastructuur van internet plat te leggen – er zijn maar dertien centrale DNS-servers, bijvoorbeeld – dan betekent dit een totale informatie-blackout. De meeste mensen zullen zelfs geen televisie meer kunnen ontvangen omdat tv-signalen in toenemende mate via internet worden verspreid. Alleen ouderwetse AM- en FM-radio’s en satelliet-TV zal nog werken. Mogelijk.
Ook proberen overheden, waaronder de Europese UnieBritse en de Amerikaanse, steeds meer greep op de inhoud van internet te krijgen, m.a.w. censuur.

Simpel maar geniaal: een USB-stick inmetselen in de muur en klaar is uw anonieme data-wissel.
Simpel maar geniaal: een USB-stick inmetselen in de muur en klaar is uw anonieme data-wissel.

Gelukkig blijken diverse visionairen zich deze vraag al te hebben gesteld en simpele tot ingewikkelder oplossingen te hebben bedacht voor de dag waarvan niemand hoopt dat deze ooit zal aanbreken: het einde van open internet of de komst van de politiestaat. Een kort overzicht van de ideeën. Gebruik deze of bedenk andere. Kennen jullie nog meer manieren? Post ze hieronder, we zuillen ze in dit artikel verwerken.

Dead drops
De dead drop of anonieme brievenbus staat toe boodschappen en voorwerpen uit te wisselen zonder dat twee mensen elkaar hoeven te ontmoeten. Deze klassieker uit de Koude Oorlog, heeft van New Yorker Aram Bartholl een nieuw jasje gekregen.  Een USB-stick wordt ingemetseld in een muur of andere stabiele publiek bereikbare plaats. Hierop kunnen gegevens worden geplaatst die anoniem gedeeld kunnen worden. Gebruik bij voorkeur tekstbestanden (.txt). In bijvoorbeeld Microsoft Word-bestanden wordt allerlei informatie over de gebruiker meegestuurd.

Pirate Box
Kunstenaar David Darts, ook uit de Big Apple, bedacht de Pirate Box, een WiFi router zonder internet. Het apparaatje bestaat uit een Linux servertje met een webhost. Het gebruik is simpel. Zodra je binnen bereik bent van het draadloze netwerk, kan je verbinding leggen en bestanden uploaden of downloaden. Het apparaat is voor onder de honderd euro zelf te bouwen en werkt onder de open-source FLOSS software.

Netsukuku
De Italiaanse wiskundige Andrea Lo Pumo bedacht Netsukuku, een alternatief voor internet dat ontstaat door wifi-routers aan elkaar te knopen. De gebruiker hoeft alleen de software te installeren op zijn laptop of pc. Netsukuku is op dit moment nog volop in ontwikkeling, nog geen enkele stad is uitgerust met een werkend systeem. Netsukuku is een geheel plat netwerk: er zijn geen centrale servers en er is geen internetprovider nodig. Dit kan door een fractale opbouw van netwerken: een eindnode kan uitgroeien tot een centrale hub indien nodig. De maximale werkgeheugenbelasting is in het ergste geval 350 kilobyte (een duizendste van het gemiddelde computergeheugen). Nog beter nieuws is dat datapakketjes niet op een bepaalde computer zijn te traceren. Kortom: sommige Italiaanse politici en een bepaalde zeer sympathieke mevrouw zullen hier niet blij mee zijn. Helaas is er nog steeds geen werkende versie die uitgerold kan worden, maar Lo Pumo is druk aan het werk.

Een generatieschip is eeuwen onderweg. Generaties worden onderweg geboren en sterven.

Reizen naar andere sterren pas mogelijk in 2200?

Volgens een wetenschappelijke studie die uitgaat van ons vermogen om energie op te wekken, zullen we pas begin drieëntwintigste eeuw voldoende vermogen hebben om een verkenningsschip richting Alfa Centauri, onze dichtsbijzijnde buur, te sturen. De vraag: hebben deze onderzoekers wel gelijk?

