legitimiteit

Het onbehagen groeit. Tijd voor een volksopstand?

Opstand van de burgers, een goed idee?

We worden geregeerd door een samenwerkingsverband van inhalige grootkapitalisten en incompetente bestuurders, die steeds meer de voeling met de realiteit lijken kwijt te raken. Het ongenoegen groeit. Wordt het tijd om met de hooivorken naar Den Haag te trekken en de regenten weg te jagen?

Het democratisch tekort in Nederland
Anders dan je zou denken als je de verhitte retoriek van Nederlandse elitairen over democratie in het buitenland hoort, is Nederland een weinig democratisch land. Een keer in de vier jaar is er een landelijke verkiezing, waarbij je als burger mag aangeven welke club mensen je het aardigst vindt. In de praktijk komt dat neer op: welk verkiezingsprogramma vind ik het minst slecht.

Verkiezingsbeloftes weinig waard
Direct de dag daarna begint het gekonkelefoes. Er moet een coalitie worden gesmeed, wat in de praktijk betekent dat er op veel punten water bij de wijn moet worden gedaan. Je ziet bij deze onderhandelingen dat programmapunten waar de grote meerderheid van de Nederlandse bevolking het niet mee eens is. Neem nu bijvoorbeeld de miljardeninvestering in de nu al technisch verouderde JSF straaljager of de nutteloze politiemissie in Afghanistan, die toch doorgedrukt worden.

Het onbehagen groeit. Tijd voor een volksopstand?
Het onbehagen groeit. Tijd voor een volksopstand?

Belangrijkste besluiten zonder democratische inspraak
Over de echt belangrijke beslissingen, neem de garantie van bijna honderd miljard euro die Nederland afgeeft voor het ESM, mág door de bevolking niet eens gestemd worden. Tachtig procent van de wetgeving is afkomstig uit Brussel en vrijwel geheel door ambtenaren en lobbyisten tot stand gekomen. Internationale verdragen, ook al zijn ze niet democratisch afgesloten, gaan in Nederland boven de wil van de kiezer, ja zelfs boven de grondwet. Sleutelfiguren als burgemeesters en provinciegouverneurs worden niet democratisch gekozen. De majesteit heeft een verregaande vinger in de pap bij deze en andere sleutelbenoemingen, alsmede met geheime adviezen op regeringsbeleid, het zogeheten “geheim van Huis ten Bosch“.

De conclusie is dus gerechtvaardigd dat democratie in Nederland grotendeels een wassen neus is en dat er op zich goede morele argumenten zijn om deze ondemocratische structuur ten val te brengen en te vervangen door een democratischer systeem (bijvoorbeeld dat van de Zwitsers). Dan de tweede vraag. Is het ook slim, dat wil zeggen: in het belang van de Nederlanders?

Belangen van de Nederlanders: veel te verliezen
Het enige zinnige wat we kunnen zeggen over de zeventien miljoen mensen met de Nederlandse nationaliteit, is dat het mensen zijn, d.w.z. naar zoogdierbegrippen grote, intelligente en naakte primaten met een omnivore voedingsstijl. De belangrijkste issues in de hedendaagse politiek doen vermoeden dat we hoog scoren op de piramide van Maslov.

In tegenstelling tot in veel andere landen is het leven in Nederland goed. Niemand komt van de honger om, voor mensen die niet in hun bestaan kunnen voorzien is er de Bijstandswet en soortgelijke voorzieningen, die een karig, maar voldoende inkomen verschaffen. Onze techniek en organisatie is zo goed dat we het ons kunnen veroorloven dat tachtig procent van de bevolking niets nuttigs doet. Dankzij het vonnis van de rechter in de zaak-Wilders is in ieder geval voor even de vrijheid van meningsuiting nog even overeind gebleven. Dat wil zeggen: totdat de Europese rechter hier zijn ondemocratische wil op zal leggen. Kortom: we hebben heel wat te verliezen.

De legitimiteitsvraag
Elke vorm van macht heeft een legitimatie nodig. Zo beschouwden Johan Vorster en de andere leden van het blanke apartheidsregime in Zuid-Afrika, zichzelf en andere blanken als geestelijk superieur aan zwarten en hiermee als enige geschikt om te regeren. De Iraanse clerus beschouwt zichzelf als vertegenwoordiger van Allah (en de twaalfde imam Mahdi) op aarde en hiermee goddelijk gelegitimeerd.

