zee

Narikel Janjira, buiten Bangladesh beter bekend als Saint Martin's Island, wordt een steeds geliefdere toeristische bestemming.

Bangladesh bereidt zich voor op een toekomst op het water

Stel, je woont in een dichtbevolkt land waarvan geregeld de helft onderstroomt. Tot overmaat van ramp stijgt de zeespiegel. Komt het bekend voor? Bangladesh zit met hetzelfde probleem als Nederland. Wat kan Nederland leren van de Blauwe Economie van Bangladesh?

Bangladesh: van armste land ter wereld tot maritiem powerhouse
Toen de Bangladeshi zich met de hulp van India bevrijdden van Pakistaanse onderdrukking in 1971, leek de situatie hopeloos. Bangladesh is drie keer zo dicht bevolkt als Nederland en België: de 160 miljoen overwegend islamitische Bangladeshi  bewonen een laag liggende rivierdelta van 3,5 maal Nederland. Bij zware moessons loopt vaak meer dan de helft onder water. Het Pakistaanse leger hield wreed huis, waarbij naar schattingen van de Bengaalse overheid drie tot tien miljoen Bengalen zijn vermoord. Vooral intellectuelen moesten het ontgelden. Ook werd er veel infrastructuur vernield. Kortom: Bangladesh was na de onafhankelijkheid een ruïne. Van het ooit gouden Bengalen (shonara Bangla) was weinig over. De Bangladeshi moesten letterlijk hun land uit een moeras opbouwen.

En dat deden ze. Het uitermate wrede optreden van het Pakistaanse leger, opgehitst door extremistische Deobandi mullahs die de Bangladeshi tot koeffaar (ongelovigen) verklaarden, genas de Bangladeshi grondig van utopische idealen over een islamitische samenleving. Ze wisten dat de toekomst alleen maar beter kon worden dan het heden. De Bengaalse diaspora en buitenlandse hulp stonden de bevolking bij. Bangladesh schuilde onder de militaire paraplu van machtig buurland India, waardoor de Bangladeshi zich konden toeleggen op het opbouwen van hun land, en niet, zoals de bezetter Pakistan, miljarden hoefden te verspillen aan tanks, raketten en vliegtuigen. Bangladesh slaagt er zelfs in meer dan een miljoen Rohingya vluchtelingen op te vangen. Dat aantal is evenveel als het honderd maal zo rijke Duitsland opgevangen heeft.

Belastingen zijn laag en ondanks de hardnekkige corruptie, werd het geld dat binnenkwam grotendeels verstandig besteed. Het gevolg hiervan is dat de economie van Bangladesh groeit als kool, gemiddeld zo’n zes procent per jaar. Toch dreigen er donkere wolken aan de horizon. Het voornaamste probleem is de stijgende zeespiegel, die het landoppervlak van Bangladesh drastisch zal doen afnemen..Bangladesh besloot daarom voor de vlucht naar voren te kiezen. Succesvolle onderhandelingen met buren India en Myanmar legden de maritieme grenzen vast, waardoor het bruikbare oppervlak voor Bangladesh bijna verdubbelde. Een steeds groter deel van de economische groei komt nu uit het ontwikkelen van de zogeheten blauwe economie.

De blauwe economie: wonen en verbouwen op het water
Drijvende tuinen: Als landdieren zijn wij mensen van nature huiverig voor water. We zijn geneigd water te zien als verloren land. Dit is onterecht. Met enige aanpassingen is water prima om te toveren tot productief landbouwgebied. Zo worden drijvende tuinen in Bangladesh steeds populairder[1]. In het zuiden van het land groeit veel waterhyacint, in de subtropen een hardnekkig wateronkruid dat natuurlijk drijfvermogen  levert.  Dit wordt als ondergrond voor drijvende tuinen gebruikt. De laag met waterhyacint wordt bedekt met teelaarde. In het noorden groeit weinig waterhyacint, waardoor gebruik wordt gemaakt van plastic drijvers, zoals lege plastic vaten. Varianten die nu ook worden uitgerold zijn drijvende eendenhokken, drijvende scholen en visvijvers. De kosten voor deze drijvende tuinen zijn relatief laag: alleen arbeidsloon voor drijvende tuinen op basis van waterhyacinth, $260 (rond de tweehonderd euro) voor een drijvende tuin van honderd vierkante meter met plastic drijvers. Geen wonder dat de overheid van Bangladesh veel ziet in dit systeem en het uit wil breiden tot 20 000 vierkante kilometer oppervlak. [2] Ook in het buitenland is deze uitvinding uit Bangladesh een doorslaand succes. Onder andere Cambodja en de Filippijnen passen het concept nu toe.

