economie

Kinderarbeid, mits gecombineerd met scholing en goede bescherming voor het kind, heeft ook enkele grote voordelen.

Laat alle scholieren werken

De wereld verandert snel. Het wordt steeds moeilijker om exact in te kunnen schatten wat iemand de rest van haar beroepscarrière aan kennis nodig zal hebben. Heeft het huidige onderwijsmodel, waarin mensen alleen in hun tienerjaren naar school gaan, niet zijn langste tijd gehad? Hans van Cassandra Club kraakte er al een kritische noot over.

Het Bildungsideaal is compleet doorgeschoten
Scholen worden door veel mensen gezien als deel van de opvoeding. Op zich is deze gedachte logisch. Kinderen brengen het grootste deel van hun dag door op school of met huiswerkactiviteiten. Geen wonder dat allerlei goedbedoelde pedagogen het lescurriculum van scholen hebben verrijkt (althans, volgens henzelf) met een werkelijk verbijsterende hoeveelheid maatschappelijk verantwoorde activiteiten. Het gevolg hiervan is dat basale vaardigheden als rekenen, Nederlands, wiskunde en kennis van vreemde talen vrij ernstig in de verdrukking komen.

Verander leren plus werken in werken plus leren
In vroegere tijden leerden vakmensen het vak van een meester. Nu kennen we natuurlijk een veel ingewikkelder arbeidsverdeling dan vroeger, maar ook in deze grotere groepen is ruim plaats voor leerlingen en stagiairs.

Kinderarbeid, mits gecombineerd met scholing en goede bescherming voor het kind,  heeft ook enkele grote voordelen.
Kinderarbeid, mits gecombineerd met scholing en goede bescherming voor het kind, heeft ook enkele grote voordelen.

De door pedagogen zo belangrijk geacht wordende overdracht van noemen en waarden kan natuurlijk ook gewoon door de op jongeren mopperende volwassenen zelf gebeuren. Vooral lager opgeleide mensen denken vaak hiërarchisch, van nature zal een jongere de onderste plaats in de pikorde in een bedrijf innemen. Dit vermindert pest- en haantjesgedrag in het bedrijf. Uiteraard kunnen -en zullen- ook jongeren zelf slachtoffer worden van pesterijen. Dit moet hun begeleider – of ouder – dan voorkomen met de bedrijfsleiding. Wat dat betreft vervullen jongeren een soort kanarie-in-de-kolenmijn functie: in een bedrijf waar vaak wordt gepest, is meer aan de hand.
Ook de sociale structuur van een bedrijf lijkt zo meer op die van de sociale groepen waar mensen het grootste deel van hun bestaan in hebben geleefd. Leerlingen merken meteen de relevantie van wat ze leren op school en zullen zo ook gemotiveerder zijn om te leren.

Multiplier-effect van scholing
Omgekeerd zal de kennis die jongeren opdoen op school direct in de praktijk terecht komen. Als jongeren leren met nieuwe theorieën om te gaan of (op een lager niveau) met nieuwe technieken te werken, komen deze technieken op vrijwel natuurlijke wijze in het bedrijfsleven terecht. Dit vermindert de bijscholingsuitgaven met een veelvoud. Jongeren zullen op die manier ook als een gewaardeerde kennisbron worden gezien bij een een bedrijf.

Facultatieve scholing
Jongeren moeten in staat worden gesteld, in overleg met hun baas, kennis naar keuze op te doen. Een bedrijf krijgt op die manier een bron voor innovatie en nieuwe technieken in huis. Er ontstaat een wisselwerking tussen personeel en leerlingen waardoor leerlingen ook hun vers opgedane kennis in de praktijk leren gebruiken. Bedrijven die leerlingen betaalde stageplekken aanbieden, moeten in ruil hiervoor ook bijscholingsmogelijkheden krijgen.

Naadloze aansluiting op de arbeidsmarkt
Door jongeren al vroeg te laten werken leren ze al snel de waarde van afspraken nakomen en praktisch denken. Tegelijkertijd moeten ze theoretisch op school flink uitgedaagd worden. Uit dit spanningsveld zal vermoedelijk een nieuwe innovatiegolf ontstaan. Jongeren krijgen al heel vroeg relevante vaardigheden en verantwoordelijkheidsgevoel. Ze kennen heel veel mensen in het bedrijfsleven, waardoor het veel makkelijker wordt om een nieuwe baan te vinden. Kortom: jeugdwerkloosheid wordt hierdoor steeds meer iets van het verleden.

Robert Mugabe maakte alle Zimbabwanen multimiljonair.

Dalende prijzen: ramp of zegen?

Economen roepen in koor dat deflatie, dalende prijzen dus, een ramp betekenen voor de economie. Het gevolg: centrale banken laten de geldpers roodgloeiend worden. Eind negentiende eeuw pakte deflatie juist heel goed uit. Dus: kloppen die paniekverhalen wel?

Inflatie: bewezen rampzalig
Het omgekeerde van deflatie, inflatie, heeft al keer op keer bewezen rampzalig uit te pakken. Inflatie wordt veroorzaakt door het drukken van teveel geld of door het krimpen van de economie terwijl de geldhoeveelheid niet evenveel afneemt. Economen en politici die iets anders beweren, jokken. Zo was er de beruchte hyperinflatie in de Duitse Weimarrepubliek rond 1923. Zelfs de armste Duitser werd multimiljardair toen door het voortdurend geld bijdrukken van de Duitse centrale bank het geld bijna niets meer waard was.

Robert Mugabe maakte alle Zimbabwanen multimiljonair.
Robert Mugabe maakte alle Zimbabwanen multimiljonair.

Ook de Zimbabwanen smaakten dit twijfelachtige genoegen toen dictator Mugabe op deze manier zijn budgetproblemen “oploste”. Hier, in het “beschaafde”  westen werkt het wat subtieler, namelijk door de centrale bank geld tegen een rente van bijna nul uit te laten lenen aan andere banken, die dit vervolgens tegen woekerrentes uitlenen aan hypotheeknemers en andere leners. Een verkapte banksubsidie dus.

Ook een geliefde truc: de centrale bank koopt staatsschulden op en brengt in ruil hiervoor extra geld in omloop.  Quantitative easing heet dit vrijgevige cadeautje van de spaarders aan de overheid. Inflatie wordt dan ook wel een verborgen vorm van belastingheffing genoemd: op spaargeld en de oude sok. Zonder dat de bevolking het doorheeft wordt de staat op hun kosten opeens veel rijker. Voor even althans. Mensen die het snelst het nieuwe geld in handen krijgen (zoals bankiers) profiteren hier flink van: zij kunnen met grote hoeveelheden goedkoop geld veel dingen opkopen. Vandaar de enorme winsten die banken als ING in 2010 maakten. De mensen die onderaan de economische keten zitten, zoals arme plattelandsbewoners, zitten met de brokken.

De gevolgen van deflatie, volgens klassiek-economen
Volgens het economische boekje leidt deflatie, dalende prijzen dus, er toe dat mensen hun geld liever vasthouden dan uitgeven, want het geld wordt steeds meer waard. Als gevolg daarvan stagneert de economie. Nog een andere grote ramp in de ogen van menig econoom: schulden worden steeds meer waard, dus steeds hoger. Schuldenaars komen dus met de brokken te zitten. Als gevolg daarvan dalen de prijzen nog verder, want fabrikanten proberen wanhopig van hun producten af te komen, waardoor er een blijvende deflatie ontstaat. Als schoolvoorbeeld van deze rampzalige ontwikkeling wordt het “verloren decennium” in Japan genoemd, waarin de prijzen daalden en de economie stagneerde, ondanks dat de Japanse overheid – onder Amerikaanse druk – werkelijk ongelofelijke bedragen in de Japanse economie pompte (zoals in volkomen overbodige infrastructurele werken die geen enkele meerwaarde opleverden).

Zijn die gevolgen werkelijk zo erg?
In een consumptiegerichte, op schulden drijvende economie als de Amerikaanse zal een periode van deflatie vermoedelijk de nodige afkickverschijnselen opleveren. Eind negentiende eeuw zat dat echter heel anders. Tussen 1850 en 1900 draaide de economie zeer goed terwijl de prijzen gelijk bleven of zelfs daalden. In die tijd kon de overheid geen geld bijdrukken want alle munten waren gekoppeld aan de goudstandaard. Er wordt door economen namelijk vaak vergeten dat ook consumenten sterfelijk zijn en als er eenmaal voor hun oude dag is gezorgd, hun geld liever in hun beste jaren opmaken of in iets zinnigs investeren dan het in hun graf mee te nemen.

