Wetenschap

Gelukkig 2022!

Na een jaar dat de meesten van ons het liefst snel achter zich willen laten, komt er nu een nieuw jaar. De geopolitieke spanningen lopen op. Maar toch zijn er ook veel goede dingen gebeurd.

Zullen diersoorten straks naar grote bedrijven genoemd worden? Het zou een oplossing kunnen zijn voor de bezuinigingen op taxonomisch onderzoek.

Nieuwe inkomstenbron voor wetenschappers: reclame?

Stel, er wordt een nieuwe exoplaneet ontdekt door een door PepsiCo gefinancierde ruimtelescoop. Of een door Philips gesponsorde bioloog ontdekte een nieuwe tarantulasoort: Tarantula philipsii. Of een gesponsorde fysicus ontwikkelt een nieuw superzwaar element, cisconium. Is sponsoring van wetenschappelijk onderzoek door megabedrijven dé kans om de steeds kleiner wordende budgetten van overheden te vervangen?

Ideeën belangrijker dan fysieke producten

Fabrikanten als sportschoenenreus Nike geven vele malen meer uit aan marketing dan aan de feitelijke productie van de schoen. Gezien de enorme marketingbudgetten die er door fabrikanten tegenaan worden gegooid om hun producten op de markt te zetten, ligt hier een enorme kans. Zullen zaken als wetenschap en cultuur in de toekomst gefinancierd kunnen worden met marketinggelden? Op zich is het idee niet zo gek. De bedragen die bedrijven uitgeven aan marketing en reclame zijn enorm. Zo geeft Nike per jaar gemiddeld zo’n 2 miljard dollar uit aan marketing in diverse vormen. [1] Bij zaken als frisdranken of andere fast-moving consumer goods is het effect van marketing ook enorm. Er is, anders dan fabrikanten je willen doen geloven, maar weinig verschil tussen dranken als Coca Cola en merkloze cola. Of tussen Spa Rood en water uit de kraan. Deze artikelen moeten het dus van hun image hebben, de perceptie in het brein van de consument.

Wetenschap als brand building en sociale activiteit

Wetenschap is de meest effectieve methode die we kennen om de waarheid te benaderen. Door de grote effectiviteit van wetenschap heeft wetenschap en hebben de wetenschapsbeoefenaars een bijna mythische status verkregen. Om deze reden doen marketeers graag een beroep op ‘wetenschappelijke’ onderbouwing van hun beweringen over het product dat ze verkopen. Toch kan het ook anders. Bekend zijn bijvoorbeeld de door documentairezenders als Discovery Channel of NGC gesponsorde expedities naar bijvoorbeeld het wrak van de Titanic. Hier wordt wetenschap bedreven terwijl het de zenders veel free publicity verschaft. Bedrijven zouden dit ook kunnen doen door bijvoorbeeld onderzoek te sponsoren naar biodiversiteit in tropische regenwouden. Of wellicht door het ontwikkelen van een manier om arme mensen op een goedkope en effectieve manier aan schoon water te helpen.

Zullen diersoorten straks naar grote bedrijven genoemd worden? Het zou een oplossing kunnen zijn voor de bezuinigingen op taxonomisch onderzoek.
Zullen diersoorten straks naar grote bedrijven genoemd worden? Het zou een oplossing kunnen zijn voor de bezuinigingen op taxonomisch onderzoek.

Nieuw ontdekte soorten als reclamemedium

Er kruipen letterlijk nog miljoenen niet-ontdekte insektensoorten rond. Ook arachniden, weekdieren en andere groepen met zeer kleine dieren kennen nog vele duizenden tot miljoenen potentieel te ontdekken soorten. Nu ruimtetelescopen steeds beter worden, worden er ook steeds meer kleine asteroïden ontdekt. Hier zit voor een bedrijf natuurlijk ook een nadeel aan. Stel dat de pasontdekte asteroïde 131313 Centraalbeheer een snoekduik richting aarde neemt, dan zal de marketingafdeling toch echt even Apeldoorn moeten bellen. Ook de trotse naamgever van de sprinkhaan Schistocerca macdonaldsii zal minder blij zijn als het lieve beestje zijn kaken blijkt te zetten in gewassen. Dus wie weet zal sponsoring door bedrijven dan toch beperkt blijven tot TNO-onderzoeken of productontwikkeling…

Bronnen
1. On The Run, forbes.com (2008)

De bolvormige sterhoop Messier 80. De centrale zwarte gaten in deze bolvormige sterhopen hebben een voorspelde massa van rond de 30 zonsmassa's.