Narikel Janjira, buiten Bangladesh beter bekend als Saint Martin's Island, wordt een steeds geliefdere toeristische bestemming.
Narikel Janjira, buiten Bangladesh beter bekend als Saint Martin’s Island, wordt een steeds geliefdere toeristische bestemming.

Nederland en in beperkte mate België kan dit ook. Zo kunnen we zeewier kweken, enkele proefboerderijen zijn al actief. Wanneer visteelt, intensieve varkenshouderij en sommige tuinbouw naar de zee wordt verplaatst, vermindert dit de milieubelasting enorm. Ook wordt de ziektedruk veel minder.

Het continentaal plat van Bangladesh verdubbelt de oppervlakte van het land. Bron: 3.
Het continentaal plat van Bangladesh verdubbelt de oppervlakte van het land. Bron: 3.

Zeebodem exploiteren: een overeenkomst tussen India en Bangladesh maakte de weg vrij om de zeebodem die grenst aan Bangladesh in gebruik te nemen. [3] Deze deal verdubbelt de oppervlakte van Bangladesh en maakt het mogelijk naar olie en gas te boren, voorzover nog relevant, en zeemineralen te winnen.

Toerisme: de eilanden in de Zee van Bengalen zijn omringd door koraal en kleurrijke vissen. Onder andere het eiland Saint Martin (Narikel Jinjira) wordt hierdoor steeds populairder bij toeristen. Sommige planners overwegen het creëren van nieuwe eilanden. Dit zou Nederland ook kunnen doen.

Bronnen
1. The floating gardens of Bangladesh, New York Times (2014)
2. Floating Garden Agricultural Practices in Bangladesh: A Proposal for Globally Important Agricultural Heritage Systems (GIAHS), ministerie van landbouw van Bangladesh
3. BD gets 19,467 sq km disputed area in the Bay; Exclusive economic zone and continental shelf up to 667 km in the sea, Bangladesh Chronicle, 2014

Wat als zee land zou worden?

Hoe zou de wereld er uit zien, als land zee zou worden en andersom?

Hoe zou de wereld er uit zien als op de plaats van waar nu de oceanen liggen, land ligt en we de Amerikaanse, Afrikaanse en Euraziatische Oceanen hadden? De Zweedse kunstenares Sanna Dullaway ontwikkelde deze landkaart.

Wat als zee land zou worden?
Wat als zee land zou worden?

Zee tempert temperatuurschommelingen. Dat is de reden dat ijskappen veel groter zijn op land, dan in oceanen. Het Noordelijke IJsland zou daarmee veel weg hebben van Antarctica op onze aarde. Groenzee en de Baffinmeren zouden stijf bevroren zijn, vermoedelijk tot op de bodem.  Dit geldt ook voor de Antarctische Zee. Het hoeft geen betoog dat het continent Pacifica, dat ongeveer de helft van de aarde beslaat, een blakerende woestijn zou zijn. De kustgebieden zouden comfortabeler zijn.

Het regenachtige Middellandse Schiereiland zou met Noordland en Oostland de kern van de bewoonde wereld vormen. Dit geldt in mindere mate ook voor het Caraïbische Schiereiland en het Hudson Schiereiland. De aarde zou veel droger zijn dan nu, met het oceaanwater opgesloten in enorme ijskappen (waardoor we niet hoeven aan te nemen dat de hoeveelheid water op aarde minder is). Wat denken jullie? Hoe zou de geschiedenis er op deze totaal andere aarde uit hebben gezien?

Tulpeiland voor de Nederlandse kust? Bron: Rijkswaterstaat Beeldbank

Hoe kunnen de Lage Landen voor de kust een stad bouwen? Deel 2: Nederland

Het Nederlandse continentale plat is anderhalf keer zo groot als Nederland zelf. Geen wonder, dat generaties ingenieurs likkebaardend naar de vele mogelijkheden kijken die de Noordzee biedt.

De Nederlandse Exclusieve Economische Zone

De Nederlandse Exclusieve Economische Zone, on dit kaartje lichtblauw, is anderhalf keer zo groot als Nederland zelf. Bron: Wikimedia Commons
De Nederlandse Exclusieve Economische Zone, on dit kaartje lichtblauw, is anderhalf keer zo groot als Nederland zelf. Bron: Wikimedia Commons

Het deel van de Noordzee waar Nederland aanspraak op maakt, de Nederlandse Exclusieve Economische Zone (NEEZ), is met rond de 57.000 vierkante kilometer ongeveer anderhalf maal zo groot als Nederland zelf.
Alle minerale vondsten die binnen dit terrein worden gedaan, denk aan olie en gas, staan onder controle van Nederland. Ook mag Nederland hier in principe kunstmatige eilanden aanleggen. We tellen deze niet meer mee voor het bepalen van de grenzen van de NEEZ. Kortom: letterlijk een zee aan ruimte. Ruimte, waar een dichtbevolkt land als Nederland om zit te springen. Geen wonder dat er diverse mensen na hebben gedacht over de mogelijkheden om op de Noordzee kunstmatige eilanden aan te leggen.

