In deze korte sf-film (zeven minuten), vermoedelijk een soort video-sollicitatiebrief van maker Aaron Sims, komt een gevechtsrobot in opstand nadat hij ontdekt wat – of liever gezegd wie – hij werkelijk is. Nu de technologische singulariteit steeds dichter nadert en mens en machine steeds dichter verweven zullen raken, is de vraag niet of, maar wanneer dit science fact wordt.
Als je als wetenschapper een contraparadigmatisch standpunt aanhangt en het krankzinnige niet voldoende waar kan maken, verlies je al snel je aanzien als serieus wetenschapper. Dit geldt deels ook voor een regisseur. Als regisseur van een documentaire heb je een soort maatschappelijke plicht om je beoogde publiek correct te informeren over een bepaald onderwerp. Maak je binnen de documentaire een fout die duidelijk boven water komt, dan geniet de documentaire direct een stuk minder aanzien.
In elke film, maar ook in de meeste documentaires, zit een bepaalde logische opbouw met spanningsbogen. Bij spanningsbogen wordt, zoals het woord al aangeeft, gebruik gemaakt van spanningen bij de kijker. Door de interpretatie van beelden en de bijbehorende suggesties die de beelden wekken, wordt een beroep gedaan op angsten bij de kijker, om zo de aandacht van deze kijker te behouden.
Beelden an sich kunnen niet argumenteren; slechts met tekst of context krijgen beelden betekenis. Ze worden gebruikt om beweringen te bevestigen, beweringen die niet expliciet aanwezig hoeven te zijn. Dat beelden in combinatie met tekst of context bepaalde suggesties kunnen wekken of op bepaalde manieren geïnterpreteerd kunnen worden, maakt film bij uitstek hét media om de kijker eens lekker te manipuleren. Door slinkse trucjes van de regisseur kan de kijker van alles wijs worden gemaakt.
Een extreem – en daarmee mooi – voorbeeld is de film ‘Opération Lune’ van William Karel (2002). Hoewel de film de opzet heeft van een documentaire, en dus door de onwetende kijker ook als dusdanig zal worden gezien, is het in werkelijkheid een zogenaamde mockumentaire. Dit houdt in dat de film de spot drijft met bepaalde theorieën door impliciet deze theorieën als belachelijk af te doen. In Opération Lune, wat is gemaakt als parodie op de complottheorieën omtrent de mens op de maan, wordt op een goed moment beweerd dat er met 150.000 soldaten werd gezocht naar een team van 4 man. Door de beelden die bij deze bewering worden getoond, lijken deze automatisch met de bewering verbonden, en wordt het door de kijker geïnterpreteerd als ‘bewijs’ dat het ook daadwerkelijk zo heeft plaatsgevonden. Onzin natuurlijk; de regisseur laat ons denken wat hij wilt, en is zich daar terdege bewust van. We zijn naïeve slaven van het witte doek!
Na afronding van mijn studie Mediatechnologie enkele jaren geleden heb ik een tijd bij een mediabedrijf in Hilversum gewerkt, waar ik de tapes die direct uit camera’s kwamen op de computer moest inladen. Een aantal van de meest beladen programma’s van de Nederlandse televisie van toentertijd heb ik langs zien komen; ‘Het familiediner’, ‘Ik mis je’ en ‘Over mijn lijk’. Het is erg indrukwekkend om de emoties van die mensen te zien. Het mooie is dat op dat moment het materiaal nog niet bewerkt is, en ik dus een veel ‘echter’ beeld kreeg van de werkelijkheid. Gelukkig kan ik zeggen dat ook onbewerkt dergelijke programma’s behoorlijk indrukwekkend overkomen.
Maar ook regisseurs van programma’s en documentaires over serieuze onderwerpen doen dit niet zonder belang. Een programma dat niemand kijkt zal weinig aandacht krijgen en snel van de buis worden gehaald. En omdat emotie nou eenmaal goed verkoopt, zal die emotie ook zo extreem mogelijk worden uitgebuit. Met tranen doorlopen ogen, agressieve uitlatingen, met angst doordrongen expressies; het krijgt allemaal zoveel mogelijk aandacht van de camera, en het liefst in close-up.
Vergeet niet dat er te allen tijde zowel een cameraman als een geluidsman en een regisseur of presentator ter plaatse aanwezig zijn. Hoewel een kamer tijdens een intiem gesprek tussen twee personen dus leeg en vertrouwelijk lijkt, is het in werkelijkheid een drukte van jewelste! Wat ook vaak opvalt is dat er tijdens een dialoog gewisseld wordt van kader of standpunt, terwijl het verhaal logisch door lijkt te lopen. Deze shotwisseling betekent dat de camera moet zijn verplaatst, en duidt allicht op het in scene zetten van de zogenaamde ‘intieme’ tweespraak.
Hoewel het dus deels wel geldt voor regisseurs dat zij aan geloofwaardigheid kunnen verliezen bij een minder serieuze stap in hun gesuggereerde argumentatie, zijn de gevolgen voor hen veel minder erg dan voor een wetenschapper. Toch ziet de kijker een regisseur als wetenschapper. De kijker is dom – word kritisch!