natuurkunde

Deze supercluster toont mooi het effect van zwaartekrachtslenzen. Zonder neutrino's zouden er veel meer superclusters zijn geweest, aldus de berekeningen van twee Britse astronomen. bron: NASA

Massa neutrino’s voor eerste keer gemeten – met telescoop

Voor het eerst is er nu een realistische waarde vastgesteld voor de massa van een neutrino. Niet in een deeltjesdetector maar door astronomische waarnemingen door de Planck radioastronomische satelliet.

Erg populair zijn ze niet onder natuurkundigen – de spookachtige neutrino’s, die alleen door hun zwakke wisselwerking en zwaartekracht zijn te meten. Zelfs lichtjaren dik lood – ter vergelijking: de doorsnede van de aarde is plm 0,1 lichtseconde – kan neutrino’s slechts voor enkele tientallen procenten opvangen. Tot overmaat van ramp kunnen neutrino’s oscilleren tussen drie vormen – elektron-neutrino, muon-neutrino en tauon-neutrino, die zich verschillend gedragen bij zwakke-kernkracht interacties. Een detector die elektronneutrino’s kan detecteren, is dus waardeloos voor het detecteren van neutrino’s in de muon- of tauon-staat. Wel bewijzen deze oscillaties dat neutrino’s massa hebben en komen er steeds meer aanwijzingen dat neutrino’s een veel belangrijker rol in de evolutie van de kosmos spelen dan tot nu toe gedacht.

Het raadsel van de ontbrekende superclusters
Ongeveer 100.000 jaar na de Big Bang was de temperatuur zo sterk gedaald dat materie en antimaterie elkaar vernietigden en de materiedeeltjes die we nu kennen overbleven. Bij deze vernietiging kwam een zee van zeer energierijke, dus kortgolvige, fotonen vrij, die we nu waar kunnen nemen als (door de uitrekking van het heelal langgolvig geworden) radiostraling: de kosmische achtergrondstraling.

Deze supercluster toont mooi het effect van zwaartekrachtslenzen. Zonder neutrino's zouden er veel meer superclusters zijn geweest, aldus de berekeningen van twee Britse astronomen. bron: NASA
Deze supercluster toont mooi het effect van zwaartekrachtslenzen. Zonder neutrino’s zouden er veel meer superclusters zijn geweest, aldus de berekeningen van twee Britse astronomen. bron: NASA

We kennen de sterkte en samenstelling van de kosmische achtergrondstraling precies. Hieruit kunnen we afleiden hoeveel massa het heelal moet hebben: immers: elk foton is ontstaan uit een materie- en antimateriedeeltje die elkaar vernietigden en we kennen vrij precies de mate waarin dat is gebeurd. Nu is er een probleem. Er moet, volgens de bekende hoeveelheid fotonen in de achtergrondstraling, veel meer massa zijn dan uit de aanwezige hoeveelheid galactische superclusters, de grootste structuren in het heelal, blijkt. Die massa moet zich ergens anders in schuilhouden.

Neutrino’s als de daders
Een duidelijke kandidaat zijn uiteraard neutrino’s. We weten nu, sinds 2013, dat ze massa hebben. Zouden neutrino’s, die zoals bekend overal ongehinderd doorheen vliegen, met hun nietige massa de vorming van superclusters gehinderd hebben?

Dr Adam Moss van de faculteit natuurkunde en astronomie van de universiteit van Nottingham en zijn collega Richard Batteye van de universiteit van Manchester, Engeland, denken van wel. Volgens hen ligt de massa van de elektron- muon- en tauon- staat van het neutrino bij elkaar opgeteld rond de 0,320 +/- 0,081  elektronvolt. Ter vergelijking: een elektron, tot nu toe het lichtst bekende deeltje met massa, is 510 999 eV, meer dan 1,5 miljoen maal zoveel dus. Alleen deze massa maakt neutrino’s zwaar genoeg om de clustervorming te verstoren en te verklaren waarom het heelal er zo uitziet als het nu doet.

Steriele neutrino’s
Een tweede optie is dat er ook zogeheten steriele neutrino’s bestaan. Dit is een type neutrino, dat ook niet gevoelig is voor de zwakke kernkracht en dus alleen door onverklaarbaar massaverlies, of zwaartekrachteffecten aangetoond kan worden. In dit laatste geval zijn, aldus de berekeningen van het tweetal, neutrino’s zelfs zwaarder: âˆ‘mν=0.06  eV, effectieve steriele neutrinomassa =(0.450±0.124)  eV and Î”Neff=0.45±0.23.