Drijvend eiland
Een al wat ouder plan, uit 1998, is het aanleggen van een drijvend eiland voor de Nederlandse kust. Op dit eiland zou de luchthaven Schiphol gehuisvest kunnen worden.  Althans: het deel dat uit overstappers bestaat. Extra bonus: het drijvende eiland kan van ligging veranderen, als de windrichting verandert. De regerende partijen waren toendertijd niet bijster enthousiast over het plan, maar in principe zou hiermee de geluidsoverlast door Schiphol uit de wereld zijn. Ook elders in de wereld wordt er ondertussen gewerkt aan drijvende vliegvelden [1].

Tulpeiland
Een langgerekt eiland buiten het zicht van de Noordzeekust zou de zwaarbelaste Randstad ademruimte geven. Schiphol zou naar dit eiland verplaatst kunnen worden, wat een einde zou maken aan de geluidsoverlast en veel land zou opleveren. Ook zou er veel strand bijkomen. Gekscherend is geopperd het eiland de vorm van een tulp te geven, en vol te zetten met windmolens. Van de Nederlandse bevolking is een meerderheid voorstander van dit project, al zou er slechts een minderheid willen wonen. Het zand voor het eiland moet uiteraard ergens vandaan komen. Op dit moment zijn de plannen voor dit eiland in de ijskast gezet. Dit zou namelijk tientallen miljarden kosten. [2]

Tulpeiland voor de Nederlandse kust? Bron: Rijkswaterstaat Beeldbank
Tulpeiland voor de Nederlandse kust? Bron: Rijkswaterstaat Beeldbank

Het stroomeiland van Tennet
Stroombeheerder Tennet wil graag extra elektriciteitskabels om de windmolenparken van de Noordzeelanden aan elkaar te kunnen verbinden. Centraal in de plannen staat een kunstmatig eiland, Doggerseiland, dat op de Nederlandse oostpunt van de Doggersbank moet worden aangelegd. Hier is de zee ondiep, waardoor dit in verhouding weinig zand kost. Vanaf dit eiland moeten de windmolenparken van het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Duitsland en Denemarken aan elkaar worden geknoopt. Het eiland wordt maar klein, ongeveer een vierkante kilometer. [3]

Bronnen
1. ‘Drijvend eiland is ideaal voor luchthaven’, Volkskrant, 1998
2. Nederlanders positief over aanleg “tulpeiland”, Bouwnieuws, 2008
3. Gigantisch stopcontact op eiland Doggersbank, De Ingenieur, 2016

De drijvende stads Artisanopolis, helaas nog niet gerealiseerd, won de gedeelde eerste plaats bij het Seasteading Institute.

Docu: de drijvende stad van Amsterdam

Hoewel het sociale-huurwoningenbeleid van Amsterdam volkomen verziekt is, zijn er dingen die de stad beter aanpakt. Zoals een drijvende stad, onderdeel van het innovatieve plan om nieuwe woonruimte te creëren in het IJ.

Dit plan trekt nu ook de aandacht in het buitenland, zoals uit deze reportage van drie kwartier van de Amerikaanse (ook in Nederland en België te ontvangen) zender Discovery Channel.

Meer dan tweederde van het aardoppervlak bestaat uit water. In Nederland, en veel andere landen, vormt de zee, en het binnenwater, een logische plek om uitbreiding te zoeken. Helaas geloven veel politici nog steeds dat landjepik de beste oplossing is.

De drijvende stads Artisanopolis, helaas nog niet gerealiseerd, won de gedeelde eerste plaats bij het Seasteading Institute.
De drijvende stads Artisanopolis, helaas nog niet gerealiseerd, won de gedeelde eerste plaats bij het Seasteading Institute.

Video: Japans bedrijf plant onderwaterstad

Wat doe je, als het geld tegen de plinten klotst en je moet iets verzinnen om het te laten rollen? Juist, je ontwerpt een stad onder water. Shimizu Corporation ontwierp een concept voor een onderwaterspiraal, die volgens planning 5000 mensen moet gaan huisvesten.