Ook een andere volgens economen slechte eigenschap van deflatie, schulden maken afstraffen, is een uitstekende zaak. Onnodig geld lenen voor consumptie, bijvoorbeeld vakantie of een dure auto, is uiterst stompzinnig dus kan niet hard genoeg afgestraft worden. Een verstandige ondernemer leent niet van een onbetrouwbare, maar financiert uit eigen kapitaal. Cash. Bij echt winstgevende investeringen zal een ondernemer graag een rente betalen voor geleend geld. Chinese kleine ondernemers werken met eigen geld – lenen bij de staatsbanken  vereist contacten in de hoogste kringen van de partij. Wie met zijn eigen geld onderneemt, neemt geen domme risico’s en groeit niet sneller dan van nature goed is. Inflatie en de rampzalige hypotheekrenteaftrek stimuleert mensen om zich massaal in de schulden te steken. Het resultaat: de huizenprijzen lopen op, geld dat veel productiever geïnvesteerd kan worden verdwijnt in een huis.

Japan verzuimde in wetenschappelijk onderzoek te investeren
En Japan? Zo moeilijk is het niet om te bedenken dat als je je geld niet investeert, maar opconsumeert, je armer wordt. Japan was vastgelopen omdat de beproefde strategie: ideeën uit het westen verbeteren – niet meer werkte. De Japanners zochten de oplossing in traditionele waarden en daarna onder druk van de Amerikanen in consumptie. Een historische vergissing.

Japan had beter veel meer geld in fundamenteel-wetenschappelijk en technisch onderzoek kunnen stoppen. Je biedt je slimste mensen een stimulerende en uitdagende omgeving die aanstekelijk werkt voor het hele land. De geschiedenis heeft uitgewezen dat investeringen in wetenschappelijk onderzoek  tot de meest winstgevende ooit behoren. Zo is uit een onderzoek van een paar miljoen door het Erasmus MC aangetoond dat maar een tiende van een zwaar giftig kankermedicijn gebruikt hoeft te worden voor leukemie.  Alleen al in Nederland zelf bespaart deze ontdekking vijftig miljoen per jaar, in de gehele wereld meer dan een miljard. Uiteraard hadden ook buitenlanders geprofiteerd, maar tich hadden de Japanners dan vooraan gestaan bij het toepassen van deze nieuwe kennis.

Een kooppaleis: Easton Centre in de Canadese stad Toronto. Het moderne leven draait om consumptie, veel consumptie.

Meer gevoeligheid: de oplossing voor consumptiezucht

Op dit moment is een geliefd tijdverdrijf: uren lang door winkelcentra slenteren en dan terugkomen met allerlei dingen die vaak uiteindelijk op een rommelzolder belanden. Eineglijk zijn we alleen op zoek naar een goed gevoel, waarvoor we met allerlei zware en dure apparaten en kledingstukken gaan zeulen. Kan dat niet slimmer?

Sensatiezucht: de wortel van de overconsumptie
Sensatie is de drijfveer voor consumptiedrift. We slepen enorme hoeveelheden goederen heen en weer alleen om te voldoen aan onze behoefte aan sensatie.

Een kooppaleis: Easton Centre in de Canadese stad Toronto. Het moderne leven draait om consumptie, veel consumptie.
Een kooppaleis: Easton Centre in de Canadese stad Toronto. Het moderne leven draait om consumptie, veel consumptie.

Sensatie bij het kopen, steeds minder: sensatie bij het gebruik. Dit neurotische koopgedrag zien economen als grote economische groei. In feite is dit vrij dom. Waar het om gaat zijn de ervaringen en de atomen waarom die ervaringen heen zijn gebouwd vormen in feite ballast, die als de atomen eenmaal hun ervaring hebben overgebracht, eindigen op de vuilnishoop. De moderne mens is als een klein kind, dat speeltjes waarmee het uitgespeeld is weggooit.

Verveelde huisvrouwen, maar ook veel mannen, dwalen door eindeloze winkelcentra om een goed gevoel op te wekken: door het kopen, door het uitpakken, door er even van te genieten en dan weggooien voor iets dat een nog sterkere prikkel oplevert.

Ervaring wordt steeds belangrijker
Toch zie je tegenwoordig dat de materiedichtheid (het aantal atomen per euro) van de economie steeds kleiner wordt en de informatie- of sensatiedichtheid streeds groter. Zo verdwijnen er steeds meer winkels uit het straatbeeld, maar worden deze vervangen door massagesalons, kantoren en andere dienstverlenende bedrijven. Wij verwachten dat deze trend gaat doorzetten. Hoe geavanceerder onze technologie wordt, hoe meer we kunnen met minder atomen. Er zijn nu al computertjes van een kubieke millimeter en de eerste experimentele schakelingen op atoomniveau zijn al gereed, maar het gaat nog veel verder. We weten steeds meer functies uit steeds minder atomen te persen.

Openstellen voor ervaringen
In feite worden veel problemen veroorzaakt omdat we te weinig fijnbesnaard zijn. In plaats van steeds meer prikkels op te zoeken, kunnen we er ook voor zorgen dat we bestaande prikkels intensiever ondergaan. Dikke mensen schrokken vaak het voedsel naar binnen. Diëtisten geven patiënten die af moeten vallen, daarom vaak het advies om langzamer te eten en elke hap ook echt te proeven. In feite kunnen we dat ook doen met dingen die we kopen. Geen kwantiteit meer maar kwaliteit.

Epicurisme
De rebelse klassiek-Griekse denker Epicurus, een leerling van Aristoteles, moest niet veel van de ideeën van de puriteinse filosoof Plato en zijn discipel Aristoteles hebben.
Epicurus geloofde dat het doel van dit leven genieten was en dat er geen onsterfelijke ziel bestaat, want hij was een verstokt aanhanger van de atoomtheorie. De epicureeërs kwamen bij elkaar in gerieflijke tuinen en schroomden niet om met volle teugen van het leven te genieten. Om die reden werd hij verketterd door puriteinen die zijn filosofie immoreel en verdorven vonden.

Ze misten echter de clou van deze geraffineerde denker. Epicurus maakte namelijk een hiërarchisch onderscheid tussen platvloerse genoegens en verfijnder genoegens. Het discussiëren over filosofische onderwerpen, hoe kan het ook anders voor een filosoof, vond Epicurus het hoogst denkbare genot. In feite betekent dit: gevoeliger worden voor verfijnd genot. Kortom: van de geschriften van Epicurus is weliswaar helaas niet veel overgebleven, maar zijn filosofie is actueler dan ooit…

De comeback van de kleermaker?

Detailhandel wordt weer maatwerk

De binnensteden lopen leeg. De ene na de andere winkel sluit. De oorzaak: webwinkels bieden een grotere keus, meer gemak en lagere prijzen, want ze hoeven er geen duur pand en personeel op na te houden. Zijn alle winkels, een enkele gemakswinkel en supermarkt daargelaten, ten dode opgeschreven? Wel, er is nog hoop.

Zelfbedieningswinkels: eenmalige ontwikkeling?
In feite is het tegenwoordige systeem met zelfbedieningswinkels de uitzondering. Tot voor kort waren winkels waarbij de winkeleigenaar of personeel de klant hielp, de regel. Kleding, schoenen en meubels werden op maat gemaakt. De opkomst van de confectie-industrie vaagde de kleermakers weg. Kleding werd veel goedkoper (mensen bezitten nu zeker wel twintig keer zoveel kleding als twee eeuwen geleden) in massa-oplages vervaardigd. Nu wordt kleding in lage-lonen landen in elkaar genaaid onder vaak erbarmelijke omstandigheden en met containers tegelijk Europa binnengevaren. Het succes van confectie lijkt totaal. Of toch niet?

De terugkeer van kleermaker en schoenmaker
Op maat dingen maken is nu nog nooit zo makkelijk geweest.

De comeback van de kleermaker?
De comeback van de kleermaker?