Bron

Richard A. Battye, Adam Moss, Evidence for Massive Neutrinos from Cosmic Microwave Background and Lensing Observations.”  Phys. Rev. Lett. 112, 051303 (2014)

Massa neutrino’s voor eerste keer gemeten – met telescoop Meer lezen »

Boekrecensie: De Deeltjestheorie

In zijn boek De Deeltjestheorie zet chemisch technoloog Eit Gaastra zijn ideeën omtrent de relatie tussen deeltjes,  ruimte en tijd uiteen. Naar zijn zeggen belandde de gevestigde natuurkunde door toedoen van Einstein en anderen ongeveer honderd jaar geleden op het verkeerde spoor. Het  gevolg, aldus Gaastra: continue dwalingen. Inderdaad zit de natuurkunde anno nu, zo lijkt het, op een dood spoor. De relativiteitstheorie en de kwantummechanica, volgens Gaastra beide fout, verdragen  elkaar niet. Heeft Gaastra gelijk?

Erudiet geschreven, bronvermelding karig
Gaastra gaat niet over een nacht ijs. In zijn boek komen een groot aantal natuurkundige en astronomische verschijnselen aan bod, zoals radioactiviteit, kwantumtunneling, de paradox van Olbers en roodverschuiving. Wat dat betreft is het boek een goede prikkel om natuurkundige kennis te verkennen en uit te diepen. Helaas ontbreken bronvermeldingen naar wetenschappelijke artikelen, zelfs ArXiv preprints en dergelijke, al wordt er wel verwezen naar boekwerken van collega-dwarsdenkers. Dit maakt het natrekken van sommige uitspraken onmogelijk. Vooral bij een speculatief natuurfilosofisch boek als dit is dat een stevig gemis. Gezien het speculatieve karakter van het boek, is het voor de lezer verstandig zaken niet zonder meer te geloven maar elke uitspraak na te trekken. De auteur is hier zelf overigens ook eerlijk over: hij ziet het boek meer als een vertrekpunt voor discussies dan als een absolute waarheid.

‘Oneindig kleine deeltjes’
Volgens Eit Gaastra nemen alle deeltjes een bepaald volume in, en hebben deze groottes variërend van galactische superclusters (die hij ook als deeltjes ziet) tot kleiner zelfs dan volgens het Standaardmodel elementaire deeltjes zoals quarks en leptonen. Deze deeltjes bewegen door een wat wiskundigen euclidische ruimte noemen: een ruimte dus waarin twee parallelle lijnen elkaar nooit raken. De ruimtetijdvervormingen die we waarnemen, worden volgens de theorie van Gaastra veroorzaakt, omdat de deeltjes in materie botsen met de deeltjes in deze ruimte. Alles beweegt volgens Gaastra in een zee van deeltjes, die zich in een oneindige cascade vertakken tot steeds kleinere deeltjes. Veel energetische omzettingen komen volgens Gaastra neer op het uiteenvallen van grote deeltjes in kleinere deeltjes. Dit maakt volgens hem ook de kwantummechanica zoals we die nu kennen, overbodig.18258191-De-deeltjestheorie-Eit-Gaastra

‘Big Bang onzin’
Ook de heersende kosmologische theorie dat materie, ruimte en tijd van het heelal voortkomen uit een oerexplosie van ongeveer 13,5 miljard jaar geleden, de Big Bang, klopt volgens Gaastra niet. Hij stelt dat de bekende verschijnselen die op een big bang wijzen, zoals de roodverschuiving bij van ons weg bewegende sterrenstelsels, veroorzaakt worden door interacties van fotonen, lichtdeeltjes, met deeltjes tijdens de lange reis en niet, zoals de meeste kosmologen en astronomen geloven, door de uitzetting van het heelal waardoor de fotonen uitgerekt worden.

