filosofie

Lucius Quinctius Cincinnatus (519 BC – 430 BC) groeide uit tot de machtigste Romein door zijn extreem nederige en dienstbare, maar wel zeer doortastende instelling.

Dienen is heersen

‘De laatsten zullen de eersten zijn’. Deze woorden van Jezus blijken opmerkelijk profetisch. De beste dienstverleners zijn het machtigst. Hoe komt dat?

Waarom zijn dienende mensen en dingen zo machtig?
De belangrijkste computers op internet worden aangeduid als servers – letterlijk vertaald: dienenden. In ontwikkelde landen is de belangrijkste economische sector de dienstverlening.  Hoe dienstbaarder een bedrijf zich opstelt, des te harder groeit het. Daarentegen moeten koningen en militairen, als prototypes van heersers, steeds meer inleveren. Hoe komt dat?

Lucius Quinctius Cincinnatus (519 BC – 430 BC) groeide uit tot de machtigste Romein door zijn extreem nederige en dienstbare, maar wel zeer doortastende instelling.
Lucius Quinctius Cincinnatus (519 BC – 430 BC) groeide uit tot de machtigste Romein door zijn extreem nederige en dienstbare, maar wel zeer doortastende instelling.

Macht wordt gegeven door de ondergeschikten
Lang geleden was dienstbaarheid iets dat een machthebber zijn onderdanen met geweld oplegde. Wie weigerde akkoord te gaan met een bestaan als horige of slaaf, werd geëxecuteerd. Toch was dit niet zoals het leek. Zelfs in de rijken in die tijd, het Romeinse Rijk bijvoorbeeld, was macht niet absoluut. Macht is niet iets dat iemand van nature heeft, maar wordt verleend door anderen. De dictator, degene die in de Romeinse tijd het dichtste bij een alleenheerser kwam, werd voor een half jaar benoemd door de senaat. Met andere woorden: zelfs deze machtige persoon was alleen machtig omdat andere mensen bereid waren hem te gehoorzamen.

Mensen dienen alleen hen, die hen dienen
Ware macht wordt niet afgedwongen met andere macht. Wie macht over een persoon heeft omdat die persoon bang voor hem is, heeft er een vijand bij. Zodra het machtsmiddel ook maar iets verzwakt, zal de machthebber worden vernietigd. De Chinese meesterstrateeg Sun Tsu vertelde dat een befaamd Chinees veldheer soldaten had die voor hem hun leven waagden en door het vuur gingen. Zijn geheim: hij behandelde ze alsof hij hun dienaar was.Zo verzorgde hij ze persoonlijk als ze zwaargewond waren. Ook draconische straffen – hoe geschikt ook om angst aan te jagen – zullen alleen echt effectief zijn als degenen die de straffen dreigen te ondergaan, die straffen ook rechtvaardig vinden.

De beste dienstverlener wordt het machtigst
Zelfs de ergste despoot zal zijn best doen in ieder geval de schijn op te houden dat hij een dienaar van het volk is. Er is geen langzittende dictator die het volhoudt zonder dat in ieder geval een belangrijk deel van het volk achter hem staat. In Syrië is dat bijvoorbeeld het kwart van de bevolking dat geen soenniet is. In Chili genoot dictator Augusto Pinochet steun van de middenklasse en de rijken, omdat hij de gevaarlijke socialisten, die al hun bezit wilde onteigenen, uitschakelde. Assad en Pinochet handelen dus in het belang van deze mensen. Ze dienen hen. Alleen om die reden worden ze gehoorzaamd.

Een les voor de Nederlandse overheid
In het Nederlands is een werknemer bij de overheid een ambtenaar, iemand die een ambt vervult. Deze formulering geeft ambtenaren een gevoel van recht op grond van hun functie. In Angelsaksische landen heten deze mensen public servants. Dienaren van het publieke, dus. Ambtenaren en politici klagen vaak dat er een zo grote afstand is tussen het volk en hen. Met andere woorden, dat het volk ze niet begrijpt. Zou dit niet het gevolg zijn van hun houding, waarin ze zichzelf niet als publieke dienaren zien, maar als hoeders van een verworven recht?

In de film Serendipity komt een tweetal geliefden door een reeks van toevallige gebeurtenissen uiteindelijk bij elkaar.

Serendipiteit

Veel van onze beste ontdekkingen kwamen toevallig tot stand. Bannen we het toeval tegenwoordig niet teveel uit en missen we op die manier niet de mooiste dingen?

Toeval als bron van wetenschappelijke kennis
Wat hebben de ontdekking van penicilline, supergeleiding, kosmische achtergrondstraling en pulsars gemeen? Antwoord: dat ze door toeval tot stand zijn gekomen. Een groot deel van onze ontdekkingen is niet gedaan door theoretisch werk, maar door toeval.

In de film Serendipity komt een tweetal geliefden door een reeks van toevallige gebeurtenissen uiteindelijk bij elkaar.
In de film Serendipity komt een tweetal geliefden door een reeks van toevallige gebeurtenissen uiteindelijk bij elkaar

Klassiek is uiteraard het voorbeeld van Columbus, die op zoek ging naar een westwaartse route naar China en in plaats hiervan Amerika ontdekte. Ook in de wetenschap en techniek zijn toevallige ontdekkingen gemeengoed. Niemand had durven voorspellen dat bij temperaturen vlak boven het absolute nulpunt, de weerstand in veel metalen zou dalen tot nul. Of dat een nederige schimmel die op brood voorkomt het leven van duizenden mensen zou redden. De reden is duidelijk. Onze geestelijke vermogens, zelfs die van alle mensen en hun apparaten samen, zijn beperkt en veel kleiner dan de enorme variëteit en complexiteit die onze natuurlijke omgeving (of wat dat betreft: wijzelf) ons biedt. Het is vrijwel onvermijdelijk dat we op een gegeven moment op onverwachte dingen zullen stuiten.