Mensen worden qua smaak steeds verschillender, waardoor ze om hun identiteit uit te dragen ook unieke producten zoeken. Al even belangrijk: lichaamsmaten van mensen variëren sterk. De ‘one size fits all’-benadering van de confectie-industrie werkt niet voor mensen waarvan het lichaam teveel afwijkt van de norm. Maatwerk lost voor winkeleigenaars ook het voorraadprobleem op. Alle winkelruimte wordt besteed aan verkopen. Ook de tijd van winkelend personeel wordt effectiever besteed. Niet langer in mensen over proberen te halen iets te kopen, het beruchte zinnetje ‘kan ik u helpen’ is al door reclamemakers geparodieerd, maar in het daadwerkelijk vervaardigen van een product waar de klant behoefte aan heeft.

Bodyscanners en lasersnijders
Deze winkels zullen uitgerust worden met een lichaamsscanner die de lichaamsmaten van een klant precies opslaat in een soort biometrisch paspoort, maar dan voor kleding en schoeisel. Daardoor kan kleding altijd gegarandeerd passend worden gemaakt. In overleg met de klant kan een schoen of kledingsstuk naar wens worden samengesteld.Klanten zullen in de winkels de stof en de materialen van dichtbij kunnen bekijken, ze aanraken, ruiken en voelen. Een essentieel voordeel van een tastbare winkel boven een website.

Ook kan je je voorstellen dat zich een soort “klaar terwijl u wacht” service gaat ontwikkelen. Hiervoor moet de winkel niet alleen uitgerust zijn met een scanner, maar ook met een werkplaats waarin de schoen of het kledingsstuk snel op maart gemaakt kan worden. Je kan dan denken aan textielsnijders (eventueel op laserbasis), plooibare mallen en een gebruik van vloeibare kunststoffen of leersoorten die makkelijk in de gewenste vorm zijn te buigen.

Binnensteden zullen daarom in de toekomst stiller worden dan nu. Naast het steeds grotere aantal dienstverlenende kantoortjes zullen er ook winkels komen die maatwerk leveren en daardoor met een kleiner aantal, niet rondkijkende maar doelgericht kleding en schoenen ontwerpende, klanten toch het hoofd boven water kunnen houden.

President Medvedev kwam op een G-20 top met dit ontwerp voor een wereldmunt.

Een wereldmunt: de gevolgen

Al tientallen jaren doen hardnekkige geruchten de ronde dat de financiële wereld streeft naar één wereldmunt. In 2010 kwam een rapport uit waarin een organisatie van meer dan vierhonderd grote banken en valutahandelaars pleit voor een wereldmunt. Argumenten door voorstanders van dit idee zijn: geen vervelende politici meer die knoeien met de munt om zo kiezers te winnen, geen valutarisico’s en geen valutaoorlogen meer. Daarentegen zijn er een aantal zeer sinistere gevolgen die door de voorstanders worden doodgezwegen. Een overzicht.

Een wereldmunt, volgens de voorstanders
In de wereld bestaan er honderden valuta die onderling vaak sterk in wisselkoers schommelen. Dat is vervelend als je een multinational bent. Als je denkt dat je een scherpe prijs hebt aangeboden in een ander land, word je uit de markt geprijsd als jouw munteenheid stijgt.

President Medvedev kwam op een G-20 top met dit ontwerp voor een wereldmunt.
President Medvedev kwam op een G-20 top met dit ontwerp voor een wereldmunt.

Als je aanbieding in de munt van de klant is, loop je een al even vervelend risico: de scherpe prijs wordt een enorme verliespost als de valuta van de klant daalt. Ondernemers houden niet van risico, want ze moeten zich indekken om de gevolgen te kunnen beperken. Er bestaat daarom een levendige handel in valuta-futures: papieren waarbij een bepaalde valutakoers in de toekomst is gegarandeerd. Uiteraard zijn die garanties bepaald niet gratis.

Een ander voordeel is geldbesparing. Geld omwisselen is duur, wisselkantoren brengen enkele procenten in rekening. Ook scheelt één valuta veel administratie. Ook is een overkoepelende centrale bank minder gevoelig voor druk vanuit de politiek om de rente te verlagen (bijvoorbeeld vlak voor de verkiezingen) en zo op korte termijn meer banen te scheppen (de inflatie komt pas na de verkiezingen).

Een wereldmunt: de gevolgen voor u
Stalin heeft ooit gezegd: niet degene die stemt, maar degene die stemmen telt, bepaalt wie er wint. De reden overigens waarom stemmen worden geteld door een kiescommissie uit diverse partijen. Zo is ook degene die een wereldmunt controleert, niet degene die dat geld in bezit heeft, financieel heer en meester over de wereld. De centrale wereldbank kan immers zoveel geld bijdrukken als deze wil. Als deze dat geld uitleent tegen lage rente aan bepaalde banken, genieten deze banken een oneerlijk voordeel. Zij kunnen m.b.v. de lage rente dingen als onroerend goed, grondstoffen en aandelen opkopen.

Tegen de tijd dat de tsunami van goedkoop geld de consumenten bereikt in de vorm van inflatie, zit het geld  in deze goederen die veel meer waard zijn dan de lening die er voor is afgesloten. Die kunnen ze dus met woekerwinsten verkopen. Een spelletje dat erg geliefd is onder Wall Street bankiers.

Op dit moment is er nog de mogelijkheid het risico te verspreiden over meerdere valuta. Dat is met de invoering van een wereldmunt niet meer mogelijk. Degene die aan de knoppen zit van de wereldmunt kan dan veilige, risicoloze winsten maken. Omdat de banksector netto niets produceert, betekent dat dat die winst ten koste gaat van iemand anders. Dat is de consument en het productieve deel van de economie. De economie zal hierdoor niet alleen minder hard groeien (of zelfs krimpen), ook zal de parasitaire financiële sector toenemen in omvang.

Wereldwijde belastingheffing
Een verder nadeel is dat een wereldwijde munteenheid ook de gelegenheid biedt tot wereldwijde belastingheffing. Stel dat de centrale wereldbank de hoeveelheid geld met 10% vergroot en dit geld aan de VN ter beschikking stelt voor een ongetwijfeld zeer nobel doel, dan betaalt iedere houder van een spaarrekening, zelfs eigenaar van alles wat in geld wordt uitgedrukt mee aan dit kadootje: een eenmalige kapitaalheffing van tien procent dus. Sommige overheden, denk aan Zimbabwe of die van Duitsland in de jaren dertig, hebben zich hier flink schuldig aan gemaakt. Nu kijken overheden (kortzichtige dictators als Mugabe uitgezonderd) wel uit, want de internationale financiële markten straffen dat meteen af door de valuta in kwestie te dumpen in ruil voor andere: een wisselkoersdaling. Als die concurrentie verdwijnt kan dat niet meer.

Totale controle op het geldverkeer: wereldwijde dictatuur
Dit doemscenario verandert in een regelrechte nachtmerrie als een ander onzalig plan, het afschaffen van het contante geld, uit wordt gevoerd. Stel dat je nergens ter wereld meer met contant geld kan betalen. De  overheid krijgt dan een ijzeren greep op de mensheid. Nergens ter wereld kan je dan ontsnappen. Door een eenvoudige handeling kan je dan financieel dood worden verklaard. Niet alleen in Nederland of de eurozone, overal ter wereld. Een klokkenluider als Assange of zijn minder bekende collega’s kan nu nog overstappen naar een andere bank of contant geld bij zich hebben. Dat is straks domweg uitgesloten. De perfecte dictatuur dus.

Het communisme slaagde vooral in het vestigen van de dictatuur van de voorhoede van het proletariaat.

Het nieuwe communisme

Het is nu (en wordt in de toekomst) makkelijker dan ooit om mensen in ieder geval een minimum bestaansniveau te verschaffen. Waren Karl Marx en Friedrich Engels hun tijd domweg te ver vooruit?

Deze stelling lijkt vreemd. Het gaat op dit moment al decennia bergafwaarts met het communisme. In 1989 stortte de ene na de andere communistische dictatuur uiteen. Communistische partijen zijn splinterpartijtjes geworden.  De overgebleven communistische landen China en Vietnam lijken steeds meer kapitalistische eenpartijstaten te worden. Cuba wordt in een trager tempo kapitalistischer. Alleen Noord-Korea blijft een ouderwetse stalinistische dictatuur, al vertoont de Juche-ideologie veel trekken van een godsdienst en zou het land beter met fundamentalistische dictaturen als Iran of Saoedi-Arabië vergeleken kunnen worden.

