Woorden

De vier mooiste woorden

Dit stuk is eerder hier verschenen.

Haast universeel lijkt het. Het zijn de vier woorden ‘ik hou van jou’. Maar zijn dit wel de vier mooiste woorden?, vraagt hij zich af. Dekt het de lading? Mensen zeggen dagelijks ‘ik hou van jou’ tegen elkaar, maar slaan elkaar niet veel later tijdens een ruzie haast de hersenen in met de koekenpan.

liefde
Bron afbeelding: dreamstime.com

Zaterdagavond 29 december keek ik naar de vierde show van Ronald Goedemondt, ‘Binnen de Lijntjes’, die werd uitgezonden op Nederland 3. Ik kende deze cabaretier nog niet en had geen flauw idee of ik zijn show goed of grappig zou gaan vinden. Goedemondt bewees zich buitengewoon hilarisch én raakte me met een sketch over wat hij noemde ‘de vier mooiste woorden’.

Goedemondt begon te vertellen over het moment waarop hij werd aangereden en even niet goed wist wat er gebeurde en of hij het zou redden of niet. Wat wil je dat iemand op zo’n moment tegen je zegt? Hij merkte op dat de meeste mensen vrij duidelijk weten wat ze de vier mooiste woorden vinden. Haast universeel lijkt het. Het zijn de vier woorden ‘ik hou van jou’. Maar zijn dit wel de vier mooiste woorden?, vraagt hij zich af. Dekt het de lading? Mensen zeggen dagelijks ‘ik hou van jou’ tegen elkaar, maar slaan elkaar niet veel later tijdens een ruzie haast de hersenen in met de koekenpan.

Zijn de woorden ‘ik hou van jou’ niet hol? Leeg? Goedemondt kwam met een alternatief. Met vier andere woorden. Vier woorden die hij zelf de vier mooiste vindt. De vier woorden die hij het liefst hoort als hij bang is, verdrietig, ziek. Deze vier woorden luiden ‘ik blijf bij je’. Meteen merk ik dat hij een punt heeft, misschien zelfs gelijk, want het raakt me diep. De woorden ‘ik blijf bij je’. Alles valt voor mij op dat moment op zijn plek. Het klopt. Het klopt helemaal. Aan ‘ik hou van jou’ zijn we, misschien verwend genoeg, gewend geraakt. Ik zeg het zo vaak tegen de mensen van wie ik hou, dat ik soms wanhopig wordt. Dat ik het steeds maar wil zeggen, haast wil schreeuwen, omdat ik écht zoveel van ze houd, maar het zo vaak zeg, dat het misschien zijn waarde verliest.

Ik ben zelf vaak bang. Bang de mensen om me heen, die me zo dierbaar zijn, te verliezen. De woorden ‘ik blijf bij je’ dekken zoveel meer de lading, geven zoveel meer vertrouwen en zekerheid van de woorden ‘ik hou van je’. Begrijp me niet verkeerd, ‘ik hou van jou’ vervult me ook nog steeds van warmte en liefde, maar ‘ik blijf bij je’ voelt even zoveel fundamenteler. Dat is nu zoveel belangrijker. Te benoemen dat je bij iemand bent, blijft en altijd zult zijn om hem of haar te steunen en lief te hebben.

Je hoeft niet bang te zijn, ik ben zo graag bij je en ik hou zoveel van je, dat ik bij je zal blijven. ‘Ik blijf bij je’.

Misvatting: Eskimo’s kennen 50 woorden voor ‘sneeuw’

Enige tijd geleden was ik op een borrel, alwaar een aantal man ‘taal’ tot gespreksonderwerp had gebombardeerd. Stilletjes volgde ik dit gesprek, tot op een zeker moment het welbekende Eskimo-voorbeeld werd aangehaald; dit inheemse volk zou volgens het voorbeeld wel 50 verschillende woorden voor typen sneeuw hebben. Overigens is dit zogenaamde feit afhankelijk van de bron: sommige bronnen stellen zelfs dat het om meer dan 200 woorden zou gaan. Dit Eskimo-misverstand heb ik toen geprobeerd uit de wereld te helpen. Omdat dat mij op dat moment niet van een leien tafel ging en omdat ik dit misverstand vaker tegen kom, wil ik het via deze weg proberen recht te zetten. Dit zal ik doen aan de hand van voorbeelden uit hoofdstuk 7 van het boek ‘Language Matters’ van L. Bauer, J. Holmes en P. Warren (pp. 72-81).

Wat is een woord?

Als mensen woorden tellen, gaan zij vaak uit van een woord als zijnde een combinatie van letters tussen twee spaties. Maar als ik de woorden ‘raam’, ‘muur’, ‘raammuur’ en ‘muurraam’ ken, ken ik dan twee of vier woorden? In feite zijn de laatste twee gewoon samenstellingen van de eerste twee. Een soortgelijke vraag kan je stellen bij werkwoorden: als ik het woord ‘lopen’ ken, en daarmee alle vervoegingen, ken ik dan één woorden of..? In het Engels zou het bij het werkwoord ‘lopen’ gaan om slechts 4 vervoegingen, maar in het Frans al om 33, en in het Fins zelfs om 850 vervoegingen (voor sommige woorden zelfs tot 2000+ vervoegingen)! Tellen we deze apart, of allemaal als één?

Hoe zit het dan bij de Eskimo’s?

Eskimotalen (of is het Eskimo talen?) kennen dergelijke vervoegingen niet, maar doen wel aan ‘woord-inlijving’. Dit houdt in dat een werkwoord en een zelfstandig naamwoord in elkaar opgenomen kunnen worden tot een nieuw woord, zoals ‘menskijken’, ‘luchtkijken’ en dus ‘sneeuwkijken’ of ‘sneeuweten’. Behalve dit combineren zijn de Eskimotalen ook polisynthetisch. Grofweg houdt dit in dat er met één woord hele zinnen uitgedrukt kunnen worden. Een voorbeeld is: ‘tusanngitsuusaartuaannarsinnaanngivipputit’, wat zoiets betekent als: ‘je kan gewoon niet beweren dat je niet de hele tijd hoort’. Voor wat betreft woorden die verder niet zijn samengesteld, kunnen we in de Inuit-talen basaal onderscheid maken tussen twee vertalingen van ‘sneeuw’, namelijk: ‘qanik’ (sneeuwvlokje) en ‘aput’ (sneeuw op de grond). En dit onderscheid maakt het Eskimo-voorbeeld een stuk minder spectaculair.

Een allicht correcter voorbeeld is dat in het Bemba, een taal die vooral wordt gesproken in Zambia, er geen woord voor ‘sneeuw’ bestaat. En als we dan toch willen geloven dat er vooral veel verschillende woorden zijn voor dingen die een volk bezig houdt, probeer dan zelf eens te kijken hoeveel verschillende expressies je kan verzinnen voor woorden als ‘urineren’, ‘seks’ of ‘dronken zijn’…