Heil komt niet uit politiek
Zowel de Nederlandse politieke partijen als grote bedrijven zijn zo georganiseerd dat de middelmaat regeert. Visionaire ideeën zullen van de bevolking zelf moeten komen.
De gemiddelde succesvolle Nederlandse politicus
Mensen die besluiten actief te worden in de Nederlandse politiek of hogere managementsfuncties in grote bedrijven delen bepaalde kenmerkende persoonlijkheidstrekken. Geen wonder, de sociale organisatie van politiek en bedrijven in Nederland is zodanig dat bepaalde karaktertrekken absoluut essentieel zijn om het ver te schoppen in de politiek.
Heeft u bij voorbeeld weleens gehoord van Jan Franssen (VVD)? Waarschijnlijk niet.
Toch is Franssen een van de machtigste mensen in Nederland. De man, gewezen geschiedenisleraar, begon zijn carrière in de politiek als JOVD-voorzitter en adviseur van VVD-caudillo Hans Wiegel. Hij klom zonder voorkeursstemmen op via lidmaatschap van de provinciale staten van Noord-Holland en Tweede Kamerlid voor de VVD tot burgemeester in Zwolle en zijn huidige, lucratieve baantje als commissaris van de koningin in Zuid-Holland. Ondanks het feit dat hij praktiserend homoseksueel is, iets waarmee de roomse kerk doorgaans nogal wat moeite heeft, leverde zijn bekering tot het rooms-katholieke geloof hem een roomskatholieke ridderorde op.
Wilders, Halsema en Roemer zijn luidruchtige schlemielen
Franssen kan als redelijk representatief worden beschouwd voor echt succesvolle Nederlandse politici. Ze zijn de onbetwiste heersers van de achterkamertjes, van het polderen en van, zoals dat zo mooi heet, het maatschappelijk middenveld. Feilloos voelen ze aan waar de politieke wind waait, welke coalities het nuttigste zijn om v0oruit te komen en beheersen het politieke ambacht van beentje lichten en gekonkelfoes tot in de puntjes.
Ze genieten wel de lusten van het politicus zijn, zoals veel onzichtbare macht en kansen op allerlei lucratieve, vaak wat minder koosjere bijverdiensten, maar niet de lasten, zoals onder vuur liggen in de media, doodsbedreigingen van gestoorde gekken (de reden dat Halsema opstapte) en een hoge werkdruk.
Onzichtbare mannetjes als Franssen runnen dit land. Halsema, Wilders en Roemer zijn luidruchtige schlemielen, bedoeld om het volk mee rustig te houden, waarmee het op termijn net zo af zal lopen als met Rita Verdonk.
Denkt de Nederlandse oligarchie lange-termijn?
Voorstanders van de Nederlandse oligarchie vinden dat het ondoorzichtige netwerk van vele niet-democratisch gecontroleerde organisaties leidt tot continuïteit en lange-termijn denken. Als bestuurders van een zelfstandig bestuursorgaan niet worden afgerekend door de kiezer maar op hun prestaties, zal dat leiden tot echt lange termijn denken, stellen ze.
Op zich klopt deze redenatie. Politici denken doorgaans niet veel verder vooruit dan de volgende verkiezing. Voor benoemde bestuurders geldt dat in principe niet. Wat er alleen niet deugt aan de theorie, is de aanname dat bestuurders op hun verdiensten worden beoordeeld.
Wat drijft politici?
Politici en bestuurders zijn over het algemeen geen altruïsten. Anders dan veel topmanagers staat ze geen bonus te wachten als ze hun werk goed doen. Politici worden beloond met een beter betaald ambt. Lid worden van het Europees parlement (meer dan € 80 000 per jaar netto, meer dan de minister-president netto verdient), een baantje bij de VN, burgemeester worden of Commissaris der Koningin worden is het walhalla voor politici. Degenen die hier over beslissen zijn niet de kiezers, maar andere politici. De meeste politici willen hetzelfde: een risicoloos topambt dat een hoog inkomen verschaft of veel gelegenheid biedt een hoog inkomen bij elkaar te stelen. Iedereen die hen hierbij helpt, is hun vriendje.
De SP is hierop een uitzondering. Omdat SP-politici hun salaris in de partijkas storten – achteraf gezien een meesterzet van Marijnissen – is de partij minder aantrekkelijk voor zakkenvullers – tenzij ze uit de fractie stappen, zoals het SP-kamerlid Ali Lazrak deed die hiermee zijn inkomen verveelvoudigde.
De jacht op vriendjes
Zoveel mogelijk vriendjes hebben is erg belangrijk voor een politicus. Die krijg je door collega’s voortdurend de bal toe te spelen en zo effectief mogelijk met de politieke winden mee te waaien. Draagvlak zoeken, heet dat in politiek jargon. Dat is ook de reden waarom de impopulaire PvdA-politicus Ad Melkert door CDA en VVD aan een gewild baantje bij de Wereldbank is geholpen en mede-PvdA-er Bert Koenders partijgenote Herfkens, speciaal door de VN aangesteld om Nederlands hulpgeld binnen te harken, aan een riante bijdrage uit de ontwikkelingshulppot heeft geholpen.
Grijze, incompetente muizen overleven het langst
Er al te vooruitstrevende ideeën op na houden en die uiten is gevaarlijk. Daarmee verminder je je eigen manoeuvreerruimte, waardoor je niet meer mee kan draaien als dat goed is voor je carrière. Andere politici worden zenuwachtig van visionaire ideeën. Ze kunnen je niet meer begrijpen en voorspellen. Dat vermindert je nut als politiek instrument en bondgenoot. Kortom: visionaire politici houden het in Nederland niet lang vol. Ze worden op een zijspoor gemanoeuvreerd, weggepromoveerd, gecompromitteerd of, als ze echt gevaarlijk worden, opgeruimd.
Ook capabele bestuurders zijn gevaarlijk en worden dus gewantrouwd. Ze lossen namelijk problemen op. Problemen zijn het bestaansrecht van politici. Om problemen op te lossen, moeten er namelijk lucratieve commissies worden benoemd en dure externe adviseurs (doorgaans ex-politici die, geloof dat maar, zeker niet onder de Balkenende norm zitten) worden ingehuurd. Uiteraard wil je niet iemand aan een baantje helpen die jouw toekomstige bestaansbronnen bedreigt.
Ieder nadeel heb zijn voordeel
Niettemin zit er ook een prettige kant aan het uitgesproken schofterige karakter van de gemiddelde politicus. Ze zijn buitengewoon flexibel. Als je maar betaalt met gunsten of carrièremogelijkheden (of wat belastende informatie klaar hebt liggen) gaat elk principe opzij. Het feit dat ze geen enkel risico willen lopen, betekent dat al te stompzinnige beleidsmaatregelen uitblijven (hoewel de persvrijheid in Nederland helaas ver te zoeken is waardoor dit zelfreinigende mechanisme slecht werkt).
Een goed georganiseerde groep burgers kan dus veel meer bereiken buiten dan binnen de politiek. Erg veel ruggengraat hebben de meeste politici niet, waardoor een goed georkestreerde lobby van burgerlijke ongehoorzaamheid waar de meeste kiezers achter staan opmerkelijk veel effect kan hebben.
Heil komt niet uit politiek Meer lezen »