Dictatuur van de voorhoede van het proletariaat
In zijn beroemde boek Das Kapital, gepubliceerd in 1848, stelde Karl Marx, de grondlegger van het marxisme, dat de geschiedenis niet wordt bepaald door ideeën of grote leiders, maar door economische ontwikkelingen. Volgens de marxistische leer gaan maatschappijen door opeenvolgende fases.

Het communisme slaagde vooral in het vestigen van de dictatuur van de voorhoede van het proletariaat.
Het communisme slaagde vooral in het vestigen van de dictatuur van de voorhoede van het proletariaat.

Vanuit de primitieve jager-verzamelaar maatschappij waarin een soort communisme heerst (in de praktijk zijn bezittingen als vrouwen erg belangrijk bij jager-verzamelaars)  ontstaat opeenvolgend slavenmaatschappij (de klassieke oudheid en islamitische rijken), feodale maatschappij (gekenmerkt door een adel die ook krijgerskaste is en een achtergestelde horige bevolking) die zich ontwikkelt tot een kapitalistische industriële maatschappij met een duidelijke arbeidersklasse (het stadium waarin Europa zich bevond toen Karl Marx zijn boek schreef). Volgens Marx en zijn volgelingen zou er in dit stadium een zogeheten klassenstrijd uitbreken tussen de arbeidersklasse, oftewel proletariërs en de bourgeois, de gegoede burgerij. Het volgende stadium zou de dictatuur van het proletariaat worden: het proletariaat grijpt de macht en bepaalt wat er in de maatschappij gebeurt. Ondertussen wordt door vooruitgang van wetenschap en techniek de productie steeds efficiënter en grootschaliger en de bevolking verandert in verlichte, verbeterde mensen. De staat sterft af. Het eindresultaat is een maatschappij waarin de productiemiddelen evenwichtig verdeeld zijn over de bevolking en het geld afgeschaft wordt. Iedereen krijgt wat hij of zij nodig heeft. Het droombeeld van Marx.

De geschiedenis verliep anders dan Marx had verwacht. Niet industriële landen zoals Duitsland of Groot-Brittannië veranderden in socialistische republieken, maar juist feodale staten als Rusland en China waar nauwelijks arbeiders aanwezig waren. De revolutie werd hier gedragen door boeren. In de enkele industriële staten waar het communisme werd ingevoerd, gebeurde dat van buitenaf, doorgaans onder groot verzet van de lokale bevolking. Kortom: de communistische leiding was genoodzaakt om de communistische theorie aan de afwijkende situatie aan te passen. Vandaar het ontstaan van maoïsme (waarin boeren een grote rol spelen), leninisme (de dictatuur van de voorhoede van het proletariaat, die de communistische partij natuurlijk erg goed uitkwam) en dergelijke.

Waarom faalde het communisme?
Voor zeker drie decennia sidderden en beefden de kapitalistische landen voor het goed georganiseerde en militaristische communistische blok. Ironisch genoeg werd het communisme om uitgerekend economische redenen achterhaald. Toen de economie nog eenvoudig van aard was, zoals vlak na de Tweede Wereldoorlog, was het voor het centrale planningsbureau makkelijk bij te benen. De planning faalde echter steeds meer. Innovatie van begaafde uitvinders was er genoeg, vooral op militair gebied, maar er bestond geen systeem om inefficiënte producenten uit te schakelen. Niet competentie, maar vriendjespolitiek leverde het meeste op, de reden dat de Russische maffia zich kon ontwikkelen. Sommige Sovjetfabrieken produceerden producten die minder waard waren dan de grondstoffen die ze aangeleverd kregen. Er was weinig vraag naar de verouderde producten van de Sovjetindustrie, het land bleef alleen overeind door grondstoffenexport waarmee de voor het voortbestaan van het regime essentiële tarwe kon worden geïmporteerd (want ook de landbouw stortte om vergelijkbare redenen ineen: er was voor arbeiders geen prikkel om te presteren. Op 1% van de landbouwoppervlakte produceerden privé-boeren 23% van alle landbouwproducten).

Waar zijn neurotische voorganger Carter faalde met zijn graanembargo, pakte de Amerikaanse president Ronald Reagan, door progressief Nederland onterecht afgeschilderd als een domme cowboy, het doortastender aan. Hij legde de inkomstenstroom van de Sovjet-Unie droog door Saoedi-Arabië te dwingen gedurende enkele jaren de olieprijs flink te verlagen. Uiteraard pakte dit voor de VS met zijn aardolie slurpende economie juist zeer gunstig uit. De druppel was de Amerikaanse bewapeningswedloop met de Sovjet-Unie die dat land nog verder uitputte en uiteindelijk tot het faillisement bracht. China overleefde door de economie geleidelijk te privatiseren en tegelijkertijd de politieke controle in stand te houden.

Kortom: het communisme faalde door een gebrek aan zelfsturend vermogen.

Kapitalisme werkt steeds slechter
Het fundamentele probleem dat elk economisch systeem moet oplossen is het op elkaar afstemmen van vraag en aanbod. In een kapitalistisch systeem gebeurt dat door het lenigen van de vraag te belonen met kapitaal(want zo kan je geld noemen). Mensen die het beste in staat zijn de vraag te lenigen, verdienen het meeste en kunnen ook het meeste uitgeven (en hebben daardoor de meeste koopkrachtige vraag).  Daar bestaat dus ook een stevige prikkel voor.

Het probleem met het kapitalistische systeem is dat het zwaar “loaded”  is voor mensen die in het begin al beschikken over kapitaal. Ook al heb je een veel beter besturingssysteem gebouwd dan Windows, Microsoft kan er zoveel marketinggeld tegenaan gooien en zoveel programmeurs inhuren (of desnoods je kapot procederen wegens zogenaamde patentbreuk) dat alternatieven nauwelijks een kans maken. Het hele software-patentsysteem wordt geteisterd door patent-trollen en dient op dit moment vooral om concurrenten te kunnen chanteren (als jij niet klaagt over mijn patentbreuk die ik dat bij jou ook niet) en kleinere of open-source concurrenten buiten de deur te houden. Zelfs voor een simpel programma lap je waarschijnlijk al meerdere softwarepatenten aan je laars. Vandaar dat libertariërs stevige vragen stellen bij het patentsysteem.

Ook in andere industrietakken speelt dit probleem. Zelfs een zeer kleine fabriek (garage met wat zware machines) kost al tienduizenden euro’s. Geld dat de meesten pas bij elkaar hebben bij hun pensionering. In Nederland merk je al dat alleen mensen met rijke ouders, zelf ook een huis kunnen kopen. Kortom: de SP heeft op dit punt domweg gelijk: een tweedeling dreigt tussen een uitkeringen genietende onderklasse en een rijke bovenklasse, terwijl de middenklasse, de backbone van een stabiele maatschappij, steeds verder wordt uitgehold. Dit is een recept voor onheil en moet niet onderschat worden.

Kan het open-source model  leiden tot het nieuwe communisme?
Marxisten stellen terecht dat de ware communistische maatschappij nooit bestaan heeft. Zelfs in marxistische terminologie waren zelfs de meest communistische landen in feite socialistische volksrepublieken en dictaturen van de voorhoede van het proletariaat. Het einddoel van het marxisme, een menswaardig bestaan voor iedereen met niet al te veel materiële ongelijkheid, is nog steeds even lovenswaardig. De manier waarop het klassieke marxisme dit wil bereiken met klassenstrijd en dictatuur is dat uiteraard niet. Gelukkig is er ook een andere oplossing.

De RepRap, een fabriekje dat zichzelf kopieert. Het proletariaat kan nu zijn eigen fabriek downloaden en uitprinten.
De RepRap, een fabriekje dat zichzelf kopieert. Het proletariaat kan nu zijn eigen fabriek downloaden en uitprinten.

