Wolkenkrabbers lijken protserig en overdadig. In werkelijkheid zijn steden veel zuiniger dan het platteland.

Grote steden goed voor het milieu

Grote steden hebben een slechte naam op milieugebied. Ze worden geassocieerd met voortkruipende, roetwolken uitbrakende files, enorme wolkenkrabbers en vergiftigde rivieren die er langs stromen, als contrast met het idyllische platteland. Maar klopt dat beeld wel?

Voordelen van dicht op elkaar wonen
Een stad is een plek waar veel mensen opeengepakt wonen. Een gevolg daarvan is dat het veel makkelijker is om infrastructuur aan te leggen. Op het platteland moet er per huis al gauw honderd meter of meer waterleiding, riolering en elektriciteitsleiding aan worden gelegd.

Wolkenkrabbers lijken protserig en overdadig. In werkelijkheid zijn steden veel zuiniger dan het platteland.
Wolkenkrabbers lijken protserig en overdadig. In werkelijkheid zijn steden veel zuiniger dan het platteland.

In de stad is dat tien meter of (in flats bijvoorbeeld) minder. Ook zijn de afstanden in de stad klein. Je hoeft niet met een auto kilometers ver te rijden om boodschappen te doen, maar kan de fiets gebruiken. Inderdaad worden steden geteisterd door files, maar dat heeft milieutechnisch gezien grote voordelen. Stilstaande auto’s stoten nauwelijks uitlaatgassen uit en veel autobezitters zullen na frustrerende ervaringen in de file de volgende keer een fiets, bus of de metro pakken.

Er zijn nog meer voordelen. Per inwoner neemt een flat, zelfs een luxe loft of penthouse, minder grondstoffen in beslag dan een vrijstaand huis, vooral de grote, ruime huizen die op het platteland gebruikelijk zijn. De logistiek van de stad is veel energiezuiniger dan die van het platteland. Openbaar vervoer wordt lonend omdat heel veel mensen er gebruik van kunnen maken en de afstanden kort zijn. Stedelingen zijn vaak in betere lichamelijke conditie dan plattelandsbewoners omdat ze vaker de fiets gebruiken. Omdat heel veel mensen op elkaar gepakt wonen zijn allerlei voorzieningen mogelijk die niet lonend zijn voor dunbevolkte gebieden.

De suburbs – de voornaamste reden van het hoge Amerikaanse energieverbruik
Wie luchtfoto’s van grote Amerikaanse steden als Phoenix in Arizona (het meest extreme voorbeeld) bekijkt, zal het opvallen dat deze steden enorme oppervlaktes in beslag nemen. Uitgestrekte suburbs van vrijstaande huizen met enorme tuinen strekken zich over tientallen kilometers uit. Dat lijkt ook ongestraft te kunnen. In het geval van Phoenix, een stad midden in de woestijn, is de omringende grond immers spotgoedkoop. Helaas slurpen deze voorsteden enorme hoeveelheden water (de grote tuinen moeten worden geïrrigeerd) en de afstanden zijn enorm: iedere inwoner van Phoenix heeft maar liefst zevenhonderd vierkante meter tot zijn beschikking. Dat is ongeveer de bevolkingsdichtheid in Bangladesh. Het gevolg: boodschappen doen kan niet lopend zoals in een compact gebouwde stad, maar moet met de auto. Amerikaanse supermarkten (Wal Mart is het meest beruchte voorbeeld, ook in Europa rukken de hypermarkten op) bedienen honderdduizenden mensen. In een stad als Phoenix betekent dat, dat het dichtstbijzijnde winkelcentrum tien kilometer ver weg ligt. Dat geldt nog sterker voor woon-werk verkeer.

De Nederlandse krappe Vinexwijken met eindeloze rijen eenvormige woningen nemen overigens veel minder ruimte in beslag, tweehonderd vierkante meter voor een gezinswoning, en worden daarom door buitenlandse stedenbouwkundigen als lichtend voorbeeld genoemd. De inwoners van Vinexwijken denken daar vaak anders over. Vermoedelijk ligt dit meer aan de volkomen fantasieloze opzet van veel Vinexwijken. Als de bewoners hun eigen huis mogen ontwerpen en er meer variatie in huizenbouw bestaat, zouden deze wijken aantrekkelijker worden.

Mensenpakhuizen pakken sociaal verkeerd uit
Gedurende het grootste deel van hun bestaan leefden mensen in kleine groepen die de duizend individuen niet overstegen. Ook nu nog hebben de meeste mensen maximaal duizend kennissen. Meer kan het menselijk brein niet behappen. De anonimiteit is ook de reden dat grote steden doorgaans te kampen hebben met problemen als criminaliteit.

Fantasievolle bouw maakt middeleeuwse Italiaanse steden als Spoleto levendig.
Fantasievolle bouw maakt middeleeuwse Italiaanse steden als Spoleto levendig.

Een tweede probleem is dat er veel te weinig groen aanwezig is in steden. Aangetoond is dat hierdoor de gezondheid van stedelingen achteruit gaat. Het blijkt ook dat meer planten rond huizen in dichtbevolkte stadswijken de criminaliteit doet dalen.

Kortom: je wilt een oplossing die wel de voordelen van steden biedt maar niet de nadelen. Mogelijk is het een idee, de stad op te delen in een soort dorpen met minder dan duizend inwoners. Deze buurt moet alleen te bereiken zijn via enkele toegangswegen om het eilandkarakter te behouden. De dorpen moeten voorzien worden van flink wat groen. Mogelijk kan dit door de huizen getrapt te bouwen, waardoor er veel extra oppervlakte beschikbaar komt.

2 gedachten over “Grote steden goed voor het milieu”

  1. “Op het platteland moet er per huis al gauw honderd meter of meer waterleiding, riolering en elektriciteitsleiding aan worden gelegd.”

    Zeker. Daarnaast moet je om een huis op het platteland warm te houden veel meer warmte opwekken. In een rijtjeshuis, zeker als een huis in het midden van de straat staat, ben je veel minder energie kwijt dan bij een alleenstaand huis.

    Ook voor het bezorgen van triviale zaken als post, is het zeer energieverspillend dat mensen zover uit elkaar wonen.

  2. wat nou . stedelinge hebben een betere conditie dan mensen op het platteland .

    dat daar vrienden is totale onzin.
    mensen op het platteland zijn fisiek meer in beweging
    eten betere kwaliteit voedsel .

    ps ik woon in de stad nu
    en heb ook als boer gewerkt .

    daarbij hou ik niet van veel mensen om mij heen
    die mij belemmeren in mijn vrijheid

Laat een reactie achter