Kan eLife een begin maken van echte open wetenschap?

Eindelijk einde aan monopolie dure wetenschappelijke tijdschriften

Het business model van wetenschappelijke tijdschriften is om jaloers op te worden: wetenschappers sturen gratis hun artikelen, collega’s doen gratis aan peer review en er worden fikse bedragen, vaak wel duizenden euro’s per titel, in rekening gebracht aan abonnees. Wetenschappers ergeren zich er dan ook wild aan. De plannen voor een gratis toegankelijk toptijdschrift, eLife, worden met gejuich begroet. Althans: als het tijdschrift gratis blijft…

Kan eLife een begin maken van echte open wetenschap?
Kan eLife een begin maken van echte open wetenschap?

Nadelen van bestaande tijdschriften: traag….
Op dit moment heeft het peer review proces nog veel weg van de tijd van de postkoets. Een wetenschapper stuurt zijn publicatie op naar het tijdschrift. Dat vraagt een leidende autoriteit om te beslissen of het artikel van voldoende wetenschappelijk niveau is, op- en aanmerkingen te geven en als alle procedures uiteindelijk doorlopen zijn, wordt het gepubliceerd. Hier gaan maanden overeen, een eeuwigheid in vakgebieden waar de ontwikkelingen snel gaan. Er zijn zelfs gevallen bekend dat het jaren duurt. Vandaar ook dat wij bij Visionair graag gebruik maken van de preprintserver ArXiv. Daar komt het wetenschappelijke nieuws altijd heet van de naald binnen en nog beter: gratis toegankelijk. Ook hebben de peer reviewers er nog niet de pit uitgehaald.

En peperduur
Daarmee komen we bij het volgende nadeel. De kosten voor abonnees en lezers zijn exorbitant hoog. Wil je een printje bestellen van een artikel van enkele pagina’s dat je graag wilt lezen? Dan ben je al gauw dertig dollar lichter. Een jaarabonnement op bijvoorbeeld Nature kost je instituut al meer dan 2800 euro. Universiteitsbibliotheken kunnen nauwelijks hun hoofd boven water houden. Universiteiten in arme landen kunnen al helemaal niet deze exorbitante bedragen ophoesten. Geen wonder dus dat veel mensen in de wetenschappelijke wereld nadenken over alternatieven, en uitgevers als Elsevier willen boycotten.

eLife: de oplossing?
Bijna tweehonderd vooraanstaande biologen hebben daarom nu het initiatief genomen zelf een tijdschrift op te zetten. eLife moet, en dat is uniek, gratis toegankelijk worden. Het moet een toptijdschrift worden, dat wil zeggen dat er strenge normen zullen gelden voor welke artikelen het waard zijn te publiceren. Hiervoor hebben ze de steun van drie grote wetenschappelijke instituten: Howard Hughes Medical Institute, de Wellcome Trust en het Max Planck Gesellschaft. In het nieuwe tijdschrift moet veel sneller gepubliceerd kunnen worden dan in bestaande tijdschriften.

Zal dit initiatief gaan lukken?
Niet verrassend, overheersen de zure woorden van de gevestigde bladen aan het adres van de initiatiefnemers. Dit is namelijk een rechtstreekse bedreiging voor hun winstgevende zakelijke model. Als topwetenschappers voortaan hun artikelen naar een open-source tijdschrift sturen, zullen steeds meer bibliotheken hun abonnementen gaan opzeggen. Persoonlijk denk ik dat het initiatief in deze tijd veel kans van slagen heeft. Immers: het gratis werk dat wetenschappers nu voor commerciële uitgevers doen, kunnen ze ook voor een gratis tijdschrift doen. Wel is de onafhankelijkheid mogelijk een issue: in grote instituten heerst een overheersend paradigma. Het probleem dat het lastig is, een artikel dat tegen de wetenschappelijke mainstream in gaat te publiceren, zal helaas wel blijven. Dat heeft alles te maken met het peer review systeem.

Bronnen
eLife (site)
Three major biology funders launch new open access journal, but why exactly?, Nature News Blog (2011)

6 gedachten over “Eindelijk einde aan monopolie dure wetenschappelijke tijdschriften”

  1. Lijkt me een goed initiatief. Ik vind het raar dat in de wetenschap autoriteit nog zo een belangrijke rol heeft. Daarbij is het vreemd dat het nu zo duur is. Onderzoek wordt met gemeenschapsgeld betaald. Zou het dan niet ook beschikbaar moeten zijn voor dezelfde gemeenschap? Laten we hopen dat elife slaagt.  

  2. In meerdere takken van natuurkunde en wiskunde wordt vaak het arXiv gebruikt,
    http://arxiv.org/
    waarop ondertussen meer dan driekwart miljoen artikelen gratis zijn te bezichtigen. In b.v. de hoge energie fysica wordt dit platform al zo’n 20 jaar gebruikt om artikelen neer te zetten. Vaak wordt het eerst op het arXiv gezet, en daarna naar een tijdschrift gestuurd voor peer review. Voor artikelen die ouder zijn dan 20 jaar moet je dan nog steeds online tijdschriften raadplegen, maar alles daarna kun je vrijwel altijd op het arXiv vinden. Zo nu en dan levert de open access ook rommel op, maar het gaat verrassend goed en het verschil tussen de arXiv versies en de gereviewde versies zijn vaak niet al te groot. Persoonlijk gebruik ik, wanneer dat kan, vrijwel altijd het arXiv voor literatuurstudie. Voor mensen die niet op het arXiv kunnen posten is er het viXra opgezet. Dat behelst wat meer de “grenswetenschappen”.
     
    Het nadeel van het arXiv systeem is dat je letterlijk dagelijks gescooped kan worden, wat soms mensen aanzet om artikelen te schrijven met kleine resultaten en het diepere graafwerk voor later te laten om de primeur te hebben. Dat maakt het vakgebied ook veel meer competitief. Het voordeel is dat je dagelijks wordt geupdate van wat er speelt in je vakgebied, en natuurlijk dat je geen abonnementskosten hoeft te betalen. 

  3. @Douwe: waarom is dat zo raar? In wetenschap geldt ook marktwerking. Wat dat betreft verschilt het niet zo veel van het bedrijfsleven. Bepaalde tijdschriften hebben nog steeds een grote impact op de carriere van wetenschappers, en die tijdschriften laten die rol niet zo maar uit hun handen glippen. Die invloed vertaalt zich naar dure abonnementen, en ze zouden gek zijn om dat zomaar te laten vallen. Net zo min als dat bijvoorbeeld farmaceutische bedrijven snel medicijnen goedkoper maken wanneer de ontwikkelingskosten zijn terugverdiend. Dat is het eeuwige probleem van private instellingen met (grote) maatschappelijke belangen.
     
    Sommige mensen hebben een ideaalbeeld van wat “wetenschap zou moeten zijn”, maar veel aspecten die je in het bedrijfsleven tegenkomt komen ook voor in de academische wereld. Om dat te veranderen moet de structuur grondig op de schop en dat zie ik nog niet zo snel gebeuren.

Laat een antwoord achter aan Julie Reactie annuleren