mensheid

Veel aanhangers van Icke geloven dat hooggeplaatste functionarissen vermomde reptilians zijn.

Aarde steeds meer in greep van agressieve reptielen

Modern wetenschappelijk onderzoek geeft samenzweringstheoreet David Icke zonder meer gelijk. Multidisciplinair onderzoek wijst ondubbelzinnig uit dat de aarde steeds meer in de greep komt van intelligente reptilians. Het voortbestaan van de aarde wordt bedreigd. Hoe redden we de aarde van deze gevaarlijke dreiging?

Reptilians alomtegenwoordig
Volgens David Icke, voormalig keeper bij een Engels profvoetballersteam en BBC-presentator, zijn alle machthebbers en personen in sleutelposities reptielachtige wezens. Op het eerste gezicht lijkt dit een onzinnige, ja, zelfs krankzinnige bewering. Icke wordt dan ook vaak uitgelachen om deze bewering. Objectief gesproken heeft de man echter zonder meer gelijk. Niet alleen onze leiders, maar wij allen, van de Bosjesmannen in de Kalahari-woestijn tot de royals in Buckingham Palace, ook Icke zelf, zijn reptielen. Als zoogdiersoort zijn mensen ontstaan uit zoogdierachtige reptielen. Ook vogels, nakomelingen van de dino’s, zijn reptielen. Wat zegt het feit dat we reptielen zijn over ons? En wat maakt zoogdieren verschillend van de overige reptielen?

Veel aanhangers van Icke geloven dat hooggeplaatste functionarissen vermomde reptilians zijn.
Veel aanhangers van Icke geloven dat hooggeplaatste functionarissen vermomde reptilians zijn.

Denken als een reptiel
Met de reptielen delen we de hersenarchitectuur in grote lijnen. Alle reptielen beschikken over een hersenstam, kleine hersenen en hersenkwabben om waarnemingen met de neus, ogen en oren te verwerken. Onze reptielachtige voorouders kenden niet erg veel sociaal gevoel. Broedzorg, of een sociaal leven, is bij reptielen zeldzaam [1]. Reptielen leven doorgaans solitair. Het denken van reptielen is voornamelijk instinctgestuurd en gericht op het veroveren van voedsel of een seksuele partner. Uit paleologische vondsten, zoals gefossiliseerde pootafdrukken en groepen omgekomen dino’s weten we dat dinosauriërs in meerdere gevallen wel groepen vormden. Inderdaad spelen bij hun afstammelingen, de vogels, sociale interacties wel een belangrijke rol.

Zoogdierbrein
Bij het ontstaan van moderne zoogdieren onwikkelden zich hersengedeelten die meer geavanceerd sociaal gedrag en broedzorg mogelijk maakten:  septumamygdalaehypothalamushippocampaal complex en cingulate cortex. Deze hersendelen maken het mogelijk dingen als medelijden, liefde en begrip te voelen en maken zij het opslaan en verwerken van herinneringen mogelijk. Uniek voor zoogdieren is de neocortex, de hersenschors. Met onze enorme hersenschors,  die complex denken mogelijk maakt, vormen mensen daarmee in feite het meest ‘zoogdierachtige’  zoogdier.

Hoe beïnvloedt ons reptielenbrein ons?
In situaties van stress, springen onze hersenen al snel terug naar de overlevingsmodus. We gaan onbewust denken als een reptiel: het reptielendeel van ons brein neemt over. Mensen onder stress worden daarom rigide en agressief of bang. en ander typisch reptielentrekje van mensen is het herhalen van rituelen. De reden waarom Coca Cola-suikerwater en Mac Donalds gemalen dood beest op kleffe broodjes zo populair zijn is dat de McDonalds ervaring, zoals een marketingdeskundige dat noemt, altijd hetzelfde is. Lekker voorspelbaar. Vooral gestressde zakenmensen boeken om dezelfde reden graag een kamer in een prijzig Sheratonhotel, dat voelt veiliger.

Bij de meeste mensen treedt dan ook de typische zoogdierreflex van groepsvorming op. Psychopaten zijn een uitzondering. Zij vertonen voortdurend reptielengedrag, gericht op exploitatie van anderen. Inderdaad zijn psychopaten op leidende posities oververtegenwoordigd. Op zich is de gedachte van Icke dat we worden overheerst door reptielen dus wel te begrijpen.