Entropie
Een begrip dat in het boek van Gaastra ontbreekt, is entropie, wat ruwweg overeenkomt met wanorde. De Tweede Hoofdwet van de thermodynamica stelt, dat in een afgesloten systeem, bijvoorbeeld een volmaakt geïsoleerde kist met een gas er in, de wanorde altijd toeneemt tot het maximum (de gaswolk vult de gehele kist). Juist dit begrip, dat Gaastra als chemisch technoloog uitstekend kent, is de nekslag voor zijn deeltjestheorie. Als het heelal geen begin kent, zoals Gaastra stelt, moet het oneindig oud zijn. In een afgesloten systeem in evenwicht verandert de temperatuur  niet. Echter: de systemen van Gaastra zijn nooit afgesloten. Er zijn altijd kleinere deeltjes waarin deeltjes uiteen kunnen vallen. Dit betekent dat bewegingsenergie, zoals die van trillende moleculen in een warm voorwerp, volgens zijn theorie verdeeld zal worden over kleinere deeltjes, die weer in nog kleinere deeltjes uiteenvallen etc. Op een gegeven moment zal alle bewegingsenergie van het afgesloten systeem  in de kleinere deeltjes zitten, ad infinitum. Het heelal zoals we dat nu kennen en ver uit thermodynamisch evenwicht is, zal dan ook niet mogelijk zijn. Ook Gaastra’s stelling dat bij reacties tussen kleinere deeltjes veel meer energie vrijkomt dan bij grote, baat hem niet. Immers, zo ontstaat een cascade van zeer energierijke kernreacties die elkaar eindeloos versterken waardoor uiteindelijk het heelal zou ontploffen.

Geen verklaring voor ruimtetijd
Een ander bezwaar is dat Gaastra’s theorie, overigens net zoals het Standaardmodel, “achtergrondsafhankelijk” is. Het Standaardmodel heeft de algemene relativiteitstheorie nodig om de ruimte en tijd, de ‘achtergrond’, te beschrijven waarin de formules van het Standaardmodel werken en de deeltjes van het Standaardmodel  zich bewegen. Gaastra verwerpt de algemene relativiteitstheorie, en komt in plaats hiervan met een oneindig kluwen deeltjes die dan wel weer over volume beschikken. Hij geeft wel aan dat volgens hem ruimtetijd uit een zee van deeltjes bestaat, maar maakt niet duidelijk hoe deze het volume uit het niets creëren.

Zou een deeltjestheorie kunnen werken?
Het Higgsmechanisme, waarvan nu is aangetoond dat het werkt zoals voorspeld, is in feite een deeltjestheorie. Higgsdeeltjes vormen door hun voortdurende reacties met andere deeltjes een ‘stroop’ die alle deeltjes met massa, zoals quarks en leptonen, door deze kleverigheid massa geeft. De zee van Higgsdeeltjes, het Higgsveld, is een scalair veld, in normale mensentaal: een veld dat op elk punt in de ruimtetijd alleen een getalswaarde heeft (een scalair), niet een richting (vector). Wellicht vormen deze Higgsdeeltjes de fundamentele bouwsteen van ruimtetijd. Dit zou ook de algemene relativiteitstheorie overbodig maken, althans: reduceren tot een beschrijving van het macroscopische gedrag van Higgsdeeltjes. Inderdaad zijn enkele natuurkundigen er in geslaagd een kwantumbeschrijving van een zwart gat te maken. Wellicht zijn de ‘gravitonen’ waar ze het over hebben in dit artikel, in werkelijkheid een bepaalde configuratie van Higgsdeeltjes en geeft de scalair van het Higgsveld dan de lokale zwaartekrachtsdichtheid aan.

Bibliografische gegevens
Eit Gaastra, De deeltjestheorie (245 pagina’s)
Jaar van uitgifte: 2013 (eerste druk)
Verkoopprijs: € 17,95

ISBN: 9789048431403
NUR: 730
Uitgeverij Free Musketeers, Zoetermeer

Te bestellen bij onder meer: 
Free Musketeers webshop of een lokale boekhandel

Boekrecensie: De Deeltjestheorie Meer lezen »

Dit metamateriaal vervangt een zware berekening, zoals het vaststellen van de randen in een foto. Bron: Wikimedia Commons.

Rekenen met glas en licht

Digitale computers zijn alomtegenwoordig, maar dat was niet altijd zo. Analoge computers kennen een aantal sterke punten en versloegen tot ver na de Tweede Wereldoorlog hun digitale evenknieën bij natuurkundige simulaties met stukken. Deze nieuwe analoge computer kan letterlijk rekenen met de snelheid van het licht. Heeft de Turing-model computer zijn langste tijd gehad en zullen we een uitwaaiering van computertechnologie zien?

Het verschil tussen analoge en digitale computers
Digitale computers zijn de computers die we allen kennen uit het dagelijkse leven (en waar dit artikel ook op geschreven wordt). Digitale computers werken op basaal niveau met nul- en één toestanden, in de informatietechnologie aangeduid als bits. Acht bits vormen een byte. Digitale computers zijn gebaseerd op het manipuleren van deze elementaire aan- en uittoestanden met bijvoorbeeld AND, OR of XOR operaties.