Idee voor een nieuw Groot Verhaal

Recentelijk verscheen het boek “Waardenloos”, vert. van “Banking on Ethics”, van de voorzitter van de raad van toezicht van de Autoriteit Financiële Markten George Moller. Hierin toont hij aan dat de bankencrisis een gevolg is van het ‘verdampen’ van het ethisch besef bij de bankiers. “De bankwereld is verworden tot een sector waar je alles mag doen [bijv. het verkopen van misleidende woekerpolissen] zolang er geen regel is die dat verbiedt [zodat je er op gepakt kunt worden].”
Het is veelzeggend dat de noodkreet nu ook opstijgt uit de bankwereld zelf. Maar die begon al op te klinken in de jaren ’80, en de nihilistische mentaliteit in de financiële wereld was in Amerika al een decennium eerder opgekomen.
Waar stoelde de sociale controle op het zich houden aan normen en waarden voor die neergang dan op?
Op ‘christelijke’ waarden. Op het tot dan toe weliswaar al kwijnende maar nog steeds doorwerkende christendom. Ik ga hier drie punten aan de orde stellen.
1. Waarom zijn normen en waarden afhankelijk van een Groot Verhaal (zoals bijvoorbeeld het christendom) ? 2. Waardoor verdampte dat grote Verhaal hier in de westerse wereld? 3. Hoe kunnen we het gat onder onze normen en waarden weer opvullen?

Ad 1. Waarom moeten onze normen en waarden berusten op een Groot Verhaal? Nog al wiedes. Wanneer je je afvraagt of je iets wél dan wel niét zult doen, moet het ‘stemmetje’ in je binnenste wel argumenten hebben voor een antwoord. Het christelijke antwoord was toen: omdat God wil dat je braaf bent en lief voor je medemensen, dus niet egoïstisch. [Voor een humanosofisch beter onderbouwd antwoord moet je het woordje ‘humanosofie’ maar googelen.]
Ad 2. Waardoor is God ‘verdampt’ in de westerse wereld? Dat komt door de vrije markt-economie. Die was al eind 19e eeuw in opkomst, en toen al riep Nietzsche dat God dood was. Maar het christendom raakte pas echt uitgewerkt toen in de zestiger jaren de vrije markt haar grote doorbraak beleefde met het massamedium televisie.
Het heeft te maken met ons zelfbeeld. Dat hadden de kerken tot dan toe voor de grote massa mogen bepalen: het beeld van de tot niets goeds in staat zijnde, van Gods genade afhankelijke zondaar. Vanaf de zestiger jaren echter kregen de mensen dag in dag uit een veel leuker mensbeeld ter identificatie aangeboden: dat van de vrije en blije, a-godsdienstie en a-politieke, vrouw- en kindvriendelijke, hedonistische consument. Dag aan dag, in ieders vrije tijd, in reclames en shows, met levensecht bewegende beelden en omlijst met verleidelijke muziekjes. Een veel leuker mensbeeld om je mee te identificeren. De zondaar verdween door de achterdeur en de kerken begonnen leeg te lopen.
Wat bracht de vrije markt er aan Groot Verhaal voor in de plaats? NIX. De jongeren die in de nieuwe situatie opgroeiden, werden de ‘generatie NIX’. Natuurlijk: de vrije markt is niet ‘iemand’, het is slechts een economische situatie. We zullen het zelf moeten zien te maken, een nieuw Groot Verhaal.
Ad 3. Maar hoe moet dat? het grondeloze gat opvullen dat het verdampte Godgeloof achterlaat en waar onze normen en waarden boven hangen te ‘watertrappelen’, tot boe noch ba in staat? De gewone mensen hebben noch de opleiding noch de tijd om dat zelf te verzinnen. Het is filosofenwerk. Waarom doen de filosofen dat niet?  Waarom roepen ze hooguit dat we blij moeten zijn dat we van dat oude Grote Verhaal verlost zijn (daar hebben ze gelijk in), en dat nu ieder zijn eigen kleine verhaal mag maken? In dat laatste hebben duidelijk ongelijk: de bankiers laten zien waarom. Dat komt omdat onze filosofen geen idee hebben hoe mensen in elkaar zitten van nature. Ze hebben alleen de ideeën van dode filosofen meegekregen in hun opleiding, en die hadden nog geen echte wetenschappen om hun ideeën mee te onderbouwen. Vandaag zijn die er wél, en dus zou de opleiding van de filosofen daar uit moeten putten. Maar de academische filosofie moet zich nog steeds opnieuw uitvinden. Vroeger was dat namelijk het terrein van de kerken, om uit te maken hoe mensen in elkaar zitten, daar hadden de filosofen af te blijven. Wat een toestand!
Omdat een humanosoof wél gebruik maakt van de menswetenschappen en een coherent verhaal heeft over hoe mensen van apen tot mensen geworden zijn, kan die dat verhaal wél vertellen. Maar hoe wordt dat dan het nieuwe Grote Verhaal dat het oude monotheïstische kan uitdagen en het nieuwe IETS kan worden om het NIX te vervangen? Dat kan alleen als het een wereldwijd menswetenschappelijk project wordt, aangezwengeld door een zo hoog mogelijke instantie. Liefst door de Verenigde Naties – maar dat lukt sowieso nooit, om die daar allemaal achter te krijgen. Door Europa dan? Dat is misschien wél haalbaar.

