herstel

Virtuele dierentuin creëert optimale omgeving voor herstel van stress

Stress is niet goed voor onze fysieke en geestelijke gezondheid. Met behulp van virtual reality onderzocht psychologe Roos Pals hoe mensen optimaal van stress kunnen herstellen. De samenhang van de omgeving blijkt hierbij van groot belang. 

Pals deed haar onderzoek in opdracht van Dierenpark Emmen. Met de plannen voor nieuwbouw wil het park zoveel mogelijk kennis verzamelen over de juiste aanpak en inrichting hiervan. Pals: ‘De omgeving blijkt van grote invloed op het welbevinden van mensen. Ik heb daarom vanuit de omgevingspsychologie onderzocht welke aspecten ervoor zorgen dat mensen zich prettig voelen in een omgeving.’ Uit eerder onderzoek bleek al dat mensen in een natuurlijke omgeving beter kunnen herstellen van vermoeidheid dan in een stedelijke omgeving. Aan de hand van deze gegevens breidde Pals haar onderzoek uit naar een virtuele wereld.

Virtuele vlindertuin

Delen van het (toekomstige) dierenpark werden nagebouwd in virtual reality. Zoals een vlindertuin en een wandelroute langs olifanten en ringstaartmaki’s. Pals: ‘Als je een heel gecontroleerde omgeving hebt kun je ook heel systematisch dingen veranderen. In een echte omgeving heb je veel minder controle over de omstandigheden. Daarbij is het erg kostbaar om bijvoorbeeld alle bankjes aan te passen en vervolgens te onderzoeken welke invloed dit heeft op de bezoekers. Virual reality is dan ook een ideaal hulpmiddel.’

Onderzoek in virtuele omgevingen levert vergelijkbare resultaten op als onderzoek in echte omgevingen. ‘Mensen die een wandeling maakten door de virtuele vlindertuin, herstelden significant beter van stress dan mensen die een wandeling maakten door een virtuele stadswijk. Net als in een echte omgeving. Een ontzettend waardevolle bevinding,’ aldus Pals. Zowel voor onderzoekers als ontwerpers. ‘Als je een bepaald ontwerp laat uitvoeren in virtual reality kun je de beleving van mensen testen, voor je tot bouwen over gaat.’

Invloed van objecten

Publieksfavoriet Knut zou in een virtuele wereld ook weer nieuw leven in kunnen worden geblazen. Bron foto: Wikipedia.

‘In een natuurlijke omgeving heerst vanzelf een soort harmonie’, aldus Pals. ‘Ik wilde zien welke invloed het plaatsen van objecten als bankjes en hekken heeft op de samenhang en daarmee de beleving van mensen.’ Uit eerder onderzoek blijkt namelijk dat er een verband is tussen aantrekkelijkheid, ervaren van plezier en herstel en omgevingskenmerken (fascinatie, nieuwigheid, ontsnappen, samenhang en compatibiliteit).

Pals testte drie typen meubilair in de virtuele wandelroute: bankjes, hekken en prullenbakken. Twee bankjes werden uitgetest: een strak vormgegeven moderne bank en een ‘natuurlijk’ exemplaar. De bankjes scoorden vergelijkbaar op aantrekkelijkheid in een vooronderzoek. In het park harmonieerden de moderne bankjes echter niet met de omgeving. Dit bleek een negatieve invloed te hebben op hoe samenhangend de omgeving wordt gevonden. ‘En dat had weer invloed op hoe aantrekkelijk de omgeving werd gevonden, hoeveel plezier men ervoer in de omgeving en hoe goed men kon herstellen van stress in de omgeving’, aldus Pals.

Praktische toepasbaarheid

Ook voor de ontwerpers van het dierenpark zijn de bevindingen van Pals van groot belang. ‘Het sterkt ze in veel van de ideeën die ze al hadden. Een onderhoudsvriendelijk bankje is belangrijk, maar het moet ook passen bij de omgeving. Wat je vaak merkt in parken en musea is dat je na verloop van tijd ontzettend moe bent. Hoe meer samenhang er is in de omgeving, hoe beter mensen tot rust komen. Bij alles dat je in de omgeving plaatst, moet je je afvragen of het past bij de omgeving en of deze daarna nog steeds harmonieus is.’

Pals promoveert maandag 9 januari a.s. aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Bron: Rijksuniversiteit Groningen

Zie ook:
De toekomst van vakantie
De toekomst van de bioscoop

Persoonlijkheid patiënten beïnvloedt herstel

Herstel na een hersenbloeding of dwarslaesie duurt lang en verloopt niet voor iedereen voorspoedig. Dankzij onderzoek van revalidatiecentrum De Hoogstraat en het UMC Utrecht zijn in een vroeg stadium de patiënten aan te wijzen waar de kwaliteit van leven achterblijft. Zorgverleners kunnen daar op inspelen met aanvullende behandelingen.

Bron plaatje: wikipedia

Het zijn de resultaten van twee promotieonderzoeken. Ten eerste ondervroeg revalidatiearts Patricia Passier 143 patiënten met een subarachnoïdale bloeding (SAB) die gedurende twee jaar bij het UMC Utrecht terecht kwamen. Ook analyseerde ze het welbevinden van patiënten drie jaar na de bloeding. Het blijkt dat de meeste patiënten na drie maanden fysiek redelijk hersteld zijn, maar vaak psychosociale klachten houden. Zo’n tachtig procent van de patiënten rapporteert klachten in het denken, vijftig procent heeft angsten en veertig procent heeft depressieve klachten.

Opvallend genoeg hebben deze klachten meer invloed op de kwaliteit van leven dan de objectief meetbare lichamelijke en cognitieve stoornissen. Passier pleit dan ook voor een individueel revalidatieplan voor patiënten waarbij zowel rekening wordt gehouden met lichamelijke en cognitieve stoornissen als met psychosociale gevolgen van de hersenbloeding.

Daarnaast volgde psycholoog Christel van Leeuwen in haar promotieonderzoek vijf jaar lang 225 mensen met een dwarslaesie. Het welbevinden van dwarslaesiepatiënten blijkt op de lange termijn grotendeels af te hangen van psychosociale factoren. Patiënten die bijvoorbeeld emotioneel stabieler zijn en hun dwarslaesie beter kunnen accepteren blijken een hoger welbevinden te hebben. Het fysieke herstel heeft natuurlijk ook invloed op het welbevinden, maar minder dan gedacht. Van Leeuwen stelt daarom voor om dwarslaesiepatiënten tijdens de revalidatie een korte vragenlijst met twee vragen over welbevinden af te nemen. Patiënten die risico lopen op een langdurig laag welbevinden kunnen op deze manier vroegtijdig geïdentificeerd worden en extra zorg krijgen.

“Voor het herstel op de lange termijn is de ernst van de aandoening vaak niet het belangrijkst”, stelt onderzoeksleider dr. Marcel Post van De Hoogstraat en het UMC Utrecht. “Vooral de persoonlijkheid van patiënten bepaalt het welbevinden. Dat is belangrijk voor zorgverleners, want die zijn geneigd om zich voornamelijk op fysiek herstel te richten.”

Bron: UMC Utrecht