De functie links wordt door het metamateriaal omgezet in een afgeleide functie. Bron: publicatie
De functie links wordt door het metamateriaal omgezet in een afgeleide functie. Bron: publicatie

Analoge computers werken fundamenteel anders. In een analoge computer wordt het wiskundige systeem waaraan berekeningen worden uitgevoerd, letterlijk nagebootst. Simpele analoge computers, zoals een rekenliniaal en het mysterieuze antieke Griekse Antikythera mechanisme vormden buiten het menselijk brein voor duizenden jaren de krachtigste computers die we kenden.

Elektrische analoge computers konden veel sneller dan digitale computers differentiaalvergelijkingen oplossen, die zo ongeveer in elke exacte natuurwetenschap het werkpaard vormen om processen te beschrijven. Een functie werd ingevoerd als een in de tijd variërende elektrische spanning, waarbij elke variabele werd ingevoerd met een eigen ingang. Het resultaat was de oplossing van de differentiaalvergelijking, in de vorm van een uitgangsspanning, die met bijvoorbeeld een oscilloscoop op een scherm werd geprojecteerd. Pas in de zestiger jaren verdwenen de elektrische analoge computers uit de onderzoekslaboratoria. De explosieve toename van de rekencapaciteit van digitale computers maakte ze overbodig: digitale computers zijn veel makkelijker te bedienen en te programmeren.

Metamaterials: What They Are and Why They're Important

Rekenen met metamaterialen
Metamaterialen zijn materialen die opgebouwd zijn uit verschillende andere materialen en daardoor anders onmogelijke eigenschappen krijgen. Zo kan je met metamaterialen lenzen met een negatieve brekingsindex bouwen, wat met normale materialen onmogelijk is. Onderzoekers zijn er nu in geslaagd een metamateriaal te ontwikkelen, althans: theoretisch te simuleren, dat een invallende lichtgolf automatisch diffetrentieert, dat wil zeggen omrekent in zijn afgeleide. Een uitgaande lichtgolf dus, die de veranderingssnelheid van de ingaande lichtgolf voorstelt.  Erg handig: dit materiaal rekent vrijwel zonder energieverbruik en letterlijk met de snelheid van het licht, zonder dat (zoals in een digitale computer) de processor roodgloeiend wordt.

Dit metamateriaal vervangt een  zware berekening, zoals het vaststellen van de randen in een foto. Bron: Wikimedia Commons.
Dit metamateriaal vervangt een zware berekening, zoals het vaststellen van de randen in een foto. Bron: Wikimedia Commons.

Blokje materiaal vervangt zware computer
Ook andere differentiaalberekeningen die nu enorm veel rekencapaciteit kosten, zoals het berekenen van de primitieve functie (omgekeerde differentiëring) of een convolutie kunnen zo werkelijk in een fractie van een nanoseconde verricht worden. Omdat dit materiaal ook zeer klein en compact vormgegeven kan worden, betekent dat dat in enkele millimeters materiaal het rekenwerk van een zware pc overgenomen kan worden. Dit betekent weer dat er zeer kleine besturingssystemen voor zeer kleine sensoren, apparaatjes of insectachtige minirobotjes, die reageren op simpele zintuiglijke invoer, gebouwd kunnen worden. Je hoeft dan alleen deze lichtbundels te combineren en wat simpele lichtcellen op de plekken te plaatsen waar ze de stroomvoorziening voor de motoren kunnen regelen.

Bronnen
A. Silva et al., Performing Mathematical Operations with Metamaterials, Science (2014)

Rekenen met glas en licht Meer lezen »

Video: The Universe in a Nutshell

In onderstaande video legt de bekende theoretisch natuurkundige Michio Kaku op persoonlijke wijze het fundamentele belang van de natuurkunde uit. Dit doet hij door te laten zien wat de ontdekkingen binnen natuurkunde voor ons dagelijks leven hebben betekend en een korte geschiedenis te geven van belangrijkste ontwikkelingen binnen dit wetenschappelijk vakgebied. Hierbij geeft Kaku inzicht in de ontdekkingen van de 4 fundamentele natuurkrachten en het belang ervan. Ook behandelt hij zijn specialisatie de snaartheorie en geeft Kaku aan waarom volgens hem het verstandig is om natuurkunde te gaan studeren. In de video doet Kaku ook een interessante (vrij vertaalde) uitspraak: “Om de toekomst te kunnen begrijpen, moet je de natuurkunde kunnen begrijpen. Natuurkunde is de basis van technologie.”