Steeds meer goederen krijgen een de-facto kostprijs nul. Goede open-source computerprogramma’s als Linux, diverse C++ compilers en Open Office zijn vrijwel gratis. Ze zijn ook bewust met dit oogmerk in elkaar gezet. Dankzij open-source software ontstaat een level playing field. Begaafde programmeurs kunnen nu in principe producten vervaardigen die in kwaliteit nauwelijks onderdoen voor commerciële alternatieven. De rol voor kapitaal verdwijnt. Tegelijkertijd wordt ook steeds meer arbeid overbodig door de toenemende automatisering. De laatste bouwsteen die kan leiden tot het nieuwe communisme zijn apparaten die in staat zijn om ideeën en ontwerpen, rechtstreeks om te zetten in fysieke realiteit. Als het goed is, heeft u waarde lezer, al zo’n ding met de geinige naam printer naast de computer staan. Dit hoeft slechts gevuld te worden met papier en (peperdure) inkt om welke afbeelding ook te vervaardigen. De 3D-equivalenten, 3D-printers, worden steeds goedkoper, rond de duizend euro voor een zelfbouw-reprap. Leuk ontwerpje voor een pennenbak (of iets praktischers) downloaden en hij komt uit je printer rollen.

Grondstoffen en energie zijn nog een bottleneck. Nog wel. In principe bevinden zich in de ruimte hier extreem grote hoeveelheden van, dus we komen in een maatschappij te leven waarin er nog maar één resource is waar echt om gevochten zal worden: aandacht. Liefde, zo ge wilt. Vandaar ook dat het verderfelijke bedrijf Goldman Sachs nu massaal investeert in sociale netwerksites als Facebook. Maar wat let ons om dit walgelijke bedrijf met één druk op de knop buitenspel te zetten? Een open-source sociale netwerk platform? Dit is met Wikipedia ook gelukt.

Goede vriendjes worden met zoon Tommy was tijdens het Soeharto-regime erg lucratief.

Economen ontdekken samenzwering

Het is nu mogelijk vast te stellen of er verband is tussen een bepaald bedrijf en een zakkenvullende politicus. Forensisch economen hoeven alleen maar de aandelenkoers te raadplegen. Er is daarmee eindelijk een geschikt instrument om de omvang van corruptie in beeld te brengen en economische samenzweringstheorieën te toetsen.

Investeren in het zoontje van de president
Grote bedrijven volgen alle verschillende strategieën om hun doelen (doorgaans: zoveel mogelijk winst maken ten koste van alles) te bereiken.

Goede vriendjes worden met zoon Tommy was tijdens het Soeharto-regime erg lucratief.
Goede vriendjes worden met zoon Tommy was tijdens het Soeharto-regime erg lucratief.

Sommige bedrijven proberen een voorsprong te krijgen door steeds nieuwe producten te ontwikkelen of hun bedrijfsprocessen zo efficiënt mogelijk te maken.

Andere bedrijven maken gebruik van hun contacten met politici om een concurrentievoordeel te krijgen op andere bedrijven.
Vooral in corrupte, dictatoriaal geregeerde landen  komt dit type bedrijf veel voor, maar ook in zogenaamde democratieën zijn er meerdere gevallen bekend.

Politieke aandelenkoersen
Corruptie en belangenverstrengeling is iets waar het bedrijf en de politici in kwestie vanzelfsprekend  niet over praten. Toch zijn de gevolgen van corruptie wel degelijk zichtbaar.

Corruptie vindt plaats door mensen die zichzelf willen verrijken.Wel en wee van een corrupt bedrijf is uiteraard hecht verbonden met de politiek: gebeurt er iets met de beschermheer, dan duikelt de koers omlaag terwijl een toename van de macht van de politicus leidt tot een stevige koerswinst.

In Indonesië waren ten tijde van dictator Soeharto de koersen van sommige bedrijven sterk afhankelijk van zijn positie. Op momenten dat Soeharto zijn macht dreigde kwijt te raken daalde de koers van de bedrijven die eigendom waren van zijn familieleden wel tot 22 procent. Bedrijven zonder al  te veel connecties met het regime-Soeharto boekten zelfs een kleine winst.

Medische voorkennis
Misbruik maken van voorkennis om snel aandelen te kopen en te verkopen is een bekend voorbeeld. Voorkennis wordt zichtbaar in de beurskoers: twee dagen voordat in een persbericht naar buiten werd gebracht dat de  met spoed naar een Duits ziekenhuis werd getransporteerd, zette de koers van Bimantara Citra, het bedrijf van Soeharto’s zoon Tommy, een vrije val in. De behandelend artsen en mensen uit de naaste omgeving van Soeharto grepen hun kans en gaven snel verkooporders.

Het geval-Dick Cheney
Dick Cheney werkte voor zijn ministerspost in de regering-Bush jr. als manager bij olietoeleveringsconcern Halliburton. Halliburton en de private beveiligingsfirma Blackwater (nu: Xe), dat veel weg heeft van een huurleger hebben grof geld verdiend aan de oorlog in Irak (de opdrachten voor wederopbouw werden vaak niet openbaar aanbesteed). Cheney’s ex-collega’s zullen daarom zijn vertrek zeker niet hebben betreurd.

De hartaanval van Cheney bleek geen gevolgen te hebben voor de beurskoers van Halliburton. In dit geval moet dus niet alleen Cheney, maar de hele regering-Bush verantwoordelijk zijn geweest voor het bevoordelen van Halliburton. Bush recruteerde zijn ministers uit zijn zakenvrienden in Texas. Halliburton is een Texaans bedrijf.

Partijpolitiek is winstgevend
Geen wonder dat de koersen van zowel Halliburton als Blackwater het veel beter deden tijdens het bewind van Bush dan onder Democratisch bestuur. Over het algemeen doen bedrijven met ex-Democraten het veel beter onder een Democratische president en vise versa. Vandaar ook de enorme bedragen aan sponsorgelden die binnen worden gehaald bij Amerikaanse verkiezingscampagnes. Dat is een economisch rationele beslissing.

Nederland
In Nederland werken linkse ex-politici doorgaans in de welzijnssector waar doorgaans niet-beursgenoteerde organisaties zoals de ziekenfondsen de dienst uitmaken.

Zakenbankier Goldman Sachs heeft waarschijnlijk  vele miljarden overgehouden aan schimmige contacten met politici.
Zakenbankier Goldman Sachs heeft waarschijnlijk vele miljarden overgehouden aan schimmige contacten met politici.

Een enkele keer worden ze net als Wim Kok als commissaris binnengehaald om het machtige maatschappelijk middenveld te vriend te houden.

Natuurlijk is de Rotterdamse haven een PvdA-aangelegenheid. Ex-VVD’-ers werken vaak bij banken, zo was de DSB-bank een VVD-bolwerk.

Er is op dit moment voor zover bekend helaas nog geen onderzoek gedaan. We moeten het doen met Wikileaks over onder meer Shell en klokkenluiders.

Toetsen van samenzweringstheorieën
In principe is het door statistische analyse mogelijk om erachter te komen welke bedrijven het gevoeligste zijn voor onverwachte (alleen bij een groep insiders bekende) politieke informatie.

Zo steeg de koers van Fiat met 3,4 procent toen Fiat-voorman Giovanni Agnelli in de Italiaanse senaat gekozen werd. Dit bevestigt de theorie dat het Italiaanse bedrijfsleven verregaand de politiek beïnvloedt (voor wie daar bij Berlusconi nog aan twijfelde). Dit geldt ook voor bedrijven waarin van samenzweren verdachte mensen actief in zijn.

Bron: Economische gangsters, ISBN 978-90-389-1910-2

Hete magma bevat heel veel warmteenergie. Die wordt pas bechikbaar als de magma als lava aan de koele oppervlakte komt.

Visie plus energie plus materie is rijkdom

De atomen waar wij over beschikken zijn precies dezelfde als die van de neolithische jagers die vele duizenden jaren geleden door de Nederlandse bossen zwierven. Toch zijn we nu met meer dan honderd keer zoveel en hebben we toch, een enkele uitzondering daargelaten, een prettiger en gezonder leven dan deze jagers. Het geheim: de informatie volgens welke de atomen zijn gerangschikt. Kooldioxide is op dit moment het meest gehate gas ter wereld, maar splits de CO2 moleculen in koolstof en zuurstof, pers daarna de koolstof onder hoge druk en temperatuur samen  en er ontstaat de kostbaarste edelsteen ter wereld.

In de wereld om ons heen liggen ongelofelijke rijkdommen opgesloten. In de bodem, het water en de lucht schuilen paleizen, dure auto’s, luxe plezierjachten. We hoeven alleen maar de atomen op een andere manier te rangschikken. Waarom zijn we dan niet allemaal erg rijk?