Nelson Mandela slaagde er pas in om het apartheidsregime aan het wankelen te brengen, toen hij met zijn hoogbegaafdheid en wijsheid de grondaannames waarop het apartheidsregime was gegrondvest, de intellectuele inferioriteit van zwarten, logenstrafte. Zijn persoonlijke vriendschap met toenmalige ooit aartsconservatieve president Willem Frederik de Klerk deed de rest. En pas als het atheïsme en de afkeer van de georganiseerde islam wijdverspreid zal zijn in Iran, zal het Iraanse regime wankelen.

Directe democratie is “plat populisme”
De legitimiteitsvraag geldt voor het Nederlandse regime natuurlijk even sterk als voor voornoemde regimes. Het Nederlandse regime noemt zich democratisch gekozen (wat juist is voor de leden van de Tweede Kamer en de Provinciale Staten). De democratische legitimiteit van ondemocratische organen als de Europese ambtenarij in Brussel en de Eerste Kamer is omstredener. Hier bedienen voorstanders zich vaak van drogredenen als “democratisch gedelegeerde macht” en “deskundigheid”. Voorstanders van meer directe democratie worden weggezet als platte “populisten”, die de finesses van het delicate politieke métier niet snappen. Wat hen hierbij ook helpt is dat D’66, ooit dé partij voor meer democratie, is gecompromitteerd en ingekapseld en de andere twee belangrijke voorstanders, PVV en SP, door hun non-mainstream standpunten omstreden zijn.

Wat wordt de legitimiteit van een nieuw bewind?
Toch is dit niet de belangrijkste legitimiteitsvraag die gesteld moet worden. Namelijk, gesteld dat er een opstand plaatsvindt en net als bij de Tachtigjarige Oorlog de niet-verkozen regenten het land worden uitgejaagd, wat wordt de legitimiteit van het nieuwe bewind? Om te beginnen: het zal gevestigd worden door een minderheid van de bevolking, namelijk hen die bereid zijn actie te ondernemen om het bestaande regime te verdrijven. Over het algemeen zullen dit de extremere elementen van de bevolking zijn. Mensen waarvan de opvattingen niet meer dan een paar procent van de bevolking vertegenwoordigen. Het is de vraag of zij bereid zullen zijn om water bij te wijn te doen ter wille van de “sheeple”, die de passieve meerderheid van de bevolking vertegenwoordigen. We krijgen dan dus een dictatuur van de voorhoede van het proletariaat.
Ook zal door de opstand de maatschappij ernstig worden ontwricht. Dit zal rampzalige gevolgen voor onze welvaart hebben.

Wat is dan wel een oplossing?
De situatie is toch niet hopeloos. Massale vormen van protest zijn weliswaar soms nodig, maar dan alleen om vrijheidsinperkende wetten als ACTA tegen te houden. Dit soort wetten maken vreedzame vormen van protest en ontwijking namelijk onmogelijk. Alle middelen, ernstige geweldsdelicten jegens personen uitgezonderd, zijn geheiligd om te voorkomen dat dit soort wetten in wordt gevoerd, omdat hierbij het voortbestaan van ons volk en onze vrijheid op het spel staat.

Elke succesvolle strategie moet twee doelen bereiken: de bestaande legitimiteit van de machthebbers in diskrediet brengen en een nieuwe, verbeterde legitimiteit voor de nieuwe machthebbers verwezenlijken. Deze legitimiteit moet gebaseerd zijn op effectiever bestuur en meer democratie dan de gevestigde bestuursvorm kan bieden. In een volgend artikel zal ik verder ingaan op de vraag: welke legitimiteit hebben de machthebbers in Nederland nu?

Om te bewijzen dat niemand kon morrelen aan zijn wetten, liet Hammurabi ze in een stuk steen beitelen zodat iedereen ze kon lezen. Helaas kon bijna niemand lezen...

Nederlandse rechters hun eigen ergste vijand

Het Nederlandse justitiële apparaat, dat zichzelf graag op de borst klopt als lichtend voorbeeld voor de rest van de wereld, ligt door enkele ernstige justitiële dwalingen en het politiek geladen proces-Wilders onder vuur. De reacties van zegslieden voor het justitiële wereldje lijken op die van de gevestigde politiek op partijen als SP en PVV: het volk zou verdommen en zich mee laten slepen door de waan van de dag. Een analyse.

Waarom zijn er rechters?
Het beantwoorden van deze simpele vraag is nodig om de problemen die zich nu met de rechterlijke macht voordoen, te analyseren.

