Nederland moet meer water opslaan
Structurele watertekorten, mogelijk het gevolg van het opwarmende klimaat, lijken steeds meer de regel. Moeten we onze ruimtelijke planning hieraan aanpassen? De voordelen.
Waterhuishouding structureel probleem
In Nederland valt er ongeveer zevenhonderd tot negenhonderd millimeter regen per jaar. In principe is dat in een gematigd klimaat als dat van Nederland ruim voldoende om gewassen van water te voorzien. Het probleem is alleen dat dit water niet op die momenten valt dat planten het het meest nodig hebben. Soms treden weken lange droogtes op of komt het water met bakken uit de hemel.
Langere perioden zonder neerslag of juist met extreem veel neerslag in Nederland of landen stroomopwaarts (waardoor overstromingen optreden) lijken de laatste jaren de norm te worden. Dit jaar treedt de periode al extreem vroeg op. De kans is aanwezig dat met het opwarmende klimaat deze trend door zal zetten. Ook zal de vochtbehoefte van planten stijgen door een heter klimaat.
Klimaatverandering
Ondanks alle nobele doelen wat betreft het terugbrengen van de CO2 uitstoot lijkt dit niet echt haalbaar. Het is ook de vraag hoeveel we kunnen veranderen aan dit proces en of we dat wel willen. We kunnen ons beter aanpassen aan de nieuwe realiteit. Een goede oplossing hiervoor is zeer laag liggende gebieden die nu nog met veel pijn en moeite droog worden gehouden, onder water te zetten en zo als waterberging dienst te laten doen. Hele stadswijken kunnen veranderen in waterwijken. Op die manier ontstaat er een enorme bergingscapaciteit om water in op te vangen tijdens overstromingen en kan dit water worden gebruikt voor infiltratie in de grondwaterlaag of irrigatie.
Uiterwaarden en polders met drijvende woningen
Rond de rivierbedding van grote rivieren ligt weiland: de uiterwaarden. Deze dienen als waterberging als door heftige regenval een rivier als de Rijn of de Lek sterk stijgt. In mijn studententijd in Wageningen gingen we hier geregeld wandelen of fietsen. In die tijd dachten we al na over drijvende woningen die in de uiterwaarden gebouwd zouden kunnen worden.
In Limburgse dorpen aan de Maas, Itteren en Borgharen, zijn er wel woningen in de uiterwaarden gebouwd. Om de zoveel tijd was het weer een vast ritueel als de bewoners van de nieuwbouwwoningen in de uiterwaarden zich met alle macht proberen te verweren tegen het snel stijgende Maaswater. De laatste jaren worden er steeds meer drijvende woningen in de uiterwaarden gebouwd, onder meer bij Tiel, Nijmegen en Maasbommel. Mogelijk kunnen alle bewoners van overstromingsgevoelige gebieden met overheidssubsidie overgezet worden naar een drijvend huis.
Grond moet meer watervasthoudend vermogen krijgen
Afhankelijk van de grondsoort kan een akker redelijk veel water vasthouden: dertig millimeter voor pure zandgrond tot een veelvoud hiervan voor kleigrond en (vooral) veengrond, die veel weg heeft van een spons. Op een zonnige dag jaagt een gewas er al gauw vier millimeter water doorheen. Vandaar dat regen, zeker op zandgronden, niet al te lang uit moet blijven.
Een voor de hand liggende methode is uiteraard veel organische stof toe te voegen aan de grond. Het probleem is dat deze stof ook schaarser wordt. Steeds meer plantaardig restafval wordt omgezet in elektriciteit of autobrandstof. Mogelijk kunnen kunststoffen of geëexpandeerde kleikorrels (perliet) soelaas bieden.
Grond blijft vruchtbaar met houtskool
Nog beter is organisch materiaal omzetten in biochar, houtskool (m.a.w.: laten verkolen, waarbij water en waterstofgas vrijkomt). Biochar gaat duizenden jaren mee (precolumbiaanse terra preta is nu nog vruchtbaar, en dat wil wat zeggen in een heet, regenachtig klimaat als in de Amazone) en blijft al die tijd water absorberen. Als de Nederlandse akkers (vooral de zandgronden) zouden worden voorzien van biochar, zou dit zowel de bodemvruchtbaarheid als het watervasthoudend vermogen enorm vergroten.
Nederland moet meer water opslaan Meer lezen »