Michio Kaku: The Universe in a Nutshell (Full Presentation) | Big Think

Bron: Artikel ‘The Universe in a Nutshell’, website BigThink.com

Video: The Universe in a Nutshell Meer lezen »

Video: Multiversa

Bestaat er een heelal naast dit heelal? Gedachten over multiversa, parallelle werelden zijn al zo oud als de Kelten. Kort geleden zijn er in de kosmische achtergrondstraling concrete aanwijzingen gevonden voor heelallen die in een ver verleden met ons universum gebotst zijn. Ook de Veel Werelden Interpretatie van de kwantummechanica veronderstelt een oneindig aantal parallelle universa. In deze documentaire een overzicht van de stand van zaken nu.

De ontdekking van een parallel universum waar we naartoe kunnen reizen, nu of in de verre toekomst, zou ons mogelijk in staat stellen om in de verre toekomst te ontsnappen aan de ondergang van dit heelal. Ook kunnen we compleet nieuwe werelden ontdekken met mogelijk heel andere natuurwetten dan de onze. Wellicht kunnen we via parallelle werelden veel sneller een bestemming in dit heelal bereiken. En zo zijn er nog veel meer redenen waarom parallelle werelden de interesse wekken van steeds mer natuurkundigen en kosmologen…

Video: Multiversa Meer lezen »

Pulserende lichtknopen behouden hun vorm terwijl ze zich voortbewegen.

Lichtknopen kunnen bestaan

We voorspelden het al in een van onze eerste artikelen. Wellicht is het mogelijk van licht structuren te bouwen. Nu zijn theoretici er inderdaad in geslaagd om in de theorie van Maxwell lichtknopen te introduceren. Hoe werkt dat, en wat zijn de mogelijkheden?

Wat zijn de vergelijkingen van Maxwell?
Rond 1870 vatte de Schotse natuurkundige James Clerk Maxwell de elektromagnetische kennis die in de 19e eeuw bijeengegaard was samen in vier differentiaalvergelijkingen. Deze beschrijven elektriciteit, magnetisme en de relatie tussen elektriciteit en magnetisme. Althans: de eisen waaraan een geldige beschrijving van een elektromagnetisch systeem moet voldoen. Elk verschijnsel dat aan deze eisen voldoet, kan in de natuur bestaan.

Pulserende lichtknopen behouden hun vorm terwijl ze zich voortbewegen.
Pulserende lichtknopen behouden hun  structuur terwijl ze zich voortbewegen.

Zo voorspelde Maxwell dat er een verschijnsel zou bestaan dat bestond uit elektrische velden, die magneetvelden opwekken, die op hun beurt omgekeerde elektrische velden opwekken enzovoort. Aangezien dit verschijnsel zich voortplantte met exact de lichtsnelheid, vermoedde Maxwell dat het onbekende verschijnsel licht was. Dit klopt, werd later aangetoond. We weten nu dat licht maar één vorm is van elektromagnetische straling.

Er zijn heel veel verschillende oplossingen voor de vergelijkingen van Maxwell, die elk een bestaand, of potentieel bestaand, elektromagnetisch verschijnsel vormen.

Waarom zijn de vergelijkingen van Maxwell zo belangrijk?
Onder natuurkundigen zijn de vier differentiaalvergelijkingen van Maxwell wereldberoemd. Dat is niet voor niets. Met behulp van de kwantumversie van deze vier vergelijkingen, de kwantumelektrodynamica,  kan letterlijk alles worden beschreven dat met elektriciteit en magnetisme te maken heeft. En dat is nogal wat, onder meer alle door ons waarneembare materie en licht (atoomkernen uitgezonderd, en zelfs die voor een deel).
Deze vergelijkingen zijn al anderhalve eeuw oud. Maar naar nu blijkt, hebben deze nog lang niet al hun geheimen prijsgegeven.

Knopen met licht
Met een wiskundig huzarenstukje zijn vijf natuurkundigen erin geslaagd om een knoopstructuur te creëren, die punten verbindt waar de elektromagnetische potentiaal gelijk is. Dat wil zeggen, dat een elektrische lading zonder energie op te nemen of af te geven over deze lijn kan worden verplaatst. Deze knoop structuren bestaan uit torussen (donutachtige ringen) die in elkaar vervlochten zijn. Bijzonder is, dat deze knopen hun vorm en afmetingen behouden als ze door de ruimte reizen. Tot nu toe kenden we maar één dergelijke structuur: het soliton. Met knopen van licht zijn leuke dingen te doen. Zo zou je er antimaterie in gevangen kunnen houden. Als je in staat zou zijn de knopen op dezelfde plaats te houden, zou je op die manier ook elektromagnetische energie in het vacuüm kunnen opslaan. Deze ‘puur-lichtbatterij’ zal de energiedichtheid van elke denkbare batterij, uitgezonderd antimaterie, met stukken slaan. De onderzoekers noemen verder het creëren van soortgelijke knopen in plasma’s of kwantumvloeistoffen.

