Op naar de eeuwige vakantie
Technisch hebben we de mogelijkheden om er met maar enkele uren werk per week, toch een goede levensstandaard er op na te houden. Waarom doen we dat niet maar concurreren we elkaar kapot?
Hard werken om te kunnen luieren aan het strand
Er doet een klassieke, in diverse vormen opduikende anekdote de ronde over een rijke industrieel, van zijn zuurverdiende geld op vakantie op een paradijselijk Stille Zuidzee eiland. Hij ziet een op het strand luierende inboorling en leest hem de les over het nut van hard werken. Als de inboorling maar hard genoeg werkt en het koraalrif leegvist, is hij over dertig jaar multimiljonair en kan hij… luieren aan het strand.
Onnodige consumptie
Natuurlijk is de werkelijkheid voor aan het strand luierende inboorlingen wat minder rooskleurig dan hier voorgesteld, vraag maar aan de gemiddelde Cubaan of Jamaicaan, maar toch zit er een kern van waarheid in het verhaal.
Bepaalde dingen zuilen altijd nodig blijven. Denk aan voedsel, basale gezondheidszorg, kleding en een dak boven het hoofd. Toch is een groot deel van onze consumptie terug te voeren op volstrekt onnodige dingen. Wie heeft gevraagd om STER-reclames? Kerstkaarsen met led-lampjes er in (ontdekte ik tot mijn afgrijzen achteraf)? Hondendekjes voor het warmhouden van eveneens volstrekt overbodige Mexicaanse naakthonden, die mensen nemen omdat ze geen tijd hebben om een vaste partner te vinden en kinderen te krijgen?
We houden voornamelijk elkaar bezig
In feite ontstaat een groot deel van het werk omdat mensen elkaar bezig houden. Veel ambtenaren schrijven rapporten voor andere ambtenaren. Veel ambtenaren controleren andere ambtenaren. Er gaat heel veel werktijd in vergaderingen zitten die tachtig procent van de tijd nergens over gaan. Verkopers zijn de hele dag druk in de weer om aan de telefoon andere werkenden een product aan te smeren – dubbel productiviteitsverlies.
Twee beroepsgroepen: de reclamejongens en de juristen – leveren ook extra werk op omdat ze leiden tot een wapenwedloop tussen fabrikanten, die om niet in de problemen te komen een betere jurist moeten inhuren dan de concurrent. Doorgedraaide overwerkte stakkers moeten naar een therapeut. Wanhopige huizenzoekers bieden tegen elkaar op waardoor de kosten van een woning voornamelijk uit gebakken lucht bestaan. Allemaal goed voor “de economie”, omdat alle omzetcijfers meetellen voor de berekening van het BNP.
De Wet van Parkinson
Cyril Northcote Parkinson stelde in zijn boek Parkinson’s Law: The Pursuit of Progress (London, John Murray, 1958) vast dat de omvang van het Britse imperium afnam terwijl het ambtelijk apparaat van het Britse imperium per jaar 5-7% in omvang toenam.Dit proces blijkt ook in andere bureaucratieën (zoals de Nederlandse) en in grote bureaucratische bedrijven voor te komen. Volgens Parkinson zijn er hiervoor twee oorzaken: een bureaucraat (doorgaans bekend als ambtenaar, stafmedewerker of manager) wil, in plaats van meer rivalen, meer ondergeschikten en een bureaucraat creëert werk (ze houden elkaar bezig).
Werkloosheid is helemaal geen probleem
Werkloosheid is het grote spookbeeld voor bestuurders en economen. Een groot deel van het papieren heen en weer schuiven wordt verdedigd met het argument dat het voorkomt dat er acute werkloosheid uitbreekt. Geen wonder dat ze er alles aan doen om werkgelegenheid te behouden.
De polderaars zijn absolute wereldkampioenen geworden in werk scheppen. Een probaat middel hiervoor is allerlei ingewikkelde regels en normen invoeren. Dan heb je namelijk veel ambtenaren en andere bureaucraten nodig die deze moeten gaan handhaven. Je begrijpt: als bedenker van een dergelijke regel zit je gebeiteld, want jij krijgt leiding over die groep controleurs en valt dus in een veel hogere salarisschaal.
Het gevolg: productie wordt duurder, want de salarissen van de bureaucraten moeten terug worden verdiend. Het handjevol mensen dat werkelijk productief werk doet, wordt steeds zwaarder belast.Daarom is het ziekteverzuim ook extreem hoog onder deze stakkers, denk aan bouwvakkers en fabrieksarbeiders. Met als resultaat dat er weer een nieuwe arbo- of verzuimmedewerker wordt aangenomen, die… enfin, het punt is duidelijk. Overigens: steeds meer van het productiewerk wordt nu volledig gerobotiseerd. Hetzelfde kunnen we de komende jaren verwachten met het werk in de zorg.
De Nederlandse overheid verdient verreweg het meeste aan consumptieve bestedingen: loonbelasting en BTW. Een vermindering in de omloopsnelheid van deze mallemolen merkt de schatkist meteen. Vandaar dat dit probleem door zal blijven etteren. Wie wil ontsnappen zal dat zelf moeten doen.
De oplossing: word financieel onafhankelijk
Financieel onafhankelijk worden kan op twee manieren: minder uitgeven en inkomen verwerven zonder werk (of met werk dat leuk is om te doen). Zelfs gedeeltelijke financiële onafhankelijkheid kan al veel stress schelen. Als gevolg hiervan zal het BNP dalen.
Daarentegen zal een land vol vrekken heel goed zijn voor onze concurrentiepositie. Het leven wordt veel goedkoper als de huizenprijzen als een plumpudding in elkaar zakken, waardoor ook de lonen niet zo hoog hoeven te liggen. Aan een vrek kan je alleen iets verkopen waar hij echt wat aan heeft, dus fabrikanten zullen zich moeten toeleggen op nuttige, kwalitatief hoogwaardige producten.
Meer mensen kunnen zich vrijwillig bezig houden met werk dat nu blijft liggen maar dat wel belangrijk is: wetenschappelijk onderzoek naar de oorzaak van ernstige ziekten, ontwikkelen van milieuvriendelijke technieken en dergelijke. Op die manier zullen we zoveel waarde produceren dat Nederland toch een rijk land zal blijven.