Energie
Een eerste verklaring die op zich in de buurt komt, is vrije energie. Niet elke joule is gelijk geschapen. Zo zijn er joules waar je heel veel mee kunt: de kilowatturen uit een stopcontact bijvoorbeeld (een kilowattuur is 3,6 miljoen joule of 3,6 MJ). Met restwarmte kan je daarentegen bijna niets. In theorie bevat bijvoorbeeld een kuub water op kamertemperatuur zo’n 93 kilowattuur aan warmte-energie. Het probleem: die energie zit rotsvast opgesloten in het water. Pas als je een koud reservoir hebt rond het absolute nulpunt kan je die energie in het water nuttig gebruiken (bijvoorbeeld door er een Stirlingmotor op te laten draaien).

Hete magma bevat heel veel warmteenergie. Die wordt pas bechikbaar als de magma als lava aan de koele oppervlakte komt.
Hete magma bevat heel veel warmteenergie. Die wordt pas bechikbaar als de magma als lava aan de koele oppervlakte komt.

Kortom: waar het om gaat, is vrije energie. Elektriciteit uit het stopcontact en bewegingsenergie van een groot voorwerp bestaan  bijna helemaal uit vrije energie. Dat wil zeggen dat je makkelijk, bijna zonder verlies, de draaiing van een wiel in elektriciteit kan omzetten (zoals in een dynamo gebeurt) of andersom (met een elektromotor). Met die vrije energie kan je atomen uit elkaar trekken en op een andere manier in elkaar puzzelen. Gevaarlijk chemisch afval?  Verhit het tot tweeduizend graden en alles valt in atomen uit elkaar. Met heel veel meer energie kan je zelfs nieuwe atomen, bijvoorbeeld goudatomen, uit andere atomen maken of uit het niets (materie en antimaterie). Een jager kon beschikken over tweehonderd watt vermogen: zijn eigen lichaam. Alleen al een doorsnee scheurijzer op de snelweg verbruikt tweehonderd keer meer. Omdat we over veel meer vrije energie beschikken dan de jagers uit de steentijd kunnen we nu een veel luxer bestaan leiden. Kortom, er bestaat een woord voor magie: vrije energie. Maar wat ontbreekt er nog aan?

De belangrijkste grondstof: visie, een praktische droom

De Venus van Milo zat al die tijd al in het marmer. Het enige wat de beeldhouwer deed was alle marmer weghalen die niet thuishoorde in zijn visie.
De Venus van Milo zat al die tijd al in het marmer. Het enige wat de beeldhouwer deed was alle marmer weghalen die niet thuishoorde in zijn visie.

Je kan pas een bepaald voorwerp scheppen als je het voor je ziet. Getalenteerde beeldhouwers zien het beeld dat ze willen hebben al voor zich. Het enige wat ze daarna doen is de overbodige steen weghalen. In de klei van de Lek of de Maas bevinden zich miljoenen potentiële bakstenen of luxueuze kleitegels te wachten tot iemand zijn of haar visie tot realiteit maakt. Onze steentijdjager kon zich onmogelijk voorstellen hoe een auto of wasmachine er uit ziet, maar op een wegrennend paard zitten in plaats van er achteraan te rennen, of gekiemde tarwe niet weg te gooien maar te poten wel. Zo ontwikkelde zich onze techniek haperend, stapje voor stapje zoals een blinde die in het duister rondtast. Af en toe is er een meerbegaafde die in staat is verder te kijken en nieuwe mogelijkheden te zien. Uiteraard lijkt in het begin het nieuwe ding erg op het bestaande (de eerste auto’s leken op een koets zonder paarden er voor en de eerste fabrieken met elektromotoren hadden één enorme motor die alle machines in de fabriek aandreef – zoals dat met een logge stoommachine wel moet).

Een blok marmer kan pas in de Venus van Milo veranderen als een beeldhouwer het beeld in de rots ziet. Zo kan een stuk woestijn pas in een groen lustoord of in een rij zonnepanelen veranderen als iemand zich voorstelt dat ze kunnen bestaan. Alleen door een indrukwekkende opstapeling van visies – van die van de uitvinder van het wiel tot die van de modernste kwantumtechniek – zijn we gekomen waar we nu zijn. Kortom: een opmerkelijk soft concept – de visie – ligt ten grondslag aan alle harde technische ontwikkelingen. Visie over de wezenlijke aard van de materie. En visie om die inzichten te vertalen in realiteit. Elk nieuw idee, elk nieuw inzicht verandert de wereld fundamenteler dan een aardbeving. Bij elk nieuw inzicht, mits niet vergeten, is er geen weg meer terug. Er is geen manier meer om mensen te laten denken dat de aarde plat is of dat bij verbranding van hout flogiston vrijkomt in plaats van dat het hout reageert met zuurstof. De uitvinder heeft een grotere en verder reikende invloed op de wereldgeschiedenis dan welke religieuze figuur ook.

Een vruchtbaar klimaat voor nieuwe visies
Wij bestaan uit sterrenstof en allen zullen wij op een dag tot sterrenstof wederkeren. Alles wat van ons over zal blijven – naast een metafysische schim – zijn onze ideeën. Alleen omdat in de tienduizend jaar sinds het ontstaan van de landbouw onze visies explodeerden in omvang en aantal hebben we bereikt waar we nu staan. Het grootste deel van de menselijke geschiedenis was de vooruitgang mondjesmaat.

Slechts in enkele gebieden vond een snelle wetenschappelijke vooruitgang plaats. Dit waren gebieden waar vrijheid, dreiging, individualisme, materialisme tegelijk met abstract denken en optimisme heersten. Optimisme laat het denkraam van visionaire dromers enorm groeien. In het brein van iemand die denkt dat over een paar jaar de wereld vergaat zal geen droom rijpen om een groot droomkasteel te bouwen. Omgekeerd is er ook angst voor een dreigend gevaar die de verbeelding vleugels geeft. Zoals het koloniseren van de maan om aan de verwoesting van de wereld te ontkomen. De wetenschappelijke vooruitgang tijdens de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog (en anno nu, de angst voor de concurrentie) was en is zeer hoog.De instroom van nieuwe ideeën, bijvoorbeeld uit andere (sub) culturen uit de rest van de wereld is over het algemeen een verrijking. Tenzij deze ideeën de vrijheid inperken en een domper leggen op de geestelijke vrijheid.

Uitvinders zijn individualisten, eigenwijze mensen die de vrijheid moeten hebben hun afwijkende ideeën te ontwikkelen en uit te voeren. Dit kan alleen in een klimaat waar een zekere vrijheid heerst om af te wijken van de norm. Materialisme – het losstaan van materie en geest – en abstract denken – voor het generaliseren van praktische kennis – zijn beide nodig om de wetenschappelijke methode te kunnen toepassen. En voor uitvinders om te kunnen beschikken over een groot repertoire aan natuurkundige werkingsprincipes om in hun uitvindingen te verwerken.

Ook minder praktische ideeën zijn bruikbaar. Muziek, computerspellen, ontwerpen, nieuwe manieren om samen te leven – zolang ze mensen er maar toe aanzetten meer uit zichzelf te halen, er flow, een virtueuze cirkel ontstaat.

Europa, het nieuwe uitvindersparadijs?
Europa, een klein continent,  wordt steeds meer weggedrukt in de marge van de wereldgeschiedenis. De supermachten China en de VS proberen Europa te overheersen en ook Rusland bemoeit zich steeds meer met de kleine landtong ten westen van de Karpaten. De dreiging dat Europa door machtige buurstaten onder de voet gelopen zal worden neemt toe. In plaats van een eigen Europese supermacht op te richten die alles zal verstikken, is het denk ik beter onze kracht te zoeken in verscheidenheid. Zolang we maar in vrede met elkaar leven.

Hoe klein Europa ook is, we kennen een opmerkelijke verscheidenheid aan culturen met elk eigen sterke en zwakke punten. Als iedere cultuur zich op zijn of haar sterke punten concentreert, vormen de verschillen een enorme generator van nieuwe ideeën. Laten we alsjeblieft niet ons mooie continent om zeep helpen met nog meer eenheidsworst. Laat de Sardijnen vooral happen in hun wormenkaas en de Spanjaarden stierengevechten houden. Wij verzekeren ze wel.

Kortzichtige bezuinigingen leidden tot de grootste olieramp in de geschiedenis en het bijna-faillisement van BP.