Hoe kan licht in knopen gelegd worden?
De onderzoekers vermoeden dat deze knopen kunnen worden gemaakt met behulp van geconcentreerde Laguerre–Gaussiaanse bundels. Er wordt veel gewerkt met deze bundels omdat ze, anders dan de meeste types lichtbundels, draaimoment met zich mee voeren (m.a.w. ze kunnen voorwerpen waar ze op schijnen, aan het draaien brengen). Zou dit lukken, dan krijgt het wetenschappelijk onderzoek, en uiteraard niet lang daarna technici, er een zeer krachtig middel bij.

Update: 7-1-2015: bij toeval stuitte ik op dit artikel in Nature. Onderzoekers zijn er daadwerkelijk in geslaagd om “lichtmoleculen” te vormen. Hiervoor stuurden ze licht door een Bose-Einstein condensaat van extreem koude rubidiumatomen. Deze fotonen vormden -met rubidiumatomen als intermediair- een binding, die behouden bleef toen de fotonen het BEC verlieten.

Lees ook
Licht als bouwmateriaal

Bronnen
Hridesh Kedia et al., Tying Knots in Light Fields, Physical Review Letters (2013) gratis versie 1 gratis versie 2

Lichtknopen kunnen bestaan Meer lezen »

Zal perovskiet-gebaseerd materiaal voor zonnecellen de mensheid eindelijk verlossen van de wurggreep van fossiel?

Onderzoekers bereiken grote doorbraak zonne-energie

Zonnepanelen die per watt maar een vijfde kosten van de huidige generatie, maar wel met een bijna even hoog rendement worden spoedig mogelijk. Dat meldt het wetenschappelijke tijdschrift Science, op basis van onderzoek van de vooraanstaande Nanyang Technical University in Singapore. Wordt zonne-energie straks zo goedkoop dat we het niet eens meer hoeven op te slaan?

Vijf maal goedkoper per watt
De volgende generatie zonnecellen, gemaakt van anorganisch/organische hybride perovskiet-gebaseerde materialen, is ongeveer vijfmaal goedkoper dan de huidige dunne film zonnecellen door een eenvoudiger, op een oplossing gebaseerd productieproces. Van perovskiet, een in de natuur hun veelvoorkomend mineraal, was al eerder bekend dat het opmerkelijk geschikt is om zonnecellen van te bouwen: tot 15% van het zonlicht wordt in elektriciteit geconverteerd. Dit ligt dicht in de buurt van de efficiëntie van de meest verkochte commerciële zonnepanelen, rond de 17%.  Onderzoekers wisten tot nu toe niet waarom.

Zal perovskiet-gebaseerd materiaal voor zonnecellen de mensheid eindelijk verlossen van de wurggreep van fossiel?
Zal perovskiet-gebaseerd materiaal voor zonnecellen de mensheid eindelijk verlossen van de wurggreep van fossiel? Bron: Wikimedia Commons

Daarom is perovskiet zo efficiënt
In het nieuwe onderzoek, door acht onderzoekers van de NTU in samenwerking met Michael Grätzel (bekend van zijn op fotosynthese-achtige processen gebaseerde zonnecellen), is nu ontdekt wat perovskiet zo efficiënt maakt. Op dit moment wordt deze nieuwe kennis toegepast door het Energy Research Institute @ NTU die een commercieel prototype van de perovskiet zonnecel ontwikkeld in samenwerking met het Australische bedrijf Dyesol Limited. Bij het onderzoek werd gebruik gemaakt van uiterst nauwkeurige apparatuur, waaronder een femtosecondelaser die het gedrag van elektronen en materie op femtoschaal uiterst nauwkeurig kon vastleggen. De groep ontdekte dat in perovskietmaterialen de elektronen, die los worden geslagen door de fotonen in zonlicht, veel verder kunnen reizen dan in andere materialen. Daardoor kan de perovskietlaag dikker worden, immers de elektronen kunnen verder reizen naar de elektronvangende metalen geleider. omdat de laag dikker kan zijn, wordt meer licht geabsorbeerd en produceert de zonnecel meer elektriciteit. De onderzoekers pasten een simpel productieproces toe, gebaseerd op het indrogen van een oplossing.

