bedrijf

Bedrijven met voornamelijk vreemd vermogen vallen bij de minste tegenslag al om. Bron: www.insolvere.nl

Ondernemen zonder bank, helemaal zo gek nog niet

De gemiddelde ondernemer leent zich suf bij de bank. De verhouding vreemd vermogen (geleend geld) op eigen vermogen is vaak 2:1. Veel ondernemers komen daarom flink in de problemen als de bank de geldkraan dichtdraait, zoals nu gebeurt door de kredietcrisis. Sommige ondernemers, die een gezond wantrouwen koesteren tegen bankiers, pakken het slimmer aan.

De eerste moderne banken werden actief in de late middeleeuwen. Ze dienden onder andere om riskante handelsexpedities mee te financieren. Pandjeshuizen verstrekten leningen op familiezilver aan arme sloebers. De middenklasse leende zelden. Gegoede burgers financierden hun bedrijf door erfenissen (of uitkopen van ouders), investeerders en door te sparen. Leningen waren doorgaans een schande, een noodgreep, die alleen bij calamiteiten werden aangegaan.

Het is pas vrij recent dat ook kleine ondernemers grote sommen geld lenen bij de bank.  Hiervoor zijn enkele redenen aan te wijzen. De invloed van het calvinisme, dat sterk gekant is tegen leningen, nam af. Ook werden banken democratischer. Het werd nu ook voor de lagere klassen veel gemakkelijker om leningen af te sluiten. De belangrijkste reden was echter dat Angelsaksische ideeën over bedrijfsfinanciering steeds populairder werden. Dit had twee gevolgen.

Bedrijven met voornamelijk vreemd vermogen vallen bij de minste tegenslag al om. Bron: www.insolvere.nl
Bedrijven met voornamelijk vreemd vermogen vallen bij de minste tegenslag al om. Bron: www.insolvere.nl

De factuur als methode voor uitstel van betaling
Bij de meeste bedrijven was het de gewoonte om direct bij levering betaald te krijgen. De post debiteuren was daarmee nul. Alle kapitaal van het bedrijf zat in het bedrijf zelf. Weliswaar bestonden er systemen als de spreekwoordelijke kerfstok, maar pas met de komst van facturen begon de hoeveelheid kapitaal die in openstaande rekeningen zat, explosief te stijgen.

Omgekeerd neemt uiteraard ook de hoeveelheid vreemd vermogen toe. Bedrijfseconomen zien het flink oprekken van de betalingstermijn als een uitstekende manier om de hoeveelheid kapitaal in hun bedrijf flink te vergroten, m.a.w. gratis te lenen.

Vooral grote bedrijven maken hier graag misbruik van. Zo begon warenhuisketen HEMA, ooit een redelijk snelle betaler, na de overname door een hedge fund de toeleveranciers af te knijpen door veel later te betalen. Uiteraard mogen de klanten van HEMA niet gratis op krediet kopen, dat spreekt.

‘Hoe meer lenen, hoe meer winst’
Een andere reden waarom financieel managers graag veel lenen, is dat het rendement op het eigen vermogen (EV) sterk toeneemt. Stel, het totale kapitaal in een bedrijf, Windbuil BV,  is eenderde eigen vermogen en tweederde vreemd vermogen: geleend van de bank voor bijvoorbeeld 5% rente. Het totale vermogen van het bedrijf bedraagt een miljoen euro. Stel, het bedrijf maakt 100 000 euro winst. Nadat de bank betaald is (667 000 * 5% = 33 350 euro rente) blijft er nu 66 650 euro winst over, die uitgekeerd wordt aan de eigenaar. Deze maakt een rendement op zijn kapitaal van 20%. Briljant! Onze financieel manager viert zijn geniale strategie met een fles champagne, fikse loonsverhoging en bonus, dat spreekt.