De prinsen van Serendip
Het feit dat dit soort ontdekkingen optreden wordt serendipiteit genoemd, genoemd naar de prinsen van Serendip (Sri Lanka) die in een oud Perzisch verhaal allerlei onverwachte ontdekkingen deden. Serendipiteit laat ons stilstaan bij de fenomenologische rijkdom van de natuur. Kortom: als je het op een gegeven moment niet meer weet, kan het zeer de moeite waard zijn de proef op de som te nemen. Kijken naar het onverwachte. De theorie even te laten voor wat het is. De kans is dan zeker aanwezig dat we wat ontdekken dat de impasse doorbreekt.

Steeds minder serendipiteit
Er komen steeds meer en steeds betere wetenschappelijke theorieën. Steeds meer ontdekkingen en uitvindingen worden nu gedaan als gevolg van het ontwikkelen en uitwerken van theorieën. Dit is niet voor niets. Onze theorieën worden steeds beter en steeds meer ondersteund door een indrukwekkende hoeveelheid bewijsmateriaal. Ook onze technieken om uit een bestaande theorie meer af te leiden, bijvoorbeeld met wiskundige modellen en computersimulaties, worden steeds beter. Kortom: de strategie om uit te gaan van bestaande theorieën werpt steeds meer vruchten af. Vandaar dat veel minder lukraak wordt geëxperimenteerd dan vroeger, en ook veel nauwkeuriger wordt gewerkt (waardoor minder ruimte is voor toevallige ontdekkingen door fouten).

Toch is er nog steeds een domein dat niet door onze theorieën wordt gevangen. Het Onbekende ligt nog steeds op de loer, vaak op zeer onverwachte plaatsen in onze directe omgeving. Vaak doen we ons uiterste best om diep begraven juwelen uit verre continenten uit de rots van onwetendheid te bikkelen, terwijl de schatten vlak onder ons onaangeroerd liggen. Want hoewel theorie een krachtig hulpmiddel is om de wereld om ons heen te begrijpen en te voorspellen, beperkt theorie ons ook. Daarom is het verstandig af en toe de theoretische bril af te zetten en de wereld om ons heen te bekijken als een klein kind: vol verwondering. Wie weet wat voor verborgen verschijnselen nog op zullen duiken in de verborgen holtes waar nog geen theorie is doorgedrongen…

Het gokparadijs Las Vegas. Het resultaat van ongebreideld kapitalisme.

Is er een werkend alternatief voor het kapitalisme te bedenken?

Het kapitalisme staat  op dit moment na de ondergang van het communisme nauwelijks meer ter discussie. is dat wel terecht? Zijn er beter functionerende alternatieven voor het kapitalisme te bedenken?

Het kapitalisme werkt. Waarom?
Adam Smith zei het kernachtig in zijn visionaire boek The Wealth of Nations. De bakker en de slager zorgen niet uit menslievendheid dat er iedere dag brood en vlees op de plank ligt, maar uit winstbejag.

Smith werd door zijn gelovige tijdgenoten en later door socialisten en communisten fel aangevallen wegens zijn immorele filosofie. Het gelijk van Smith werd echter in de negentiende en twintigste eeuw en ook nu keer op keer aangetoond. Kapitalisme is voor zover we weten de effectiefste methode om rijkdom te creëren. Kapitalisme gaat uit van het egoïsme van de mens. Iedereen wil met zo min mogelijk moeite zo rijk mogelijk worden. Het uiteindelijke resultaat is dat iedereen datgene zal doen waar hij het beste in is. Op die manier ontstaat er een taakverdeling. Mensen kunnen zich toeleggen op een specialisme en door handel rijk worden.

Het sterke punt van het kapitalisme is dat er geen centrale planning met bovenmenselijke gaven nodig is. Een kapitalistisch systeem werkt autonoom. De overheid hoeft slechts randvoorwaarden te stellen. , Zo kan de overheid voorkomen dat criminelen toeslaan. Ook kan de overheid met wettelijke randvoorwaarden bepaalde collectief waardevolle goederen, zoals de volksgezondheid, schone lucht en water, beschermen.

Tekortkomingen van kapitalisme

Het gokparadijs Las Vegas. Het resultaat van ongebreideld kapitalisme.
Het gokparadijs Las Vegas. Het resultaat van ongebreideld kapitalisme.

Kapitalisme is immoreel en ontziet in principe niets binnen de grenzen waarin het opereert. Als er een bepaalde ethische regel geldt (bijvoorbeeld werken op zondag), kan iemand die zich niet aan die regel houdt, meer verdienen. Ook probeert het kapitalisme de grenzen waarbinnen het opereert voortdurend op te rekken, bijvoorbeeld door politici om te kopen of met een lobby de politiek te beïnvloeden. Soms is dit nuttig, bijvoorbeeld als een beperking veel schade oplevert zonder veel nut, vaak is het bedenkelijk, zeker als beperkingen worden ingevoerd om één bedrijf  (of een klein groepje bedrijven) te bevoordelen.

Ook zijn er mensen die nauwelijks of helemaal niet in staat zijn te werken. Zij zullen van de honger omkomen, tenzij er een barmhartige Samaritaan helpt. Een andere vervelende eigenschap van kapitalisme is dat de inkomensverschillen erg groot worden. Dit wekt jaloezie en onrust in de hand.