Het verhaal van hoe mensen tot mensen geworden zijn, dus hoe ze van nature in elkaar zitten, begint zo’n vier miljoen jaar geleden en dat krijg je natuurlijk nooit in een ‘visionair’-post geperst. Als je er even voor wilt gaan zitten, zou je bijv. ook het woordje ’taligheidshypothese’  kunnen googelen. Maar dat het hoog tijd is dat de de ‘ideologische leegte’ gaan opvullen, zal iedereen wel duidelijk zijn.

Hamid Karzai ontpopt zich steeds meer als dictator.

Mens van nature hiërarchisch

In theorie is er geen geschiktere wereld om een anarchistische samenleving te creëren dan in een virtuele wereld, bijvoorbeeld een MMORPG-game zoals World of Warcraft. Een drietal onderzoekers kreeg data in handen van een populaire game en analyseerde het sociale gedrag. De conclusies zijn schokkend voor hen die geloven dat anarchisme de natuurlijke staat van de mens is…

Al vorige eeuw hebben antropologen vastgesteld dat de volkeren die ze bestudeerden zonder uitzondering in complexe hiërarchische verbanden leven. Een interessante vraag is vanzelfsprekend, wat de oorzaak is van dit verschijnsel. Hiërarchie spreekt veel mensen aan, maar er zijn ook vrijdenkers die niets moeten hebben van bemoeizuchtige heersers, die doorgaans hun eigen belang gelijkstellen aan het algemeen belang. Volgens veel theoretici is de oorzaak de natuurlijke omgeving waarin mensen leven. Deze zou het vormen van hiërarchie noodzakelijk maken. Vandaar dat het erg boeiend is om te onderzoeken hoe virtuele menselijke samenlevingen zich ontwikkelen. Bijvoorbeeld die in een MMORPG game.

Helaas komen we niet gemakkelijk van de elite af, zo blijkt uit nieuw onderzoek.

Nu is er antwoord op deze vraag, dankzij onderzoek van Benedikt Fuchs en enkele collega’s aan het sociale netwerk van het sinds 2004 actieve, duizenden gebruikers tellende spel Pardus. Pardus is een (overigens vrij aardig) browserspel en speelt zich in een futuristische setting af, waarin spelers onderling kunnen handelen en vechten. Ze bestudeerden de groepen die spelers vormden in dit spel. Hun conclusie is dat ook in een afgeschermde virtuele omgeving, mensen zich organiseren in fractalachtige netwerken.

In Pardus wordt bijgehouden welke handelingen spelers verrichten. Fuchs en zijn groep downloadden drie jaar game data, waaronder welke spelers elkaar “liken”, of juist als vijand verklaren. Fuchs en zijn groep reconstrueerden de sociale netwerken en bepaalden hun complexiteit door middel van een wiskundige uitdrukking van complexiteit (Horton-Strahler orde). Wiskundigen gebruiken deze techniek om te bepalen hoe sterk een boom zich vertakt en kent een “orde” aan ieder knooppunt in de boom toe, afhankelijk van hoeveel “kinderen” er op dat punt afsplitsen. Twijgen hebben geen uitlopers en hebben dus de laagste orde (1). Elk knooppunt in de hiërarchie wordt genummerd aan de hand van het aantal kinderen. Zo kunnen delen in heel andere takken van de boom met elkaar worden vergeleken. Kortom: een handige tool om complexiteit mee te meten, van rivieren tot sociale netwerken.

Het team van Fuchs paste deze techniek toe op Pardus en ontdekte dat er zeven hiërarchische niveaus zijn. Het eerste niveau zijn individuen zelf, het tweede niveau kleine groepen spelers die elkaar als “vrienden” aanduidden en recent hebben gecommuniceerd. Het derde niveau bestaat uit meer vage kennissen, die maar incidenteel communiceren of handelen. De vierde groep bestaat uit allianties, formele groepen spelers die elkaar onderling bijstaan. Groepen allianties vormen niveaus vijf en zes. het zevende niveau bestaat uit alle spelers.