Om te bewijzen dat niemand kon morrelen aan zijn wetten, liet Hammurabi ze in een stuk steen beitelen zodat iedereen ze kon lezen. Helaas kon bijna niemand lezen...
Om te bewijzen dat niemand kon morrelen aan zijn wetten, liet Hammurabi ze in een stuk steen beitelen zodat iedereen ze kon lezen. Helaas kon bijna niemand lezen…

Waar mensen samenleven ontstaan conflicten. Als beide partijen koste wat kost hun zin willen krijgen, zal de onenigheid worden beslecht op het hoogste gemeenschappelijke niveau waar men het over eens is.

In het uiterste geval is dit de fysieke realiteit, dus betekent dat wraak: gevecht, een moord of vete. De dagelijkse praktijk in veel weinig ontwikkelde samenlevingen. Om voortdurend bloedvergieten te vermijden moeten beide partijen hetzij een zeer ontwikkeld systeem ontwikkelen dat gebaseerd is op het vermijden van conflicten door sociale conventies, denk aan het taboe-systeem van de Polynesiërs, of bereid zijn zich te onderwerpen aan een hogere autoriteit of bemiddelaar (de hoofdman, uiterst zelden een hoofdvrouw) die uitspraak doet.

Met de komst van een ingewikkelder maatschappij (in de praktijk ontstaat deze als je duizenden mensen op één plek bij elkaar brengt, wat mogelijk werd door de neolithische landbouwrevolutie) werd het nodig de onderlinge geschillen op een gestroomlijnder wijze te regelen. Hiertoe werden universele wetten ingevoerd (de beroemde codex van Hammurabi was voorzover bekend de eerste in zijn soort) die voor iedereen zonder aanzien des persoon geldig waren. Mensen “speelden niet voor eigen rechter”, maar vertrouwden hun veiligheid toe aan de wet en degenen die de wet handhaafden: rechters (in de praktijk: de koning) en zijn gewapende dienaren. Voor het gezag van de rechterlijke macht is het essentieel dat de bevolking vertrouwen heeft in de effectiviteit van rechters en politie, de rechtsorde. Dit ligt ten grondslag aan het sociaal contract tussen burgers en justitie.

Hoe werkt het Nederlandse rechtssysteem?
Het Nederlandse strafrechtssysteem komt voort uit het Romeinse recht, waarbij een aanklager (de officier van justitie die het openbaar ministerie en hiermee de rechtsorde vertegenwoordigt) de belangen van de rechtsorde behartigt en een vertegenwoordiger van de aangeklaagde, de ad-vocatus (er bij geroepene) die van de aangeklaagde.

Iemand doet aangifte wegens een strafbaar feit. De officier van justitie beslist of de aangifte geseponeerd wordt (ongegrond wordt verklaard) of niet, zo nee, dan wordt een aanklacht voorbereid. In de rechtszaal leest de officier van justitie de aanklacht voor. (In het burgerlijk recht is er niet het openbaar ministerie, maar  de eiser). De verdedigende partij moet op elk punt van de aanklacht reageren. Beide partijen kunnen getuigen oproepen en bewijsstukken inbrengen. De rechter moet de geldigheid van de aanklacht valideren, ingaan op het verweer van de verdediger en afhankelijk van het resultaat, vrijspraak toekennen of indien één of meerdere punten van de aanklacht bewezen worden geacht, een schuldigverklaring en doorgaans een straf opleggen.

Is het openbaar ministerie of de aangeklaagde het niet eens met de uitspraak, dan kan deze in hoger beroep bij een hogere rechtbank. Achtereenvolgens zijn dit achtereenvolgens de kantonrechters, de (arrondissements)rechtbanken, gerechtshoven en de Hoge Raad. De hoogste rechtbank is het Europese Hof in Straatsburg. In theorie zijn het openbaar ministerie, de advocatuur en de magistratuur (de rechters) die gescheiden werelden. In de praktijk, Nederland is maar klein, lopen deze werelden in elkaar over omdat maar een select groepje over een juridische opleiding op universitair niveau beschikt, zeker voor specialistische gebieden als octrooirecht. Kortom: een ons-kent-ons wereldje, de Haagse kaasstolp waardig.

Dat blijkt ook wel uit het feit dat vaak advocaten als hulprechters worden ingehuurd. Commerciële advocaten worden veel beter betaald dan officieren van justitie of rechters, waardoor getalenteerde juristen voor een loopbaan als advocaat kiezen en vaak de zwakkere broeders van het openbaar ministerie overklassen. Rechters genieten een geprivilegieerde positie. Een benoeming als rechter geldt in principe voor het leven. Deze maatregel wordt met een beroep op Montesquieu’s trias politica, de scheiding der wetgevende, rechtsprekende en uitvoerende macht, gerechtvaardigd genoemd omdat zo de onafhankelijke positie van de rechter zou zijn gewaarborgd.  In de praktijk zijn daarom incompetente rechters (vooral bij kantonrechtbanken, maar ook bij sommige hogere rechtbanken is het hiervan vergeven), nauwelijks te lozen.