Hoe zou een werkbaar alternatief voor het kapitalisme er uit zien?
Kapitalisme gaat er van uit dat mensen alleen werken of ondernemen om er erg rijk van te worden. Uiteraard is inkomen de voornaamste reden dat de meeste mensen werken. Veel mensen, vooral de hoogproductieven onder hen, werken echter om een heel andere reden: ze vinden hun werk leuk om te doen. Het is ook niet waar dat mensen dingen uitvinden om er rijk van te worden. Ze ergeren zich ergens aan (of hebben een droom), krijgen een slimme inval en werken dat uit.

Inspiratie vinden uitvinders veel leuker dan de transpiratie die nodig is om een uitvinding in marktrijp te maken. Veel uitvinders gaan zelfs failliet doordat ze als bezetenen aan hun uitvinding werken. Zouden dat soort prikkels niet een goed alternatief kunnen vormen voor het kapitalisme?

De islamitische wereld scoort laag wat betreft menselijke ontwikkeling.

Allah in de bankschroef

Als er een almachtige god is, waarom is er dan lijden in de wereld? Waarom sterven er zo veel mensen aan dodelijke ziekten, waarom sterven mensen überhaupt op de meest mensonterende wijzen, zoals de ziekte van Alzheimer of ziekten waarbij ze langzaam wegteren? Het antwoord is niet prettig. Als eerste deel in deze serie: Allah in de bankschroef.

God wetenschappelijk testen
Jezus heeft gezegd: aan de boom kent men de vruchten, aan de vruchten kent men de boom. Een doorleefde uitspraak van een wijze man, van wie de woorden ook nu na tweeduizend jaar nog niets aan relevantie hebben ingeboet.

Door diverse religieuze groepen worden er uitspraken over de aard van God gedaan. Zo zou God in zijn diverse incarnaties goed zijn, rechtvaardig en vooral zijn aanbidders helpen.
Dit zijn uiteraard net als wetenschappelijke uitspraken, testbare vooronderstellingen. Er zijn experimenten of data-analyses denkbaar om vast te stellen of er een goedwillende almachtige god bestaat. Ook hier geldt dat de wetenschap de ruimte voor religie steeds meer inperkt.

Allah, volgens de islamieten
Islamieten geloven minder sterk in de vrije wil van de mens dan christenen. Hiermee brengen ze zichzelf uiteraard nog meer in de problemen. Ze lossen dit op door hun godheid Allah onpeilbaar en onbegrijpelijk te noemen. Uiteraard is dit een zwaktebod, maar zelfs deze hypothese kan in de bankschroef worden gezet, want Allah is zo vriendelijk geweest een (volgens islamieten) duidelijk en onaantastbaar meesterwerk op aarde neer te laten dalen: de koran.

Hun god Allah is, als we de koran onder de loep nemen, een naar moderne eenentwintigste-eeuwse maatstaven almachtige, nogal kleingeestige en jaloerse tiran die er geen been in ziet om ongehoorzame steden in hun geheel om te keren of te bedelven onder woestijnzand. Een kind van drie met de macht van een god, zeg maar. Hij besteedde veel aandacht aan het ontwerpen van allerlei sadistische straffen, zoals duivelskoppen die ongelovigen van binnen opvreten en poelen van vloeibaar vuur. Hij blijkt er een merkwaardig genoegen in te scheppen als mensen vijf keer per dag rek- en strekoefeningen uitvoeren richting een kubusvormig gebouwtje in een stoffige woestijnstad, terwijl ze steeds dezelfde teksten prevelen.

Erg dol op vrouwen is Allah niet. Hij ziet ze als een beloning voor gehoorzame mannelijke volgelingen. Ze moeten altijd klaarstaan om geneukt te worden door zijn dienaren en zwanger te worden van nieuwe islamitische strijders. De vrouw als zoontjesfabriek, zo omschreef Ayaan Hirsi Ali dit kernachtig. In de islamitische hemel mogen ze toekijken terwijl manlief, die de seksdrift van honderd normale mannen heeft gekregen, zich uitleeft op de zogenaamde hoeri’s, een soort geavanceerde seksrobots. Geen wonder dat deze blijde boodschap erg populair werd onder veel mannen.

Twee toetsbare nulhypotheses over Allah
Islamieten maken onderling de nodige ruzie over wat Allah precies wil, wat niet verwonderlijk is als je bedenkt dat hij maar één zogeheten laatste boodschapper heeft gestuurd en allerminst vaststaat wat deze boodschapper nu precies heeft gezegd.
Wel zijn ze het eens over de volgende dingen.

  • Allah is almachtig
  • Allah is rechtvaardig (wat je kan vertalen als: consequent)
  • Allah beloont de gelovigen al naar hun geloof (al stelt hij ze soms op de proef)
  • Allah straft de ongelovigen met armoede

Als Allah almachtig en consequent is, betekent dit dat de gehele wereld door Allah wordt bepaald.
We kunnen op grond van de islamitische geschriften dus een aantal redelijke werkhypotheses, H0n, over Allah opstellen.
H01. Allah beloont zijn aanhangers naarmate zij meer de ge- en verboden in de islamitische heilige schriften (koran en hadith)  in praktijk brengen met als corollair: Allah bestraft zijn aanhangers naarmate zij deze ge- en verboden minder in praktijk brengen.
H02. Islamieten moeten rijker en welvarender zijn dan kafirs.