De onderwaterstad steekt bij mooi weer voor een deel boven de zeespiegel uit. Bij stormweer kan de gehele stad onder water verzinken. Het is een project voor de verdere toekomst: de eerste stad zou, als het aan Shimizu Corporation ligt, rond 2030 opgeleverd kunnen worden. Dit alles tegen het bescheiden prijskaartje van rond de 20 miljard euro, i.e. rond de 4 miljoen euro per inwoner. Vervolgsteden zullen waarschijnlijk goedkoper gebouwd kunnen worden. oceanspiral

Een algenvirus injecteert een groene alg met virus-DNA. Bron: Meints en al., Virology (1984)

Algenvirus tast hersens aan

In een zeer onverwachte ontdekking, blijkt het chlorovirus ATCV-1, dat leeft op een algensoort, te leiden tot 10% minder visuele verwerking dan bij gezonde mensen. Het effect is gerepliceerd in muizen. Is dit het topje van de ijsberg?

Wat zijn algen?
Algen, vrijlevende eencellige planten (hoewel er enkele meercellige soorten bestaan, zoals zeewiersoorten), vormen de onderkant van de voedselketen in de oceanen. Dit fytoplankton wordt weer gegeten door zoöplankton, dat weer wordt gegeten door visselarven en andere kleine dieren. Algen, het moge duidelijk zijn, verschillen biologisch radicaal van de mens: de kleinste gemeenschappelijke taxonomische groep waarin algen en mensen voorkomen zijn de eukaryoten, organismen met een celkern en hiermee een van de drie grote levensdomeinen.

Een algenvirus injecteert een groene alg met virus-DNA. Bron: Meints en al., Virology (1984)
Een algenvirus injecteert een groene alg met virus-DNA. Bron: Meints en al., Virology (1984)

Wat is ontdekt?
In een groep van 92 psychiatrische patiënten werd in 43 van hen het virus aangetroffen in hun keelslijm. Deze groep besmette mensen bleek 10% slechter in staat om visuele problemen op te lossen dan niet-besmette leden van de groep geteste mensen[1]. Vanzelfsprekend kan dit ook door andere dingen komen die mensen die algenvirusdeeltjes binnenkrijgen vermoedelijk gemeen hebben, zoals blootstelling aan toxische stoffen uit een mariene omgeving, denk aan zware metalen of algatoxines van de gastheer-alg Acanthocystis turfacea. Vandaar dat de proef een vervolg kreeg bij muizen. Een groep werd met virusvrije algen gevoerd, een andere groep met besmette algen. Of sprake van besmetting was, werd door middel van DNA-testen vastgesteld bij de proefdieren. En inderdaad: ook hier werd een vermindering van hersencapaciteit aangetoond: doolhofleren nam af met 10% en de dieren besteedden 20% minder tijd aan het verkennen van nieuwe dingen. Hiermee is voldaan aan enkele eisen van het postulaat van Koch. Er is een ondubbelzinnig verband aangetoond tussen de ziekteverwekker en de ziektesymptomen.

Wat is het werkingsmechanisme?
De onderzoekers maten dat van enkele genen de activiteit veranderde. Deze genen hebben te maken met synaptische plasticiteit (aanpassingsvermogen van verbindingen tussen zenuwcellen), leren, het vastleggen van herinneringen en de immuunrespons op de blootstelling aan virussen.[2]

Waarom tast het virus de hersens van zoogdieren aan?
Er zijn verschillende redenen te bedenken waarom het virus deze effecten heeft. Toeval lijkt uit te sluiten. Daarvoor is de ingreep in het zenuwstelsel te effectief en doelgericht. Waarom gedraagt het virus zich zoals het doet, wat leverde de evolutionaire druk op het virus om zich op het zenuwstelsel van een toaal verschillend organisme te richten?

Het virus leeft, zo lijkt het, exclusief op algensoorten. Algen worden bejaagd door zoöplankton, dat weer bejaagd wordt door vissenlarven etc.
Een virus, zoals alle parasieten, gedijt bij een zo groot mogelijke gastheerpopulatie. Ook heeft het virus behoefte aan een  effectieve verspreiding.

Mensen als onbedoelde slachtoffers in virusoorlog tegen vissen?
Het lijkt logisch te veronderstellen dat het virus ‘probeert’ de activiteit van de vijfde trofische laag, dat wil zeggen vissen, die de jagers op zoöplankton bejagen, te verminderen. Immers, hoe slechter deze vissen worden in jagen, hoe meer er op het zoöplankton wordt gejaagd en hoe meer de algen, en dus virussen die op algen leven, de kans krijgen. Ook is het niet onaannemelijk, dat vissen die minder tijd besteden aan jagen, meer migreren, dus virusdeeltjes verder verspreiden.

Vissen zijn biologisch gezien een zeer diverse groep. Alle zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën zijn, biologisch gezien, kwastvinnige vissen. In feite zijn wij nauwer verwant met de kwastvinnige coelacanth, dan de coelacanth is met niet-kwastvinnige vissen. Wij stammen met alle andere zoogdieren (en reptielen, en amfibieën) af van de klauterende kwastvinnige vis Tiktaalik, die aan land kroop. Met andere woorden: een breed-spectrum virus dat het brein van alle vissen manipuleert, zou ook heel goed de breinen van zoogdieren zoals mensen en muizen kunnen manipuleren.