Opmerkelijk genoeg is elke schaal ongeveer drie tot vier keer zo groot als de schaal eronder. De omgeving van Pardus lijkt niet bepaald op die van de samenlevingen die antropologen bestudeerden, maar toch werden vergelijkbare patronen gevonden. Met andere woorden: het moet hier om een fundamenteel menselijk kenmerk gaan, dat zich in elke groep mensen voordoet.

Fuchs en zijn collega’s denken daarom dat de hiërarchische ordening van de menselijke maatschappij diep genesteld zit in de menselijke psychologie. Is anarchie een illusie, en zal er altijd een elite zijn?

Bron
Benedikt Fuchs, Didier Sornette en Stefan Thurner, Fractal multi-level organisation of human groups in a virtual world, ArXiv preprint server (2014)

eerdste drie trappen van Kardashev

Video: de drie typen buitenaardse beschavingen

Fysicus Michio Kaku, die zowel binnen als buiten de natuurkunde bewezen heeft een onconventioneel denker te zijn, geeft een overzicht van de eerste drie categorieën buitenaardse beschavingen zoals voorspeld door de Russische astronoom Kardashev.

Categorieën 4 (een beschaving die de energiebronnen van een heel universum kan benutten) en 5 (ook die van parallelle universa) vallen buiten bereik, en zijn ook minder realistisch. Immers, van een dergelijke alomvattende superbeschaving hadden we ondertussen wel sporen ontdekt, als anomalieën.

Meer achtergrondinformatie over de vijf trappen van Kardashev (dus ook Kardashev-IV en Kardashev-V) is te vinden in ons artikel over dit onderwerp.

Op te laden in enkele seconden en nauwelijks verliezen. Geen wonder dat de interesse in supercondensatoren snel groeit. Bron: Samwha Electronics

Nieuw materiaal belooft vervanging batterij

De doorbraak van alternatieve energiebronnen en elektrisch rijden wordt op dit moment nog gehinderd door een hardnekkige bottleneck: energieopslag. Er is nog geen materiaal dat evenveel nuttige energie op kan slaan als een volle tank benzine. Dat lijkt nu te veranderen met de ontdekking van een supermateriaal door onderzoekers van de Australian National University.

Supercondensatoren als alternatief voor de accu
Er zijn, ruwweg gesproken, drie manieren om elektrische energie op te slaan. De eerste manier is de welbekende oplaadbare batterij of accu. Er vindt een chemische reactie plaats aan twee polen, die een overschot aan elektronen aan een pool versus een tekort aan elektronen aan de andere pool oplevert. Dit zorgt voor een elektrische stroom. Voordeel is dat er relatief veel energie opgeslagen kan worden per kilogram: de reden dat er accu’s in elektrische auto’s zitten. Nadeel is dat het opladen tergend lang duurt en er de nodige verliezen optreden, omdat de geladen ionen zich door de stroperige vloeistof moeten worstelen.

De tweede manier is om de energie in een magneetveld van een enorme elektrische spoel op te slaan. Hiervoor is een gigantische stroomsterkte nodig door een geleider die geen verliezen oplevert, met andere woorden een supergeleider. De resultaten van deze SMES, super conducting electric storage, zijn nog niet denderend, omdat de koeling van een supergeleider tot enkele tientallen kelvin energie vreet, de energiedichtheid maar klein is en supergeleidende materialen duur zijn.  Voordeel is echter dat het vermogen enorm snel, in fracties van seconden, opgenomen en afgegeven kan worden met weinig verliezen.

De derde methode is het opslaan van elektrische lading. Dit gebeurt door twee geleidende platen dicht bij elkaar te brengen en onder spanning te zetten. Er hopen zich nu elektronen op in de negatief geladen plaat en positief geladen ‘gaten’ (ontbrekende elektronen) aan de positief geladen platen. Hoe groter de oppervlakte van de platen, hoe dichter de platen op elkaar staan en hoe hoger de spanning, hoe meer energie ze opslaan. Condensatoren, zoals deze apparaatjes met ingebouwde geladen platen heten, zijn een onmisbaar onderdeel van de meeste elektrische schakelingen. De hierin opgeslagen elektrische energie is miniem, maar met de ontwikkeling van supercondensatoren ontwikkelen ze zich als een serieus alternatief voor batterijen: de beste supercondensatoren presteren op circa 10% van de energiedichtheid van batterijen. Net als SMES laden en ontladen condensatoren snel (fracties van seconden) met weinig verliezen. Wel hebben sommige typen condensatoren moeite hun lading vast te houden, omdat dicht bij elkaar gelegen platen makkelijk kortsluiten.

