Tijd voor een nieuwe taal?
Menselijke talen zijn dubbelzinnig en leiden vaak tot denkfouten. Zou het mogelijk zijn een wetenschappelijke kunsttaal te ontwerpen die niet de zwakke punten van natuurlijke talen heeft?
Sapir-Whorf hypothese: taal bepaalt denken
Volgens de omstreden hypothese van Edward Sapir en Benjamin Lee Whorf bepaalt taal ons denkraam, dat wil zeggen: dingen die er in een taal niet zijn, kunnen we ook niet bevatten. Diverse experimenten hebben aangetoond dat deze theorie in ieder geval fysiologisch niet klopt. Sprekers van talen waarin maar twee of drie kleuren voorkwamen, bleken toch onderscheid te kunnen maken tussen meerdere kleuren. De hypothese riep daarom fel verzet op en raakte in diskrediet. (1)Wel zijn er subtielere effecten. Zo blijken kinderen in Oost-Aziatische landen veel beter in rekenen te zijn dan westerse kinderen. Geen wonder. In het Thai of Chinees is drieënzeventig letterlijk vertaald zeven-tien-drie. Het is dan ook voor die kinderen een peulenschil om uit te rekenen wat 73+58 is, bijvoorbeeld. Ze tellen de tientallen en de eenheden bij elkaar op. Voor iemand die een Indo-Europese taal spreekt is dat veel lastiger vanwege het onlogische omdraaien van tientallen en eenheden.
In de Australische taal Guugu Yimithirr bestaan alleen absolute richtingen – noord, zuid, oost, west – geen individuele richtingen (links, rechts). Als gevolg hiervan zijn de sprekers van deze en andere geografische talen griezelig goed in het vinden van de juiste richting, terwijl een Engels- of Nederlandssprekende sneller begrijpt wat je bedoelt als je zegt: die afstandsbediening ligt achter je, sufferd. Vandaar dat een voorzichtige interpretatie van de Sapir-Whorf hypothese toch steeds meer aanhangers krijgt.
Esperanto geen overweldigend succes
De oudste kunsttaal volgens sommigen is Sanskriet, maar de meesten houden het op Esperanto. Esperanto, een Indo-Europese kunsttaal die in de negentiende eeuw bedacht is door de visionaire Pool Zamenhoff, is veel preciezer dan natuurlijke talen. De reden dat Esperanto e.d. niet doorbreken, is omdat talen niet opgelegd kunnen worden. Om twee redenen niet. Ten eerste: welk volk zou zich een taal op laten leggen? Veel mensen zouden er geen bezwaar tegen hebben om Engels als eerste taal in NL te hebben, maar je kan je voorstellen dat meer dan de helft er anders over denkt. Ik geef ze ook niet ongelijk. Ten tweede: talen leven. De taal is nu heel anders dan 100 jaar geleden, dus een statische taal opleggen is niet logisch. Je zou zeggen dat een levende taal evolueert en dus steeds beter wordt. Toch blijkt dat ook steeds ‘onlogische’ (inefficiënte) veranderingen plaats vinden.
Een toepassingsgebied waarbij de eerste reden niet zo zeer op zal gaan, zou bijvoorbeeld een nieuw te bewonen planeet of andere niet-aardse omgeving zijn. Toch is de kans hier ook groot dat het een grote bestaande taal als Engels of Kantonees oid wordt.
Ambiguïteit noodzakelijk?
Een filosofische reden waarom er onlogische veranderingen plaats vinden, is omdat taal haast per definitie ambigu moet zijn. Als we voor alle voorwerpen aparte woorden moeten verzinnen, wordt het aantal woorden al snel veel te groot. Voorbeeld: met ‘stoelen’ kan je naar twee of meer stoelen verwijzen. Het Russisch heeft overigens meerdere meervouden die elke een andere uitgang met zich meebrengen. Het zou inefficiënt of misschien zelfs onmogelijk zijn om continu het aantal erbij te vernoemen (‘zou jij die 23 stoelen willen stapelen?’).
Een diepere filosofische vraag is of je de filosofische grondconstructies die aan onze taal ten grondslag liggen niet op de schop moet nemen. Zo kent de inheems-Peruaanse taal van de Matsés het vereiste, elk feit dat je noemt terug te voeren op een waarneming of bron. Liegen is erg moeilijk in het Matsés, want je moet er meteen een bron bij verzinnen. Duidelijk een taal die sommige politici verplicht zouden moeten leren. Aan de andere kant: niet erg praktisch in een ingewikkelder samenleving dan die van de Matsés, een groep jager-verzamelaars.
Met dank aan Niek, voor zijn taalkundige opmerkingen en ideeën.
Bronnen:
1. Does your language shape how you think? – New York Times
Tijd voor een nieuwe taal? Meer lezen »