De Human Development Index-toets
Een redelijke stelling lijkt, dat als hypotheses H0 1 en H02 kloppen, islamieten en de inwoners van islamitische landen een prettiger leven zullen leiden dan niet-islamieten of minder praktiserende islamieten. Volgens de VN is de Human Development Index(HDI) van alle landen in de wereld de best denkbare maat om deze levenskwaliteit vast te stellen. Bij de totstandkoming hiervan was Nobelprijswinnaar Amartya Sen en de Pakistaanse islamiet Mahbub Ul Haq, in het islamitische Pakistan als volksheld vereerd, betrokken. We kunnen dus gevoeglijk aannemen dat deze index niet bevooroordeeld is tegen islamieten.

Een redelijke nulhypothese lijkt dus dat deze HDI hoger is in streng-islamitische landen dan in minder streng-islamitische landen en hoger is in islamitische landen dan in niet-islamitische landen.

We komen dus op de volgende, gespecificeerde aangescherpte nulhypotheses.

H01. Het meer in de praktijk brengen van islamitische regels moet leiden tot een hogere HDI.
H02. Islamitische landen kennen een hogere HDI dan niet-islamitische landen.

Het antwoord hierop is in de volgende grafiek te vinden.

De islamitische wereld scoort laag wat betreft menselijke ontwikkeling.
De islamitische wereld scoort laag wat betreft menselijke ontwikkeling.

De resultaten zijn onthullend. Van de twintig landen met de hoogste levenskwaliteit is er niet een land islamitisch. De hoogste scores zijn van Brunei(32), Qatar(37) en de Verenigde Arabische Emiraten(38), die werkelijk uitpuilen van de olie.

Afghanistan, dat één van de strengste islamitische wetgevingen ter wereld kent, scoort ook vrijwel het laagste als het gaat om menselijke ontwikkeling. Het fundamentalistische Pakistan scoort aanmerkelijk lager dan het hindoeïstische buurland India, dit ondanks miljardensteun uit de Verenigde Staten. Het fundamentalistische Saoedi-Arabië scoort redelijk hoog, net als aartsvijanden Libië en (in mindere mate) Iran. De reden is de overvloedige olie in deze landen, waardoor de bevolking een goede opleiding kan genieten. Maar zelfs met deze enorme olierijkdom scoort het door islamieten intens gehate Israël met positie 15 veel beter dan alle andere landen in het Midden Oosten. Tsjechië en Nederland, de meest atheistische landen ter wereld, doen het indrukwekkend goed met scores van 28 en 7.

De welvarendste gebieden met de beste levenskwaliteit blijven Europa, Noord-Amerika en Japan. In deze landen vormen islamieten een kleine minderheid. Kortom: De nulhypotheses zijn overtuigend verworpen.

Interessant
God, een onhoudbare hypothese

Adbusters is een online actiegroep die zich verzet tegen de hersenspoeling door reclame.

De hersenhandel

Elke keer dat er miljoenen worden neergeteld voor een merk, wordt er in feite gehandeld in het denken van miljoenen mensen. Ethisch kan je daar vraagtekens bij stellen.

Adbusters is een online actiegroep die zich verzet tegen de hersenspoeling door reclame.
Adbusters is een online actiegroep die zich verzet tegen de hersenspoeling door reclame.

Reclame is hersenspoeling
Bedrijven en fabrieken bestaan tegenwoordig allang niet meer uit alleen productielijnen en gebouwen. Het belangrijkste bezit van veel bedrijven is de bekendheid van een bedrijf of een product. Adverteerders geven vaak het grootste deel van hun geld uit aan marketing. Een bedrijf als Nike besteedt veel meer geld aan reclame dan aan het laten fabriceren van de sportschoenen in kwestie. Die waarde bestaat uit een collectief goed: de mate waarin het bedrijf er in is geslaagd de neuronen te kapen van het publiek.

De voortdurende strijd om aandacht, om hersencapaciteit dus, is kenmerkend voor de moderne economie. Er worden steeds driestere manieren uitgedokterd om toch maar voldoende ruimte te veroveren in de mentale wereld van potentiële en actieve klanten. Er worden vooral in de VS maar nu ook steeds meer in Nederland, veel rechtszaken gevoerd om echte of vermeende reputatieschade. Is dit wel ethisch? In feite handel je in iets dat in de breinen van anderen aanwezig is. Stel dat je als persoon besluit bijvoorbeeld Nike een opgeblazen marketingwindbuil te vinden en liever de schoenen van de toeleverancier wilt kopen. Ben je dan ook strafbaar?

Naar verwachting zullen er steeds meer nieuwe methoden komen om mensen over te halen een bepaald product of dienst te kopen. Zo is het nu al mogelijk in enkele bijzondere gevallen gedachten af te leiden uit hersengolfpatronen. Misschien is het ooit mogelijk om door een vorm van hersenmanipulatie in mensen die voorbij een winkel lopen, de impuls in te planten om naar binnen te lopen.

Push-marketing verdringt kwaliteit
Weliswaar kunnen we dankzij reclame gratis televisie kijken, maar er gaat heel veel geld zitten in reclame en minder in productontwikkeling. Zelfs een matig product kan toch goed worden verkocht, als de reclamecampagne maar goed genoeg is. Aan de andere kant zal een zeer goed product waar het reclamebureau voor blundert, geen marketingkansen hebben. Hoewel er gevallen bekend zijn van mond-tot-mond reclame die zelfs nauwelijks geadverteerde producten toch zeer populair maakte. Dat laatste heeft dan weer meer te maken met het grote wantrouwen dat mensen steeds meer ten opzichte van reclame krijgen.