Op te laden in enkele seconden en nauwelijks verliezen. Geen wonder dat de interesse in supercondensatoren snel groeit. Bron: Samwha Electronics
Op te laden in enkele seconden en nauwelijks verliezen. Geen wonder dat de interesse in supercondensatoren snel groeit. Bron: Samwha Electronics

Hoe werkt de ideale condensator?
Om zo veel mogelijk energie op te slaan moet de condensator aan drie eisen voldoen.
– De platen moeten zo dicht mogelijk bij elkaar liggen; de capaciteit is namelijk omgekeerd evenredig met de afstand tussen de platen. In de praktijk wordt kwantumtunneling en doorslag (kortsluiting) een probleem bij te kleine afstanden. Mede daarom is de minimale afstand tussen platen enkele atoomdiktes.
– De platen moeten een zo groot mogelijke oppervlakte hebben per gram. De gedachten gaan dan als vanzelf naar grafeen, het revolutionaire materiaal van een atoomlaag dikte. Een alternatief bestaat uit “platen” die in feite in elkaar vervlochten boomachtige netwerken zijn.
– De platen moeten lekvrij zijn: er moet geen lekken of kortsluiting plaatsvinden.
– De dielektrische constante moet hoog zijn. Dit betekent dat er voor een gegeven plaatafstand, plaatgrootte en spanning veel lading opgeslagen wordt. De dielectrische constante voor lucht is bijvoorbeeld 1.
– De condensator moet tolerant zijn binnen een groot temperatuurbereik.

Hoe krijgt dit nieuwe materiaal zo een grote capaciteit?
Het ontdekte materiaal, op basis van het overvloedig beschikbare titaniumoxide, werkt op basis van moleculaire defecte dipolen, m.a.w. structuren op atoomschaal. Een dipool is een combinatie van een positieve en negatieve lading tegenover elkaar. Hierdoor krijgt het materiaal een extreem grote dielektrische constante die vier ordes van grootte (10^4, rond de factor tienduizend)  of meer boven normale waarden ligt. Dit betekent dat het materiaal meer dan tienduizend keer zoveel energie kan opslaan als een ‘normale’ condensator. Helaas zijn er uit het artikel of begeleidende documenten geen schattingen bekend van en energiedichtheden, maar als we uit gaan van enkele elektronvolts per atoomgroep lijkt 1-10 MJ per kg een redelijke schatting. Dit ligt in de buurt van de energiedichtheid van de allerbeste batterijen, wat het een interessant materiaal maakt voor energieopslag. Omdat het metaal titanium een van de meest voorkomende atoomelementen op aarde is, (0,63% van alle materie is titanium) zou dit wel eens de doorbraak kunnen zijn waar we allen op wachten.

Vervolg 2021

Het materiaal lijkt een aantal onderzoeksgroepen geïnspireerd te hebben. Op dit moment hoor je wat minder van super capacitors, wat jammer is. Hun potentieel, de auto in een paar seconden opladen, is immers enorm. Waarschijnlijk is de nog steeds lage capaciteit hier de boosdoener.

luca oceaanplaneet aarde

Infographic: de oceanen van ons zonnestelsel

Waar water is, kan leven gedijen en de aanwezigheid van water verbetert de vooruitzichten voor bewoning door mensen drastisch. Neem een duik in ijskoude diepten met deze infographic van NASA. Deze geeft een overzicht van alle oceanen in het zonnestelsel.

Met uitzondering van de aarde en de methaanmeren van Titan (die voor aards leven onbewoonbaar zijn, en in dit overzicht niet meegenomen worden; daarentegen wél de diepe oceaan onder de ijslaag van Titan) zijn alle oceanen afgeschermd van de rest van het heelal door een dikke ijslaag. Een tweede belangrijke voorwaarde voor leven is de aanwezigheid van vrije energie. Op aarde levert de zon die, in Jupitermaan Europa de knedende getijdekrachten van Jupiter, die de kern vloeibaar en actief houden. Dit maakt Europa een interessante plaats om naar leven te zoeken.

Hieronder de infographic. Klik voor een volledige vergroting.

oceanworlds_infographic_nasa

Bron: NASA

Risicocompensatie: waarom vaccinaties mogelijk averechts werken tegen covid-19

Vaccinaties beschermen zo goed tegen covid-19, dat de kans om in een ziekenhuis te belanden bij gevaccineerden 20 maal kleiner is dan bij ongevaccineerden. Misschien moeten we in risicocompensatie de oorzaak zoeken voor het feit dat mensen zich nu steeds minder aan de coronaregels houden.