Om deze hypothese te testen, zou het effect van het virus op vissen moeten worden uitgetest. Ook zal moeten worden uitgezocht of de verspreiding van het virus wordt bevorderd door ‘dommere’ vissen.

Bronnen
1. Robert H. Yolken et al., Chlorovirus ATCV-1 is part of the human oropharyngeal virome and is associated with changes in cognitive functions in humans and mice, PNAS (2014)
2.  Algal virus found in humans, slows brain activity, Science Magazine, 2014

Een stad op zee van een voldoende grootte zou vrijwel autarkisch kunnen leven. Bron: Seasteading Institute

Vrijstaat op zee

Steeds meer mensen hebben het helemaal gehad met de bemoeizucht en aperte domheid van politici. Vandaar dat enkele steenrijke libertariërs plannen smeden om te komen tot een drijvende staat, die volkomen onafhankelijk opereert van de grootmachten op het land. Is een staat op zee, een drijvende vrijstaat dus, interessant? Wat zijn de strategische gevolgen? Een geopolitieke analyse.

Een stad op zee van een voldoende grootte zou vrijwel autarkisch kunnen leven. Bron: Seasteading Institute
Een stad op zee van een voldoende grootte zou vrijwel autarkisch kunnen leven. Bron: Seasteading Institute

Waarom een drijvende vrijstaat op zee?
Hoewel continentale machten een steeds groter deel van de zee voor zich opeisen, bijvoorbeeld door de exclusieve economische zone op te rekken tot tweehonderd zeemijl (plm. 360 km), behoren nog steeds grote delen van de zee tot niemand. Terra nullius dus. Een onderzeese nederzetting, gevestigd buiten de exclusieve economische zones van bestaande staten zou zich dus onafhankelijk kunnen verklaren (tot de bestaande staten de wet veranderen). Wel heeft deze nederzetting geen recht op de omringende zeebodem. Hier zou dus letterlijk het recht van de sterkste gelden.

Volgens het internationale zeerecht vaart een schip onder een bepaalde vlag en geldt op het schip het recht van het land onder welks vlag het vaart. Ook is de kapitein de hoogste gezagsdrager op het schip. Maar wat als het schip onder geen enkele vlag vaart, of onder de vlag van een zelfuitgeroepen staat? De jure zou het dan gaan om een nieuwe jurisdictie die haar eigen wetten zou kunnen bepalen.

Verenigde Staten
Op dit moment is de overheersende militaire macht de Verenigde Staten. De reden hiervoor is dat dit land door een goed ontwikkelde economie en gunstige geografische factoren de zeeën beheerst. Alleen in het centrum van de Euraziatische landmassa is de greep van de VS zwak, wat Vladimir Putin de kans geeft om zijn greep op de ex-Sovjetrepublieken in Centraal Azië te verstevigen. Op zee is de VS daarentegen heer en meester en een op te richten vrijstaat kan dus maar beter op goede voet staan met ’s werelds machtigste land. Hierbij helpt dat de oprichters van de vrijstaat doorgaans Amerikanen zijn, afkomstig uit de bovenklasse. Aan de andere kant zal het Pentagon waarschijnlijk niet erg blij zijn met onberekenbare, zwaarbewapende vrijbuiters op een terrein dat de VS als het hare beschouwt.

Waarvan zou de Zeestaat kunnen bestaan? De voordelen
Bedrijven, gevestigd op de Zeestaat hebben als voornaamste voordeel dat niet betaald hoeft te worden voor het enorme leger aan improductieven (ambtenaren, uitkeringstrekkers, gesubsidieerde clubjes) waar staten als Nederland wel veel geld aan besteden. Elke inwoner van de Zeestaat (vermoedelijk vooral jonge, goedopgeleide mannen uit landen als India en China en idem vrouwen uit Iran) zal productief zijn en werken, niet gehinderd door neurotische veiligheidsinspecteurs. Daardoor kunnen de belastingen veel lager zijn dan op het vasteland.