Een paar jaar later (ons financiële wondertalent is dan uiteraard het volgende eerlijke bedrijf aan het slopen) zit het bedrijf met de gebakken peren. Stel, het bedrijf maakt na een slecht jaar een verlies van 100 000 euro. De bank moet betaald worden, wat het verlies vergroot: 133 350 euro. Dit verlies komt geheel ten laste van het eigen vermogen van 333 000 euro. Dat halveert hierdoor bijna tot 200 000 euro. Nu hanteren de meeste banken de regel dat een bedrijf solvabel moet zijn. Dat wil zeggen, dat de hoeveelheid vreemd vermogen nooit meer dan tweederde mag zijn. Wilt u even een kwart miljoen aan de bank terugbetalen, meneer. Het gevolg: het bedrijf gaat op de fles, werknemers raken hun baan kwijt en de ondernemer blijft berooid achter. De concurrent, Eigengeld BV, die de bank principieel buiten de deur houdt en daarvoor genoegen nam met een lager rendement, slaat nu toe. Voor een appel en een ei koopt deze Windbuil BV op en weet hiermee nog enige werkgelegenheid te behouden.

Bankenvrij ondernemen, hoe doe je dat?
Er zijn een aantal eenvoudige principes die een bankenvrije ondernemersstijl mogelijk maken. Ten eerste is dat directe betaling eisen. Een betalingstermijn van nul dagen dus. Hierbij hoort een stevige boeterente: wie te laat betaalt, verandert in een melkkoe. Ten tweede worden ook leveranciers direct betaald. Dit kost weliswaar renteinkomsten, maar de dankbaarheid van de leveranciers, die hiervoor vaak genoegen nemen met een wat lagere prijs, maakt dit meer dan goed. Er is ook een ontastbaar voordeel. De relatie met leveranciers en klanten wordt niet belast door schulden en blijft prettig, waardoor er meer zaken worden gedaan.

Verder werkt een bankenvrije ondernemer niet met geleend geld, maar met 100% eigen vermogen. Groei wordt zoveel mogelijk gerealiseerd met het eigen vermogen, dus door winsten op te sparen en te investeren. Is extra kapitaal nodig, dan kan het bedrijf aandelen verkopen aan bijvoorbeeld personeelsleden of externe investeerders. Er hoeft geen energie meer verspild te worden aan moeizame onderhandelingen met bankiers. Een bankenvrije ondernemer begroet een recessie met gejuich, want nu is de tijd gekomen om te oogsten en als een hongerige wolf huis te houden onder de smakelijkste hapjes onder de op apegapen liggende concurrentie. Hij of zij slaapt ’s avonds als een roos, terwijl de “slimme” leners in een ambulance met loeiende sirene naar de reanimatie worden vervoerd.

Hoewel de scherpe kantjes er af zijn, heeft werknemerschap veel weg van slavernij.

Mede-eigenaar worden van je werkgever moet belastingvrij worden

Bedrijven waarvan de werknemers mede-eigenaar zijn doen het veel beter dan bedrijven waarbij dat niet zo is. Is, als vorm van privé-vermogensopbouw, dit niet een veel zinniger alternatief voor de hypotheekrenteaftrek?

Werknemers als aandeelhouder economisch erg succesvol
Het grootste deel van de Nederlanders werkt bij een bedrijf. Dat kan een beursgenoteerde gigant zijn als Philips of Shell, maar ook de plaatselijke fietsenmaker of een eigen bedrijfje, als zzp’er dus. Sommige bedrijven kennen een systeem waarbij de werknemers mede worden uitbetaald in aandelen. Een andere vorm is de arbeiderscoöperatie, die in het unieke Joegoslavische communistische systeem werden gehanteerd. Privatisering was daarom na de val van het communisme in Joegoslavië niet nodig. Wat al deze bedrijven gemeenschappelijk hebben is dat hun economisch resultaat behoorlijk veel beter is dan dat van werkgevers die alleen eigendom zijn van investeerders. Dar zijn een aantal goede redenen voor. De belangrijkste is dat de tegenstelling tussen arbeid en kapitaal wordt opgeheven en de feitelijke slavernij van werknemers, de zogeheten loonslavernij, wordt opgeheven.

Hoewel de scherpe kantjes er af zijn, heeft werknemerschap veel weg van slavernij.
Hoewel de scherpe kantjes er af zijn, heeft werknemerschap veel weg van slavernij.