Risicocompensatie, het zoeken naar een optimaal risiconiveau

Uit diverse wetenschappelijke onderzoeken komt naar voren, dat mensen streven naar een bepaald optimaal risiconiveau. Voelen ze zich veilig, dan nemen ze meer risico’s dan als ze zich onveilig voelen. Zo bleek uit onderzoeken dat na de invoering van een autogordelplicht, mensen die een autogordel dragen, vaker betrokken waren bij ongelukken dan mensen die geen autogordel dragen[1]. De reden is dat mensen die een autogordel dragen, zich veiliger voelen dan mensen die geen autogordel dragen en dus ook meer risico’s nemen. Dit verschijnsel is in de psychologische literatuur bekend als risicocompensatie. Risicocompensatie is in veel verschillende situaties aangetroffen. Zo blijken bestuurders van een auto met een antiblokkeersysteem veel dichter op voorgangers te rijden dan auto’s die niet voorzien zijn van een ABS.

Vaccinaties, veel minder risico voor de gevaccineerden dan voor anderen

Het Pfizer-vaccin Comirnaty beschermt zeer goed tegen ziekenhuisopname na infectie (plm. 95%), maar minder goed tegen verspreiding van het virus (63% minder kans). Bron Pfizer

Bij de meeste vaccinaties stopt de vaccinatie de verspreiding van het virus. De gevaccineerden worden dan een stop in de infectieketen. Zo is iemand die ingeënt is tegen de pokken, mazelen of een aantal andere virusziektes niet meer in staat om het virus te verspreiden. In dat geval dooft het vaccineren van de hele bevolking de virusverspreiding uit.

Er zijn ook enkele virussen waarbij de vaccinatie niet volledig werkt. Een voorbeeld van een dergelijk virus is het SARS-CoV-2 virus, dat covid-19 veroorzaakt. Weliswaar verkleint de vaccinatie de kans dat je het virus verspreid met ongeveer 63%[2], maar de kans dat je niet ziek worden van het virus daalt met veel meer, rond de 95%. Dat betekent dat relatief gesproken het virus 20 keer minder gevaarlijk is voor een gevaccineerde, als voor een ongevaccineerde. Omgekeerd vormen epidemiologisch gezien de gevaccineerden slechts een factor drie maal zo klein gevaar, als ongevaccineerden.

Risicocompensatie zorgt voor riskant gedrag

Dit alles betekent dat gevaccineerde meer risicovol gedrag zal gaan vertonen. Immers de kans op ziekenhuisopname en opname in de intensive care is veel en veel kleiner geworden. En dit zien we ook inderdaad in Nederland. Dusis er sprake van een uitgesproken “coronamoeheid”, waardoor de bevolking basisregels steeds meer aan de laars lapt. Men heeft het gevoel dat vaccinatie het probleem op heeft gelost, waardoor het niet meer nodig is om je aan voorschriften te houden.

Nu is een aantal van deze basisregels natuurlijk onzin. Het belangrijkste voorbeeld van een dergelijke weinig zinnige regel is de oproep om je handen te wassen. Terwijl al halverwege 2020 bekend was dat dit virus zich bijna alleen via de lucht verspreidt. Een ander voorbeeld van een onzinnige regel is het coronapaspoort. Zoals we zagen, verkleint vaccinatie weliswaar de kans op verspreiding van het virus met twee derde. Maar dit wordt meer dan tenietgedaan als vervolgens superspreiding events weer worden gehouden. Dit verklaart ook waarom het aantal positieve testen in de herfst heftig oplaaide. Hierbij maakt de regering zich weinig geloofwaardig en daardoor snapt de bevolking ook niet meer waarom deze zich nog aan de coronaregels moet houden.

De oplossing tegen risicocompensatie: vaccinatie aanbevelen als middel om jezelf te beschermen, corona regels als middel om anderen te beschermen

risicocompensatie
bron: WHO

Op dit moment wordt vaccinatie verkocht als een morele, zuivere beslissing. Inderdaad is het goed om je te laten vaccineren als je extra risico loopt, kortom iedereen boven de 40 en iedereen die overgewicht heeft, een verzwakte weerstand of een immuunstoornis. Deze voorstelling van zaken is onjuist. Weliswaar verkleint je door vaccinatie kans dat je het virus verspreidt met meer dan de helft, maar je bewijst vooral jezelf een dienst, en natuurlijk het ziekenhuispersoneel.

Qua verspreiding van het virus is het belangrijker dat we ons aan de basisregels houden, en dat de beheerders van gebouwen de ventilatie flink hoger zetten, dan wat we krampachtig proberen de laatste niet-gevaccineerden over te halen om zich te laten vaccineren. Daarom is het beter om vaccinatie aan te bevelen als een verstandige keuze, en je aan de corona regels houden als sociale keuze.