Een tweede voordeel is dat bedrijven op de Vrijstaat zich weinig aan hoeven te trekken van copyright, patentwetgeving, milieuwetgeving, arbeidsrecht, zedenwetgeving en dergelijke. Wil je bedrijf bijvoorbeeld een supermens ontwerpen, een nieuw type kernreactor ontwikkelen zonder gezanik van de IAEA  of experimenteren met genetisch gemanipuleerde hyperintelligente octopussen om de vraag te beantwoorden hoe het is om te communiceren met een intelligente levensvorm die vrijwel niets gemeen heeft met de mens, dan is dit the place to be. Daar staat tegenover dat de meer controversiële activiteiten de woede op zullen wekken van de VS, dus dat in de praktijk de vermende “vrijheid” uiterst beperkt zal zijn. Tenzij de Vrijstaat dingen ontwikkelt die in het Amerikaanse belang zijn, maar waar de Amerikaanse wetgeving belemmeringen opwerpt.

Op zee zijn grondstoffen te winnen uit zeewater, wat veel energie zal vergen, of uit de zeebodem. Zo bevinden zich enorme voorraden mangaanknollen op de zeebodem. Als de stad wordt geïnstalleerd in de subtropen, brengen drijvende zonnepanelen een hoog rendement op. Het zeewater maakt koeling namelijk eenvoudig (en kan de afvalwarmte zelfs benutten om extra energie me op te wekken), wat deze locatie aantrekkelijk maakt.

En de nadelen
Op zee moet letterlijk elke vierkante meter worden gecreëerd uit het niets. Wel zijn de totale kosten per vierkante meter, enkele tientallen euro’s, lager dan de grondprijs in verreweg de meeste stedelijke gebieden.  Natuurlijk stelt bouwen op zee, zoals zeewaardigheid, stormbestendigheid etc. speciale eisen, terwijl heien juist niet nodig is.
Het meest voor de hand ligt het om de Zeestaat in de subtropen neer te leggen, het liefst in een gebied waar het continentale plat zich nog uitstrekt omdat dit toegang tot de zeebodem vergemakkelijkt. De diepere abyssale vlakte is twee tot drie kilometer diep, wat zeer drukresistente diepzeeapparatuur noodzakelijk maakt. Wel zijn er maar een beperkt aantal plaatsen waar dit kan: immers de locatie moet verder dan 200 zeemijl uit de kust liggen en tegelijkertijd tot het continentale plat behoren het liefst in de buur van zwakke of weinig agressieve staten. Het Seasteading Institute denkt daarom in eerste instantie aan de kust van West-Afrika, Brazilië of de Galápagos Eilanden ten westen van Ecuador.

Ook kan het interessant zijn de stad neer te leggen in een gebied waar veel dichtbevolkte stedelijke gebieden zijn. Dat maakt de kust van Californië of de Chinese Zee de meest interessante plaatsen. Die laatste lokatie heeft als nadeel dat de Chinezen niet blij zullen zijn met deze usurpatie van wat zij als hun binnenvijver beschouwen en de Zeestaat dus bescherming zal moeten zoeken van de Amerikaanse marine (wat weer een nieuw spanningsveld op zal leveren met China).

Conclusie
De Zeestaat is alleen levensvatbaar als zij onder de facto bescherming staat van de Amerikaanse marine. Alleen als de Zeestaat zich bezig houdt met “klein kattenkwaad” zoals controversieel onderzoek en dingen doet waar de Amerikanen zelf geen vuile handen mee willen maken, kortom: nuttig is voor de Amerikanen, heeft de Zeestaat toekomst. Als de Zeestaat een pro-Amerikaanse bondgenoot wordt is een locatie in de buurt van de Amerikaanse of West-Europese kust interessant.

Bron
Seasteading Institute

Uranium is machtig mooi speelgoed. Als we er verstandig mee omspringen tenminste.

‘Uranium nu goedkoop uit zeewater te winnen’

‘Peak uranium’ nadert snel en al zullen kernenergiehaters daar niet rouwig om zijn, het tijdstip waarop alle makkelijk winbare uranium op is, is al over enkele tientallen jaren. Toch gloort er nu hoop voor de kernindustrie. Als het tenminste niet al te laat is…

Uranium is machtig mooi speelgoed. Als we er verstandig mee omspringen tenminste.
Uranium is machtig mooi speelgoed. Als we er verstandig mee omspringen tenminste.

Oceaan als uraniummijn
Zeewater bevat ongeveer 3,5 procent zout, maar ook een kleine hoeveelheid zware metalen. Miljarden jaren van erosie spoelden minuscule hoeveelheden  van deze metalen in de zee en terwijl water verdampt, blijven deze zware metalen achter in zee. Elke kubieke kilometer zeewater bevat bijvoorbeeld 11 gram goud. Er zit veel meer uranium in zeewater: diezelfde kubieke kilometer bevat 3,3 kg van het radioactieve metaal. Alle zeewater op aarde bevat samen 4,5 miljard ton, voldoende uranium om de bestaande kerncentrales rond de 6500 jaar van brandstof te voorzien. Daar kan je twee nullen achterzetten als het uranium in kweekreactoren wordt opgestookt.

