Met name in de beta-wetenschappen heerst het idee van reductionisme. Dit houdt in dat de ene theorie door de andere theorie gereduceerd kan worden; de nieuwe theorie verklaard alles wat de oude theorie ook verklaarde en nog meer. Binnen de filosofie zet men vraagtekens bij het idee van reductionisme, omdat met name uit de alfa- en gammahoek hier felle kritiek op is. Veel gehoorde problemen in dit debat zijn de meervoudige realisaties, epifenomenen en het reduceren van de vrije wil en de geest tot substantiële eigenschappen.
Persoonlijk heb ik het meeste oor naar het emergentialisme. Emergentie is het ontstaan van nieuwe eigenschappen die niet direct te herleiden zijn tot de onderdelen an sich. Zo bestaat een tafel bijvoorbeeld uit een aantal stukken hout, die pas de functie van een tafel krijgen op het moment dat ze op een bepaalde manier aan elkaar verbonden zijn. Het antwoord op bovengenoemde ‘problemen’ van het reductionisme zouden gevonden kunnen worden in het emergentialisme.
Deze opvatting wordt alleen maar sterker bij het zien van het volgende filmpje. Enkele honderduizenden mieren zijn stuk voor stuk kleine vrijwel nutteloze beestjes. Maar door een enorme ingenieuze samenwerking, ontwikkeld een kolonie zich tot een complex systeem welke bepaalde vormen van intelligentie lijkt te omvatten. Een vorm van chemische communicatie (via geuren) vormt de basis van succesvolle coöperatie. Zie in onderstaande documentaire emergentie op haar best!
De mierenkolonie als complex systeem heeft ook wel wat weg van een gesloten/geïsoleerd systeem omdat ze ons bijvoorbeeld niet opmerken als wij ze bestuderen.
Ik heb laatst ergens gezien dat een bepaald percentage mieren ook zoveel loopt te nietsen. Deze mieren lopen wel mee in kolonne’s maar dragen niets, graven niet maar eten wel uit de voedsel voorraad. Dit zal ook wel bij complexe sociale structuren horen.