Hoe voorkomen we dat het reptielenbrein onze planeet ten gronde richt?
Zoogdieren leven in groepen. Vaak weerhouden andere groepsleden van destructief gedrag. Meer democratische inspraak en openheid zijn dus essentieel. Dan komen we toe aan lange-termijn denken. De beslissing om de banken te ‘redden’ was bijvoorbeeld een typische door het reptielenbrein ingegeven angstreactie. Banken zijn (uiterst beperkt) handig, maar ze zijn niet onmisbaar.  Als de politieke klasse en top van het bedrijfsleven zich minder door angst zou laten leiden, en meer empathie zouden voelen met hun bevolking, zouden veel destructieve besluiten niet worden gemaakt en worden vervangen door zinnige besluiten. Denk bijvoorbeeld aan een paar miljard voor zorgrobot-ontwikkeling of vervangen van de Spaanse centrales door zonnepanelen.

Lees ook
Psychopaten en hun invloed op de maatschappij

Bronnen
1. D. O’Connor en R. Shine, Lizards in ‘nuclear families’: a novel reptilian social system in Egernia saxatilis (Scincidae), .Mol Ecol. 2003 Mar;12(3):743-52.

Sex at dawn: The Prehistoric Origins of Modern Sexuality

Sex at Dawn: The Prehistoric Origins of Modern Sexuality, (audioboek) is een interessant boek over hoe onze voorouders door de evolutie heen seksualiteit beleefden en wat dat ons kan leren over onze huidige seksualiteit. Ook wordt er gekeken naar onze directe bloedverwanten in het dierenrijk en kijken we hoe de mens daarmee te vergelijken is op seksueel gebied.

In deze TED Talk legt Christopher Ryan kort uit waar het om gaat.

Chris’ insights into human sexuality appear regularly in publications ranging from Cosmopolitan to scientific journals, he writes a popular blog for Psychology Today and writes for the Huffington Post. Together with psychiatrist Cacilda Jethá, M.D., he wrote Sex at Dawn: The Prehistoric Origins of Modern Sexuality which challenges many of the assumptions central to evolutionary psychology.

Sex at Dawn was an immediate bestseller in both hardcover and paperback editions, and has won several prestigious awards from professional organizations of sex researchers and therapists. Sex at Dawn is being translated into over a dozen languages worldwide. For more information on the book or its authors, please go to www.sexatdawn.com. 

En voor de liefhebbers is hier een langere lezing van hem met uitgebreide vragensessie.

http://youtu.be/apbtGlg0Rck

sex at dawn

 

Christopher Ryan lijkt een vrij revolutionair beeld te geven van hoe onze voorouders seksualiteit beleefden en hoe onze naaste bloedverwanten in het dierenrijk het tegenwoordig beleven. Kunnen we wellicht een aantal praktische lessen hieruit leren voor ons huidige moderne leven?

Aanverwante informatie en artikelen:
-) Website www.sexatdawn.com
-) TED Playlist – Sex: Can we talk?
-) Eerdere artikelen over liefde op visionair
-) Eerdere artikelen over seks op visionair
-) 9 Interesting Things We’ve Learned About Sex From Studying Our Ancient Ancestors
-) De ethische slet – Bijbel van de polyamorie

Docu: hersens opslaan en weer tot leven wekken na de dood

Is het mogelijk de informatie in onze hersenen na onze dood op te slaan voor de toekomst, als computers zo krachtig zijn geworden dat deze informatie afgelezen kan worden en jijzelf weer tot leven gewekt kan worden? Dit in sciencefiction veel voorkomende thema is onderwerp van veel debat onder transhumanisten. In deze videodocumentaire de verstrekkende denkbeelden van transhumanist John M Smart.

We weten nog steeds niet precies hoe herinneringen en onze persoonlijkheid in de hersenen worden opgeslagen, maar onderlinge dwarsverbindingen tussen neuronen lijken een essentiële rol te spelen. Ook zijn er sterke verbanden aangetoond tussen de grootte van bepaalde hersengebieden en persoonlijkheidskenmerken. Ook is kort geleden ontdekt dat de architectuur van ons brein eenvoudiger is dan tot nu toegedacht: er blijkt een soort snelweg van neuronen te bestaan, die onze hersenen met elkaar verbindt. Dit geeft transhumanisten hoop dat het mogelijk zal zijn om de hersenen van dode mensen weer tot leven te wekken. Cryonisten laten daaron hun hoofd invriezen in de hoop dat ze in de toekomst weer tot leven worden gewekt.

De metroseksueel die meer tijd achter de spiegel doorbrengt dan de gemiddelde vrouw.

Heeft de man nog toekomst?

In deze tijd, waarin babbelen en netwerken in alle toonaarden wordt verheerlijkt, zijn typisch mannelijke deugden als zwijgzaamheid, trots en fysieke moed overbodig geworden, zo lijkt het. Kunnen de mannen onder ons het beste hun sperma doneren en dan massaal de pil van Drion slikken?