Vergroving van de leefomgeving
Het gevolg is een soort wapenwedloop tussen steeds wantrouwiger consumenten en steeds schreeuweriger en doortrapter reclamecampagnes. Voor gevoelige mensen is reclame ook erg opdringerig. Het netto effect is dat de leefomgeving steeds verder vergrooft, mensen steeds verder afstompen. Misschien moet het mogelijk worden om als consument alleen reclame met een bepaald niveau van subtiliteit te ontvangen op bijvoorbeeld de tv. De impliciete filtering die nu met doelgroepmarketing wordt gebruikt, werkt bij algemene programma’s als het acht uur journaal niet.

De vlag van de taalgroep Conlang, die de Toren van Babel uitbeeldt

Tijd voor een nieuwe taal?

Menselijke talen zijn dubbelzinnig en leiden vaak tot denkfouten. Zou het mogelijk zijn een wetenschappelijke kunsttaal te ontwerpen die niet de zwakke punten van natuurlijke talen heeft?

De vlag van de taalgroep Conlang, die de Toren van Babel uitbeeldt
De vlag van de taalgroep Conlang, die de Toren van Babel uitbeeldt

Sapir-Whorf hypothese: taal bepaalt denken
Volgens de omstreden hypothese van Edward Sapir en Benjamin Lee Whorf bepaalt taal ons denkraam, dat wil zeggen: dingen die er in een taal niet zijn, kunnen we ook niet bevatten. Diverse experimenten hebben aangetoond dat deze theorie in ieder geval fysiologisch niet klopt. Sprekers van talen waarin maar twee of drie kleuren voorkwamen, bleken toch onderscheid te kunnen maken tussen meerdere kleuren. De hypothese riep daarom fel verzet op en raakte in diskrediet. (1)

Wel zijn er subtielere effecten. Zo blijken kinderen in Oost-Aziatische landen veel beter in rekenen te zijn dan westerse kinderen. Geen wonder. In het  Thai of Chinees is drieënzeventig letterlijk vertaald zeven-tien-drie. Het is dan ook voor die kinderen een peulenschil om uit te rekenen wat 73+58 is, bijvoorbeeld.  Ze tellen de tientallen en de eenheden bij elkaar op. Voor iemand die een Indo-Europese taal spreekt is dat veel lastiger vanwege het onlogische omdraaien van tientallen en eenheden.

In de Australische taal Guugu Yimithirr bestaan alleen absolute richtingen – noord, zuid, oost, west – geen individuele richtingen (links, rechts). Als gevolg hiervan zijn de sprekers van deze en andere geografische talen griezelig goed in het vinden van de juiste richting,  terwijl een Engels- of Nederlandssprekende sneller begrijpt wat je bedoelt als je zegt: die afstandsbediening ligt achter je, sufferd. Vandaar dat een voorzichtige interpretatie van de Sapir-Whorf hypothese toch steeds meer aanhangers krijgt.

Esperanto geen overweldigend succes
De oudste kunsttaal volgens sommigen is Sanskriet, maar de meesten houden het op Esperanto. Esperanto, een Indo-Europese kunsttaal die in de negentiende eeuw bedacht is door de visionaire Pool Zamenhoff, is veel preciezer dan natuurlijke talen. De reden dat Esperanto e.d. niet doorbreken, is omdat talen niet opgelegd kunnen worden. Om twee redenen niet. Ten eerste: welk volk zou zich een taal op laten leggen? Veel mensen zouden er geen bezwaar tegen hebben om Engels als eerste taal in NL te hebben, maar je kan je voorstellen dat meer dan de helft er anders over denkt. Ik geef ze ook niet ongelijk. Ten tweede: talen leven. De taal is nu heel anders dan 100 jaar geleden, dus een statische taal opleggen is niet logisch. Je zou zeggen dat een levende taal evolueert en dus steeds beter wordt. Toch blijkt dat ook steeds ‘onlogische’ (inefficiënte) veranderingen plaats vinden.
Een toepassingsgebied waarbij de eerste reden niet zo zeer op zal gaan, zou bijvoorbeeld een nieuw te bewonen planeet of andere niet-aardse omgeving zijn. Toch is de kans hier ook groot dat het een grote bestaande taal als Engels of Kantonees oid wordt.

Ambiguïteit noodzakelijk?
Een filosofische reden waarom er onlogische veranderingen plaats vinden, is omdat taal haast per definitie ambigu moet zijn. Als we voor alle voorwerpen aparte woorden moeten verzinnen, wordt het aantal woorden al snel veel te groot. Voorbeeld: met ‘stoelen’ kan je naar twee of meer stoelen verwijzen. Het Russisch heeft overigens meerdere meervouden die elke een andere uitgang met zich meebrengen. Het zou inefficiënt of misschien zelfs onmogelijk zijn om continu het aantal erbij te vernoemen (‘zou jij die 23 stoelen willen stapelen?’).

Een diepere filosofische vraag is of je de filosofische grondconstructies die aan onze taal ten grondslag liggen niet op de schop moet nemen. Zo kent de inheems-Peruaanse taal van de Matsés het vereiste, elk feit dat je noemt terug te voeren op een waarneming of bron. Liegen is erg moeilijk in het Matsés, want je moet er meteen een bron bij verzinnen. Duidelijk een taal die sommige politici verplicht zouden moeten leren. Aan de andere kant: niet erg praktisch in een ingewikkelder samenleving dan die van de Matsés, een groep jager-verzamelaars.

Met dank aan Niek, voor zijn taalkundige opmerkingen en ideeën.

Bronnen:
1. Does your language shape how you think? – New York Times

Een paraqdijselijk hotel als dit was een eeuw geleden zelfs voor de rijken een onbereikbare droom. De toekomst wordt nog veel mooier dan dit.