Werknemers als moderne slaven
Wie De Negerhut van Oom Tom leest, de roman die de vonk gooide in het kruitvat dat tot de Amerikaanse Burgeroorlog zou leiden, kan goed nalezen hoe het dagelijkse leven er voor de slaaf er uit zag. De slaaf is overgeleverd aan de nukken van zijn meester. Deze meester kan de slaaf behandelen als een mens, een luxueuze leventje laten leiden en de slaaf kan hier zelfrespect uithalen, maar de slaaf blijft een slaaf. Als de slaaf wordt verkocht, bijvoorbeeld omdat zijn welwillende meester failliet gaat door een zakelijke stommiteit, verdwijnen al zijn zekerheden. In veel opzichten is de positie van de werknemer te zien als die van slaaf. De manager of bedrijfseigenaar draagt op, de werknemer gehoorzaamt. Op werkweigering staat ontslag. Weliswaar kan de werknemer niet worden verkocht, maar zijn bestaan: het bedrijf waar hij werkt, kan overgedragen worden aan een andere eigenaar zonder dat hij of zij er wat over te zeggen heeft. Als die eigenaar toevallig een hedge fund is dat net een dure lening heeft afgesloten om je bedrijf over te nemen, zal alle sociale en overige kapitaal dat je als werknemer hebt opgebouwd in het bedrijf waardeloos worden. Je kan van het ene op het andere moment je baan kwijtraken en al het harde werk dat je gestoken hebt in het belang van het bedrijf, boven dat wat van je verwacht wordt, is waardeloos geworden. Niet jij, maar de eigenaar of wat handige financiële jongens profiteren van wat jij al die jaren met je collega’s opgebouwd hebt.

De calculerende werknemer
Werknemers zijn uiteraard niet gek. Het gevolg is dat je de zogenaamde calculerende werknemers krijgt, die proberen met zo min mogelijk werk hun loon binnen te harken. Ondertussen drijven ze in hun vrije tijd (of die van de baas) een handeltje. Lees het boek de Vierurige Werkweek van Timothy Ferriss maar. Werkgevers op hun beurt, proberen met allerlei juridische en tactische middelen te voorkomen dat werknemers er bijvoorbeeld met klantenbestanden of gevoelige bedrijfsinformatie vandoor gaan als ze ontslagen worden. Denk aan het door beveiligers naar buiten laten escorteren van een ontslagen werknemer. Hierin Nederland is door de (nog) vrij goede ontslagbescherming van werknemers de situatie minder dramatisch, maar als de nieuwe kabinetsmaatregelen worden toegepast, gaat dat anders worden. Gevolg van dit alles is dat de productiviteit afneemt. Werknemers zijn voortdurend bezig hun eigen positie te bewaken. Werkgevers moeten veel tijd besteden aan controleren en trucs verzinnen om werknemers maximaal uit te knijpen en te voorkomen dat ze belazerd worden.

Investeren in eigen bedrijf en zeggenschap
Als werknemers een belangrijk deel van de eigen aandelen in bezit hebben, wordt het bedrijf daarmee hun bedrijf. Zij hebben een stevige vinger in de pap bij het bepalen van het bedrijfsbeleid en zullen meer naar de lange termijn kijken in plaats voor de snelle winst te gaan. Een ideale omgeving voor het ontwikkelen van hightech kwaliteitsproducten. Ze zullen leiders benoemen die het bedrijf door en door kennen. Maakt de bestaande leiding er een puinhoop van, dan zullen ze die massaal wegstemmen en een competente externe manager aanwijzen. Hun toekomst en hun bezit staat immers op het spel. Als een bedrijf echt in de penarie zit, kunnen ze een leider aanwijzen die harde, noodzakelijke, maar impopulaire maatregelen neemt. Ook voor ontslagen werknemers al er in ieder geval de troost zijn dat het waarde van hun bezit stijgt.

Beloon eigen aandelenbezit
Werknemers zouden fiscaal bevoordeeld moeten worden als ze in hun eigen bedrijf investeren. Dit kan bijvoorbeeld door het aankopen van bedrijfsaandelen van de bruto loonsom belastingvrij te maken. Bij het verkopen van deze aandelen moet er dan wel alsnog tegen het op het moment van verkoop geldende IB-tarief afgerekend worden, dit om fiscale foefjes onmogelijk te maken. Ook moeten werknemers als belanghebbenden inspraak krijgen bij verkoop van hun bedrijf. Uiteraard is ook hier de gemakkelijkste manier om dit te bereiken, werknemers mede-aandeelhouder te maken.