Een seksistische geschiedenis van de mensheid: egalitaire jagers-verzamelaars
Verreweg het grootste deel van het bestaan van de mensheid, de periode ook waarin verreweg de grootste genetische druk op de mens als soort werd uitgeoefend en de aangeboren component van ons karakter zich vormde, leefden mensen als jagers-verzamelaars. Hierbij was er een duidelijke rolverdeling tiussen de seksen. De mannen jaagden op grote dieren, de vrouwen verzamelden eetbare vruchten, zaden en knollen en, soms, op kleine dieren. Ook niet onbelangrijk: de geregeld voorkomende gewelddadige conflicten om jacht- en verzamelgronden werden door de mannen beslecht, waarbij de overwinnende stam doorgaans de mannen, vaak ook de kinderen, uitmoordde en  de vrouwen en soms kinderen van de verliezers inlijfde. Overigens werd en wordt van deze verdeling bij jagers-verzamelaars geregeld afgeweken als de nood aan de man komt: we zijn een flexibele en opportunistische soort. Ook blijven conflicten tussen groepen jagers-verzamelaars doorgaans beperkt: er zijn domweg te weinig hulpbronnen om aan oorlog te verspillen. Bij moderne jagers-verzamelaars zoals de San, spelen vrouwen een relatief gelijkwaardige rol aan mannen. Het werk van beide seksen was en is essentieel voor het overleven van de stam.

De metroseksueel die meer tijd achter de spiegel doorbrengt dan de gemiddelde vrouw.
De metroseksueel die meer tijd achter de spiegel doorbrengt dan de gemiddelde vrouw. Bron: Huiquipedia.

Landbouwbazen en vruchtbaarheidsgodinnen
De neolithische landbouwrevolutie van ongeveer tienduizend jaar geleden werd mogelijk door de eerdere experimenten in het laat-Pleistoceen met landbouw en door het stabieler wordende klimaat. Ook verdwenen de vruchtbare Pleistocene kustvlakten, die ooit jagers-verzamelaars een rijk bestaan boden, onder de golven, waardoor landbouw een bittere noodzaak werd. Voor boeren is land een essentiële hulpbron. Eigendomsrechten en verdedigen van vruchtbare stukken land is van levensbelang voor agrarische samenlevingen. Dit betekende de vorming van steden, legers en een centraal gezag. Deze bestonden, enkele uitzonderingen zoals de vrouwelijke krijgers van het West-Afrikaanse koninkrijk Dahomey daargelaten, geheel uit mannen. In deze samenleving kregen mannen een vooraanstaande plaats, al werden vrouwen gezien als symbool van vruchtbaarheid en bleven hun helpende handen op de boerderijen belangrijk. In de industriële samenleving kregen mannen er nog een rol bij, die van uitvinders en technici. Sociologisch is er eigenlijk pas sinds kort, met de opkomst van de moderne techniek, een einde gekomen aan dit tijdperk.

De informatiesamenleving en de verweesde man
Op dit moment vraagt de maatschappij van ons dingen, die vrouwen doorgaans beter liggen dan mannen. Het begint al bij het basisonderwijs, dat neerkomt op stilzitten en leren, een ramp voor de meeste jongetjes. Bij de meeste beroepen is het niet meer belangrijk om spierkracht of overwicht te bezitten. Indruk maken op het schone geslacht door een duel of stevige kloppartij, zoals in betere tijden usance was, komt je op een rechtszaak of verplichte training agressiebeheersing te staan. Straatraces, vuurwerk, gevaarlijke stunts… er staat meteen een horde welzijnsambtenaren klaar om je met een dosis Ritalin tot de orde te roepen of je autisme aan te praten. De beste man voor een prestigieuze positie als rechter, verkoper of manager is doorgaans een vrouw. Old-boys netwerken liggen zwaar onder vuur. Geen wonder dat veel mannen anno eenentwintigste eeuw zijn veranderd in zelfhatende, huilende zielepoten met een rijk ontwikkeld gevoelsleven.

Quo vadis?
In de landbouw en veeteelt is het al gebruikelijk om bij éénhuizige soorten één mannelijk exemplaar op vele vrouwelijke exemplaren te houden, behalve als deze mannelijke exemplaren een nuttig product leveren (bijvoorbeeld hennepvezels). De druk zal dus toenemen om iets aan de sekseratio te doen, misschien door gedwongen abortus van mannelijke babies. Een andere optie is dat mannen specialistische beroepen kiezen waarin vakkennis (nog) wel telt en de communicatieve vaardigheden aan anderen overgelaten kunnen worden. En er af en toe een ouderwets potje robotworstelen wordt gehouden.

Video: wat als een buitenaardse beschaving ons ontdekt?