Technische vooruitgang: het onontkoombare paradijs

Uitvindingen en technische kennis kunnen niet verdwijnen. Daardoor worden we steeds wijzer en slimmer en kunnen we steeds meer. Sorry, doemdenkers: optimisten hebben gewoon onverbiddelijk gelijk.

Het leven is beter dan ooit tevoren

Een paraqdijselijk hotel als dit was een eeuw geleden zelfs voor de rijken een onbereikbare droom. De toekomst wordt nog veel mooier dan dit.
Een paradijselijk hotel als dit was een eeuw geleden zelfs voor de rijken een onbereikbare droom. De toekomst wordt nog veel mooier dan dit.

Een oude man zei het op een keer: de goede oude tijd bestaat niet. De tijd was wel oud, maar niet goed. Als we het leven nu vergelijken met dat in de negentiende eeuw, is het gewoon onvergelijkbaar veel beter. Er is zelfs voor de armste Nederlander meer dan voldoende te eten. Hongersnoden komen in Nederland niet meer voor. Er is overvloedig gratis vermaak via internet of, desnoods, op televisie, voor ieder wat wils.

Voor eerdere beschavingen was dat alleen weggelegd voor de allerrijksten, en zelfs zij waren hun leven niet zeker. Niemand sterft meer aan infectieziekten als de pokken, vorige eeuw nog een verwoestende plaag. Ook voor de rijksten. De leefomstandigheden zijn continu aan het verbeteren, al sinds de late middeleeuwen.

Dat is uiteraard niet voor niets. Wat is er aan de hand? Welke magische invloed verbetert steeds meer ons leven en laat het ongelijk van onheilsprofeten zien?

Kennis en techniek verdwijnen niet snel
Er zijn enkele gevallen bekend van beschavingen die technologisch gezien achteruit zijn gegaan omdat ze geïsoleerd raakten. Het bekendste voorbeeld is het tragische verhaal van de Tasmaniërs. De enkele duizenden Tasmaniërs bewoonden Tasmanië, een eiland zo groot als de Benelux. Als jager-verzamelaars verleerden ze de ene techniek na de andere. Ze waren niet in staat om boten te bouwen (onpraktische modellen van gras daargelaten), hadden geen honden als huisdieren en beschikten nauwelijks over gereedschappen. Wel leefden ze in evenwicht met de natuurlijke omgeving. De reden voor de achteruitgang in technologie is dat door culturele isolatie en gebrek aan handel alle technische kennis die niet elke dag werd gebruikt, verloren ging en niet meer aan werd gevuld. Er hebben ongeveer tienduizend Tasmaniërs geleefd. Europese kolonisten hebben alle Tasmaniërs uitgemoord, alleen de nakomelingen van Europese mannen en Tasmaanse vrouwen hebben het overleefd.

Vooruitgang onherroepelijk
De kans is vrij klein dat het met ons net zo afloopt als met de Tasmaniërs. Onze kennis is opgeslagen in boeken en over heel veel landen verspreid. Nieuwe kennis en uitvindingen worden snel verspreid over de hele wereld door moderne handelsnetwerken en communicatiemiddelen. Elke uitvinding betekent een manier om slimmer om te springen met grondstoffen en energie. Er komt dus elk jaar nieuwe techniek bij, nieuwe methoden om ons leven nog verder te verbeteren. Nieuwe technieken springen ook veel zuiniger met grondstoffen en energie om. Auto’s en vliegtuigen worden zuiniger. Medicijnen worden beter.

En al zijn er een aantal krachten die tegen ons werken, zoals de uitputting van makkelijk toegankelijke mineralen en energiebronnen, de duurzame alternatieven komen steeds meer en steeds overvloediger binnen bereik. Nu al zijn zonnepanelen in Spanje goedkoper dan netstroom en over een paar jaar is het ook in Nederland zo ver. Het goede nieuws is: deze kennis, de erfenis die onze voorouders over de hele wereld ons na hebben gelaten, verdwijnt nooit, maar wordt alleen nog maar meer.
Uitvindingen en technieken kunnen, eenmaal ontwikkeld, niet meer ongedaan worden gemaakt, tenzij alle mensen die de techniek kennen zouden sterven voor ze deze door kunnen geven aan de volgende generatie.

Japan ontdekt de prijs van complexiteit

Door de aardbeving moesten in Japan en in de VS de Toyota-fabrieken de produktie staken. Er kunnen geen auto’s meer in elkaar gezet worden omdat sommige onderdelen niet meer op voorraad zijn. Die onderdelen worden in Japanse fabrieken gemaakt, maar die zijn getroffen door de aardbeving en tsunami. Nu worden zelfs de Toyota-fabrieken in Europa stilgelegd.
De Toyota-fabrieken zijn afhankelijk geworden van heel veel toeleveranciers.
Het is de prijs van complexiteit.

De eerste auto’s bestonden uit tientallen onderdelen. Die onderdelen werden in de autofabriek zelf of dicht in de buurt gemaakt. Moderne auto’s bestaan uit duizenden onderdeeltjes. Veel van die onderdeeltjes worden gemaakt in gespecialiseerde fabrieken om de kosten te drukken.

Hoe complexer een produktieproces, hoe kwetsbaarder het wordt voor onderbrekingen.
En hoe complexer de samenleving georganiseerd is, hoe kwetsbaarder die samenleving wordt.

De Japannners zijn met de neus op de feiten gedrukt.
Het moet anders, simpeler en flexibeler.
In een aardbevingsgebied met weinig brandstof blijkt een fiets opeens een heel flexibel vervoermiddel.