Bestaande zonnecellen overtroffen
Nu precies bekend is hoe perovskietmaterialen zich gedragen en wat het werkingsprincipe is, zijn technici in staat om het gedrag van de nieuwe zonnecellen af te strellen en de efficiëntie zo te verbeteren. Een van de leden van het team, Matthews, denkt dat uiteindelijk zelfs de performance van dunne-cel zonnepanelen geëvenaard en overtroffen kan worden met tot 20% efficiëntie. â€œThe excellent properties of these materials, allow us to make light weight, flexible solar cells on plastic using cheap processes without sacrificing the good sunlight conversion efficiency.” in zijn woorden.

Bronnen
1. NTU scientists make breakthrough solar technology, NTU Press Release, 2013
2. Nripal Mathews, Grätzel et al., Long-Range Balanced Electron- and Hole-Transport Lengths in Organic-Inorganic CH3NH3PbI3, Science (2013)

Onderzoekers bereiken grote doorbraak zonne-energie Meer lezen »

Athene’s Theory of Everything

Een internetdocumentaire over natuurkunde, neurobiologie, bewustzijn en de basis van ruimte tijd. Het is interessant hoe deze verschillende velden hier aan elkaar worden gekoppeld. Zelf heb ik niet de capaciteiten en kunde om te kunnen beoordelen of er wat in deze theorien zitten of niet. Wellicht dat wat natuurkundigen zich hier een mening over kunnen vormen en additionele uitleg kunnen geven? De documentaire is in ieder geval populair genoeg met meer dan 2.7 miljoen youtube hits.

Athene's Theory of Everything

Iemand die hier iets van denkt te begrijpen en er lol in heeft zaken verder uit te leggen? :-)

Aanverwante artikelen en informatie:
-) Website Athene`s Theory of Everything
-) Wikipedia – Theory of Everything

Athene’s Theory of Everything Meer lezen »

Video: meter verspringende kristallen

De kristallen in de video hieronder springen afstanden tot duizend maal hun lengte. De energiebron: UV-licht. Hebben we nu eindelijk een geschikte motor voor nanomachientjes gevonden? Een aantal onderzoekers van New York University denkt van wel.

Crystals jump and explode in ultraviolet light

Een van de grootste hinderpalen voor de doorbraak van actieve nanotechnologie is het gecompliceerde vraagstuk van de voortbeweging en aansturing van nanomachines. Ontwerpen die in het dagelijkse leven goed werken, functioneren op nanoschaal vaak niet meer. Onder meer omdat kwantumeffecten roet in het eten gooien en de materiaaleigenschappen op zeer kleine schaal sterk veranderen. Dit geldt onder meer voor elektromotoren, die de krachtbron vormen van de meeste apparaten op menselijke schaal.

Pance Naumov van New York State University, vestiging Abu Dhabi, ontdekte in 2010 dat licht op bepaalde kristallen merkwaardige effecten had. Kristallen van een bepaald groen fluorescerend eiwit bogen onder de invloed van zwakke belichting meer dan negentig graden. Hij besloot er met zijn collega’s in te duiken. Kristallen met Co(NH3)5(NO2)]Cl(NO3), een complex zout bestaande uit kobalt-, ammonium-, nitriet-, chloride- en nitraationen, bleken nog veel feller op licht te reageren.  Het effect lijkt veroorzaakt te worden doordat UV-licht verstoringen in de kristallen aanbrengt, die zich ophopen en op een gegeven moment explosief ontladen. Een sterke stralingsintensiteit laat de kristallen al binnen enkele seconden springen, bij een zwakke UV-belichting duurt dit rond de 20 seconden. Bij sommige kristallen leidt dit zelfs tot het uiteenspatten. De onderzoekers verwachten dat dit mechanisme gebruikt kan worden om zeer kleine machines mee aan te drijven. Met andere woorden: ze kunnen werken als een kunstmatige spier.

Bron
Dynamic Single Crystals: Kinematic Analysis of Photoinduced Crystal Jumping (The Photosalient Effect), Angewandte Chemie (2013)m DOI: 10.1002

Video: meter verspringende kristallen Meer lezen »

Aharonov-Bohm effect

Aharonov-Bohm effect: ‘niet-bestaand’ veld beïnvloedt deeltjes

Hoe kan een veld dat niet bestaat op de plaats waar deeltjes zich bevinden, toch invloed op ze hebben? Onmogelijk, oordeelden collega-natuurkundigen toen Yakir Aharonov en de in het natuurkundige wereldje zeer omstreden David Bohm hun baanbrekende artikel schreven. Nu, vijftig jaar na dato, staat het Aharonov-Bohm effect nog steeds fier overeind en is in 1986 zelfs experimenteel bewezen. Velden zijn dus niet fundamenteel. Potentieel wel.