Ruimtevaart slurpt energie
Ruimtereizen kosten ontstellend veel energie. Om een voorbeeld te geven: de Apollo-11 missie die de eerste mensen naar de maan bracht, kostte alleen aan brandstof al drie miljoen kilo kerosine, vloeibare zuurstof en waterstof. Alhoewel door bijvoorbeeld gebruik te maken van ruimteliften en zonnezeilen het prijskaartje behoorlijk omlaag kan, blijven de enorme negatieve zwaartekrachtspotentialen van de aarde en de zon energievreters. Ter illustratie: het kost 62 megajoule, dat is zeventien kilowattuur, om een kilogram op het aardoppervlak uit de greep van de aarde te krijgen. Zelfs een Amerikaanse familie doet daar een dag mee (een Nederlandse twee dagen).

Dat is nog weinig vergeleken met wat ontsnappen aan de zon kost: 886 megajoule per kilo vanaf de omloopbaan van de aarde. Ongeveer het daggebruik van eco-goeroe Al Gore. Wel kan energie afgesnoept worden door langs andere planeten te vliegen en slimme ruimtevaarttechneuten doen dat ook om zo hun ruimteverkenners gratis naar de verre, ijzige buitenplaneten te kunnen sturen.

Omdat de afstanden tussen sterren enorm zijn: zelfs het licht doet meer dan vier jaar over de reis naar buurster Alfa Centauri, moeten ruimteschepen zeer snel kunnen reizen, denk aan procenten van de lichtsnelheid. Een ander alternatief is een generatieschip: een enorm ruimtedorp waarin de nakomelingen van de vertrekkende astronauten aankomen bij de buurster. Beide alternatieven vreten uiteraard energie, om even een indruk te geven: willen we een ruimtescheepje met een massa van tien ton (stel je voor dat je daar veertig jaar in moet doorbrengen…) met een tiende van de lichtsnelheid naar Alfa Centauri sturen, dan kost dat evenveel energie als de hele wereld in een jaar verbruikt. Een beetje moeilijk uit te voeren dus als we de verheven klimaatdoelstellingen van voornoemde meneer Gore willen halen. En dan komt het volgende probleem. Afremmen. Dat kost net zo veel brandstof en energie als versnellen.

Een generatieschip is eeuwen onderweg. Generaties worden onderweg geboren en sterven.
Een generatieschip is eeuwen onderweg. Generaties worden onderweg geboren en sterven.

Een snel schip kent nog als extra nadeel dat bij snelheden in de buurt van de lichtsnelheid minuscule ruimtestofjes veranderen in dodelijke projectielen, dus moeten zware beschermende schilden mee worden gesleept. We kunnen natuurlijk een langzame robotverkenner sturen. Zo zal over tachtigduizend jaar Pioneer 11 vier lichtjaar hebben overbrugd. Tachtigduizend jaar is alleen wel erg lang. Misschien bestaat de mens dan niet eens meer.

Gezocht: mega-energiebron
Kortom: alleen als we onze energieproductie kunnen verveelvoudigen, kunnen we (als we ons braaf aan Einsteins relativiteitstheorie houden, althans) ontsnappen aan het zonnestelsel. De groei van de omvang van onze economie staat ruwweg gelijk aan de groei van het energieverbruik: enkele procenten per jaar. In dat tempo bereiken we Kardashev-I (het punt dat we alle aardse energiebronnen kunnen benutten, denk aan zonnepanelen op iedere vierkante centimeter aarde oid) pas rond 2400.
Marc Millis, ex-hoofd van de NASA-denktank voor interstellaire ruimtevaart en oprichter van de Tau Zero Foundation met hetzelfde doel, denkt daarom dat pas over tweehonderd jaar de eerste robots Alfa Centauri bereiken. Pas dan is onze energieproductie duizenden malen groter dan nu en wordt het peanuts om een ruimteschip voldoende te versnellen. 

Maar… klopt Millis’ verhaal wel?
Millis weet duidelijk waar hij over praat. De man heeft de afgelopen twintig jaar niets anders gedaan dan inventieve manieren bedenken en speculatieve ideeën van anderen beoordeeld om te ontsnappen aan het zonnestelsel. Iedereen kan met middelbare-school natuurkundekennis, op een middelbare-school zakjapannertje narekenen dat de getallen die hij geeft kloppen.
De vraag is alleen of zijn aannames wel kloppen.