Lees het hele verhaal op Cassandraclub

Eend of konijn? Het hangt er vanaf wat voor theorie je over dit plaatje in je hoofd hebt.

“We missen het grootste deel in de Large Hadron Collider”

Van de miljarden botsingen in de Large Hadron Collider, de enorme versnellingsring van het CERN op de grens van Frankrijk en Zwitserland waarmee protonen tegen elkaar worden gebeukt, worden er maar enkelen geanalyseerd. De rest wordt gezien als niet-interessant of “vervuild” omdat er onregelmatigheden in voorkomen. Dat is niet zo slim, stelt een groep onderzoekers. Deze onregelmatigheden zouden wel eens een goudmijn aan experimentele gegevens voor afwijkende natuurkundige theorieën kunnen opleveren.

Theoriegeladenheid van de waarneming
Wellicht herinnert u de stelling nog van een college wetenschapsfilosofie. Waarneming is theoriegeladen. Stel, je ziet een groot plantaardig ding ergens staan.

Eend of konijn? Het hangt er vanaf wat voor theorie je over dit plaatje in je hoofd hebt.
Eend of konijn? Het hangt er vanaf wat voor theorie je over dit plaatje in je hoofd hebt.

Een stedeling zal zeggen: een boom. Een plattelandsbewoner met meer natuurkennis zal hetzelfde groeisel aanduiden als een esdoorn. Een boomkweker kan misschien zelfs de cultivar herkennen. Een kind ziet een spannend ding om in te klauteren. Een ambtenaar ziet een stuk natuurwaarde (of, vaker, een lastig obstakel voor het nieuwe winkelcentrum dat voor de realisatie van de vierde doelstelling van het vijfjarenplan absoluut noodzakelijk is).

Alle zien ze hetzelfde object, maar door hun verschillende kennis en wereldbeeld interpreteren ze deze anders. Kortom: je kennis en de ideeën waarin je gelooft bepaalt heel sterk wat je ziet. Voor wetenschappers geldt dit nog sterker omdat ze met vaak zeer ingewikkelde wetenschappelijk instrumenten werken. Achter die instrumenten zit vaak een ingewikkelde theorie. Alles wat buiten deze theorieën valt, is in principe niet met het instrument waar te nemen of wordt gezien als een meetfout. Bij de natuurkundeopleiding leer je om al te afwijkende meetpunten weg te gooien. In landbouw- of biologisch onderzoek is dit een wetenschappelijke doodzonde als je daar geen heel goede reden voor hebt (bijvoorbeeld omdat je constateert dat een konijn de maïszaailingen in plot C3 heeft opgegeten), want daarmee verpest je de statistische eigenschappen van de proef.

Monomanie op de LHC?
De Large Hadron Collider is één van de duurste wetenschappelijke instrumenten ooit gebouwd. Onderzoekstijd op de LHC is schaars. Op dit moment wordt het meeste onderzoek gedaan om slechts één vraag te beantwoorden: bestaat het Higgsdeeltje? Het Higgsdeeltje is een door het Standaardmodel (het natuurkundige model dat het gedrag van alle tot nu toe ontdekte deeltjes geheel verklaart) verondersteld deeltje dat moet verklaren waarom sommige elementaire deeltjes zoals quarks en elektronen massa hebben. De LHC doet niets anders dan miljarden malen achter elkaar protonen opzwepen tot iets minder dan de lichtsnelheid en vervolgens op elkaar laten beuken. De bedoeling is dat er in ieder geval in enkele van die botsingen Higgsdeeltjes aan te treffen. Andere vragen, afkomstig van minder populaire theorieën, blijven daarentegen onderbelicht. Logisch: er is maar een beperkte tijd beschikbaar om te meten en er komt werkelijk een onvoorstelbare hoeveelheid data uit de LHC: per jaar vijftienduizend harde schijven. Alle botsingen waar niet precies iets uitkomt wat lijkt op een Higgsdeeltje, wordt weggegooid. Mogelijk zitten hier uiterst interessante dingen tussen.

Anomale botsingspaden
Deeltjesfysici Patrick Meade, Michele Papucci en Tomer Volansky vinden dat laatste niet erg slim. Ze stellen nu voor om ook te letten op andere “anomale botsingspaden”: gedrag van deeltjes die zich zeer afwijkend gedragen.

In een bellenkamer laten geladen deeltjes een spoor na van bellen. Zo werd het positron ontdekt.
In een bellenkamer laten geladen deeltjes een spoor na van bellen. Zo werd het positron ontdekt.

In tegenstelling tot de extreem nauwkeurige kwantumelektrodynamica, de theorie die elektromagnetisme op kwantumschaal beschrijft (dertien decimalen precies; de nauwkeurigste theorie ooit) is kwantumchromodynamica niet erg. Op zich is dat ook logisch: kerndeeltjes, vooral quarks: de bestanddelen van protonen en neutronen, zijn veel lastiger te meten dan de veel handelbaarder elektronen. Tot overmaat van ramp reageren gluonen, de deeltjes waarmee quarks op elkaar reageren, ook nog met elkaar, wat betekent dat zelfs het gedrag van een enkel proton of neutron al een wiskundige nachtmerrie wordt. Laat staan een complete atoomkern van, zeg, goud of uranium. Het betekent echter ook dat QCD wel eens niet kan kloppen en er zich allerlei nog onbekende deeltjes met afwijkend gedrag schuilhouden in de zee van gevormde deeltjes.