Velden uit het niets?

Aharonov-Bohm effect
Zelfs als je een allesblokkerende supergeleider om deze spoel zet, blijft de spookachtige invloed bestaan.

Het artikel van Aharonov en Bohm stelde iets dat op het eerste gezicht helemaal niet kan. Soms kan een elektrisch of magnetisch veld een deeltje beïnvloeden, zelfs als de deeltjes nooit direct in aanraking komen met het veld. Volgens de klassieke elektromagnetische theorie is dat onmogelijk. Zonder contact met een veld kan een deeltje niet beïnvloed worden. Geen wonder dus dat hun artikel met veel scepsis werd ontvangen. Echter: er bestaat een compacte formulering van elektromagnetisme, waarin iedere plek in de ruimte een zogeheten elektromagnetische potentiaal heeft. De velden worden makkelijk wiskundig afgeleid van die potentiaal, maar van die potentiaal werd gedacht dat het alleen maar een wiskundig foefje was.  Fout, zo bleek…

Onzichtbaar veld veroorzaakt potentieel
Volgens de kwantummechanica zorgt de elektromagnetische potentiaal dat de fase gaat verschuiven. Een lichtdeeltje (foton), bijvoorbeeld, bestaat uit een elektrische en magnetisch veld die elkaar beurtelings opwekken. Door de elektromagnetische potentiaal trillen beide velden iets eerder of later. Dit is gewoonlijk niet te meten (behalve met een laserinterferometer oid). In 1959 bedachten Aharonov en Bohm echter een gedachtenexperiment, waarbij er wel een verschil meetbaar is.   In hun experiment wordt een bundel elektronen gesplitst. De twee deelbundels reizen beide aan een andere kant van een solenoïde, een elektromagneet in de vorm van een cilindervormige spoel. Het magnetische veld is samengeperst in het binnenste van de solenoïde en kan buiten de magneet zelfs tot vrijwel nul worden teruggebracht, als de cilinder zeer nauw wordt gemaakt. De beide elektronenbundels kunnen dus door een volledig veldvrij gebied reizen.

In dit veldvrije gebied is de elektromagnetische potentieel echter niet nul. Het verschil in potentieel zorgde bij elke elektronenbundel voor een faseverschuiving, maar dan precies de andere kant op. Met andere woorden: bij de ene bundel werden de golven naar voren geduwd, bij de andere naar achteren. Zo ontstond er een faseverschil tussen de golven. En dat is te meten, bijvoorbeeld door deze bundels elk door een andere spleet te sturen en met elkaar te laten interfereren.  De conclusie: de elektromagnetische potentieel is geen rekentrucje, maar bestaat werkelijk. Niet krachten, maar potentiële energie bepaalt alles.

Supergeleider neemt laatste twijfels weg
Er stalk een storm van kritiek op, maar vijf jaar later bleek de wiskundige afleiding alle kritiek te doorstaan. Ook experimenten bevestigden deze theorie, maar werden door criticasters verworpen. Immers, wie weet kon een minuscuul zwak magnetisch veld door de spoel lekken. Hoe dat minuscuul zwakke magnetische veld dan toch dat grote effect kon hebben, konden de critici niet aangeven. Pas na een experiment in 1986 met een supergeleider, die gegarandeerd alle magnetische velden afschermt, waren de critici tevreden gesteld. Bij dit experiment werd de magneet totaal afgeschermd met een supergeleidende mantel. Er is namelijk geen enkel magnetisch veld dat door een supergeleider heen kan dringen. De spookachtige invloed bleek zelfs door een supergeleider heen te kunnen dringen…

Frame dragging
Kort geleden is een vergelijkbaar effect experimenteel aangetoond bij zwaartekracht: frame dragging. Net als een ronddraaiende stroom in de spoel het Aharonov-Bohm effect veroorzaakt, vertraagt of versnelt een snel rondtollend hemellichaam ook de tijd. Dit effect is aangetoond met de satelliet Gravity Probe B.

Bronnen
1. Y. Aharonov and D. Bohm, Significance of Electromagnetic Potentials in the Quantum Theory, Physical Review, 1959
2. N. Osakabe, T. Matsuda, T. Kawasaki, J. Endo, A. Tonomura, S. Yano, and H. Yamada, “Experimental Confirmation of Aharonov-Bohm Effect Using a Toroidal Magnetic Field Confined by a Superconductor,” Phys. Rev. A 34, 815 (1986)

Aharonov-Bohm effect: ‘niet-bestaand’ veld beïnvloedt deeltjes Meer lezen »