Li-Fi, razendsnel netwerken met ledlampje
De Schotse professor Harold Haas ontwikkelde een communicatiesysteem dat bijna te mooi is om waar te zijn en nog oersimpel bovendien. Li-Fi verslaat wifi op bijna alle terreinen met stukken.
Wat is Li-Fi?
Stel je voor, je kan een complete film downloaden in enkele seconden. Hiervoor hoef je geen netwerkkabel in je geplaagde laptopje te prikken. Of alle Wi-Fi kanalen van je router met obscure technische trucjes aan elkaar te knopen. Nee, het enige wat je hoeft te doen is het ding in het bereik van je lamp in het plafond te leggen. Die is namelijk door een kleine uitbreiding in de fitting omgetoverd tot een Li-Fi zender. De flikkeringen gaan honderden miljoenen malen sneller dan de mens waar kan nemen. De bandbreedte van Li-Fi is enorm: tienduizend keer zo groot als die van alle radiofrequenties samen. Technici van het Mexicaanse bedrijf Sisoft bereikten tot 10 Gb per seconde. Dat betekent: snel genoeg om een complete blu-ray film over te zenden binnen de vijf seconden. Sneller dan harde schijven zelfs.
Hoe werkt Li-Fi?
Centraal in Li-Fi staan twee welbekende elektronische componenten, de transistor en de LED, en een minder bekende, de fotocel. Een datasignaal bestaat uit korte spanningspulsjes (de enen), waartussen spanningsloze periodes (de nullen) liggen. Kortom stroom. Een transistor (elektrofanaten kennen het ding met drie pootjes) laat alleen stroom door, als de stuurstroom met het datasignaal aan staat (het signaal 1 doorgeeft). De transistor laat dan stroom door naar de LED. Die gaat precies op de maat van het datasignaal knipperen. Dit is de complete zender. Deze bestaat dus uit welgeteld twee onderdelen. Dat is bij een wifi-modem wel anders.
Uiteraard moet het signaal ook ontvangen worden. Omdat ruis een probleem is, moet dit weggevangen worden. Dit vereist een ingewikkelder schakeling. Overigens nog steeds simpeler dan een wifi-ontvanger. Uiteraard moeten er ook communicatieprotocollen en dergelijke mee worden gestuurd, maar in feite is dit de gehele techniek.
Wat kan je met Li-Fi?
Li-Fi is te vergelijken met een onzichtbare glasvezelkabel. Gegevensuitwisseling tussen twee mensen wordt veel sneller. Door de eenvoud en de snelheid kunnen ook kleine gadgets, die het Internet of Things uit gaan maken, hiervan gebruik maken. Kabels leggen is nu in feite niet meer nodig, behalve wellicht van de modem naar de lamp. Want zelfs door de muur teruggekaatst licht blijkt nog 70 Mbit per seconde toe te laten. Dat is meer dan de meeste breedbandabonnementen nu. Je zou bij wijze van spreken de inhoud van een complete draagbare harddisk met duizend films in een paar uur via een ledlamp laten streamen en al je vrienden of collega’s zo kunnen voorzien van een jaar fulltime filmkijkplezier. Realistische virtual en augmented reality wordt hiermee een peulenschil. De bandbreedte is er nu gewoon.
Ook aantrekkelijk aan Li-Fi is de lage prijs, bij massaproductie tien keer zo goedkoop als wi-fi. Kortom: het lijkt erop dat Li-Fi het leven een stuk leuker gaat maken.
Hoe kan je zelf aan de slag met LiFi?
Helaas zijn de Pure-LiFi evaluatiekits voor deze veelbelovende technologie alleen beschikbaar voor grote bedrijven, en met 2500 euro nogal prijzig voor individuen en kleine ondernemers. Toch hebben we na enige speurwerk deze aanbieder in India gevonden. Het LiFi-knutselsetje van Research Design Lab is voor Nederlandse en Belgische begrippen betaalbaar – rond de 170 euro. Wel is de datasnelheid met max. 115 kb vrij mager. Waarschijnlijk kunnen handige hobbyisten dit systeem upgraden.