Effectievere methode
Helaas (of gelukkig) was het tot nu toe nogal lastig om uranium uit zeewater te winnen. Weliswaar bestaan er bepaalde  materialen waaraan uraniumionen zich bij voorkeur hechten, maar deze gebruiken bleek te duur, lees: te energieintensief.
Een groep Amerikanen haalde Japans onderzoek van tien jaar geleden van de archiefplank.

Het Japanse proces bleek te weinig effectief. De Amerikanen hebben de methode verbeterd door het materiaal tot nanodraden te versnipperen. Het materiaal blijkt hierdoor veel effectiever uraniumionen te vangen. De kostprijs halveert hierdoor en ligt nu rond de 660 dollar voor een kilo uranium. Ter vergelijking: dat is nog steeds vijf keer de prijs die uraniumproducenten nu krijgen.

Ontdekking komt waarschijnlijk te laat
De prijs van zonnepanelen is nu snel aan het dalen. Voor particulieren (die immers extra heffingen betalen), woestijnlanden  en eilanden als Hawaii is  zon nu al goedkoper dan netstroom. Het ligt niet echt voor de hand om dure en risicovolle kerncentrales te bouwen, als er nu al een voordelig en milieuvriendelijk alternatief ligt. Hooguit kunnen bestaande kerncentrales nog een paar jaar langer doordraaien. Dan kunnen de elektriciteitsmaatschappijen extra verdienen. Zeg maar het Fukushima idee.

Behalve als handig contragewicht (het is twee keer zo dicht als lood), buurlanden de stuipen op het lijf jagen met kernwapens of materiaal voor pantsers kan je verder niet erg veel met uranium. De radioactiviteit maakt het onhandelbaar voor de meeste toepassingen.

Ruimtevaartuigen
Met één uitzondering. Uranium vormt een ideale brandstof voor ruimtevaartuigen omdat het extreem energiedicht is. Door één kilo uranium te splijten komt evenveel energie vrij als bij de verbranding van miljoenen kilo’s chemische raketbrandstof. Om die reden zou het ook interessant kunnen zijn voor straalvliegtuigen. Een compacte kerncentrale aan boord van een vliegtuig zou een brandstoftank kunnen vervangen en de instromende lucht kunnen verhitten.

En af en toe moet je dan ook een vliegveld voor tientallen jaren ontruimen als er weer eens eentje ploft. Zo creëer je werkgelegenheid voor de bouwindustrie en natuurreservaten midden in stedelijk gebied. Welke stadsbewoner word er nou niet blij van wat vertederende gemuteerde  reuzeninsekten in de tuin?

Bron: 
ORNL technology moves scientists closer to extracting uranium from seawater, Oak Ridge National Lab (2012)

Video: ontziltingsbedrijf als mijn

Zeewater bevat 3,5% zout. We staan er niet vaak bij stil, maar een belangrijk deel van deze zoutplossing bestaat uit waardevolle elementen als magnesium en kalium. Op dit moment veroorzaakt het lozen van de pekel die vrijkomt als zeewater wordt ontzilt, nog veel milieuproblemen. Wat als deze pekel als grondstof wordt gebruikt om waardevolle mineralen uit te winnen? Damien Palin legt zijn concept, dat gebruikt maakt van bacteriën, kort uit in deze TED-video. Kunnen we zo twee problemen, de steeds verwoestender gevolgen van mijnbouw en het steeds grotere tekort aan zoet water, tegelijkertijd oplossen?

Met dank aan Douwe voor de tip.

Zelfs een microscopisch klein stukje plastic blijkt een leefomgeving voor plasticetende Vibrio's te vormen

Bacterie eet plastic in oceaan

Zoals het er nu naar uitziet heeft de natuur nu een organisme voortgebracht dat plastic kan afbreken. Helpt de evolutie de oceanen uit de brand, of dreigt er nieuw gevaar?

Zelfs een microscopisch klein stukje plastic blijkt een leefomgeving voor plasticetende Vibrio's te vormen
Zelfs een microscopisch klein stukje plastic blijkt een leefomgeving voor plasticetende Vibrio's te vormen. Bron: Nature/authors

Microscopische oases
Een op plastic gespecialiseerde soort lijkt de tanden te zetten in het plastic afval waarmee we de oceanen vervuilen[1]. We weten echter niet of ze onze rommel netjes opruimen of dat ze ze in moleculaire vorm terugbrengen in de voedselketen- – wat vervelender gevolgen zou hebben. Er worden werkelijk onvoorstelbare hoeveelheden plastic in rivieren of rechtstreeks in zee gedumpt, wat uiteindelijk terecht komt in stilstaande oceaangebieden als de Sargassozee in de Atlantische Oceaan of het beruchte ‘drijvende plasticeiland’ in de Stille Oceaan. Het meeste plastic verandert uiteindelijk in versnipperde confetti. Onder een elektronenmicroscoop (zie afbeelding) blijkt ieder stukje te veranderen in een “oase, een rif van microbiële activiteit,” omschrijft de ontdekker, marien microbioloog Tracy Mincer van het Woods Hole Oceanographic Institution in Massachusetts dichterlijk.