Kunstmatige levensvorm vernietigt aarde

Vergeet Craig Venter en zijn geknutsel aan de minibacterie Mycoplasma. Het eerste kunstmatige leven ontstond al in de negentiende eeuw. En sinds die tijd gaat het van kwaad naar erger met NV’s en BV’s, want door een foute juridische beslissing hebben ze een psychopate persoonlijkheid gekregen. Wordt het niet tijd deze onbeheersbare molochs stevig te kortwieken?

Al eeuwenlang bestonden er trusts, kerkelijke stichtingen en kloosterordes. In de achttiende eeuw ontstonden organisaties als de Verenigde Oostindische Companie. Deze organisaties, die vergeleken worden met grote BV’s en NV’s anno nu, hadden maar beperkte bevoegdheden. Elke bevoegdheid moest expliciet door de overheid aan deze organisatie toegekend worden. In de negentiende eeuw komt daar verandering in. In wat wel de grootste juridische misser van de moderne tijd kan worden genoemd, wordt een vennootschap dezelfde rechten toegekend als een natuurlijk persoon.

De geboorte van een kunstmatige levensvorm
We schrijven 1819. Het bestuur van een private school in de Amerikaanse staat New Hampshire, Dartmoor College, een stichting in het bezit van land, is afgezet door de raad van trustees (te vergelijken met de raad van toezicht hier in Nederland). De gouverneur van New Hampshire wil de school nationaliseren en het afgezette bestuur weer opnieuw installeren. Het nieuwe bestuur gaat hiertegen in beroep.

In een achteraf gezien historische uitspraak wordt het nieuwe bestuur (en dus de raad van toezicht) in het gelijk gesteld. De motivatie voor het vonnis: Dartmoor College wordt gezien als het gevolg van een geldig contract tussen de toenmalige Engelse koning James II en de toenmalige trustees. Het nationaliseren van Dartmoor College zou hiermee contractbreuk inhouden. Hiermee kwam er de facto erkenning van de raad van trustees als een rechtspersoon. De geboorte van een kunstmatige levensvorm.

Burgerrechten voor een bedrijf
In de negentiende eeuw waren vennootschappen nog steeds streng aan banden gelegd. Ze mochten slechts opgericht worden door een besluit van het parlement en moesten zich exact aan hun functieomschrijving houden. In een eeuw waarin zwarten en vrouwen als minderwaardige burgers werden gezien, is de volgende stap dan ook verbijsterend te noemen: de corporatie kreeg dezelfde rechten als een Amerikaanse burger.

Bancroft Davis drukte de rechtspersoon er door: bedrijven kregen dezelfde rechten als mensen.
Bancroft Davis drukte de rechtspersoon er door: bedrijven kregen dezelfde rechten als mensen.

In een belastingconflict tussen de staat Californië de Southern Railway (individuen mochten schulden aftrekken van bezittingen, bedrijven niet), belandde de zaak bij het Amerikaans hooggerechtshof. Bancroft Davis, ‘reporter’ van het Amerikaanse Hooggerechtshof en als ex-spoorwegmanager bepaald niet onpartijdig, kreeg van het hooggerechtshof de vrije hand en slaagde er in om corporaties dezelfde rechten toe te laten kennen als natuurlijke personen: “The court does not wish to hear argument on the question whether the provision in the Fourteenth Amendment to the Constitution, which forbids a State to deny to any person within its jurisdiction the equal protection of the laws, applies to these corporations. We are all of the opinion that it does.”

Kortom: in een voetnoot van het hof werden vrijwel alle Amerikaanse grondwettelijke burgerrechten, zoals het recht op privacy, toegekend aan bedrijven. Een uiterst controversieel besluit dat, als het in de Senaat of het Huis van afgevaardigden in stemming was gekomen, vrijwel zeker met grote meerderheid  was verworpen.

License to kill
De gevolgen bleken al snel rampzalig. Grote industriële magnaten als de Rockefellers en J.P. Morgan grepen hun kans. Burgerrechten beschermden hun corporaties tegen lastige inspecteurs en ambtenaren en gaven hen hiermee een license to kill om over concurrenten heen te walsen. Niet zij persoonlijk, maar de corporatie was aansprakelijk en corporaties kan je alleen beboeten, niet op de elektrische stoel zetten. Ook voor flessentrekkers waren limiteds (BV’s) en incorporated companies (NV’s) ideaal: ze konden heel veel schulden in de rechtspersoon stoppen en zelf met de noorderzon vertrekken, vergelijkbaar met de epidemie van plof-BV’s in de jaren zeventig.

Enorme kartels, trusts, kregen een wurggreep op de Amerikaanse economie en alleen door strenge anti-trustwetten, uiteraard op alle mogelijke manieren tegengewerkt door de industriële magnaten, kon hun invloed een beetje worden teruggedrongen.

Bedrijf krijgt bij wet psychopate persoonlijkheid
Een nieuwe rechtszaak  tegen automagnaat Henry Ford maakte de zaak nog veel erger. Ford, een hartstochtelijk autoliefhebber, dacht lange termijn en wilde tegen een lagere winstmarge werken om de marktpositie te verbeteren. Zijn compagnon voelde hier niets voor.

Henry Ford, visionair autobouwer en uitvinder van de lopende-bandproductie.
Henry Ford, visionair autobouwer en uitvinder van de lopende-bandproductie.

Helaas voor de compagnon had Ford de meerderheid van de aandelen en drukte zijn wil door. Zijn compagnon liep naar de rechter.

In een opmerkelijke uitspraak van de rechter kregen bestuurders van een incorporated voortaan als enige plicht te streven naar maximale winst voor de aandeelhouders. Alles wordt ondergeschikt aan de winst. Kan een bedrijf een miljoen dollar extra winst maken door een milieuregel te overtreden die een boete van duizend dollar met zich meebrengt, dan is de manager dus in gebreke als hij deze milieuregel niet overtreedt. Veel van deze Amerikaanse wetgeving is in de jaren tachtig en negentig ook in Europese landen zoals Nederland ingevoerd.

Het gevolg: zo ontstaat de ideale omgeving voor psychopaten, mensen die alleen aan korte-termijn winst  denken ten koste van alles. Inderdaad zijn psychopaten (die ongeveer een procent van de bevolking vormen) oververtegenwoordigd in de top van het bedrijfsleven.

Roofbouw op consument en milieu
De gevolgen merken we elke dag. Managers worden afgerekend op het halen van korte-termijn targets en  gedwongen tot het maken van zoveel mogelijk winst, ook als dit ernstige schade voor de omgeving oplevert of het voortbestaan van  het bedrijf in gevaar brengt.

Kortzichtige bezuinigingen leidden tot de grootste olieramp in de geschiedenis en het bijna-faillisement van BP.
Kortzichtige bezuinigingen leidden tot de grootste olieramp in de geschiedenis en het bijna-faillisement van BP.

Onder de vele voorbeelden:  de BP-ramp in de Golf van Mexico (een kortzichtige bezuiniging op een onderdeel van een boorplatform leidde tot de grootste olieramp in de geschiedenis).

Ook de doofpotaffaire bij sigarettengigant Philip Morris en andere Amerikaanse tabaksfabrikanten is hier een rechtstreeks gevolg van. De schadelijke gevolgen van tabaksrook waren al in de jaren vijftig bekend, maar toch ging Philip Morris door met het aanprijzen van roken als gezonde gewoonte: dat leverde het meeste  winst op.

Bestuurders persoonlijk aansprakelijk stellen kan nauwelijks. De corporatie zelf ontbinden is door de grondwettelijke bescherming ook zeer lastig. Kortom: alleen door hoge boetes zijn deze organisaties te temmen.  De reden dat er in de VS  zo absurd hoge schadevergoedingen bij rechtszaken tegen bedrijven worden toegekend.

De oplossing: stel bestuurders persoonlijk aansprakelijk, maak een ethische richtlijn verplicht
Door een drietal zeer twijfelachtige juridische beslissingen is er een monster geschapen: een kunstmatig wezen met een ingeprogrammeerde roofzuchtige, psychopate natuur. Dat alles om de bezitters van aandelen aan zoveel mogelijk inkomen te helpen.

Gezien de enorme risico’s die aan modern zakendoen kleven – een enkel cruiseschip, kerncentrale of chipsbakker kost al gauw meer dan een miljard – is het ondoenlijk een enkele eigenaar alle risico te laten dragen. Helemaal afkomen van de corporatie wordt dus lastig, maar misschien dat iemand een goede manier weet om de risico’s niet te hoog te laten worden voor de eigenaars.