Een andere natuurkundige grootheid, Stephen Hawking, is minder optimistisch dan Kaku over de kansen dat we een vreedzame buitenaardse beschaving ontdekken. In deze laatste aflevering van zijn serie over buitenaards leven verkent hij de gevolgen van een contact tussen een miljarden jaren oude buitenaardse beschaving en de mensheid.

Zelf hebben we een niet erg goede staat van dienst wat betreft respect voor technisch minder ontwikkelde culturen. De Tasmaniërs, althans het handjevol dat overgebleven is, en inheemse Amerikanen kunnen daar in geuren en kleuren over vertellen. Wacht de mensheid hetzelfde lot? Hawking is somber.

Leven na de mens

Leven op aarde na de mens. Een interessante documentaire serie die ingaat op de vraag wat er met de aarde zou gebeuren als de mensheid morgen ophield te bestaan. Hoe snel neemt moeder aarde onze steden weer over, welke bouwwerken van de mensheid dienen het langst als herinnering aan onze tijd en zal moeder aarde de mensheid missen?

The very notion is deliciously ghoulish: What happens to earth if – or when – people suddenly vanished? The History Channel presents a dramatic, fascinating what-if scenario, part science fiction and part true natural science. Welcome to Earth, Population: 0 is the catchy tagline, Life After People’s 94 minutes are so gripping you nearly forget while you watch that you, yourself, will be gone too.

It turns out that earth can go along very nicely without us. The hardest part of the special is probably in the first 15 minutes, when pet owners confront what likely will happen to their dogs (thankfully, the show follows those dogs who break out of their houses, and the prognosis for them to survive as scavengers is good). As the fictional days and weeks tick by, the process of nature’s reclaiming the planet becomes less grim and more fascinating.

The impact of the lack of people will be noticed right away, as most power grids shut down around the planet. The one holdout: Hoover Dam, whose hydro power lights up the American Southwest. Scientists say the dam can continue to operate on its own for months, maybe years, keeping the Vegas Strip alight. Only the eventual accumulation of quagga mussels, an invasive species, in the cooling pipes of the power plant–currently being cleaned by humans–will shut down the dam.

Elsewhere, critters and plants will have their run of Manhattan and every other previously “civilized” spot. Inventive photography shows bears clambering out of subway stations, and vines pulling down brownstones, then skyscrapers. It may not be a surprise when the Eiffel Tower and Space Needle meet their eventual fates, but the scenes nonetheless provide a pleasant sting of shock. Life After People is humbling, yet exhilarating.

 

Video: The Singularity is Near

Wat zijn de gevolgen als de ontwikkeling van wetenschap en technologie exponentieel sneller gaat? Daar kunnen we maar beter goed over nadenken, want alles lijkt er op te wijzen dat dit inderdaad gebeurt. In samenwerking met twintig anderen beschrijft futuroloog en uitvinder Ray Kurzweil in een film hoe het leven zal zijn in een wereld waarin we net zo gemakkelijk van lichaam kunnen wisselen als van een jas en ziekte en dood voornamelijk het gevolg zijn van computervirussen. Hieronder de trailer van drie minuten.

Het verre noorden van Groenland en de Canadese pooleilanden zagen er in het CO2-rijke Eoceen zo uit.

Mensheid ontstaan om aarde van CO2-ondergang te redden

Al vijftien miljoen jaar heerst er op aarde acute hongersnood. Voor planten. Gelukkig is de mensheid zo vriendelijk dit probleempje voor onze groene vrienden op te lossen. Ook wordt er nu eindelijk afgerekend met die lompe vreetmachines die huishouden onder bomen en struiken. Maar raakt de plantenwereld nu niet van de regen in de drup?

Hongersnood voor planten
Al vijftien  miljoen jaar kampt de aarde met een CO2-probleem. Nee, we hebben het niet over de steeds toenemende CO2-concentratie, integendeel. De laatste vijftien miljoen jaar is het CO2-gehalte extreem laag. Dat is slecht nieuws voor planten, want voor hen is CO2 van levensbelang. Op dit moment bestaat de helft van alle planten-eiwit uit het enzym rubisco, dat slechts één taak heeft: CO2 uit de lucht te grissen. Ook uit zich het lagere CO2-gehalte in een wat lagere gemiddelde temperatuur, waardoor de ijskappen langzaam oprukken en Antarctica onbewoonbaar werd voor alles hoger dan een korstmos, gras of vlieg.

Het verre noorden van Groenland en de Canadese pooleilanden zagen er in het CO2-rijke Eoceen zo uit.
Het verre noorden van Groenland en de Canadese pooleilanden zagen er in het CO2-rijke Eoceen zo uit.