Om te beginnen: de grootte. We kunnen nu al met atomen slepen. Over niet al te lange tijd kunnen we in een zeer klein ruimtescheepje van misschien honderd kilo atoom voor atoom alle apparatuur proppen die nodig is om de onderzoeken te verrichten. Versnellen doen we hier op aarde voor een groot deel met een laser zodat er minder brandstof meehoeft: überhaupt is een geladen vortex of soliton die de baan rond het ruimtescheepje schoonveegt nuttig. We kunnen met het ruimteschip een Von Neumann-machine sturen die een stuk ruimtepuin rond Alfa Centauri ombouwt tot redelijk goede waarnemingsapparatuur. Misschien zelfs wel uit bevruchte menselijke eicellen een complete nieuwe menselijke kolonie laat groeien.

Ook is het de vraag of afremmen inderdaad wel zoveel energie kost als Millis denkt. De interstellaire ruimte is gevuld met ijl gas en geladen deeltjes. Schakel een groot magnetisch schepveld in, bijvoorbeeld door op een gegeven moment de wrijving te gebruiken om het schip te laten roteren, en remming is een feit. En heeft Einstein wel het laatste woord over sneller-dan-licht reizen? Ook daar denken sommige theoretisch-fysici heel anders over

Visionaire websites

Links naar websites met een hoog visionair gehalte

Fourth Millennium Foundation: groep natuurwetenschapppers en denkers, die nadenken over de mogelijkheden voor interstellaire ruimtevaart

Long Now Foundation: visionaire stichting met als doel lange-termijn denken te bevorderen. Opgericht in 01996

Humanity Plus: groep met als doel transhumanisme: de mens te laten evolueren tot een superieur wezen

Ted.com: internationale community van sprekers met innovatieve, vaak visionaire ideeën

Cassandra Club: blog met vaak pessimistische (of, volgens Cassandra Club zelf, realistische) visies over de toekomst

Grenswetenschap: nieuws, geregeld van visionaire aard, van de randgebieden van de wetenschap

Zaplog: community met maatschappijkritische artikelen, geregeld van visionair belang

Sargasso: een van de eerste Nederlandse weblogs met alternatief nieuws en andere stukken die tot nadenken aanzetten

One.org: grassroot internetorganisatie die armoede bestrijdt

De Innovatiebrouwerij, sociale innovatie

Mensa: vereniging van hoogbegaafden, oorspronkelijk opgericht met een visionair doel; veel visionairen zijn hoogbegaafd

Financiele.onafhankelijkheid.nu, omdat financiële onafhankelijkheid meer mogelijkheden geeft om visionair bezig te kunnen te zijn

Personal Potential: persoonlijke ontwikkeling; oprichter Maarten van Mook is mede-inspirator van visionair.nl

Kleureneconomie: een alternatief economisch systeem, waarin recycling is ingebakken

Futurismic: visionair perspectief op (wetenschaps) nieuws

Exit Mundi: de ultieme resource voor visionaire doemdenkers met een glimlach

Global Ideas Bank: verzamelplaats voor visionaire ideeën

Articulum: blog voor jonge ondernemers met grensverleggende ideeën.

Studium Generale Utrecht: Het podium voor lezing en debat van de Universiteit Utrecht, open en gratis voor iedereen

Ons onderwijs heeft nog veel trekken van de zeventiende eeuw.

Problemen in onderwijs door stompzinnige eisen aan leraren

Een leraar moet op dit moment een duizendpoot zijn. Niet veel mensen hebben die bijzondere combinatie van eigenschappen, waardoor een zwaar beroep wordt gedaan op schaarse mensen.

Ongeveer tien tot dertig procent van de leraren kan geen behoorlijk les geven. Ook is er een chronisch tekort aan leraren. Het gevolg: onregelmatige roosters, een hogere werkdruk voor de overige leraren en ook schooluitval. De rechtse regeringspartij VVD wil er, volstrekt voorspelbaar, er met de knoet overheen. De linkse vakbonden schreeuwen, al even voorspelbaar, moord en brand als reactie op deze plannen.

Zware eisen aan leraren
Een leraar in het middelbaar onderwijs moet niet alleen veel afweten van het onderwerp waarover hij of zij les geeft. Hij moet ook orde kunnen houden, controleren of zijn leerlingen hun huiswerk wel hebben gedaan, dat wat hij weet goed uit kunnen leggen en leerlingen enthousiast kunnen krijgen over zijn vak. Dit bij een zeer gemengde groep van leerlingen.

