‘Rijke mensen denken meer aan de toekomst’
Mensen in rijkere landen zoeken veel vaker naar informatie over de toekomst dan inwoners van armere staten, zo blijkt uit een analyse van 45 miljard Google zoekacties. Een team van University College London onthult een “treffende correlatie” tussen het BNP per inwoner van een land en “de neiging van de inwoners over de toekomst na te denken.” Volgens het team zouden hun resultaten wijzen op de intrigerende mogelijkheid dat er een relatie is tussen het economische succes van een land en het zoekgedrag van zijn internettende inwoners.
Future Orientation Index
De methodologie die het team gebruikte was opmerkelijk eenvoudig. UCL wiskundige Steven Bishop en collega’s Tobias Pries, Helen Moat en Eugene Stanley gebruikten Google Trends om zoekacties uit 45 landen in 2010 te analyseren op het gebruik van de term “2009” en de term “2011”. Om vast te stellen hoe toekomstgeoriënteerd een land was, deelde het team het aantal zoekacties op “2011” door het aantal zoekacties op “2009”. Voor deze verhouding bedachten ze de term FOI, Future Orientation Index. Toen ze de FOI vergeleken met de relatieve rijkdom per inwoner, zoals genoemd in het CIA World Factbook over 2010, ontdekten ze een sterke statistische correlatie. Wijselijk verrichtten ze dit onderzoek niet in 2011. Er is namelijk niet bepaald een correlatie tussen ontwikkeling en geloof in de doemprofetieën over 2012.
Hoe toekomstgeoriënteerd zijn verschillende landen?
Enkele voorbeelden volgen in de tabel hieronder.
Land | FOI | Inkomen |
---|---|---|
Rusland | 0,6 | $ 15 900 |
Italië | 1,0 | $ 30 100 |
VS | 1,0 | $ 47 600 |
Canada | 1,03 | $ 46 600 |
Frankrijk | 1,2 | $ 35 000 |
Gr.-Britt. | 1,2 | $ 35 900 |
Japan | 1,2 | $ 42 800 |
Duitsland | 1,2 | $ 37 900 |
Helaas zijn er geen resultaten over Nederland (BNP in 2010: $40 500) uit de samenvatting van het artikel te halen.
Dezelfde correlatie tussen rijkdom en FOI werd ook gevonden in 2009 en 2008 (waarbij de verhouding “2010”/”2008″ resp. “2009”/”2007″ gemeten werd). Teamlid Preis van Boston University denkt dat de verklaring is, dat toekomstgerichtheid leidt tot economisch succes. Een andere mogelijkheid volgens Preis is dat de resultaten internationale verschillen weerspiegelen, mogelijk veroorzaakt door verschillen in beschikbare internet infrastructuur. Deze verklaring is m.i. onaannemelijk: in landen als Rusland is internet vooral populair bij stedelingen, hoogopgeleiden en rijken, die doorgaans meer over de toekomst nadenken dan armen.
Het is de vraag of zoekacties op het komende jaar echt een goede methode zijn om toekomstgerichtheid te meten. Een andere statistische “fout” is dat landjes met minder dan vijf miljoen inwoners weg zijn gelaten. Over het algemeen zouden deze armer zijn en zou de correlatie hier ontbreken. Econoom Greg Taylor van het Britse Oxford Internet Institute, vindt de studie interesssant, omdat nu voor het eerst economische data zijn gebruikt om de “feel good factor” van een land te checken. Hij heeft ook een andere verklaring voor de correlatie. Volgens hem zijn er in ontwikkelde landen meer culturele activiteiten die in de toekomst worden gepland, zoals komende filmpremières.
Lange-termijn oriëntatie
Al eerder is door de Nederlander Gert Jan Hofstede onderzoek gedaan naar bedrijfsculturen bij diverse IBM vestigingen. Hierbij vond hij inderdaad dat in landen waar de economie een sterke groei doormaakt, de bevolking zeer sterk toekomstgeoriënteerd is.
Het land dat in zijn onderzoek het laagste scoorde op de culturele dimensie “lange termijn denken” was, weinig verrassend, Pakistan. Pakistan staat vooral bekend van de bloedige sektarische twisten en de verschrikkelijke manier waarop religieuze minderheden en vrouwen door de soennitische meerderheid worden behandeld. Beide komen voort uit een grotere rol van de islam in de afgelopen twintig jaar, waardoor er minder aandacht is voor lange-termijn planning. Dit vertaalt zich ook in een vrijwel afwezige economische groei.