donkere energie

Lawrence Krauss toonde aan dat onzichtbare deeltjes via het Higgsmechanisme in principe donkere energie kunnen opwekken. Bron: Arizona State University

‘Higgs-boson verklaart donkere energie’

Het Higgsboson is het laatste deeltje dat door het Standaardmodel werd voorspeld en is ontdekt – althans, zo lijkt het. Nieuw werk van natuurkundige Laurence Krauss wijst erop dat het Higgsboson kan verklaren waarom het heelal steeds sneller uitzet – de mysterieuze ‘donkere energie’.

Wat is het Higgsdeeltje?
Het Higgsdeeltje is een deeltje met spin nul (wat betekent dat het bijbehorende Higgsveld alleen een sterkte, maar geen richting heeft). Het Higgsdeeltje kent een wisselwerking met bepaalde elementaire deeltjes in het Standaardmodel (om precies te zijn: quarks, leptonen, neutrino’s en de W- en Z-deeltjes). Deze wisselwerking, het Higgsmechanisme, is volgens de theorie achter het Higgsdeeltje de reden dat we bij deze deeltjes massa waarnemen.  Persoonlijk vind ik het Higgsdeeltje een onding, maar nu overtuigend is aangetoond dat het deeltje bestaat, moet ik het hoofd buigen voor de minst onbetrouwbare bron van waarheid, experimenteel onderzoek.

Wat is donkere energie?
In de tijd dat Einstein zijn algemene relativiteitstheorie opstelde geloofden astronomen nog massaal in het steady state heelal. In zijn beroemde zwaartekrachtsvergelijking, [latex]R_{\mu \nu} – {1 \over 2}g_{\mu \nu}\,R + g_{\mu \nu} \Lambda = {8 \pi G \over c^4} T_{\mu \nu}[/latex], introduceerde Einstein een zogeheten kosmologische constante, in de formule hierboven weergegeven door de Griekse hoofdletter lambda (Λ). Zijn theorie voorspelde dat het heelal zonder deze constante Λ, in zijn oorspronkelijke versie negatief van waarde, uit zou zetten. Later werd door o.m. de astronoom Hubble ontdekt dat het heelal uitzet, wat de kosmologische constante overbodig maakte (m.a.w. Λ=0). Einstein noemde de introductie van deze constante later “de grootste blunder van zijn leven”. Deze opmerking bleek vier decennia na Einsteins dood voorbarig. Het heelal zet namelijk niet alleen uit, ontdekten astronomen in 1998, het zet steeds sneller uit! Er bestaat dus wel degelijk een Î›, maar dan met een positieve waarde. Het verschijnsel dat we aanduiden met donkere energie is verantwoordelijk voor Î›. Erg groot is de donkere energie niet, naar dagelijkse maatstaven: 10−29 g/cm3. De donkere energie in het volume van de aarde is bijvoorbeeld tien milligram, het energie-equivalent van tien suikerkorreltjes dus. Omdat het volume van het heelal enorm groot is, is de energieinhoud van de donkere energie toch vele malen groter dan die van alle ‘massa in het heelal.

Lawrence Krauss toonde aan dat onzichtbare deeltjes via het Higgsmechanisme in principe  donkere energie kunnen opwekken. Bron: Arizona State University
Lawrence Krauss toonde aan dat onzichtbare deeltjes via het Higgsmechanisme in principe donkere energie kunnen opwekken. Bron: Arizona State University

‘De slechtste voorspelling uit de geschiedenis van de natuurkunde’
Er worden al een klein eeuw verwoede pogingen gedaan om dit resultaat in overeensteming te brengen met de andere grote theorie uit de natuurkunde, de kwantummechanica. Kwantumveldtheorieën voorspellen dat het vacuüm inderdaad een nulpuntsenergie heeft, maar deze waarde is 10120 maal groter dan de werkelijk gemeten waarde van de kosmologische constante. Zou dit kloppen, dan zou een kubieke centimeter vacuüm meer massa hebben dan vele malen het zichtbare heelal. Kortom: hier klopt iets echt niet.

Higgsdeeltje als reddende engel
In zijn nieuwe artikel denkt Krauss – ook een Higgs-scepticus tot het bittere einde – een oplossing gevonden te hebben voor dit nijpende dilemma. Zoals eerder opgemerkt, geeft het Higgsveld een kleine massa aan bepaalde deeltjes. Krauss en collega Dent stellen nu voor dat er nauwelijks-waarneembare deeltjes bestaan, die op zwakke wijze wisselwerken met het Higgsveld. Door deze zwakke wisselwerking ontstaat de zeer zwakke positieve energie van het vacuüm, die het heelal uit elkaar drijft. Omdat de wisselwerking met ons waarneembare universum extreem zwak is, liggen hun effecten ver onder onze detectiedrempel. Uiteraard is dit het verplaatsen van het probleem – er worden nieuwe, door Krauss niet nader gespecificeerde, deeltjes gepostuleerd – maar dergelijke deeltjes komen wél voor in gangbare kwantumveldtheorieën die de inflatiefase van het vroege heelal beschrijven. Kortom: natuurkundigen kunnen nu op zoek naar deeltjeskandidaten die verantwoordelijk zijn voor de ‘onzichtbare wereld’ die ons heelal steeds verder en sneller uit elkaar rukt

Bronnen
On the trail of dark energy: physicists propose Higgs boson ‘portal’, Arizona State University News (2013)
Krauss, Lawrence M., Dent, James B., Higgs Seesaw Mechanism as a Source for Dark Energy, Physical Review Letters (2013), gratis ArXiv versie

ULIRG's zijn melkwegstelsels waarin veel stervorming plaatsvindt. Nu zijn ze veel zeldzamer dan miljarden jaren geleden. Donkere energie is vermoedelijk de oorzaak.