Lees ook:
Nederland wordt leeggeplunderd

De cheetah loopt ieder prooidier er uit. Toch staat de katachtige er beroerd voor. Bron: Wikipedia

Superefficiënt maar totaal niet effectief

Waarom gaan efficiënte bedrijven toch vaak failliet? Het antwoord: het streven naar efficiency, erg in de mode in periodes van bezuinigingen, verandert organisaties en bedrijven in dodo’s. De beste manier om een bedrijf snel failliet te laten gaan is koste wat kost een hoge efficiëntie te willen bereiken. Hoe moet het dan wel?

Efficiency: erg populair onder managers
Managers proberen het bedrijfsproces waarover ze het beheer voeren, doorgaans zo efficiënt mogelijk te regelen. De filosofie die ze hierbij volgen is: tegen zo laag mogelijke kosten proberen zoveel mogelijk output te produceren. Er bestaan uitgebreide managementstheorieën over hoe de efficiency in een bedrijf of afdeling gemaximaliseerd kan worden. Niet verwonderlijk worden deze enthousiast omhelsd door scharen managers. Immers, efficiency bevorderen levert duidelijke targets op en welke bovengeplaatste manager is niet blij als zijn ondergeschikte indrukwekkende cijfers met efficiencyverbeteringen kan overleggen?

Gevolgen toch vaak rampzalig
Toch zien we in de praktijk dat streven naar efficiency het bedrijf vaak meer kost dan het oplevert. Hoe komt dat? Op het eerste gezicht verwacht je dat niet. Immers, efficiencyverbetering lijkt een win-win situatie. Waar eerst veel hulpbronnen, zoals arbeidstijd, kapitaal en energie worden verspild, zorgt het nieuwe, efficiënte bedrijfsproces voor een steile verbetering in de winstmarge en dus in de bonus van de manager. Hoe kan een ergelijek gunstige ontwikkeling ontaarden in een ramp? Een verkenning van de gevolgen.

De cheetah loopt ieder prooidier er uit. Toch staat de katachtige er beroerd voor. Bron: Wikipedia
De cheetah loopt ieder prooidier er uit. Toch staat de katachtige er beroerd voor. Bron: Wikipedia

Denkfout 1: doelen altijd star
Veel managers gaan er bij hun mooie plannen van uit dat het doel van hun bedrijfsonderdeel altijd hetzelfde blijft. Die ontwerpafdeling eruit gooien en de techniek goedkoper uit China of de VS inkopen lijkt dan een heel goocheme beslissing. Topmanager Cor Boonstra van Philips deed precies dit. De aandeelhouders vonden het prachtig, want de winst schoot omhoog.
Philips kampt nu nog met de gevolgen. Het bedrijf wordt links en rechts ingehaald door concurrenten waar wel lange-termijnvisie bleek te bestaan en die wel in eigen huis in staat zijn technieken te ontwikkelen. Het enige onderdeel van het bedrijf dat het in staat stelde te maneouvreren en op de toekomst in te spelen, verdween.

Denkfout 2: het geheel is de som der delen
Als elke afdeling superefficiënt werkt, zo luidt de theorie van veel topmanagers, komt het helemaal goed met het bedrijf als geheel. Deze theorie blijkt, wel, weinig aansluiting te hebben op de praktijk. In de praktijk zien we dat superefficiënte afdelingen zich erg autistisch gaan gedragen en proberen lastige gevallen op andere afdelingen af te schuiven. Door het ontstane gekrakeel gaat veel tijd en energie verloren. De klant of andere externe actor haakt dan vaak af.

Denkfout 3: de efficiëntste specialist wint
Het jachtluipaard of cheetah (Acinonyx jubatus) is het snelste landzoogdier ter wereld. Het katachtige roofdier kan een verbazingwekkende 112 tot 120 kilometer per uur bereiken, waarvan de eerste 100 km/uur in slechts drie seconden. Het dier is in staat elk prooidier, zelfs de snelle Thomson gazelle, in te halen en te vangen. Het gaat echter niet goed met de cheetah. De reden: het dier moet zijn territorium delen met grote, sterke roofdieren als leeuwen en hyena’s. Deze kunnen niet erg hard rennen, maar wel met gemak de prooi afpakken van de tengere, op snelheid geoptimaliseerde cheetah. Of het dier zelf oppeuzelen. Geen wonder dat de populatie van de cheetah kwijnt.