Steeds meer CO2 vastgelegd in de aarde
De reden is dat steeds grotere hoeveelheden koolstof in de loop van  miljoenen jaren zijn begraven in onderaardse afzettingen, zoals steenkoollagen. Deze koolstof is in principe voor altijd verloren. Volgens een andere theorie, waar ik persoonlijk enige twijfels bij heb, wekt de Himalaya als een gigantische CO2-scrubber: de vele regen in het Himalayagebied vangt de CO2 uit de atmosfeer. De Himalaya vormde zich toen het Indiase subcontinent zich in Tibet boorde, waardoor de laatste restjes Tethyszeeplaat naar boven borrelen. Ook is het vulkanisme in de loop van de aeons (miljarden jaren) langzaam aan het afnemen. De reden is dat de radioactieve elementen in de aarde, die de aarde warm houden, voor een groot deel uiteengevallen zijn. Het gevolg: minder vulkaanuitbarstingen, waardoor er minder CO2 de lucht in wordt gepompt.

Mensheid als oplossing
Er moest een levensvorm komen die in staat is kilometers diep te boren en de vele tonnen koolstof die daar opgeslagen zitten, te ontdekken en op te stoken. Inderdaad zien we in de laatste vijftien miljoen jaar, sinds het oprukken van het ijs en de wisselvallige klimaatomstandigheden daardoor, een snelle ontwikkeling van hersenmassa bij diverse zoogdieren en vogels. Dolfijnen zijn bijna net zo slim als mensen. Ook papegaaien doen  het niet slecht, zeker als je bedekt dat een vliegend dier heel sterk op gewicht moet bezuinigen.

De voorouders van de mens, het geslacht Homo, wonnen de race en werden de eerste gereedschapsgebruikende soort die de aarde op werkelijk fundamentele wijze op de schop ging zetten. Ten eerste door een slachting aan te richten onder mammoeten en andere ijstijdzoogdieren, die daarvoor de opkomst van de poolbossen (met opwarmende invloed door hun donkere bladerdek) tegenhielden. Daarna was het een kwestie van tijd voor deze handige apensoort er achter kwam wat voor ontzettend handig spul steenkool en aardolie waren. Er werden allerlei coole gadgets als olieboortorens en kolenmijnslavernij uitgevonden om deze schatten uit het diepste van de aarde te peuteren. De hele aarde werd afgekamd naar zelfs de laatste restjes zwart goud.

Bedankt voor de geleverde dienst
Het gevolg van het sterk toegenomen CO2-gehalte is een broeikaseffect, vertellen klimaatdeskundigen ons. Als hun alarmerende voorspellingen kloppen en ons staat een oerwoudklimaat te wachten, dan betekent dit dat we hiermee een gigantische biocomputer opstarten. Het grootste deel van de biosfeer, de bacteriën, is namelijk onzichtbaar en wordt snel actiever bij hogere temperaturen. De mensheid vertegenwoordigt een zeer interessante biotoop voor organismen. In totaal een half biljoen kilo hoogwaardig voedsel, allemaal bij elkaar op een kluitje. Anders dan mammoeten kan je als ondernemende ziekteverwekker in enkele uren naar de andere kant van de wereld reizen. Kortom: het is een kwestie van tijd voor er een effectieve ziekteverwekker ontstaat – in het maagdarmkanaal van een met antibiotica overbehandelde derde-wereldbewoner bijvoorbeeld – en net als de EHEC-bacterie of ander plaagorganisme massaal toeslaat.

Een potscherf van 20.000 jaar oud, ver voor er landbouw ontstond. Bron: artikel

‘Eerste aardewerk dateert al uit de IJstijd’

Hartje IJstijd, twintigduizend jaar geleden. Op de plaats van de Scandinavische landen ligt honderden meters dik ijs. Op de drooggevallen bodem van de Noordzee loeit een ijskoude wind over de troosteloze poolwoestijn. De schaarse mensen leven als jagers en verzamelaars. Wat  moet je dan met zwaar, breekbaar aardewerk? Toch is dat precies wat er gevonden is in een Chinese grot. Wat voor geheimen herbergt het laat-Pleistoceen?

Een potscherf van 20.000 jaar oud, ver voor er landbouw ontstond. Bron: artikel
Een potscherf van 20.000 jaar oud, ver voor er landbouw ontstond. Bron: artikel

Sinds de ontdekking in de zestiger jaren zijn er honderden potscherven gevonden in de Xianrendong-grot in zuid-oost China. Archeoloog Ofer Bar-Yosef van de Amerikaanse universiteit Harvard en zijn collega’s verrichtten nieuw onderzoek aan de grot in 2009. Deze keer gebruikten ze voor het eerst c14-datering om de ouderdom van de lagen vast te stellen. Met opmerkelijke resultaten. De oudste laag waarin potscherven werden aangetroffen, bleek namelijk tussen de 19.000 en 20.000 jaar geleden gevormd te zijn. Dit is duizenden jaren voordat de eerste landbouw begon, rond de twaalfduizend jaar geleden. Opmerkelijk. Klaarblijkelijk klopt de gangbare theorie, dat aardewerk pas werd ontwikkeld toen landbouw “ontstond”, niet.