De rechten die op dit moment aan corporaties worden toegekend, zullen moeten worden beperkt tot het hoogstnoodzakelijke, afgeleid van individuele rechten van betrokkenen: aandeelhouders, personeel en klanten. De situatie in de negentiende eeuw.  Welke rechten dan zouden overblijven? Moet je aandeelhouders van een bedrijf aansprakelijk stellen als hun bedrijf misdaden pleegt? 

Bestuurders moeten aansprakelijk worden gesteld als zij wettelijk over de schreef gaan. Boetes die aan corporaties worden opgelegd zouden eigenlijk ook aan de verantwoordelijke bestuurders worden uitgedeeld. Maar ook moeten besturuders niet worden gedwongen om misdaden te plegen om maar zoveel mogelijk winst te kunnen maken. Hoe zou je dat in een wet kunnen formuleren?

Iedere corporatie moet een publiek bekende ‘grondwet’ krijgen waarop bestuurders op de vergadering van aandeelhouders worden afgerekend. Bedrijven moeten meer het karakter krijgen van verenigingen. Bedrijven zijn niet alleen winstmachines. Het zijn belangrijke onderdelen van de maatschappij met een enorme impact op de planeet. Met macht komt verantwoordelijkheid, toch?

De toegevoegde waarde van de bankensector is negatief, zij parasiteert op de echte economie. Deze man plukt de wrange vruchten.

De mythe van de vaste werkgelegenheid

Veel mensen denken dat banen schaars zijn, dus dat er maar een beperkt aantal banen zijn voor veel meer mensen. Maar is dat wel zo?

Een veelgehoord argument tegen de immigratie is: ‘ze pikken onze banen in’. De reden voor sommige partijen om bijvoorbeeld tegen het inschakelen van Poolse of Roemeense arbeiders te zijn.
Ook anderen denken er zo over. Zo vinden sommige voorstanders van deeltijdwerken, dat op deze manier de beschikbare banen eerlijk over werkenden en werklozen worden verdeeld. Er zijn overigens andere, zeer goede, argumenten om voor deeltijdwerken te zijn, denk aan de voordelen voor ouders en vrijwilligers.

De toegevoegde waarde van de bankensector is negatief, zij parasiteert op de echte economie. Deze man plukt de wrange vruchten.
De toegevoegde waarde van de bankensector is negatief, zij parasiteert op de echte economie. Deze man plukt de wrange vruchten.

De met uitsterven bedreigde baan
Al deze denkbeelden komen  voort uit één aanname: er is een vast aantal banen. Banen worden door middel van een mysterieus proces geschapen door zogeheten werkgevers met veel maatschappelijk verantwoordelijkheidsgevoel. Als er maar genoeg politieke druk wordt uitgeoefend, bijvoorbeeld via de talloze overlegorganen waar vakbondstijgers en praatgrage ex-managers van grote bedrijven in zitten, komen er vanzelf meer banen.

Wat ook helpt: de overheid die flink wat mensen in dienst neemt, want zo komen er nog meer van de wonderbaarlijke banen. Dat moet natuurlijk wel betaald worden, maar daar zijn belastingen voor. De sterkste schouders dragen de zwaarste lasten. Heel verstandig en rechtvaardig, toch? Nou, nee dus.

Hoe denkt een werkgever?
Ondernemers met personeel, werkgevers, zijn mensen net als jij en ik. Net als jij geen kinderoppas voor je drie lieverdjes gaat inhuren als deze meneer of mevrouw per uur meer kost dan jij netto per uur verdient (tenzij je het even echt niet meer aankan en er is geen bereidwillige partner, moeder of schoonmamma die je uit de brand helpt), doet een ondernemer dat ook niet.

Een werkgever moet de loonkosten van zijn werknemer er uit zien te krijgen. Kost een werknemer vijfduizend bruto per maand en verdient de ondernemer er niet minstens zesduizend aan, dan zal hij voorlopig geen personeelsadvertentie de deur uit doen. Tenzij die werknemer hem zoveel zorgen uit handen neemt, dat hij de extra kosten er graag voor over heeft.

De werkelijke ‘werkgever’: toegevoegde waarde
Een bedrijf dat goed draait, produceert meestal veel toegevoegde waarde. Soms niet, maar na verloop van tijd lopen de klanten dan weg of komt er een onderzoek van de mededingingsautoriteit. Een hebberige ondernemer van een goedlopend bedrijf (en daar zijn er best wel veel van, ja, de vooroordelen kloppen) gaat dan extra personeel in dienst nemen, want zo verdient hij veel meer.

Stel, jij vindt een manier uit om per liter accu tien keer meer energie op te slaan dan nu in de beste accu mogelijk is. Kortom: je zorgt voor DE doorbraak voor elektrische auto’s. Of jat die manier van een zakelijk niet al te kluge uitvinder, zoals helaas vaak voorkomt. In je fabriek heb je duizend man nodig om aan de wereldwijde miljardenvraag naar je wonderaccu te voldoen. Elk extra personeelslid vergroot je winst dan zeker met een paar miljoen euro. Uiteraard plunder je dan busladingen personeel tegelijk uit arbeidsbureaus of ineengestorte EU-landen.

Waar komt toegevoegde waarde vandaan?
Een bedrijf is een verzameling mensen, machines en kapitaal dat uitgangsmaterialen omzet in een gewenst eindproduct. Hoe gewilder die eindproducten, hoe meer winst het bedrijf maakt en hoe meer banen er komen. Over het algemeen geldt: hoe hoger de kwaliteit van eindproducten, hoe meer waarde die voor klanten opleveren, hoe gewilder ze zijn. Mensen willen dingen die anders en beter zijn dan ze tot dan toe hebben. De ondernemer die voor een redelijke prijs dat kan leveren waar zijn klanten zelfs niet van durven te dromen, hoeft zich niet veel zorgen te maken.

Apples nieuwste marketingtroef, de Ipad, is razend populair. Het geheim: de creativiteit van honderden uitvinders, ontwerpers en andere creatieve geesten.
Apples nieuwste marketingtroef, de Ipad, is razend populair. Het geheim: de creativiteit van honderden uitvinders, ontwerpers en andere creatieve geesten.

Helaas is er ook een negatieve manier om ‘waarde’ voor klanten te creëren: afhankelijkheid kweken. Beruchte voorbeelden: opium (de bron van de Engelse woekerwinsten in China), apparaten waar alleen gepatenteerde, peperdure bijvullingen in kunnen of softwarepakketten.

De magische X-factor: kennis en fantasie
Alles om ons heen, ook wijzelf, bestaat uit atomen. De ruwe materialen waaruit kostbare elektronica bestaat, kosten misschien een paar dubbeltjes. De hoge toegevoegde waarde bestaat uit de vele informatie, dat wil zeggen kennis en fantasie die in de producten is gestopt. Een programmeerbaar wetenschappelijk rekenmachientje kost minder dan tweehonderd euro. Dit apparaatje kan meer dan de miljoenen verslindende, wekenlang pruttelende ENIAC’s zo groot als een huis.
Het is naast het nodige harde werk, toch vooral de technische slimheid en visionair inzicht van een aantal molenbouwers en waterbouwkundig ingenieurs geweest dat Nederland van een twee keer per dag onderlopend moeras in een van de welvarendste landen ter wereld heeft veranderd.

De echte banenscheppers: praktische wetenschappers, uitvinders, creatievelingen en visionairen
Elke economische opleving in modernere tijden was het gevolg van een groep technische doorbraken. Ten grondslag hieraan ligt het werk van uitvinders die zelf doorgaans niet erg veel vruchten plukten van hun ideeën. Zo was de opleving eind negentiende eeuw het resultaat van elektrificering, de opkomst van de olie- en autoindustrie en dergelijke. Denk ook aan de internethype van kort geleden. Dus laat slimme en creatieve mensen met voldoende realiteitszin de volle ruimte, want het zijn uiteindelijk hún ideeën die de wereld een betere plek zullen maken. Om dezelfde reden is het kabinetsbeleid om niet-westerse allochtonen te weren ook niet zo verstandig. Het is veel verstandiger om alleen slimme, positieve mensen die vol zitten met kennis, fantasie en goede ideeën hier binnen te laten, onafhankelijk van afkomst.