Waarom rechters hun legitimiteit verliezen
Om effectief te zijn, moet de bevolking er vertrouwen in hebben dat de rechterlijke macht haar werk, de bevolking beschermen en conflicten oplossen, doet, met andere woorden haar deel van het sociale contract nakomt. Meer abstract geformuleerd: de rechterlijke macht moet de rechtsorde, de geabstraheerde ‘hogere’ normen en waarden van de bevolking handhaven, het über-ich van de Nederlandse bevolking zo ge wilt, handhaven: mensen zullen zich alleen aan een hoger gezag onderwerpen als dit hogere gezag samenvalt met hun gewetensovertuigingen.

Rechtspraak komt sociale contract niet na
Het probleem met de rechtsspraak in Nederland is dat zowel rechters als openbaar ministerie dit uit het oog verloren lijken te zijn. Rechters laten zich in hun uitspraken niet leiden door de realiteit in de samenleving, maar de realiteit (of liever gezegd: het schaakspel) in de rechtszaal.

Het verlof aan de gewelddadige crimineel Saban Baran deed het vertrouwen in de rechtsspraak geen goed.
Het verlof aan de gewelddadige crimineel Saban Baran deed het vertrouwen in de rechtsspraak geen goed.

De mening van leken wordt vaak terzijde geschoven met de naziterm ‘gesundes Volksempfinden’, m.a.w. verwerpelijk populistische retoriek die uiteindelijk leidt tot openbare lynchpartijen. Dit verklaart waarom een rechter of een juridisch medewerker de vermeende rechten van bijvoorbeeld de veroordeelde vrouwen(mis)handelaar Saban Baran om het door hem verwekte kind te zien, belangrijker acht dan de fysieke veiligheid van Barans tientallen slachtoffers die met gevaar voor eigen leven hebben getuigd tegen hem en zijn bendeleden. Barans slachtoffers moeten nu voor hun leven vrezen. Voor een deel komt dit door een weeffout in het strafrecht:  deze slachtoffers zijn geen partij in een strafzaak, dus wordt er geen rekening met ze gehouden.Voor het overige deel komt dit door de toenemende wereldvreemdheid van rechtsprekenden.

Rechters bemoeien zich met politiek
De oprukkende juridisering bedreigt ook de democratie. Al vaker zijn wetten naar de prullenbak verwezen omdat ze in strijd zouden zijn met (niet democratisch tot stand gekomen) internationale verdragen. Daarentegen worden wetten niet getoetst tegen de (democratisch tot stand gekomen) grondwet. De laatste uitwas is de rechtszaak tegen de politicus Geert Wilders. Hij is aangeklaagd voor wat in de praktijk neerkomt op belediging van een niet-bestaande entiteit, “de islam”, omdat hij stelt dat teksten uit de islamitische heilige boeken, de koran en de hadith, aanzetten tot wat hij noemt “fascisme” en het toenemende aantal islamieten  een bedreiging noemt voor de Nederlandse rechtsorde.

Je kan denken over Wilders’ politieke ideeën wat je wilt. Schrijver dezes denkt persoonlijk dat hij aan symptoombestrijding doet. Het werkelijke probleem is postmodernisme en cultuurrelativisme, waardoor de heersende klasse op de knieën gaat voor vanuit rationeel opzicht bezien, patriarchale, logisch inconsistente en in strijd met wetenschappelijke inzichten zijnde mythologie. Ook is er een toenemende vervreemding van de kosmopolitische bovenste klassen ten opzichte van de kansarme onderklasse.

Feit is dat rechters zich bemoeien met de wetgevende macht. Dit is niet de eerste keer: zo werd de voormalige politicus Janmaat wegens anti-immigranten uitspraken die naar hedendaagse normen vrij mild waren, veroordeeld tot een boete. Als gevolg voelen burgers zich geregeerd door een kaste die niet is te verwijderen of weg te stemmen. Een Moebarak in de rechtszaal dus. Een gevaarlijke situatie die het ergste doet vrezen voor het voortbestaan van de rechtsstaat als hier niet ingegrepen of hervormd wordt.