Volgens Bar-Yosef zijn de potscherven de overblijfselen van primitieve potten en kommen, van ongeveer 20 cm doorsnede. Anders dan modern aardewerk, dat zo sterk wordt verhit, boven de duizend graden, dat de kleikorrels aan elkaar gaan smelten, is dit aardewerk slecht gebakken. Toch denkt Bar-Yosef dat ze werden gebruikt om mee te koken, want de buitenkant van de scherven is zwartgeblakerd. Overigens dateren aardewerkvoorwerpen al van voor deze tijd. De bekende kleien beeldjes van voluptueuze vrouwen dateren van 30.000 jaar geleden. Bar Yosef denkt dat door de barre weersomstandigheden van 20.000 jaar geleden – het was niet alleen veel kouder dan nu, maar ook veel droger – mensen gedwongen waren hun voedsel te koken om zo meer calorieën op te kunnen nemen.

Een m.i. meer voor de hand liggende verklaring is dat in het drogere klimaat veel knolvormende gewassen groeiden. Het vormen van knollen is een bekende strategie van veel planten in gebieden met een wisselvallig klimaat. Vlees is te roosteren boven een vuur, maar bij een overwegend plantaardig dieet is dat minder praktisch. Een ander gevolg van een dergelijk dieet is dat het voedsel van een kleiner gebied wordt verzameld, dus dat er sprake is van een vaste woonplaats. Uiteraard is dat de voornaamste reden waarom er plotseling potten opdoken, zoals iedereen weet die wel eens heeft geprobeerd loodzwaar aardewerk in zijn bagage mee te zeulen.

Een latere koude periode, het Jong-Dryas van ongeveer 12.800 jaar geleden, kan mensen hebben gedwongen om met landbouw te beginnen. Omdat een groot deel van Eurazië toen was gekoloniseerd, was migreren naar een  leeg gebied geen optie meer, aldus sommige antropologen. Tegen dit leuke antropologische theorietje pleit, dat ook buiten Eurazië, zoals in het afgelegen Papoea Nieuw Guinea en Amerika aan het einde van de ijstijd de landbouw op gang kwam. Wat dan wel de trigger was? Ik ga voor de wereldwijde, snelle stijging van de zeespiegel, die mensen uit de vruchtbare, dichtbevolkte kustgebieden verdreef en zo vermoedelijk voor een enorme hongersnood zorgde. Waarbij al langer bestaande kennis over het maken van aardewerk en plantengroei direct werd toegepast en levens kon redden.

Bron
Ofer Bar-Yosef et al., Early Pottery at 20,000 Years Ago in Xianrendong Cave, China, Science Magazine, 2012

Homo habilis is de eerste echt succesvolle Homo soort geweest en onze directe voorouder. Naar nu blijkt, was een verdubbeling van een enkel gen de oorzaak van de veel grotere intelligentie van deze vroege mensensoort.

Verdriedubbeling gen blijkt verantwoordelijk voor ontstaan menselijke intelligentie

Ongeveer 2,4 miljoen jaar geleden vond een enkele mutatie plaats, die leidt tot de vorming van veel meer dwarsverbindingen tussen hersencellen. Opmerkelijk genoeg is dit ook de tijd dat het oudste gereedschap is gevonden en dat ons geslacht Homo zich afsplitste van de Australopithecus. Is nu eindelijk het moment bekend dat de mens echt mens werd?

Dit maakt mensen slimmer. Een dubbele kopie van het gen SRGAP. Ter vergelijking: orang-oetans en chimpansees hebben elk maar één kopie. Bron/copyright: Scripps Institute/R. Polleux
Dit maakt mensen slimmer. Een dubbele kopie van het gen SRGAP. Ter vergelijking: orang-oetans en chimpansees hebben elk maar één kopie. Bron/copyright: Scripps Institute/R. Polleux

