Aarde verwijdert zich van de zon: waarom?
Naar schatting verwijdert de aarde zich ieder jaar zo’n 15 cm van de zon. Waarom? Een kosmisch raadsel dicht bij. Onderzoekers staan voor een raadsel. Tot nu toe. Tahako Miura heeft mogelijk de oplossing gevonden.
Aarde en zon drijven uit elkaar
Al duizenden jaren proberen astronomen in te schatten hoe ver de zon van de aarde staat. Zo was er bijvoorbeeld de Griekse natuurkundige en astronoom Aristarchos van Samos die in de derde eeuw voor Christus leefde. Hij schatte dat de zon twintig keer verder van de aarde stond dan de maan. In werkelijkheid staat de zon op 150 miljoen km van de aarde, dat is vierhonderd keer verder dan de maan.
Nu beschikken we, anders dan de arme Aristarchos die het met waterklokken, zonnewijzers en meetstokken moest doen, over zeer nauwkeurige meetapparatuur. Met behulp van radarmetingen aan verschillende hemellichamen in het zonnestelsel en het nauwkeurig tracken van interplanetaire ruimtesondes, is de afstand aarde-zon zeer nauwkeurig bekend. Op dit moment (2011) is de waarde vastgesteld op 149 597 870,696 km. Twee Russische onderzoekers, Gregoriy A. Krasinsky en Victor A. Brumberg, berekenden in 2004 dat de zon en aarde ongeveer 15 cm per jaar uit elkaar drijven. Over vijf miljard jaar, als de zon een verschroeiende rode reus wordt, zou de aarde dus ongeveer een half procent verder weg staan. We kunnen de aarde tegen die tijd dus beter een handje helpen.
Oorzaak: tot nu toe onbekend
Dit is honderd keer meer dan de meetfout, dus deze uitkomst berust niet op toeval. Maar wat veroorzaakt dit effect? Verschillende ideeën zijn al overwogen. Sommigen denken dat de zon zoveel massa verliest, door kernfusie en het uitstoten van zonnewind, dat de aantrekking tot de aarde vermindert. Andere meer exotische verklaringen zijn dat de zwaartekrachtsconstante G van grootte vermindert, een gevolg van kosmische uitzetting is of zelfs dat donkere materie de boosdoener is. Geen van deze verklaringen bleek echter bevredigend.
Of toch bekend?
Takaho Miura en drie collega’s van de Hirosaki Universiteit in Japan denken dat ze het antwoord hebben gevonden: getijdeeffecten. Zon en aarde drukken elkaar weg door de getijden die ze bij elkaar opwekken. Dit proces zorgt er overigens ook voor dat de maan zich van de aarde verwijdert met ongeveer 4 cm per jaar. De energie die elke keer vrijkomt bij de getijden wordt geleverd door de rotatie van de aarde (deze wordt steeds langzamer). Miura en zijn groep denken dat de aarde ook een (zeer kleine) getijdegolf in de zon opwekt. Door de interactie met de aarde en de andere planeten (uiteraard vooral de gasreus Jupiter, die meer dan duizend keer zwaarder is dan de aarde) tolt de zon elke eeuw drie milliseconden langzamer. Op dit moment roteert de zon nog ongeveer een keer per maand. Door de impulsoverdracht tussen aarde en zon stoten de twee hemellichamen elkaar langzaam af. Een vergelijkbaar effect zal uiteraard ok op de andere planeten inwerken.