Dus moet je je laten vaccineren? Zeker, als je bij een risicogroep hoort. En dat is meer dan de helft van de Nederlandse bevolking. Maar stop met niet gevaccineerden schuldgevoel aan te laten praten als levende biologische bommen. Wat dat betreft is het veel erger om geen mondkapje te dragen, en zeker veel erger om binnen een feestje te houden zonder ventilatie.

Bronvermelding

  1. Janssen, W (1994). “Seat-belt wearing and driving behavior: An instrumented-vehicle study”. Accident Analysis and Prevention. 26 (2): 249–61. doi:10.1016/0001-4575(94)90095-7
  2. de Gier, Brechje, et al. “Vaccine effectiveness against SARS-CoV-2 transmission to household contacts during dominance of Delta variant (B. 1.617. 2), the Netherlands, August to September 2021.” Eurosurveillance 26.44 (2021): 2100977.
Spilhaus-projectie

Spilhaus-projectie: de wereld volgens vissen

Er zijn veel manieren om tegen de aarde aan te kijken. De meeste zijn vooral handig voor landbewoners. Toch bestaat er projectie die vooral geschikt is voor vissen: de Spilhaus-projectie.

De aarde is een bol, maar we willen het aardoppervlak op een vel papier weergeven. Dat gaat natuurlijk niet zonder dat we de kaart ernstig verstoren. Er zijn verschillende projecties, die elk voor- en nadelen hebben. De meest bekende projectie is de mercatorprojectie. Deze is erop gericht om landen en continenten natuurgetrouw weer te geven, qua vorm. Dus een eiland als Groenland ziet er ook echt uit zoals de vorm in het echt is. Dat gaat alleen ten koste van de natuurgetrouwheid van het oppervlak. Groenland lijkt een enorm eiland, zo groot als continent als Afrika. In werkelijkheid is Groenland vier keer zo klein als Australië, dat als een klein eilandje op de Mercatorprojectie opduikt.

Andere projecties hebben weer andere nadelen, zo is de Gall-Petersprojectie weliswaar oppervlaktegetrouw, maar de vorm van landen aan de evenaar is sterk vervormd. Dat is de reden dat de Gall-Petersprojectie, die erg populair was bij derde-wereldactivisten, niet erg geliefd is in landen aan de evenaar.

Ook de sinaasappelschilprojectie vervormt de aarde sterk. Hiernaast een variant, de Goode homolosine projectie. Hierbij zijn de continenten aan elkaar geplakt en de zee opengeknipt, waardoor de oppervlakte, zowel als de vorm van de continenten natuurgetrouw zijn. Nadeel van de sinaasappelschil is dat continenten voorkomen door elkaar liggen. Deze drie projecties zijn afkomstig van Wikipedia-gebruiker Daniel R. Strebe (CC BY-SA 3.0).

Maar wat, als we niet zouden denken als een land wonen, maar als een vis? Wat zou dan de meest logische projectie zijn?

Spilhaus-projectie: Antarctica in het midden

Dan komen we op de Spilhaus projectie. Dr. Athelstan Spilhaus ontwikkelde deze provocatieve projectie vanuit het standpunt van vissen. Voor vissen is het enige begaanbare deel van de aarde de oceaan. Deze projectie zijn alle oceanen als een geheel aangeduid en is het land verknipt.

Het perspectief is opmerkelijk. Zo ligt Antarctica, voor ons het einde van de wereld, in het midden van de kaart. Het wordt ook meteen duidelijk hoe sterk de Noordelijke IJszee in feite een binnenzee is. En hoe ongelooflijk groot de Pacifische oceaan is. Kortom: een heel andere aarde, die duidelijk laat zien hoe belangrijk de oceaan eigenlijk is.

Als intelligente zeebewoners zoals een geëvolueerde soort octopussen een landkaart zouden ontwikkelen, zou deze wel eens erg veel weg kunnen hebben van de Spilhaus-projectie.

Artist rendering van de Spilhaus projectie
Met een Dysonzwerm kan je een groot deel van de totale energie van een zon aftappen.

Holle aarde rond een witte dwerg mogelijk?

Een witte dwerg geeft heel fel licht, maar is maar heel klein, ongeveer zo groot als een aardachtige planeet, maar dan met de massa van een ster. Die kleine afmetingen maken een witte dwerg interessant voor een megalomaan project: een holle reuzenaarde bouwen. Zou dit kunnen?

Dysonschil

Met een Dysonzwerm kan je een groot deel van de totale energie van een zon aftappen.
Met een Dysonzwerm kan je een groot deel van de totale energie van een zon aftappen.