Tweede kopie maakte ons mens
Zou een extra kopie, daterend van 2,4 miljoen jaar geleden, van een gen dat betrokken is bij hersenontwikkeling, neuronen in staat hebben gesteld om verder te migreren en meer dwarsverbindingen te ontwikkelen? Deze theorie is nu voorzien van extra bewijs dankzij onderzoek van Scripps Research. Opmerkelijk blijkt de extra kopie van SRGAP2 niet de functie van het oorspronkelijke gen te versterken (het vormen van uitlopers door pyramidecellen). Integendeel, de extra kopie interfereert met deze oorspronkelijke functie. Hoe kan dit mensen intelligenter maken? Het antwoord, zo lijkt het: de neuronen hebben hierdoor meer tijd om zich tot een groter brein te organiseren. Franck Polleux, hoogleraar aan het Scripps Reseach Institute noemt dit een belangrijk voorbeeld van een wijziging in een enkel gen dat bijdraagt aan de menselijke evolutie.  De bevinding dat een kopie van een gen een interactie aan kan gaan met de originele kopie (die 3,7 miljoen jaar geleden plaatsvond), biedt ook een nieuwe kijk op hoe evolutie te werk kan gaan. Mogelijk kunnen we zo ook ontdekken waarom bepaalde ontwikkelingsstoornissen die alleen bij mensen voorkomen, zoals autisme en schizofrenie, ontstaan.

De opkomst van de tweede kopie (SGAP2C) vond ongeveer 2,4 miljoen jaar geleden plaats, ongeveer het tijdstip waarop de uitgestorven Australopithecus en ons geslacht Homo uit elkaar gingen. Als de theorie klopt, en dit bewijsmateriaal is behoorlijk overtuigend, is dat dus het moment dat onze voorouders van halfbewust dier, mensen werden.

Slechts dertig gedupliceerde genen maken ons verschillend van andere apen
Polleux is gespecialiseerd in de ontwikkeling van het menselijk brein. Enkele jaren geleden begon zijn lab de functie van het nieuw-ontdekte gen SRGAP2 te onderzoeken. Ze ontdekten dat dit gen in muizen een sleutelrol speelt in de ontwikkeling van het brein. Het vervormt het celmembraan van jonge neuronen naar buiten, waardoor er wortelachtige groeisels, filopodia, ontstaan. Zodra jonge neuronen deze filopodia vormen, migreren ze door het groeiende brein. Uiteindelijk bereiken ze hun definitieve positie, de hersenschors, waar ze verbindingen vormen. De meeste verbindingen worden gemaakt via aansluitpunten, spines, die wel wat weghebben van bloemknoppen op stelen. Hierop sluiten de uitlopers van andere neuronen aan. SRGAP2 was onder het kleine aantal genen, plusminus dertig, die de afgelopen zes miljoen jaar (toen de voorouders van de mens afsplitsten van de andere mensapen) gedupliceerd zijn. Gensequentietechnieken voeren in feite een zoekactie uit op een bepaalde basenreeks (basen zijn de vier chemische ‘letters’ van DNA). Dat is de reden dat de duplicaten pas kort geleden ontdekt zijn.  De duplicaten lijken namelijk bijna letter voor letter op het origineel.

Pas in de jaren na 2007 zijn onderzoekers er in geslaagd met nieuwe technieken deze duplicaten, die alleen in hominiden voorkomen op te sporen.  Er is nog bijna geen een van deze verdubbelingen verder onderzocht. SRGAP2 was de uitzondering, immers bekend is dat het gen invloed heeft op de hersenontwikkeling. Uiteraard maakte dit SRGAP2 het interessantste doel voor onderzoek voor Polleux en zijn collega’s: zou dit gen de sleutel zijn die verklaart hoe de mens ontstond?  In de eerste stap bevestigde het onderzoek van het team inderdaad dat er twee meer dan 99% identieke kopieën, SRGAP2B en SRGAP2C, in ons chromosoom 1 voorkomen. Dit maakt dat het oorspronkelijke gen nu herdoopt is tot SRGAP2A.

Homo habilis is de eerste echt succesvolle Homo soort geweest en onze directe voorouder. Naar nu blijkt, was een verdubbeling van een enkel gen de oorzaak van de veel grotere intelligentie van deze vroege mensensoort.
Homo habilis is de eerste echt succesvolle Homo soort geweest en onze directe voorouder. Naar nu blijkt, was een verdubbeling van een enkel gen de oorzaak van de veel grotere intelligentie van deze vroege mensensoort. Bron: Wikimedia Commons/Lilliundfreya

Einsteinmuizen
Na gevoelige technieken te hebben ontwikkeld om deze duplicaten, met de in eiwitten vertaalde kopieën ervan, te vinden, onderzochten welke van de drie genkopieën het meeste actief was. Dit bleek slechts één te zijn, SRGAP2C. Het SRGAP2C eiwit bleek een verkorte versie van het oorspronkelijke SRGAP2 eiwit te zijn. Hoewel het SRGAP2’s vermogen mist om neuronale spines te laten rijpen, doet het wat anders: het remt de werking van het originele SRGAP2 eiwit.