Op deeltjessafari
Afwijkend gedrag van deeltjes die in alternatieve theorieën voorkomen kan onder andere bestaan uit kinks: sporen die plotseling van richting lijken te veranderen zonder een tweede knooppunt, sporen die uit het niets lijken op te duiken, afwijkende relaties tussen energie en afstand, afwijkingen in timing, ‘normale’ sporen die minder hits (‘bubbels’) dan normaal opleveren, afwijkende krommingen en sporen die oplossen in het niets. Opmerkelijk genoeg stellen de drie dit soort verschijnselen al waar te hebben genomen in diverse botsingsproeven.
Het drietal stelt als echte experimenteel natuurkundigen voor om gewoon op deeltjessafari te gaan, afwijkende verschijnselen er uit te pikken en ons domweg te laten verrassen door wat Moeder Natuur ons voorschotelt. Gezien de niet bijster indrukwekkende resultaten van veertig jaar snaartheorie, klinkt dat als een zeer aantrekkelijk voorstel. We weten niet alles. Dat maakt wetenschap nou juist zo leuk.

Bron
ArXiv

Alle fundamentele natuurkundige theorieën bevinden zich in één van de zeven gebruikte hoekpunten. Wat ligt er in de ontbrekende hoekpunt?

De magische kubus

Er zijn drie fundamentele natuurconstanten: de lichtsnelheid, de constante van Planck en de sterkte van de zwaartekracht. Samen vormen ze de drie dimensies van een magische kubus. Zeven van de acht hoekpunten krijgen (of kregen) veel aandacht van wetenschappers. Wat verbergt zich achter de achtste hoekpunt?

Newtons twee hoekpunten
Alle grote natuurkundetheorieën die met ruimte, tijd en kwantummechanica te maken hebben, zijn onder te brengen in een kubus. Je gaat uit van de klassieke theorie van Isaac Newton die je van de middelbare school kent: krachten, versnellingen en dergelijke.

Alle fundamentele natuurkundige theorieën bevinden zich in één van de zeven gebruikte hoekpunten. Wat ligt er in de ontbrekende hoekpunt?
Alle fundamentele natuurkundige theorieën bevinden zich in één van de zeven gebruikte hoekpunten. Wat ligt er in de ontbrekende hoekpunt?

Newton “ontdekte” de zwaartekracht (althans: was de eerste die zich afvroeg waarom  voorwerpen omlaag vallen). Vandaar dat de twee achterste hoekpunten onder, Newtons mechanica en Newtons zwaartekrachtstheorie, voor zijn rekening komen. Als je aan Newtons klassieke theorie de zwaartekrachtsconstante G toevoegt, krijg je namelijk Newtons zwaartekrachtstheorie. Een aantal eeuwen voldeed deze heel aardig en voor het alledaagse leven in feite nog steeds.

Einstein en de lichtsnelheid
Eind negentiende eeuw werd ontdekt dat licht een (in het vacuüm) onveranderlijke snelheid heeft: c. Einstein werkte deze gedachte in 1905 verder uit in de speciale relativiteitstheorie, die beschrijft wat er met dingen in de buurt van de lichtsnelheid gebeurt. Enkele jaren later volgde de algemene relativiteitstheorie, waar ook de zwaartekracht in is verwerkt. Dit zijn de twee voorste hoekpunten beneden. Atoomklokken en GPS werken alleen omdat rekening wordt gehouden met de speciale en algemene relativiteitstheorie. Deze vier hoekpunten zijn de klassieke natuurkunde.

Kwantumraadsels
Omstreeks die tijd dook ook de constante van Planck, h, op. De consequenties van het bestaan van quanta (h is hierin de elementaire eenheid) brachten natuurkundigen totaal tot wanhoop. Uiteindelijk ontstond de kwantummechanica, nog steeds een slecht begrepen en moeilijk te bevatten theorie die geregeld nieuwe absurditeiten oplevert. Wel is bijvoorbeeld kwantumelektrodynamica de nauwkeurigste theorie ooit.
Alle theorieën waar de constante van Planck een rol in speelt, bevinden zich in het bovenste vlak van de kubus. Toen de kwantummechanica werd uitgebreid met Einsteins speciale relativiteitstheorie, ontstond bijvoorbeeld het Standaardmodel, dat alle bekende deeltjes in de natuur beschrijft, het hoekpunt linksboven.

Snaartheorie of snaarsciencefiction?
Volgens veel natuurkundigen hebben ze een theorie van alles gevonden die ze snaartheorie noemen. Deze verenigt het standaardmodel en de algemene relativiteitstheorie, althans: dat is de bedoeling. De resultaten zijn niet echt denderend: er is na veertig jaar gereken en wiskunstig geworstel nog steeds geen voorspelling met de snaartheorie gedaan die je met bijvoorbeeld een deeltjesversneller kan toetsen. In de meeste wetenschappen is dit een doodzonde. Niettemin is de theorie nog steeds erg populair onder de beoefenaars er van.

Het onbekende hoekpunt
Oplettende lezers hebben al gezien dat er één hoekpunt in de nevels verborgen blijft. Geen enkele natuurkundige heeft geprobeerd om een theorie te beschrijven die kwantummechanica en zwaartekracht (zonder relativistische effecten) met elkaar in overeenstemming brengt. We weten daarom nog steeds niet wat zwaartekracht op kwantumniveau precies voorstelt. Wat is de kwantummechanische oorzaak van massa? En zijn er misschien meer kwantummechanische effecten die in het dagelijks leven optreden, maar die onopgemerkt blijven? Waarom wordt hier geen onderzoek naar gedaan? Is dit geen slimmere route naar de theorie van alles?

Bron:
De natuurwetten, iconen van onze kennis, Sander Bais (ISBN 90 5356 714 3, NUR 616/754)