Een spectaculair idee om ons gebrek aan woonruimte in één klap op te lossen is het aanleggen van een zogeheten Dysonschil, een concept bedacht door de Britse fysicus Freeman Dyson. In het kort komt het er op neer om in plaats van het planetenstelsel dat we nu kennen, een holle bolvormige schil rond de zon aan te leggen. De bewoonbare oppervlakte zou hiermee extreem groot worden. Als de schil zich ter hoogte van de aarde zou bevinden, zou de bewoonbare oppervlakte meer dan 1,1 miljard maal die van de aarde zijn. Veel onderzoekers denken dat dit een logische stap is voor een Kardashev-II beschaving.

Zoals zich laat vermoeden is hier ook extreem veel materiaal voor nodig dat bovendien extreem sterk moet zijn om de enorme krachten op te vangen. Om even een idee te geven: als de hele aarde gebruikt zou worden om de Dysonschil mee aan te leggen, zou dit een laagje van ongeveer een millimeter dik opleveren. Reken daarbij nog het materiaal dat nodig is om een leefbare ecosfeer te scheppen. Dit is dus wat minder praktisch.

Maar wat als de Dysonschil veel kleiner zou zijn? Bij de zon is dat onhaalbaar: de zon zelf is al 1,4 miljoen kilometer in diameter. Echter: er zijn veel kleinere sterren die uitstekend geschikt zijn: witte dwergen.

Bewoonbare zone rond een witte dwerg

Kleine sterren van ongeveer een zonsmassa of minder storten op het eind van hun leven niet ineen tot een neutronenster of zwart gat, maar veranderen in een witte dwerg. Een witte dwerg bevat het grootste deel van de massa van de ster, maar dan samengeperst in een volume ter grootte van de aarde. Afhankelijk van hoe zwaar de voorgangerster van de witte dwerg was, bestaat de kern uit opeengepakt helium, een mengsel van koolstof en zuurstof of (zeer zeldzaam) een kern bestaande uit neon, zuurstof en magnesium. Dit laatste vereist dat de ster op tijd het grootste deel van zijn massa afstoot, zodat zich geen neutronenster vormt en is dus vrij zeldzaam.

De lichtste vorm heeft zich nog niet kunnen vormen – een rode dwerg blijft voor zeker honderd tot duizend miljard jaar in de hoofdreeks (hoewel er witte heliumdwergen bekend zijn waarvan een zware begeleider de buitenste gaslagen heeft gestript) . Dat is tientallen malen de ouderdom van het heelal. Vrijwel alle witte dwergen behoren dan ook tot de nuttigste categorie: witte dwergen met een koolstof-zuurstofkern.

Starlifting, het oogsten van een planetaire nevel en een echte ozonlaag

Witte dwergen van deze grootte hebben een bewoonbare zone op ongeveer een miljoen kilometer afstand. Dit maakt de benodigde hoeveelheid materiaal veel kleiner, omdat de oppervlakte ‘slechts’ zevenduizend maar die van de aarde is. Geen punt, want om deze sterren bevindt zich een enorme planetaire nevel, tientallen procenten van de totale massa van de ster, die je zou kunnen oogsten. Vooral de koolstof hierin is uiteraard interessant, want hier kan je extreem sterke materialen als koolstofnanovezels van construeren en ook waterstof en stikstof, wellicht zelfs een spoor silicium en metalen vandaan halen. Een grotere bron van koolstof en ook zuurstof is de witte dwerg zelf. Je zou door middel van starlifters in een baan om de dwerg de ijle zuurstof-koolstofdampen rond de ster kunnen afzuigen. De zuurstofrijke atmosfeer binnen de Dysonschil vormt een ozonlaag die het leven op de oppervlakte van de Dysonschil beschermt tegen de sterke UV-straling van de dwerg. Het is even doorpakken, maar dan heb je ook je super-holle aarde. Wel moet je bij het ontwerp rekening houden met de koeling.

Stabiele omloopbaan

De krachten die op deze Dysonschil komen te staan zijn, vergis je niet, echt immens groot. Een massieve schil,  waar Dyson aan dacht, is dus met de huidige technologie en met de vormen van materie die we nu kennen, niet mogelijk. Wel zou je kunnen denken aan een actieve schil, bestaande uit zwevende delen en een gasdicht membraan dat het gas opgesloten houdt of wellicht aan elektromagnetische opsluiting. De schil zal vermoedelijk ook de vorm van een torus of afgeplatte schijf kunnen krijgen. Door de schijf loodrecht op de rotatierichting te laten wentelen, zou je in principe het systeem stabiel moeten kunnen houden. Het hele systeem zou onzichtbaar zijn, maar warmtestraling van ongeveer een graad of twintig à dertig uitstralen. Er is dus een goede reden om objecten met ongeveer deze temperatuur, bruine dwergen, dit ding hier bijvoorbeeld, heel goed in de gaten te houden. Want wie weet zijn buitenaardse wezens ons al voor geweest…