Exoplaneet Osiris (HD209458) is een hete Jupiter. Daarom was hij makkelijk te ontdekken.

Is ons zonnestelsel uniek?

Tot voor kort was de vraag of zonnestelsels zoals het onze veel voorkomen of een zeldzame eend in de bijt zijn, een nauwelijks te beantwoorden vraag. Nu is daar verandering in gekomen. De planetenjagende satelliet Kepler heeft de jacht ingezet op sterren waarvan de planeten precies tussen de ster en de satelliet bewegen. Er zijn in de paar maanden dat Kepler actief is al een aantal zeer opmerkelijke uitkomsten…

Exoplanetenjacht
Tot de lancering van Kepler bedroeg het aantal bekende exoplaneten iets meer dan vijfhonderd. Exoplaneten werden opgespoord door sterren zeer goed te bestuderen en hun positie goed waar te nemen. Zware planeten die vlak bij een ster staan laten hun ster namelijk schommelen. Technisch gesproken draait bijvoorbeeld de aarde niet om de zon, maar draaien aarde en zon rond een gemeenschappelijk zwaartepunt, het massamiddelpunt of barycentrum.

Exoplaneet Osiris (HD209458) is een hete Jupiter. Daarom was hij makkelijk te ontdekken.
Exoplaneet Osiris (HD209458) is een hete Jupiter. Daarom was hij makkelijk te ontdekken.

Uiteraard is de zon zo extreem veel zwaarder dan de aarde dat het effect bij de zon nauwelijks merkbaar is. Dat ligt anders bij een reuzenplaneet als Jupiter, die de zon duidelijk laat schommelen. Met deze methode zijn vooral zware gasreuzen die vlak bij een licht sterretje, bijvoorbeeld een rode dwerg, staan te vinden: de hete Jupiters. Deze gloeiendhete gasreuzen overleven de nabijheid van de ster omdat hun zwaartekracht enorm groot is, zodat het hete gas niet kan ontsnappen.

Uiteraard zijn we vooral geïnteresseerd in aardachtige planeten in de bewoonbare zone van de ster, de zone waar vloeibaar water voor kan komen. Deze zijn in de praktijk met deze methode alleen op te sporen bij extreem kleine sterretjes (rond de vijf tot tien procent van de massa van de zon) of door de methode van Kepler te gebruiken: heel veel sterren tegelijk in de gaten houden en controleren of er periodieke kleine veranderingen in de helderheid zijn: elk “deukje” komt dan overeen met een passage van een planeet tussen de satelliet en de ster. Omdat Kepler heel veel sterren tegelijkertijd in de gaten houdt, zijn er al over de duizend nieuwe planetenstelsels ontdekt.

Een unieke ontdekking was die van twee planeten die dezelfde omloopbaan deelden. Beide planeten bevinden zich in elkaars Lagrangepunten, punten waar zwaartekrachtsinvloeden elkaar opheffen. Stel je voor: een zusteraarde die altijd op precies dezelfde positie ten opzichte van de zon zou blijven staan. Als Venus op die plaats had gestaan had zich misschien wel een tweede bewoonbare planeet in ons zonnestelsel bevonden.
Echter, zo blijkt uit Keplers metingen, dat is nog maar het topje van de ijsberg aan bizarre zonnestelsels.

Ongeveer 17% van alle planetenstelsels die Kepler detecteert bestaat uit meer dan één planeet. Dit is laag (ons zonnestelsel telt er acht) maar volgens onderzoekers wordt dit verklaard doordat niet alle planetenbanen netjes in het verlengde van andere planeten liggen. Zo is de Dierenriem, het deel van de hemel waar planeten door lijken te reizen, zo’n achttien graden breed (ongeveer vijfendertig maal de breedte van de zon of de volle maan). Vanaf de aarde bekeken is de kans al vrij klein dat een binnenplaneet als Venus of Mercurius langs de zonneschijf trekt (ongeveer een van elke twintig omloopbanen). Dat zal in exoplaneetstelsels niet anders zijn.

Ook zijn veel exoplanetenstelsels veel chaotischer dan het zonnestelsel. Van verschillende Jupiterachtige exoplaneten is bekend dat ze in een ander vlak om de ster draaien dan de ster zelf. Onderzoekers denken daarom dat in veel zonnestelsels door dit soort planetaire bijnabotsingen de Jupiterachtige planeten de kleinere aardachtige planeten uit het zonnestelsel hebben geslingerd. Wie weet kent ook ons zonnestelsel weeskinderen die nu eenzaam en verlaten als bevroren woestenij tussen de sterren zwerven

bron: New Scientist, ArXiv