Bacteriën vreten gaatjes in plastic
Mincer en zijn collega’s onderzochten plastic monsters, waaronder stukken vislijn, een plastic zak en een stukje plastic productieafval uit de Sargassozee. De Sargassozee als geheel bevat rond de 1100 ton plastic. Onderzoek met een elektronenmicroscoop liet gaatjes in het plastic zien, waarbinnen zich bacterieachtige cellen bevonden. Het leek er alles van te hebben alsof de bacteriën het plastic wegaten. “Alsof je gloeiende kolen van een barbecue in de sneeuw gooit”, aldus Mincer[1]. De cellen smelten als het ware het plastic om hen heen weg en begraven zich dieper in het plastic.

Al eerder zijn bacteriën ontdekt die afrekenden met plastic in vuilstortplaatsen, maar dit is het eerste rechtstreekse bewijs dat zeebacteriën in zee plastic afbreken. Bacteriën kunnen verklaren waarom de hoeveelheid plasticafval gelijk blijft[2], ondanks de voortdurende toevoer van plasticafval.

Tienduizendvoudige wraak van de natuur
Toch zijn onderzoekers als Mincer er nog niet gerust op. De bacteriën kunnen namelijk als afvalproduct giftige stoffen in de voedselketen achterlaten. Plastics bevatten gifstoffen als ftalaten (een beruchte weekmaker) en absorberen ook (apolaire) organische gifstoffen uit het water, die daarna weer vrijkomen.  Ook kunnen microscopisch kleine deeltjes in cellen terecht komen en daar hun gif dumpen. Omdat wij mensen vooral grote roofvissen als tonijnen eten, betekent dat dat we een tienduizendvoudig geconcentreerde dosis gif binnen krijgen. Tonijnen eten namelijk kleinere roofvissen (e.g. makreel), die weer op bijvoorbeeld haring jagen. Haringen jagen op hun beurt op de kleinste visjes zoals sardines, die op hun beurt weer leven van zoöplankton, kleine diertjes die van algen (fytoplankton) leven. Bij elke trap wordt het gif, dat in lichaamsvet opgelost wordt, rond de factor tien geconcentreerd. In zekere zin kosmische rechtvaardigheid dus: we krijgen ons gif tienduizendvoudig terug. Kortom: geen prettig vooruitzicht voor ons, of voor zeevogels als pinguïns.

Gespecialiseerde plasticsoort verwant aan cholerabacil
Genetische analyse wijst uit dat de plasticbewonende bacteriën aanmerkelijk verschillen van de bacteriën op het omringende zeewater of drijvend zeewier (wat ook veel voorkomt in de Sargassozee) aldus microbioloog  Linda Amaral-Zettler van het Marine Biological Laboratory in het Amerikaanse Woods Hole. Ongeveer een kwart van alle bacteriën op plastic behoren tot het geslacht Vibrio, waar ook de berichte cholerabacil toe behoort. Ze kan niet vertellen of de soort ziekteverwekkend is. Hoe dan ook, zeestromen verspreiden de bacteriën over alle oceanen, zodat alle plastic zal worden afgebroken.

Natuur opmerkelijk veerkrachtig
In de plastic-leefgemeenschap vonden beide onderzoekers ook organismen met een celkern. Reden voor Amaral-Zetter om te spreken over de plastisfeer, een kunstmatige leefomgeving die onbedoeld door de mens is gecreëerd. Beide onderzoekers willen nu met hun team vaststellen welke afbraakproducten de bacteriën produceren en welke methode ze toepassen bij het afbreken van plastic. De opmerkelijke veelzijdigheid die bacteriën aan de dag leggen bij het koloniseren van nieuwe habitats is hiermee weer eens bewezen. Laat Gaia zich hier van haar vriendelijke klant zien? Want wie weet vindt de natuur ook bij andere materialen een methode om ze snel af te breken. Zo blijkt ook de massief stalen Titanic opmerkelijk snel opgegeten te worden door gespecialiseerde bacteriën. Wellicht zullen alleen keramische materialen als aardewerk veilig zijn voor de nietsontziende microben.

Bronnen
1. Marine microbes digest plastic – Nature magazine (2011)
2. Kara Lavender Law et al., Plastic Accumulation in the North Atlantic Subtropical Gyre, Science (2010)