Polleux en zijn groep namen de proef op de som door zich ontwikkelende muizenbreinen bloot te stellen aan SRGAP2C. Ze ontdekten dat de effecten op hersenontwikkeling dezelfde waren als het blokkeren van het SRGAP2 gen zelf.  Het gevolg: de piramide-neuronen migreerden sneller en hadden veel langer tijd nodig om hun volledige set dendritische spines uit te laten lopen. Dit had een onverwacht effect: piramidevomige neuronen vormden utieindelijk veel meer uitlopers (en dus onderlinge dwarsverbindingen) dan normaal: net als menselijke piramidale neuronen.

Nog opmerkelijker: deze dendritische spines hadden ook de langere stelen die ook op menselijke piramidale neuronen voorkomen. Dit is ook nodig: de langere stelen zorgen, denken andere onderzoekers, voor een grotere onderlinge afstand, dus betere biochemische en elektrische isolatie van de verschillende verbindingen. zodat geen kortsluiting optreedt. Dit voorkomt toevallen, zoals epileptische aanvallen, aldus Polleux. “SRGAP2C schijnt belangrijk te zijn voor deze zeer belangrijke evolutionaire verandering.” En inderdaad blijken muizen met een verwijderd SRGAP2 gen te lijden aan stuiptrekkingen. Soortgelijke symptomen treden op in kinderen met zeldzame mutaties in het SRGAP2 gen.

Het ontstaan van Homo sapiens
Opmerkelijk genmoeg was het niet SRGAP2C, maar het weinig actieve SRGAP2B dat het eerste verscheen, plm. 3,4 miljoen jaar geleden. Het actieve SRGAP2C gen verscheen een miljoen jaar later, rond de 2,4 miljoen jaar geleden. Het moment dat de eerste Homo soort, Homo habilis, ontstond. Homo habilis bleek een heel stuk slimmer dan zijn Australopithecus voorgangers, wat blijkt uit het gevonden gereedschap. Het gevolg van de late rijping van de spines, waardoor er meer verbindingen konden ontstaan in het brein van H. habilis. Vermoedelijk zijn er nog meer genen onder de dertig verdubbelde genen die mee hebben geholpen ons brein te maken tot wat het is. Zo zijn er nog meer sprongen in breingrootte bekend: de sprong van H. habilis naar H. ergaster (een verdubbeling tot 600 ml) en H. ergaster tot H. heidelbergensis en H. sapiens (rond de 1,3 tot 1,8 liter; H. sapiens neanderthalensis haalde zelfs 1900 ml). Deze worden dan ook onderzocht door Polleux en het lab van zijn collega Eichler. Er zijn geen tussenvormen bekend tussen H. ergaster en H. heidelbergensis. Zou ook hier een enkele genmutatie een grotere breingrootte en dus een nieuwe mensendsoort hebben opgeleverd?

Toekomtige behandeling voor autisme en schizofrenie?
Autisme en schizofrenie zijn beide voorbeelden van ontwikkelingsstoornissen in de hersenen, die mogelijk nu beter begrepen kunnen worden. Van autisme en schizofrenie is bijvoorbeeld bekend dat er afwijkingen zijn in de onderlinge verbindingen van neuronen en ontwikkeling van synapsen. Tot nu toe bleek het zeer moeilijk kunstmatig autisme en schizofrenie in muizen op te wekken.  Mogelijk lukt dit wel door kunstmatig genduplicaties zoals SRGAP2C op te wekken in muizen en zo belangrijke missende stukjes van de puzzel te vinden. “Humanisatie” van muizen, m.a.w. menselijke genen inbouwen in muizen,  bleek in andere biowetenschappen zoals immunologie al nuttig, maar is nog niet vaak in de neurowetenschappen toegepast. Een andere onderzoeksrichting die beide labs willen uitpluizen, is onderzoeken of er een samenhang bestaat tussen veranderingen in deze dertig gedupliceerde genen en neurologische ontwikkelingsstoornissen. Mogelijk kunnen er met dit paradigma dan enkele raadselachtige witte plekken in ons begrip van menselijke ziekten worden opgelost.

Bronnen
Cécile Charrier et al., Inhibition of SRGAP2 Function by Its Human-Specific Paralogs Induces Neoteny during Spine Maturation, Cell, 2012, DOI: 10.1016/j.cell.2012.03.034
Megan Y. Dennis et al., Evolution of Human-Specific Neural SRGAP2 Genes by Incomplete Segmental Duplication, Cell, 2012, DOI: 10.1016/j.cell.2012.03.033