Ons onderwijs heeft nog veel trekken van de zeventiende eeuw.
Ons onderwijs heeft nog veel trekken van de zeventiende eeuw.

Dat is nog niet alles. Hij moet ook proefwerken en overhoringen en opstellen. Hij moet rapporten over leerlingen opstellen en geregeld overleggen over hun vorderingen. Ook moet hij problemen met leerlingen op tijd signaleren. En verder moet hij met verandering om kunnen gaan, zogenaamde onderwijsvernieuwingen zijn namelijk schering en inslag, en snel kunnen inspelen op gedrag van leerlingen.

Eisen aan leraren zijn tegenstrijdig
Het probleem is dat deze eisen vaak tegenstrijdig zijn. Een communicatief sterke en inspirerende leraar is meestal extravert, voor introverte mensen is het communiceren met een grote groep moeilijker. Extraverte mensen zijn juist minder goed in het bedenken en nakijken van proefwerken en opstellen van rapporten. Ook specialistische vakkennis is eerder voor introverte dan voor extraverte mensen weggelegd.

Een drilsergeant is ideaal om orde te houden, maar minder geschikt om leerlingen met problemen te helpen.
Een drilsergeant is ideaal om orde te houden, maar minder geschikt om leerlingen met problemen te helpen. Bron

Een leraar die open staat voor leerlingen met problemen en zich in hen kan inleven, is doorgaans een vriendelijk en gevoelig persoon. Helaas is het juist dit het type persoon dat het meeste moeite heeft met het orde houden in de klas. Dat vereist weer een meer dominante, stabiele persoonlijkheid.
Leerlingen in de gaten houden en overzicht houden over de klas vraagt een grote opmerkzaamheid. Vooral meer abstracte vakken zoals wiskunde, klassieke talen of economie vereisen juist een zekere mate van duiken in de theorie, waar praktijkmensen een broertje dood aan hebben.

De oplossing: vervang leraren door samenwerkende deelspecialisten
De vele, vaak tegenstrijdige dingen die een leraar moet kunnen, moeten in groepen worden onderverdeeld die bij de competenties van verschillende persoonlijkheden passen. Zo kunnen extraverte mensen het beste leerlingen enthousiast maken en uitleggen wat de stof inhoudt. Introverte mensen kunnen proefwerken en examenvragen bedenken en ze nakijken. Ook kunnen ze de extraverte docenten vakinhoudelijk ondersteunen.

Het vereist een dominante, stabiele persoonlijkheid om de wind er onder te houden, straffen uit te delen en leerlingen er op aan te spreken als ze hun huiswerk niet hebben gedaan. In het rustige lesklimaat dat zo ontstaat, kunnen vriendelijke, gevoelige persoonlijke coaches zich inleven in leerlingen die dat nodig hebben en op tijd ingrijpen als er problemen dreigen.

De klas van de toekomst?
De groepen die les krijgen zullen groter zijn dan nu. Elke groep leerlingen van rond de honderd kinderen krijgt een vaste persoonlijke coach en een ordehandhaver. Lessen worden gegeven door een extraverte vakdocent, die ondersteund wordt door een introverte vakinhoudelijke specialist. Alle leraren in Nederland en vrijwilligers, denk aan gepensioneerde wetenschappers en vakspecialisten, ontwikkelen via een soort wiki open-source lesmateriaal, dat de dure schoolboeken vervangt. Hierbij kan er samen worden gewerkt met andere Nederlandstalige gebieden: Vlaanderen, Suriname en de Nederlandse Antillen.

In een elektronisch leerlinglogboek houdt elke leraar, coach en ordehandhaver per leerling bij wat er gebeurt. Proefwerken en examenvragen worden landelijk ontwikkeld door vakspecialisten en nagekeken door computers of, opnieuw, vakspecialisten. Zo komt meteen in beeld op welke scholen er problemen rijzen of van welke leraren de anderen juist heel veel kunnen leren. Het middelbaar onderwijs in Nederland verandert zo in een enorm lerend systeem.