‘Melkweg ten dode opgeschreven door donkere energie’

Het heelal produceert steeds minder sterren en nu is duidelijk bekend waarom: melkwegstelsels raken hun gas steeds meer kwijt. Ook de vermoedelijke boosdoener is ontmaskerd.

Stervormingsbrandstof
Robert Braun en zijn collega’s van de Australische CSIRO Astronomy and Space Science gebruikten de Mopra radiotelescoop van het instituut in Zuid-Australië om ver weg gelegen melkwegstelsels te bestuderen en deze te vergelijken met nabijgelegen stelsels. Als je naar melkwegstelsels op miljarden lichtjaren afstand kijkt, kijk je als het ware in het verleden. Door deze verre melkwegstelsels te bestuderen kunnen we dus een indruk krijgen hoe ons eigen melkwegstelsel er miljarden jaren geleden uit heeft gezien.

Een opvallende ontdekking: melkwegstelsels van vijf miljard jaar geleden bevatten veel meer moleculair waterstofgas dan vergelijkbare melkwegstelsels in het universum nu, ontdekten de onderzoekers. Sterren vormen zich uit wolken moleculaire waterstof, dat is waterstof waar de atomen paren vormen. Er zijn ook wolken atomaire waterstof waar dat niet het geval is. Hoe minder moleculaire waterstof, hoe minder sterren zich kunnen vormen.

ULIRG's zijn melkwegstelsels waarin veel stervorming plaatsvindt. Nu zijn ze veel zeldzamer dan miljarden jaren geleden. Donkere energie is vermoedelijk de oorzaak.
ULIRG's zijn melkwegstelsels waarin veel stervorming plaatsvindt. Nu zijn ze veel zeldzamer dan miljarden jaren geleden. Donkere energie is vermoedelijk de oorzaak.

Stervorming consumeert alle gas
Astronomen weten al sinds 1995 dat de snelheid van stervorming het hoogste was toen het heelal slechts enkele miljarden jaren oud was en sindsdien sterk is afgenomen. “Ons resultaat laat zien waarom het licht uit gaat, ” aldus Dr Braun. “Stervorming heeft het grootste deel van het beschikbare moleculaire waterstofgas opgebruikt.” Nadat sterren zich vormen, stoten ze gas af gedurende de verschillende stadia die ze doorlopen of bijkvoorbeeld als ze aan het eind van hun leven ontploffen, de welbekende supernova. Al deze processen laten gas terugkeren in de ruimte, waardoor zich weer nieuwe sterren kunnen vormen. Ook ons zonnestelsel bestaat uit dergelijk “tweedehands” gas. Het meeste van het oorspronkelijke gas blijft echter opgesloten in dingen als witte dwergen, neutronensterren en planeten, aldus Braun.

Donkere energie: de intergalactische moordenaar
Het gevolg is dat het moeculaire gas wordt opgebruikt in de loop van de tijd. De afname in hoeveelheid moleculair gas is gelijk aan de afname in de snelheid van stervorming, of zelfs sneller. De uiteindelijke hoofdoorzaak is dat de snelheid waarmee melkwegstelsels worden “bijgevoed” met gas uit de intergalactische ruimte steeds kleiner wordt. Ongeveer tweederde van al het gas in het heelal bevindt zich niet in melkwegstelsels, maar in de lege ruimte daartussen. Het overige gas is betrokken bij stervorming in melkwegstelsels.

Opvallend is dat precies op het moment dat donkere energie steeds sterker begon te worden, de snelheid van stervorming sterk afnam. Tot die tijd was zwaartekracht de overheersende invloed. Het gevolg was dat melkwegstelsels door hun zwaartekrachtswerking grote hoeveelheden gas opslokten. Toen donkere energie het overnam, ongeveer rond de tijd dat de aarde ontstond, werd dit effect veel sterker en begon het universum sneller en sneller uit te zetten. Dit maakte het voor melkwegstelsels steeds moeilijker aan gas te komen om toekomstige generaties van sterren te kunnen vormen, veronderstelt Braun. Wie weet is de zon nog net op tijd ontstaan.

Gebruikte waarnemingstechniek
De melkwegstelsels die als studiemateriaal gebruikt worden voor de Mopra studie zijn ULIRG’s, voluit ultra-luminous infra-red galaxies. Er is van dit type melkwegstelsels namelijk bekend dat ze grote voorraden gas hebben. Omdat ze zo helder zijn, is er al een volledige telling uitgevoerd in het deel van het universum dat de onderzoekers bestudeerden. Hun z-waarde, de roodverschuiving, varieerde tussen de 0,2 tot 0,5. Dit komt overeen met een terugblik van drie tot vijf miljard jaar oud.

Moleculair waterstof is erg lastig direct waar te nemen. Deze studie maakt gebruik van de straling die koolmonoxide (CO) afgeeft om een indruk te krijgen van hoeveel moleculair waterstof er is. Uniek aan deze studie is dat alle bestudeerde melkwegstelsels met de zelfde methode werden bestudeerd (waarnemen van de straling van de CO(1-0) overgang). Er kon hierdoor dezelfde “transitielijn” worden bestudeerd. Elk energetisch proces waarbij atomen of moleculen betrokken zijn heeft een karakteristieke golflengte, die je waar kan nemen als een band in het spectrum, de ‘regenboog’ van elektromagnetische straling die bijvoorbeeld een ster of melkwegstelsel uitzendt.

Bron:
Galaxies are running out of gas: study